Gemengde Berichten.
Eene nieuwe fabriek in ouze gemeente.
Onderwijs.
Rechtszaken,
van photographisch'è afdrukken zou waarschijnlijk
goedkooper zijn geweest, doch deze licht-matdruk
heeft een meer artistieken toon en is tevens
onvergankelijk. Nog zullen worden ingevoegd de
portretten van de leden der expeditie enz.
Na de inteekening wordt het getal te drukken
exemplaren vastgesteld; deze worden vervolgens
genummerd en het werk wordt verder niet in den
handel gebracht.
"Volgens het voorloopig verslag op de staats-
begrooting drongen in de afdeelingen verscheidene
leden aan op spoedige indiening van voorstellen
tot grondwetsherziening. Dat dit noodig ware om
verschillende onderwerpen te kunnen regelen, gaven
anderen echter niet toedeze leden, die de tegen
woordige samenstelling van kabinet en kamer
geenszins geschikt oordeelden voor overeenstemming
omtrent de grondwet, achtten herziening van de kies.
tabel zoo spoedig mogelijk dringend noodig; boven
dien meenden zij dat ook censusverlaging, binnen
de grenzen der grondwet, niet langer mag worden
uitgesteld,' en daarna de nieuwe kamer meer be
voegd zal zijn om de grondwet te herzien.
De tegenstanders dier zienswijze wezen er echter
op, dat de regeering deze gedragslijn niet kun
volgen zonder haar in Mei 1883 uitgesproken
programma over boord te werpen. H. i. ware
voorts een nieuwe indeeling in districten niet
rationeelmen kon, meenden zij, de acht nieuwe
leden indeelen bij die districten waar de grootste
overbevolking bestaat.
Terwijl van den anderen kant werd opgemerkt,
dat de uit censusverlaging voortvloeiende nieuwe
verkiezingen konden worden gecombineerd met
die voor de grondwetsherziening, over welke dan
een verbeterde kamer de eindbeslissing zou nemen,
werd daartegen nogmaals aangevoerd, dat zulk
een kamer zichzelve moreel onbevoegd zou hebben
verklaard.
Ten slotte verklaarde men met belangstelling
de voornemens der regeering te gemoet te zien.
In sommige afdeelingen werd gevraagd, welke
gedragslijn de regeering denkt te volgen nu de
meerderheid in de kamer is verplaatst. Een deel
der leden achtte het raadzaam de meerderheid
gelegenheid te geven om haar proces uit te voeren
ter bezuiniging en schoolwetherziening. Daartegen
werd opgemerkt, dat ook de vorige meerderheid
jaren achtereen ministeriën aan het roer liet, welke
niet uit haar waren voortgekomendaarbij is tot
dusver niet gebleken van versehil van inzichten
tusschen de regeering en de nieuwe meerderheid
bovendien is deze samengesteld uit verschillende
groepen, die nooit beweerden een aaneengesloten
staatkundige partij te vormen. Zoolang die groepen
slechts een kleine meerderheid in éen kamer be
zitten, kunnen zij kwaad verhinderen, maar niet
actief optreden. Voor de meerderheid zou de tijd
gekomen zijn om het bewind te aanvaarden, wan
neer zij in getalsterkte zou hebben gewonnen of
zich nauwer aaneengesloten.
In eene afdeeling werden de bekende argumenten
aangevoerd tegen en voor de weigering van
rechtspersoonlijkheid der soc.-democr. vereeniging.
Vele leden waren van oordeel dat de finaneieele
toestand zorgwekkend is. Zij betoogden, dat ver
schillende posten niet tot de buitengewone uitgaven
mogen gerekend worden (Rotter!waterweg, Maas
mond, vestingen, zilveront munting) en waren
verder van gevoelen, dat de cijfers van den min.
tot gegronde bedenkingen aanleiding geven, terwijl
ook de uitgaven in menig opzicht te laag geraamd,
de ontvangsten daarentegen te hoog berekend zijn.
Deze leden betwijfelden den ernstigen wil der
reg. om het evenwicht door bezuiniging te her
stellen; zjj wezan op de voorstellen tot uitbreiding
van personeel en traktementsverhooging. Ook
voor versterking van de middelen verwachtten zij
van dezen min. niet veelop grond van de veran
dering in zijn denkbeelden, noemden zij hun
vertrouwen in dezen min. ernstig geschokt.
Andere leden weerspraken die beschouwingen,
maar waren toch ook van gevoelen dat de reg.
meer had kunnen bezuinigenh. i. is de druk der
belastingen reeds meer dan voldoende.
Vele leden verklaarden zich niet te kunnen
vereenigen met het voorstel omtrent 7S van het
personeel.
Tot herstel van het evenwicht werd door som
migen aanbevolen alle nieuwe posten te schrappen.
Meer algemeen was het gevoelen, dat die taak
van bezuiniging alleen door de reg. met goed
gevolg kan worden vervuld. Vele leden wilden
in de plaats van zenuwachtige voortvarendheid
met de openbare werken goede Hollandsehe be
dachtzaamheid stellen, geen achteruitgang of stil
stand, maar toch groote behoedzaamheid met
nieuwe werkenaanbevolen werd opheffing van
het dep. van waterstaat en reorganisatie van het
ook niet of zij mij zou willen hebben. En
zoolang ik haar geen eigen huis en haard kan
aanbieden zou het wachten haar wel eens wat
lang kunnen vallen.
De oude vrouw keek bedrukt voor zich maar
zei niets meer.
Er hield weer een rijtuig stil. Udo sprong op
en snelde naar het plein, langzaam door zijn
moeder gevolgd. Reeds aan de deur ontmoette
zjj haar oude vriendin met haar dochter. Het
was een eenvoudig gekleede, zachtaardige vrouw
in de kracht van haar leven en een knap, flink
ontwikkeld meisje van een en twintig jaar, met
een frisch, blozend gelaat, dat zelfs niet ontsierd
werd door een menigte zomersproten.
Terwijl de twee vrouwen zich naar de zieke
begaven bleven de jongelieden beneden. Maar
het gesprek wilde niet vlotten. Udo was ver
strooid en stil,
Wordt vervolgd).
overdreven kostbaar ingerichte waterstaatskorps.
Voorts werd gewezen op onderwijs en defensie,
deze laatste echter ook met klem voorgestaan.
Ten slotte werd in overweging gegeven de
personeele belasting te herzien en aangedrongen
op hervorming van het patentrecht tot een be
drijfsbelasting.
Hoewel de aanvraag van een krediet op 1884
voor de uitgaven, voortvloeiende uit een deel
neming aan de internationale tentoonstelling te
Antwerpen, bedenking ontmoet heeft, vleit de
minister van binnenl. zaken zich, dat er door
de tweede kamer geen bezwaar zal gezien
worden, iets te doen om de Nederlandsche kunst
in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan
de tentoonstelling van schoone kunsten, welke
onder bescherming der Belgische regeering tegelijk
te Antwerpen geopend zal worden.
De Belgische regeering heeft de Nederlandsehe tot
deelneming aan die tentoonstelling uitgenoodigd; het
komt laatstgenoemde voor dat te Antwerpen, hetwelk
eenmaal het brandpunt der Nederlandsche kunst
ontwikkeling geweest is, de Noord-Nederlandsche
kunstenaars niet mogen ontbreken, en dat het
wenscheljjk is, den ouden roem van ons volk op
kunstgebied tegenover de uit alle landen der wereld
samenstroomende artisten hoog te houden.
Het voornemen is, aan Z. M. de benoeming van
een weinig talrijke Nederlandsche commissie
voor te dragen om de installatie der in te zenden
kunstwerken te surveilleeren en c. q. de belangen
der Nederlandsche inzenders voor te staan. Heeft
dit plaats, dan zal men pogen, een gezamenlijke
inzending van Nederlandsche weiken van beel
dende kunst tot stand te brengen.
Daarvoor is nu f 8000 op de begrooting voor
1885 gebracht.
Toen burg. en weth. in deze gemeente bet be
kende adres van jhr M. J. De Marees van Swinderen,
dd. 22 November jl., onderzocht hadden, bleek het
hun dat zij dat adres, zooals het daar lag, niet
bij den raad zouden kunnen ondersteunen.
Zij hebben daarop een erfpachtscontract ont
worpen, waarin de hoofdpunten waren opgenomen.
Het mocht hun gelukken den heer jhr. De Marees
van Swinderen hunne zienswijze te doen deelen,
tengevolge waarvan den 27 Nov. eene voorloopige
overeenkomst tusschen hen en genoemden heer
Van Swinderen tot stand kwam en geteekend
werd.
Daarop zijn het oorspronkelijk adres en de over
eenkomst ook wel „schets der hoofdvoorwaar
den" genoemd ter fine van advies in de handen
van de commissiën van financiën en fabricage
gesteld.
De voorloopige overeenkomst of schets werd
daarop, om haar den gebruikelijken vorm te geven,
opnieuw omgewerkt. Tevens werd daaraan toe
gevoegd hetgeen nog noodig was.
Burg. en weth. zullen in de aanstaande raads
zitting nu het erfpachtcontract met de daarbij
behoorende teekening, waaraan ook de heer De
Marees van Swinderen zijne goedkeuring hecht,
ter goedkeuring aanbieden en stellen den raad
voor hen te mach igen om dat contract, nadat
het door ged. staten goedgekeurd is, namens den
raad met den heer jhr De Marees van Swinderen
te sluiten. Zij stellen tevens voor te besluiten
van dat contract, indien het niet vóór 20 Maart
1885 geteekend is, als vervallen zal beschouwd
worden.
Aan het ontwerp contract ontleenen wij de
volgende hoofd bepalingen
Burg. en weth. van Middelburg verklaren in
erfpacht af te staan aan jhr M. J. De Marees Van
Swinderen, te Goes, die verklaart in erfpacht aan
te nemen, een stuk grond, gelegen bij het kanaal
door Walcheren en de zg. zwemschool, deel uit
makende van het kadastrale perceel sectie F n°
1710, op de aan het contract gehechte kaart met
rood aangeduid, ter grootte van hoogstens 2700
centiaren.
De overeenkomst is aangegaan voor den tijd van
zeventig achtereenvolgende jaren, ingaande den
1 Januari 1885 en eindigende den 31 December
1954 en zulks tegen eene jaarlijksche pachtsom
van 0.03 per centiare.
De erfpachter, of diens rechtverkrijgenden
verbinden zich den hiervoren bedoelden grond
niet anders te zullen gebruiken dan om daarop,
met inachtneming van de wet van 10 Juni 1875
(Stil. n° 95), eene stoommeelfabriek te stichten en
te exploiteeren.
Indien de stoommeelfabriek op den 1 Januari
1887 niet in werking is gebracht, of na in wer
king geweest te zijn gedurende twee jaren heeft
stilgestaanheeft de erfpachter het recht om de
erfpacht te doen eindigen.
"Wanneer de erfpacht op den eisch van den
erfpachter is geëindigd, op grond dat de stoom
meelfabriek op den 1 Jan. 1887 niet in werking
was, is over de twee eerste jaren slechts eene
pacht van éen cent per centiare verschuldigd.
Het te veel betaalde wordt hem alsdan door de
gemeente teruggegeven, zoodra hij zich van al
zijne verplichtingen tegenover de gemeente heeft
gekweten.
Indien de stoommeelfabriek op den 1 Jan. 1888
niet in werking is gebracht of, na in werking te
zijn geweest, gedurende vjjf jaren beeft stilgestaan
beeft het bestuur der gemeente het recht om de
erfpacht te doen eindigen.
De gemeente Middelburg zal tot geene andere
vrijwaring dan die voor uitwinning gehouden
worden.
De gemeente is niet verplicht om te zorgen
voor rioleering van den in erfpacht uitgegeven
grond. Evenmin heeft de gemeente te zorgen
voor den afvoer van Bpoel- of fabriekswater of
van iets wat van dien grond of van het daarop
gestichte afkomstig is.
De erfpachter heeft zelf te zorgen voor het be
komen van vergunning om zoowel van den staats
spoorweg, rijkswegen of gronden als van het
kanaal door Walcheren gebruik te maken. Alle
kosten op dat gebruik vallende zijn, even als de
kosten der daarvoor te maken werken, voor zijne
rekening.
De gemeente maakt ten haren koste tusschen
den in erfpacht uitgegeven grond en den staats
spoorweg eene spoorverbinding.
De gemeente bljjft eigenares van die spoorver
binding en van den gemeentegrond waar langszij
loopt.
De erfpachter heeft het recht die spoorverbin
ding te gebruiken zonder intusschen aanspraak
te knnnen maken op het uitsluitend recht tot
gebruik van die verbinding.
De regeling van het gemeenschappelijk gebruik
en van de bediening van die spoorverbinding
geschiedt door burg. en weth.
De bediening geschiedt overigens, voor zooveel
die ten behoeve van den erfpachter strekt, ten
zijnen koste.
De erfpachter zorgt voor de noodige vergunnin
gen, zoowel om die spoorverbinding (buiten het
terrein der gemeente) te leggen als om de rails
aan die van den staatsspoorweg te doen aansluiten.
Voor den aanvang van het leggen der spoor
verbinding deponeert de erfpachter eene som van
f 2500 ten kantore van den gemeente-ontvanger
als waarborg voor het tot stand komen der fabriek
Zoodra deze fabriek ten genoegen van burg. en
weth. gesticht is wordt die waarborgsom terugge
geven.
De gemeente zorgt voor de voltooiing dezer
spoorverbinding binnen drie maanden nadat de
erfpachter het schriftelijk bewijs zal hebben ge
toond, dat van de bevoegde machten de noodige
vergunningen zijn verkregen en nadat de hierboven
benoemde waarborgsom is gestort.
Voor het gebruik der spoorverbinding betaalt
de erfpachter jaarlijks, tegelijk met de pacht van
den in erfpacht uitgegeven grond, eene huursom
ten bedrage van 10% der kosten van aanleg, hem
door de gemeente in rekening gebracht.
De gemeente belast zich ten haren koste met
den onderhoud van de spoorverbinding tusschen
den staatsspoorweg en den in erfpacht uitgegeven
grond.
Bijaldien de erfpacht voor den 1 Jan. 1905
mocht eindigen betaalt de erfpachter de kosten
van aanleg van deze spoorverbinding aan de ge
meente terug.
De erfpachter doet afstand van de gunstige
bepaling van alinea 2 van artikel 776 B. W.
De erfpachter verbindt zich om den grond, met
den muur, het rasterwerk of de haag die dezen
alsdan zullen omringen, bij het eindigen en niet
weder vernieuwen der erfpacht, in goeden staat
ten genoegen van burg. en weth. aan de gemeente
over te geven, blijvende de erfpachter bevoegd om
de gebouwen en beplantingen, door hem op het
erf gesteld, te doen wegnemen.
Ons dunktdeze bepalingen zijn zoowel in het
belang der gemeente als in het voordeel der totstand
koming eener fabriek, die wij in Middelburg met
vreugde zouden begroeten, zoodat de gemeenteraad,
naar ons gevoelen, allerminst bezwaar kan hebben
om die goed te keuren.
Wij twijfelen dan ook niet of hij zal het voorstel
van burg. en weth. aannemen, en daarbij vooral
het oog gericht houden op de toekomst.
Mocht die fabriek eens tot stand komen dan
kunnen de faciliteiten en medewerking, den eige
naren door ons gemeentebestuur verleend, voor
anderen een spoorslag wezen om hun voorbeeld
te volgen.
Het is hierbij ook vooralwanneer er slechts
een begin is vindt men allicht navolgers. En te
vergeefs zal men zeker elders zulk een uitstekend
terrein vinden, waar de grond bijna te geef is en
spoor- en waterweg zoo gemakkelijk te bereiken
zijn.
Men schrijft ons uit WolfaartsdijkMet alge-
meene deelneming ging Dinsdag in deze gemeente
de tijding van mond tot mond, dat de levensdraad
van den hoogbejaarden heer D. Van de Linde was
afgesneden. Sinds hem in Augustus dezes jaars
eene beroerte getroffen had, door welke eene
gedeeltelijke verlamming ontstaan was, hebben
zijne lichaamskrachten hem trapsgewijze begeven,
en, zoo allengs verzwakkende, was zijn uiteinde
reeds geruimen tijd tegemoet gezien. Ofschoon
dankbaar gestemd, dat hij zoo lang voor hen
gespaard is gebleven, betreuren niettemin zijne
kinderen het verlies van eenen vader, die zoo
getrouw steeds voor hen gezorgd had, terwijl oud
en jong in de gemeente, aan wier verlichting van
't verstand en vorming van 't hart hij sinds jaren
zijne zorg gewijd heeft, hem erkentelijk nastaren
voor 't geen zij hem te danken hebben. In deze
zijne geboorteplaats stond hij toch van 1821 tot
1878, ruim 56 jaren lang, aan het hoofd der open
bare school, waar hij de hem toevertrouwde belangen
met buitengewonen ijver vervulde, en, dank zij zijn
gezond en sterk gestel, nagenoeg steeds op zijnen
post werkzaam gevonden werd. In den tjjd
zijner zesjarige rust, genoot hij dan ook, geacht
door zijne gemeentenaren, bij het terugzien op het
geen hij ten hunnen nutte had verricht, de
vruchten van een welbesteed leven. Hij had bijna
den ouderdom van 86 jaar bereikt.
Zijne nagedachtenis zal zeker bij velen in dank
baar aandenken blijven.
Benoemd tot onderwijzeres aan de openbare
school te St. Maartensdijk mej. H. Maris, van
Dinteloord.
Door de arrondissements-rechtbank (burgerlijke
kamer) te 's Gravenhage ia uitspraak gedaan over
den bekenden eisch van de kon. vereeniging Het
Nederlandsch Tooneel tegen den heer A. Voitus
van Ham me, gedaagde, tot ontbinding der over
eenkomst tot bespeling van den stadsschouwburg
te Amsterdam met 6000 schadevergoeding.
De rechtbank overwoog in rechten, dat gedaagde
(de heer Van Hamme) zijne herbenoeming aanvaard
had, zoodat hij verplicht was de overeenkomst na
te leven, en, nu hij dit niet gedaan heeft, de
vordering van eischeresse voor toewjjzing vatbaar is.
Aangezien ged. echter gedurende 2 jaren aan
zijne verplichting had voldaan, achtte de rechtbank
eene schadevergoeding van ƒ3000 voldoende.
Mitsdien heeft zjj ontbonden verklaard de over
eenkomst, tusschen partjjen den 17co Mei 1882
gesloten, met veroordeeling van gedaagde tot
betaling eener schadevergoeding van 3000 en in
de kosten van het geding.
Aan eischeresse is het meerder gevorderde ontzegd.
Voor het gerechtshof te 's Gravenhage stond
gisteren gelijk onder Laatste Berichten gemeld
werd, in hooger beroep terecht een Thoolsche
visscher, door de Zierikzeesche rechtbank veroor
deeld tot 14 dagen celstraf, omdat hij zijn knecht,
met wien hij in Aug. jl. in het door hem gepachte
gedeelte van de Eendracht aan 't visschen was,
gelast had eenige oesterpannen, welke hij naar
hij beweerde meende dat in zijn vischwater
lagen, eenige nieters verder op liet leggen en deze
vier weken later, omdat niemand zijn rechten
daarop had laten gelden, in zjjn oesterput liet
brengen.
Bekl. beweerde geheel te goeder trouw te
hebben gehandeld en de pannen te hebben ver
wijderd, omdat hij meende dat men in het door
hem gepachte gedeelte vischwater wilde stroopen.
Mr. Jac. Van Gigch betoogde in de eerste plaats
dat recht was gedaan op onwettig bewijsmiddel
en meende dat reeds daarom het vonnis zou
behooren te worden vernietigd. Verder trachtte
pl. de goede trouw van bekl., welke z. i. boven
allen twijfel verheven was, in 't licht te stellen.
Bekl. was blijkens verklaring van den burge
meester van Tholen een man van onbesproken
gedrag en bovendien iemand die zich zeker niet
met opzet eenige voorwerpen van zoo weinig
waarde zou hebben willen toeëigenen.
Neen, bekl. verkeerde ten stelligste in de
meening, dat men in z ij n vischwater wilde
stroopen. Hij heeft eerst den strooper door bet
verleggen van de pannen willen ontdekken en,
toen deze niet voor den dag kwam, hem willen
straffen, door ten slotte de oesterpannen naar
zijn eigen oesterput over te brengen.
Bekl. heeft geen oogenblik gemeend dat hjj
een straf bare daad pleegde, zoodat het boos opzet
ontbrak, op grond waarvan pl. tot vernietiging
van het vonnis en vrijspraak concludeerde.
Adv.-gen. mr. Bjjleveld gaf niet toe, dat het
vonnis uit hoofde van gebrek in den vorm zou
behooren te worden vernietigd. Wat nu de juist
heid der ten laste gelegde feiten betreft, daaraan
viel niet te twjjtelen en evenmin zoo meende
hij aan de arglist. De bewering van goede
trouw ging volgens spr. niet op de handeling was
in tegenspraak met de vooropgezette bedoeling.
Het requisitoir strekte tot bevestiging van het
vonnis. Het hof zal a. Maandag uitspraak doen.
Maandagnacht werd te Hansweert de zooge
naamde Armenhoek in opschudding gebracht door
een zekeren P. L., die, in kennelijken staat, zjjne
huisvrouw zoodanig mishandelde, dat er eene
hevige bloedstorting ontstond. Later greep hij
haar nogmaals vast en wilde haar in het nabjj
gelegen vischwater verdrinken, doch zij wist zich
los te rukken en de vlucht te nemen. De woeste
ling werd daarop door de rijkspolitie onschadelijk
gemaakt.
Dinsdag werden de onderhoorigen van den
aannemer der rijswerken op de Noordnol van den
calamiteusen polder Borssele bij het verrichten
hunner werkzaamheden onaangenaam verrast door
een bezoek van de politie. Het schijnt n. 1. dat,
zonder verlof van den eigenaar, voor bedoeld
werk grond geroofd wordt uit het schor, gelegen
vóór genoemden polder.
Volgens informatie moet de aannemer voor de
bedoelde grondrooving voldoende gemachtigd
wezen, zoodat de quaestie hooger zal zetelen.
Bij het spelevaren op de Maas bij Maassluis
kantelde het bootje, waarin zich vier jongens
bevonden. Een ervan verdronk. Door de
Seheveningsche stoomtram is Maandagavond een
stafmuzikant overreden. Te Enkhuizen is de
betrekking ran gemeente-architect, op eene jaar
wedde van 1200, vacant. Daarvoor zjjn meer
dan honderd sollicitanten.
Te Wanneperveer (O.) is deze week een duif
gestorven, die den leeftijd van 21 jaren had
bereikt. In de laatste jaren baars levens gebruikte
zij uitsluitend brood.
Te Renkum had de vorige week een jongen,
bij het laten springen van boomstammen door
middel van kruit, de onvoorzichtigheid om, eer
de stop in het geboorde gat was geslagen, met
een brandende lucifer den boomstam te doen
springen. Dit gelukte dan ook, maar het gevolg
was, dat de zware lading en de stukken hem in
't gezicht vlogen. Met hevige brandwonden viel
de jongen Heer, en hij zal, althans voor eenigen
tijd, het gebruik zijner oogen moeten missen.
Tegen verkoudheid beveelt Dobson inademing
van met kamfer bezwangerden waterdamp aan.
Men neemt hiertoe een dessertlepel poeder van
kamfer, doet deze in een kantoorkop, vult dien
met kokend water aan en laat den patient gedu
rende 1020 minuten dampen inademen. Direct
na de eerste operatie zal hjj verlichting gevoelen
en na de 2® of 3e inademing zal hij de verkoud
heid kwijt zjjn. (Wbl. v. Pharm
Lord Reay (onze vroegere landgenoot baron
Mackay) is door de koningin van Engeland tot
gouverneur van Bombay benoemd, in plaats van
sir James Fergusson, die met April e. k. zjjn
ambt zal neerleggen.
In een waggon van een spoorweg, nabjj
Edinburgh, is eergisteren een reiziger vermoord,
naar aanleiding van een twist, ontstaan door het
leggen der beenen op de zitbanken.
Een kolenmijn te Anina, in Hongarjje, is door
den bliksem in brand geraakt op het oogenblik
dat alle arbeiders aan het werk waren. Men heeft
reeds 45 ljjken van mjjnwerkers meest allen vaders
van huisgezinnen gevonden, en nog 30 personen
worden vermist.
Ter herdenking van de benoeming van
Napoleon tot president der Fransche republiek