N° 295.
127* Jaargang
1884.
Zaterdag
13 December.
Middelburg 12 December.
FEUILLETON.
EINDELIJK ONTMASKERD.
Dit -blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën- 20 Cent per regel?
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
SEVERO TORELLI.
MIDDELBllRGSCHE COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul J z.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
De tweede kamer weigerde heden de door de
regeering aangevraagde subsidie ten behoeve der
Antwerpsehe tentoonstelling. Doet het ons leed
dat dit juist nu plaats heeft, waar het onzen
nabuur België betreft, wie onze beschouwing
in ons nommer van 25 Aug. gelezen beeft en zich
nog herinnert hoe wij ons verzetten tegen de
heerschende tentoonstelling-manie, zal begrijpen
dat wij niet zoo bijzonder deze beslissing betreuren.
Het Vad. bevatte dezer dagen een artikel over
den financieelen toestand van ons land. Het wees
daarbij op een studie van mr Yeegens in de Vragen
des tijds om mr Yan Houten te bestrijden die
meende dat het financieel evenwicht reeds weder
zoo goed als bereikt was.
Mr Yeegens kwam tot vrij wat minder gunstige
uitkomsten.. Hem bleek, bij een nauwkeurig
onderzoek, het tekort op de staatsbegrooting veel
te laag berekend te zijn. Het cijfer van nog
geen 3 4 millioen moet reeds verwondering baren,
als men het vergelijkt met het tekort op de ge
wone inkomsten over het loopende jaar, dat
millioen zal beloopen. Men moet dan ook beginnen
met, op het voetspoor van den heer Veegens,
enkele uitgaven, die onder de buitengewone zijn
gerekend, te voegen bij de gewone. Houdt men
den Maasmond onder de buitengewone werken,
dan wordt het toch in elk geval 5,934,656.
Yolgt men de opvatting van den minister van
financiën omtrent gewone en buitengewone mid
delen, dan moet men uit de in zijne millioenen-
rede nogal zonderling gegroepeerde cijfers tot de
berekening komen, dat bij de gewone middelen
4,228,558.85 gunstiger raamt. Wel geeft hij
zelf slechts op het cijfer van 2,344,426, maar
blijkbaar zijn daarmede alleen bedoeld de middelen,
op de raming voorkomende onder de letters A
tot en met L, waarvan de StacUs-courant de maan-
delijksche staten geeft. Die raming nu acht Het
Vad. ten hoogste lichtvaardig. In de eerste plaats
vergete men niet, dat het de oorspronkelijke raming
der middelen voor 1884 is (ad 114,166,025), die
dus is verhoogd, en dat de minister zelf in zijne
millioenenrede reeds voorzag, dat die raming, ten
gevolge van het traag vloeien der belastingen,
zelfs niettegenstaande de aangenomen verboogingen
(suiker en gedistilleerd), niet zou worden bereikt,
zoodat hij de uitkomst stelde op 112,825,017.15.
In de tweede plaats moet men in aanmerking
nemen, dat de belastingopbrengst in de laatste
jaren stationair is. De belastingen zouden, om aan
's ministers verwachtingen te voldoen, moeten op
brengen 107,290,376, terwijl zij opbrachten
105,661,241 in 1881, ƒ105,190,627 in 1882,
ƒ104,525,397 in 1883 en, naar het zich laat aan-
zien, de 105 millioen dit jaar niet zal worden
bereikt. Alles samengenomen zal men weldoen,
de totale raming van 1884 niet met 2,344,000,
maar ten hoogste met 1 millioen te verhoogen.
ROMAN VAN
HUGO KUUZE
ËËRSTE HOOFDSTUK.
Aan den linkeroever van den Weichsel, in de
vruchtbaarste laagvlakte van West-Pruissen, stond
tot voor eenigen tijd op een kleine hoogte, vlak
achter den beschermenden dijk, een omvangrijk,
stevig steenen gebouw dat door het volk alge
meen om zijn in het oogvallend roode kleur de
Roode Herberg werd genoemd.
Eerst de laatste overstrooming van 1883, waar
tegen de dijken niet bestand waren, vermocht het
oude gebouw zoodanig te ondermjjnen, dat de
tegenwoordige eigenaar het liet afbreken en op
grooteren afstand van den verraderljjkon stroom
een nieuw huis bouwde.
Door den aanleg der Weichselspoorwegljjn was
de toestand toch reeds geheel veranderd en daar
de nieuwe Weiehselbrug bovendien tameljjk ver
van de Roode Herberg stroomafwaarts aan
gelegd werd, beloofde een nieuwe herberg op de
oude plaats weinig voordeel.
Tot nog toe was alles anders geweest. De
Oostljjn bad de afgelegen provincie Pruisen voor
jhet groote verkeer geopend en hetgeen voor an-
Brengt het Vad. de raming der belastingen tot
bescheidener afmeting terug, dan stijgt bet deficit
tot ongeveer 74 millioen (wat naar de berekening
van den heer Yeegens zou worden 9 millioen).
Nu neemt het Vad. gaarne aan, dat er op den
gewonen dienst nog wel wat meer bezuinigd kan
worden. Maar in elk geval blijft bet tekort groot
genoeg om minder tevreden te zijn dan de heer
Van Houten over dat zoo goed als bereikte evenwicht.
Het is waar, de Indische financiën zijn er ook
nog, en bet is ook waar, dat bet daarop geraamde
tekort een overschot zou zijn, als de minister niet
bet stelsel aanhing om daar ook productieve
werken voorloopig uit de gewone inkomsten te
betalen. Maar de tijd is voorbij, dat onze finan
ciën mogen steunen op Indische overschotten, met
welk stelsel de heer Van Houten, tot groote ver
bazing van het Vad., genoegen schijnt te nemen.
En indien men daarop al wilde steunen, het is
de vraag, of de minister van koloniën tegenover
den gedrukten toestand, waarin onze kolonie
verkeert, al zijne belasting-plannen, waarop dat
overschot zou rusten, zal kunnen doorzetten. In
elk geval, de koloniale geldmiddelen moeten bier
buiten beschouwing blijven. Wordt de financieele
verhouding tusschen moederland en kolonie gere
geld, zoodat eene vaste bijdrage wordt uitgekeerd
goed maar zoover zijn wij nog niet, en waren
wij zoover, het boven berekende deficit werd
daardoor niet gedelgd.
Behoeft bet nog betoog, vraagt het Vad., dat
versterking van middelen gebiedend noodzakelijk
blijft, tenzij iemand de mogelijkheid ziet, met
krachtige band reusachtige bezuinigingen tot
stand te brengen? Wordt bet tekort niet gedelgd,
men wete wel, dat eene vierde leening in het
verschiet is. Alle nog ongedekte tekorten bjjeen-
gerekend (gewone en buitengewone uitgaven dus
samengenomen), becijfert de minister, dat er aan
het eind van 1885 een tekort zal wezen van
12,723,964, nadat ook de laatste leening geheel
zal zijn opgebruikt; een cijfer, dat het Vad. wel
ongeveer als juist kan aannemen. Dus een tekort
nog, al zijn ook deficitten op deficitten met op
genomen geld gedekt. Dat mag niet zoo blijven.
Met grooten nadruk heeft de eerste kamer te
verstaan gegeven, dat zij niet langer zou gedoogen,
dat zoo roekelooze politiek zou worden voortgezet.
Geene begrooting meer, die de middelen tot dek
king niet aanwijst, was haar parool. De tweede
kamer zal verstandig en vaderlandslievend hande
len, als zij dat parool overneemt. Zoo niet, dan
wete de eerste kamer wat baar te doen staat 1
Yolgens bet N. v. d. D. is de minister met het
ontwerp voor eene tabaksbelasting nog niet zoover
gereed dat het in de eerste dagen aan den raad
van state zou kunnen worden voorgelegd. Ver
schillende vraagpunten zijn nog in onderzoek,
onder anderen ook de vraagof men de nieuwe
wet op bestaande voorraden zou kunnen toepassen.
Door de commissie voor bet examen van apo
thekersbediende alhier is de akte van bevoegdheid
uitgereikt aan de dames B. M. P. Koppersboek
dere takken van nijverheid nog hinderpalen in
den weg legde namelijk bet gebrekkige ver
voer over den Weichsel was voor de Roode
Herberg een onuitputtelijke bron van inkomsten
geworden.
Aan de andere zijde van den stroom, schuins
tegenover het groote gebouw, lag een uitgestrekte
welvarende stad, welker druk verkeer van perso
nen en goederen van Sn naar het spoorwegstation
W.... altjjd langs de Roode Herberg moest.
Daar de verbinding met pramen tusschen de
beide oevers tijdens ons verbaal nog zeer prim itie
was en erg langzaam in zjjn werk ging, vergat
zelden iemand na dien tocht even in de Roode
Herberg aan te leggen en verder bielden er dage-
ljjks alle posten voor brieven en personenvervoer
op, zoodat bet logement altijd druk bezocht was.
Vooral echter in bet begin van den winter en
het voorjaar was de Roode Herberg bijna onont
beerlijk voor het reizende publiek. Vaak ver
sperden groote jjsschollen dagen lang bet verkeer
met de stad en dan moesten zoowel de passagiers
als de postpakketten in de herberg opgenomen
worden. Met groot gevaar en alleen met behulp
van bijzondere vaartuigen sehietscbouwen
kon «en tusschen de schollen door den anderen
oever bereiken. Daarom gebeurde het ook niet
zelden dat angstige zielen liever den grooten
omweg over de vaste Weiehselbrug bjj Dirschan
maakten eer zij zich aan den uren langen, onze-
van der Kooy, geb. te 's Gravenbage, en B. J. Groo-
tes, geb. te W estzaan. Twee candidaten hebben
zich teruggetrokken.
De St. Ct bevat de goedgekeurde statuten der
Belgische loods-societeit Unie te Vlissingen.
De telegrafist E. L. Van Baak, thans te Rot
terdam, wordt primo Januari naar Hansweert
verplaatst.
Men schrijft ons uit Hoofdplaat
Nu eindelijk de voorloopige goedkeuring beeft
plaats gevonden van de verbouwing der schoollo
kalen, schijnt bet den raad ernst te worden met
bet onderwijs. Behalve eene regeling der belooning
voor bet geven van berhalingsonderwijs (ƒ100
voor 2 maal 4 uren les per week, gedurende 4
maanden, of naar evenredigheid minder), en eene
verbooging van den post der jaarwedden op de
begrooting 1885 met ƒ600, voor een tweeden
onderwijzer aan de school te Slikplaat, waar reeds
2 jaren eene vacature bestaatkwam in de zitting
van Dinsdag nog in behandeling eene instructie
voor bet onderwijzend personeel, die sedert 2 jaren
onder de tafel was geschoven. Een der artikels
houdt in dat bet hoofd der school binnen 3 dagen
afscbrift zal zenden, aan burgemeester en wethou
ders, van alle brieven betreffende bet onderwijs, door
hem van de scbool-autoriteiten ontvangen en van
bet daarop gegeven antwoord. De beide wethouders
kwamen op hunne meening terug de wethouder
Wejjnen, die afwezig was, berichtte dit uit Rotter
dam en achtten die bepaling een inbreuk op
de persoonlijke vrijheid, met dat gevolg dat de
stemmen over dit artikel staakten, zoodat de
eindbeslissing is verdaagd.
k Het eindcijfer der begrooting 1885 werd voor
de uitgaven en inkomsten met 2229.384 verhoogd.
Een post van 1640.734 werd daarin opgenomen
wegens te veel genoten subsidie voor onderwijs.
De hoofdelijke omslag onderging eene vermeerdering
van 225. De heer Cammaert voorspelde spoedig
eene nieuwe wijziging met bet oog op de
haven-, kaai- en tolgelden die, door verminderde
opbrengst van den oogst wegens hagelslag, nog
zouden dalen, niettegenstaande, zooals de voorzitter
herinnerde, de raming reeds dienovereenkomstig
was geschied, zooals in de toelichting vermeld
wordt. De ware reden intusschen zal weldra
blijken.
Door de beeren P. J. L. Huet c. s. is aan de tweede
kamer der staten-generaal een adres gezonden in
zake bet aanhangige wetsontwerp tot regeling der
staatsloterij. Adressanten aarzelen niet de grond
slagen der voordracht »in booge mate gebrekkig
en met bet staatsbelang onvereenigbaar te noemen."
Zeer uitvoerig worden voor dit oordeel de gron
den aangevoerd, terwjjl de onderteekenaars ten
slotte verzoeken, dat de kamer aan bet voorgestelde
ontwerp baar goedkeuring niet hechte, dan na
de in bet adres ontvouwde bedenkingen zoodanige
aandacht te hebben geschonken, »als zjj in bare
wijsheid zal vermeenen te behooren."
keren strijd met de elementen waagden.
Bij zulk een onvrijwillig verblijf was de eige
naar van de Roode Herberg er steeds op uit om
zijne gasten zooveel mogelijk met bun onaange
naam lot te verzoenen en op enkele uitzonderingen
na gelukte hem dit ook steeds.
Vader Karpinsky", zooals de reeds vrij
bejaarde waard mijlen ver in den omtrek door
oud en jong genoemd werd, verstond ook meester
lijk de kunst om met allerlei kostgangers om te
gaan. Daarvoor pleitte ook de maatschappelijke
positie welke bij in zijn gemeente een der
meest welvarende doopsgezinde koloniën innam.
Hjj werd er door een ieder geacht en zjjn stem
was in alle gewichtige gevallen in de gemeente
beslissend. Toen tegen het einde van de eerste
helft der eeuw bet voorrecht waarbij de menno
nieten van den krijgsdienst waren vrijgesteld
ernstig bedreigd scheen was hjj de redder in den
nood geweest. Vastberaden was Karpinsky met
nog twee gemeenteleden naar Berlijn gereisd en
op eene audiëntie bjj koning Prederik Willem IV
was bet hem gelukt, door op eerbiedige wjjze zijne
bezwaren bloot te leggen, bet dreigende onwedervoor
vele jaren af te wenden. Tot vergoeding bad de ge
meente de verplichting op zich genomen om over
eene vrjj lange uitgestrektheid voor bet onderhoud
derWeichseldijken te zorgen. Na weinige jaren waren
die langs de geheele overeengekomen lengte zoo
danig verhoogd en verbeterd dat de Weichsel op
Coppée koos een dankbare stof voor zijn drama
en bij wist daarvan goed gebruik te maken zonder
te vervallen in al te groote uitvoerigheid. Wie
eenigszins op de hoogte van de tegenwoordige
litteratuur is kent den inhoud van zjjn drama
tisch werk; toch is eene enkele herinnering hier
niet overbodig. Pisa zuchtte in 1494 onder den
druk van Barnabo Spinola, condottière in dienst der
republiek van Florencewelke, toen de republiek
Pisa door den nijd en de mededinging der Genu-
eezen bezweek, deze onder baar gezag bad gebracht.
Jaren lang beeft Spinola de Pisanen onderdrukt.
In 1474 werd bet doodvonnis door hem uitge
sproken over Gion Battista Torelli, een edelman
in den waren zin, doeb toen de beul op het punt
stond bet vonnis te volvoeren werd den gevonnisde
genade verleend. Waarom? Dit was alleen de
vrouw van Torelli bekend. Haar vreeseljjk geheim
beeft zij jaren lang in haar hart bewaard terwjjl
haar man zwoer, genade tegenover genade
stellende, geen enkele poging meer te zullen wagen
om zijn vaderland tegenover den verdrukker te
verdedigen of bet van Spinola te bevrijden, legde
zij bij zichzelve de belofte af om in bet diepste
van haar hart de schande en het verdriet te
bewaren, die baar deel zjjn. Het was toch ten
koste van baar eer dat zij bet leven van baar
man redde. Slechts éen hoop koestert deze, nl. dat
hem eenmaal nog een zoon mocht worden ge
schonken, op wien bij al zijn haat tegen Spinola
zou kunnen overbrengen.
Die hoop wordt verwezenlijkt en bet drama van
Coppée verplaatst ons in den tijd dat de zoon
Severo twintig jaar is geworden, de trots van zijn
vader, de liefde van zijne moeder, de hoop van
het volk, dat in hem zijn bevrijder begroet.
Het jeugdig hart van Severo gloeit voor de
heilige zaak der vrijheid van zijn landhij ver
vloekt den tiran, die bet onderdrukt en ieder ver
moorden laat of verbant' die hem in den weg staat
of tegen hem zich verzet.
En als eenige jonge lieden zich aangorden
tot verzet en eene samenzwering tegen Spinola
wordt gesmeed dingt Severo naar de eer om den
tiran den eersten stoot te geven.
En die eer wordt hem gegund. Hij zal den
tiran dus dooden; bij zweert bet op de heilige
hostiebij verkondigt het zijn vader als een
heuglijke tijding en bet is of de oude Torelli
nieuwe krachten ontvangt, of nieuw leven hem
door de aderen stroomt nu bij hoort wat zjjn zoon
wil doen. Hjj zegent hem dan ook uit,de volheid
van zjjn hart en deelt aan Pia, zjjne vrouws
de heugljjke tjjding mee.
Op bet vernemen van dit voornemen slaakt deze
echter een hartverscheurenden kreetzjj bezweert
haar zoon zijn daad niet te volbrengen, want zij
bekent Severo, terwijl zjj met hen beiden zjjn, het
vreeselijk geheimwie hjj vermoorden wil is zjjii
eigen vader.
Severo ziet zich daardoor geplaatst tusscheti
de keuze meineedige of vadermoorder te worden:
Na een hevigen strjjd besluit hjj tot bet laatste;
maar als bjj in de kerk; waar 's avonds de tiran
alleen, ongewapend, knielt en bidt. zich tegenover
hem bevindt aarzelt hjj, eensdeels door de hotu
ding van Spinola zeiven; die hem tart en over
bluft door zijne koelbloedigheid, anderdeels doof
zjjn huivering om zjjne handen té bevlekken inet
het bloed zjjns vaders. Hij wil den tiran nog
redden, mits deze hem zijn zegelring géve; waar
door Severo zijn kameraden kan bewjjzen de daad
volbracht te hebben, die hjj op zich nam. Dit
weigert Spinola met fierheid. En toen eindeljjk
dit punt ten minste onder gewone omstandig
heden geen gevaar voor overstroomingen
opleverde.
Behalve den göeden naam van zjjn logement
waren die dijken echter bet eenig stokpaardje van
Vader Karpinsky, waarop hjj ook thans op een
mistigen December middag van het jaar 1871
gezeten was. De winter was onverwacht met volle
kracht ingevallen, nadat aanhoudend dooiwêeren
langdurige sneeuwstormen den gevaarljjken stroom
reeds bovenmate hadden doen zwellen. Het drjjfjjs
bad reeds in den vroegen ochtend de rivier over
dekt en dus bad de man van ervaring bereidwillig
aan de oproeping van den d jjkgraaf gehoor gegeven
om in tegenwoordigheid van nog twee deskundigen
den aan de gemeente behoorenden dijk te onder
zoeken. Aandachtig vervolgden de vier mannen
bun weg, vol belangstelling het natuurtooneel aan
hunne voeten gadeslaande.
Wordt vervolgd.)