N° 286.
1884.
3 December.
W oensdag
127® Jaargang.
Nationale Militie.
8 FEUILLETON.
i ii
Middelburg 2 December.
Advertentien* 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
_Een hond zonder s ie art
R. E. FRANCILLON.
Veemarkt te Middelburg
Indische toestanden.
(Arnh, Cn.)
MIDDELBURGS» COURANT.
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te Tholen: W. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peijï. Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
De burgemeester en wethouders der gemeente
Middelburg,
gelet hebbende op de bestaande wettelijke be
palingen betrekkelijk de nationale militie,
brengen bij deze ter kennis van een iegeljjk dien
zulks zouden mogen aangaan
dat het register tot inschrijving van alle man
nelijke ingezetenen welke op den l*m Januari a.
hun 19= jaar zullen zijn ingetreden, dat zijn die
genen, welke in 1866 zijn geboren, zal gereed
liggen op de gemeente-secretarie alle werkdagen
van den 1=° tot en met den 31eï Januari 1885,
des voormiddags van 9 tot 12 en des namiddags
van 1 tot 3 uren, met uitzondering van den
Zaterdag, als wanneer de inschrijving zal geschie
den, in plaats van 1 tot 3 uren, van 1 tot 2 uren
des namiddags
dat voor ingezeten wordt gehouden:
1° hij wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder of. zijn beiden overleden, wiens voogd,
ingebeten is volgens de wet van 28 Juli 1850,
(Stbl. n° 44)
2" hij, die, geen oudera of voogd hebbende,
gedurende de laatste achttien maanden voorafgaande
aan den l" Januari van het jaar waarin hij zich
moet laten inschrijven, in Nederland verblijf hield;
3° hij, van wiens ouders de langstlevende in
gezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten,
mits hij binnen het rijk verblijf houdt;
dat niet voor ingezeten wordt gehouden de
vreemdeling, behoorende tot eenen staat, waar de
Nederlander die aan den verplichten krijgsdienst is
onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aan
genomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861,
Stbl. n= 72);
dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19®
jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 21e, in
gezeten wordt, verplicht is aich, zoodra die plaats
heeft, ter inschrijving aan te geven bij burgemees
ter en wethouders der gemeente, waar de inschrij
ving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20
der wet);
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
1° de in een vreemd rjjk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is
2° de in een vreemd rijk verblijf houdende
ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zjjn
voogd ingezeten (art. 17 der wet)
3°. de zoon van den Nederlander, die ter zake
van 's lands dienst in 's rjjka overzeesche bezit
tingen of koloniën woont;
dat de inschrijving geschiedt
1°. van een ongehuwde in de gemeente, waai
de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zjjn
beiden overleden, de voogd woont;
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar,
in de gemeente waar hij woont
3°. van hem die geen vader, moeder of voogd
heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente,
waar hjj woont;
4°. van den buiten 's lands wonenclen zoon van
een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst
in een vreemd land woont, in de gemeente, waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft (art. 16 der wet);
dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden
ingeschreven, verplicht is zich daartoe bij burge
meester en wethouders ter boven aangegeven plaatse
en binnen den daar bepaalden tijd aan te geven,
door
III.
Intusschen begon Muffino te worstelen hij
was sterk en zjjne vijanden hadden moeite om
hem te houden. De koster greep hem bij het vel
van zjjn nek de agent pakte zijn staart de
oude vrouwen begonnen af te druipen en de jon
gens dansten er om been. Maar er was weinig
hoop voor Muffino. Hij was sterk, maar de twee
mannen die hem vasthielden waren ook sterk.
De meester van den hond was wanhopig. In
zjjn verbeelding zag hij reeds het ljjk van zijn
trouwen vriend op het plein hangen, of, gezwollen
door het zilte water, op de blauwe golven der
Adriatische zee drijven. Het is maar een doode
hond maar wat beteekende dat niet voor hem
Muffino was voor hem huiselijkheid, deelneming,
ja zelfs zijn geweten. Want hoe slecht en on
gelukkig hij ook was, in den persoon van zijn
hond had hij altijd een vasten, ofschoon onge-
naakbaren standaard van eer en eerljjkheid bij
zich.
Hjj smeekte, dreigde, maar de koster was te
zeer geschokt om te luisterenen de agent wilde
zich niet door een hond uit het veld laten slaan
gn ergeren door een man die hem niet eens een
en dat, bij diens ongesteldheid, afwezigheid of
ontstentenis, zijn vader, of, is deze overleden, zijne
moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd, tot
het doen van die aangifte verplicht is (art. 18
der wet).
Belanghebbenden worden mitsdien dringend aan
gemaand aan de op hen rustende verplichting te
voldoen en wordt hun ten overvloede onder de
aandacht gebracht, dat bij bovengemelde wet, onder
meer, is bepaa d
dat met boete van 25 tot 100 wordt ge
straft de overtrediug van art. 18 en dat bij elke
veroordeeling tot boete tevens door den rechter
wordt bepaald, dat, indien daaraan niet is voldaan
binnen twee maanden nadat de veroordeelde is
aangemaand, de boete door gevangenisstraf van
ten hoogste tien maanden zal worden vervangen.
En opdat niemand ten deze onwetendheid zou
kunnen voorwenden, is deze, ter voldoening aan
de bepaling van art, 19 der wet van den 19
Augustus 1861, (Stbl. n° 72), op heden voor de
eerste maal afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
binnen deze gemeente te doen gebruikelijk is.
Middelburg, den 1 December 1884.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
P I C K
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN-
Donderdag den 4en December 1884 van des
voormiddags 8 tot des namiddags 4 uren.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
P I O K
De secretaris,
A. DE YÜLDER YAN NOORDÉN.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
brengen, ingevolge art. 5 der wet van 28 Juni 1881
Staatsblad n° 97), ter openbare kennisdat bjj
hen is ingekomen een verzoekschrift van JAN
VAN DIEJE waarbij hij vergunning vraagt om
in het perceel op den Noordsingel letter R n» 66,
den kleinhandel in sterkedrank van af 1° Januari
1885 te mogen voortzetten.
Middelburg, den len December 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
En ce bas monde avant vaut toujours
mieux qiiaprès.
Anatole de Ségtjr.
»Zal het thans de tweede kamer duidelijk wezen
dat Indië eindelijk eens geregeerd behoort te
worden en het dolzinnige eener voor haar taak
niet berekende bureaucratie plaats behoort te
maken voor eene met de werkeljj kheid te rade
gaande wetgevingzal aan diezelfde tweede kamer
fooi kon geven. Hij was een dienaar van het
gerechten het recht moest gehandhaafd worden.
Eindelijk kreeg La Jettatura een laatsten inval.
„Het spjjt mij", zei hij kalm en liet de
armen, waarmede hij zoo gezwaaid had, zinken,
„ik tracht niet zoozeer den hond te redden als u al
len. Maar het doet er niet toe. Gjj moet niet zeg
gen, koster of agent, dat het mjjn schuld is als
gij gaat blaffen als een hond en schuimbekken
of toevallen krijgt bij het zien van water en on
der hevige pijnen bezwijkt. Hjj is dol dat is
alles."
Het toeval wilde dat Muffino op hetzelfde
oogenblik naar de vingers die zijn keel omklem
den, hapte, De koster liet los en deinsde met een gil
achteruit.
»Gauw, Muffino, staak dat gij weg komt 1
riep La Jettatura en wees naar de open deur.
Maar helaas 1 hij sprak te gauw. Zijn hoofd
Was vrij maar hjj kon nog niet weg. De agent,
die op het punt was geweest van, evenals de
koster, los te laten, rook lont. Hjj grjjnsde en
hield met verdubbelde kracht den staart vast.
„De dolle hond Het booze oog 1riepen
de omstanders; maar de agent, die den hond op
een veilige plaats vast had, hield vol als een held.
Het is verbazend wat tegenwoordigheid van
geest, opgewekt door liefde, vermag. In een
oogwenk, sneller dan ik kan vertellen, had La
Jettatura zjjn mes getrokken. Het lemmet flik
kerde Muffino was weg.
De agent viel achterover op den sfeenen vloer
eindelijk de overtuiging geschonken zjjn, dat niet
alleen de veiligheid in het algemeen maar zelfs
die van den staat in gevaar verkeert door de
ontstentenis van politie en van mannen van onder
vinding en initiatief om haar te organiseeren
vroeg mr J. A. Haakman in 1880 aan het slot
van zjjn destjjds veel gerucht gemaakt hebbende
artikelen over „de veepest", welke zooveel schatten
heeft verslonden, niet slechts tengevolge van die
ramp zelve, maar zeer zeker voor een belangrijk
deel als gevolg van de meer dan treurige wjjze
waarop de politie in onze Oost is georganiseerd,
juister gezegd niet is georganiseerd.
Welzeker was en is de tweede kamer, althans
de groote meerderheid der leden daarvanover
tuigd dat de toestand in Indië deplorable iadoch
om met kracht zich te doen gelden daartoe ont
braken de gegevens, de aanleiding en misschien
ook de kennis aan de niet eigenlijk gezegde In
dische specialiteiten.
Sedert 1880 tot nu zjjn er weder vier jaren
verloopen.
Wij schrijven 1884 en staan op het einde van
dien jaarkring.
Wat tengevolge van de langmoedigheid van de
tweede kamer in die vier jaren al is gebeurd zou
onbegonnen werk wezen als dit hier gerecapitu
leerd moest worden. Het einde van de droefenis-
wekkende reeks feiten ware niet te overzien
Bepalen wjj ons daarom tot het in herinnering
brengen van het Nisero-geval en van den treurigen
financieelen toestand van twee groote bankinstel
lingen de Koloniale en de Ned. Indische Handels
bank.
Met die droevige gebeurtenis voor oogen behoeft
niet meer gevraagd te worden „zal het thans de
tweede kamer duideljjk wezen, dat Indië eindelijk
eens 'geregeerd behoort te worden en het dolzin
nige eener voor haar taak niet berekende bureau
cratie plaats behoort te maken voor eene met de
werkelijkheid te rade gaande wetgeving
Twjjfel zelfs dienaangaande te opperen zou geljjk
staan met het uitbrengen van een maar al te
ernstige beschuldiging tegen het intellectueel ge
halte van het meerendeel der leden van de tweede
kamer.
Zal die tweede kamer eindelijk haar lankmoe
digheid laten varen en zich nu eens doen gelden
en toonen, dat het haar ernst is liberale, waarlijk
liberale beginselen in toepassing te brengen.
Die vraag zal haar beantwoording vinden bij
het a. s. debat over de Indische begrooting voor
1885.
Zij moest ons vóóraf van het harte en wjj
schrijven haar met zekere gerustheid neder, omdat
na de verschjjning van het werk van mr M. O.
Piepers, in een vorige beschouwing besproken,
zoowel de gegevens als de aanleiding tot een
grondig debat aanwezig zjjn en niemand, ook de
niet eigenlijk gezegde Indische specialiteiten, zich
langer zal kunnen verschuilen achter het ontbreken
van de gegevens, om de noodige kennis ten deze
op te doen, Wat het zwaarste is wege het zwaarst
met de beenen in de lucht en zijn hand
omklemde nog altijd den hondenstaart.
La Jettatura stak zijn mes in d» schede en
schreide als een kind.
IV.
Zoo eindigde dit avontuur, indien een avontuur
ooit kan eindigen. La Jettatura weendede acht
jongens lachten, de zes oude vrouwen gilden, de
koster stond als versuft te kjjken. de priester kwam
tot zich zelf en Muffino was gered.
Maar het stond den agent niet aan om door
acht kleine jongens uitgelachen te worden. Zjjn
prestige was weg.
>Dat zult gjj mjj betaald zetten Signore
mompelde hjj, afdruipende, met den staart van
Muffino in de hand.
De arme Jettatura Geen wonder dat hjj be
droefd werd toen ik het gebrek van Muffino op
merkte. Dat afsnijden van dien staart was nog
erger voor hem geweest dan wanneer hjj het mes
in zjjn eigen hart gestooten had. Hij ging geen
dobbelsteenen gooien in het koffiehuis hjj had
geen hart om te eten. Hjj ging naar huis, naar
zjjn ledige kast en zjjn hart kromp ineen toen hjj
de deur open deed. Hij volgde een bloedig spoor
op de trap.
Ik heb eens een hond gekend, dien iedereen
lief had op een na en die een was de plattelands
heelmeester die hem de lage operatie gedaan had
van zijn staart in te korten, 't geen door som
mige menschen als eea verhoogiog van honden-
De heer Schimmelpenniuck was gevoelig voor
dr. Kuypers gezegde, dat hjj bewaard werd voor
twijfelachtige districten.
Op de volgende, wèl populaire, maar geenszins
waardige wijze; verdedigt Be Standaard die woorden.
Ten onrechtte vatte de heer S. ze als eene
beleediging op en vertolkte ze als hadden wjj de
kamercandidaten onderscheiden in twee soorten
1». Puik-candidaten voor vaste districtenen
2° sukkel-candidaten voor twjjfelachtige districten,
en als hadden we hem bij die tweede catagorie
ingedeeld.
Dit nu is onwaar.
Waar sprake is van partjjsucces heb ik tweeërlei
soort van candidaten, 1° puik-blanke candidaten,
die ik overal (en in vaste en twjjfelachtige distric
ten) er door kan krijgen, en 2° geplekte of
gevlekte kandidaten; die ik er alleen maar door
kan krjjgen in enkele vaste districten. En alsnu
hebben wij gezegd en we zeggen dit nog, dat de
heer S. juist tot die prima soort behoort, die voor
alle districten goed zijn, en juist daarom voor de
moeiljjkste moeten bewaard.
Met andere woordende kruidenier Kuyper
heeft baron Schimmelpenninck in 't zuur of in
'tzout gelegd of op brandewijn gezet, teneinde
hem te conserveeren en te gelegener tijd aan
Arnhem te slijten.
„Almelo deed onze partjj dan ook een dienst
door ons voor Arnhem niet te ontblooten en
zich met tweede qualiteit een geplekten candidaat
tevreden te stellen.
Om de zaak nog duideljjker te maken, verge-
ljjkt De Standaard verder den heer Schimmel
penninck met een accoucheur, die alleen in twjjfel
achtige gevallen geroepen wordt.
Dat nu juist uitnemende vertegenwoordigers
hun land het nuttigst kunnen zjjn, dat doet er
niets toe in het spelletje, dat dr. Kuyper met het
kiezersvolk speelt.
Het zou ons evenwel verwonderen, zoo de heer
Schimmelpenninck dupe was van die aardigheden.
De surnumerair bjj het vak der posterjjen A,
P. Du Vey Mestdagh is geplaatst te Middelburg,
Bjj de voortgezette examens voor apothekers
bediende alhier werden gisteren en heden weder
4 mann. candidaten geëxamineerd, 3 trokken zich
terug en een slaagdede heer G. J. Spruyt, geb,
te Dordrecht.
De Maandag te Goes gehouden algemeens ver®
gadering van de Vereeniging tot het regelen en
bevorderen van volksvermaken was druk bezocht
van de ruim 300 leden waren met het bestuur
19 aanwezig,
De voorzitter deelde mede dat het gewone jaar -
ljjksche Sint Nicolaasfeest bestaan zou in dé
onmisbare tombola en dat het feest verder zoii
worden opgeluisterd door het opvoeren van eenigé
tooneelstukjes enz. Het feest zal plaats hebben
op Maandag 8 Dec. in De prins van Oranje
choonheid beschouwd Wordt. Hij had het tef-
radelijk gedaan, onder den schjjn van vriendschap;
en dat is hem nooit vergeven. Zjjn slachtoffer
had altijd een eigenaardigen blik voor hem, die
zei, zoo duideljjk als woorden het kunnen uit
drukken, dwaas dacht gjj dat gjj kondt
verbeteren wat in liefde tegen u kwispelde! Gjj
zult gestraft worden door mjjn stompje voor
iedereen, behalve voor u te zien kwispelen," en
de heelmeester ontmoette dien blik nooit zonder
schaamte en zelfverwjjt. Maar dit was niet het
geval met Muffino en La Jettatura. Die twee
arme wezens kropen naar elkaar toe, zeggende
Muffinovergeef mij „Onofrio het is u
vergeven "Wie kan de tranen tellen, door hen
beiden dien dag vergoten
De jonge man schreide ondanks zjjn zwarten
baardmaar gij hebt het aandoenljjkste schouw
spel op aarde nooit gezien, zoolang gjj geen hond
tranen hebt zien storten. Denk niet dat hg het
niet kan, hjj kan het wel.
En zoo gingen zjj eindeljjk naar bed, niet alleen
zonder ontbjjt maar ook zonder avondeten, doch
als het mogeljjk is nog grooter vrienden dan té
voren.
Na den slag van St. Genuaro kreeg La Jettatura
echter nog slechter naam dan ooit. Er waren er
die niet aarzelden hem te beschuldigen van zjjn
hond tot die heiligschennis aangehitst, en zijn mes
tegen den gerechtsdienaar getrokken te hebben.
In kringen, waar de naam van Vrjjdenker of Ga-
rjbaldiaan een beschimping was, kréég hjj dien!