N°. 278.
127e Jaargang.
1884.
Maandag 24 November.
Be Jeiii zeieviert altpf
11 FEUILLETON.
Verkiezing.
Middelburg 22 November.
V -Au HST DB
GORDON STABLES.
Brieven uit Zuid-Beveland.
B IJ VOEGSEL
MIDDELBURG
De burgemeester an wethouders van Middelburg
maken bekend dat de inlevering van stembriefjes
ter verkiezing van een lid van den gemeenteraad ter
vervulling der plaats van den heer SI. Fokker
zal plaats hebben op Dinsdag den 25 November
a. s. van des voormiddags negen tot des namid
dags vier uren in de beneden achterzaal van het
raadhuis, (ingang achterdeur in den
Helm) terwijl de opening zal geschieden in het
zelfde lokaal op Woensdag den 26 November
daaraanvolgende, des voormiddags te negen uren.
Middelburg, den 21 November 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd
P I C K
De Secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Het rijkstelegraafkantoor met telephoondienst
te Stavenisse zal, met ingang van 23 dezer, op
Zon en feestdagen open zijn van 9 tot 11 uren
voormiddags. De diensturen op werkdagen blijven
Onveranderd.
Men schrjjft ons uit St. Philipsland
Ieder, die eenigszins met de Zeeuwsche stroomen
en djjken bekend is, weet dat afsluiting van meer
of min belangrijke geulen of vaarwaters voorde
nabijgelegen polders ongunstig kan werken. In
die verwachting leefden ook de besturen der pol
ders aan de noordzijde van Tholen, met name de
polders Hollare, Van Haaften, Sluis en Joanna
Maria, toen bet nu een jaar geleden werkelijk
ernst bleek te zijn het Slaak tusschen St. Philips
land en Noord-Brabant voor goed en op zeer be
kwame hoogte door een dam af te sluiten. Men
vreesde, en te recht voor belangrijke opstuwing
van het water bjj westelijke winden. De vloed
toch, die vroeger over het Slaak naar Krammer
ging, zou bjj afsluiting van eerstgenoemd vaar
water bjj den nieuwen dam of djjk worden opge-
Btuwd en aan de nabijgelegen zeeweringen meer
of min beiangrjjke schade kunnen veroorzaken of,
wat nog erger is, doorbraken der dijken en onder-
vloeien der polders tengevolge hebben.
In tjjds werden dan ook door genoemde polder
besturen bjj de bevoegde macht pogingen aange
wend tot beteugeling of afwending van het drei
gend gevaar, doch welk resultaat die gegronde
klachten hebben gehad, zal misschien later aan
't licht komen, dit is zekervanwege het
departement van financiën werd de dam aanbesteed
en deze is thans geheel klaar.
Dat de vrees voor hoogere opstuiving bjj wes
tewinden niet geheel ongegrond was, is reeds
bewezen. Bjj den vloed toch van 26 October jl.
steeg het water aan de zuidzjjde van denRjjksdam
25 a 30 c. M. hooger dan aan de dijken van
St. Annaland. Neemt mén nu in aanmerking
DOOR
dat in December en Januari de vloeden bjj aan
houdende westewinden overal op de Zeeuwsche
stroomen belangrijk hooger stijgenen de-dijken
daardoor meer en meer doorweekt werden, dan zal
het ook geen bevreemding verwekken dat de eige
naar van den Joanna Maria polder reeds in 't begin
van dit jaar de dijk voor zijn polder merkelijk en
afdoend deed verhoogen. Aan den Van Haaften
polder is men nu ook gedeeltelijk daartoe aan 't
werk, terwjjl aan de overzijde de oude polder van
Sint Philipsland, wiens bestuur lang ongeloovig
bleet, zich thans haast zjjn blootgesteld dijkvak
te verhoogen en te verzwaren.
Voorts werden door de betrokken autoriteiten
ook waarnemingen gedaan omtrent den toestand
der geulen in de Mosselkreek en De Een-
dragt, maar daaromtrent valt thans nog niets te
zeggen. Het onderzoek is destjjds opgedragen aan
den heer, A. Hollestelle, opzichter van den water
staat te Tholên, die zoo ten volle bekend is met
alles wat deze aangelegenheden betreft. Nauw
keurige waarnemingen kunnen eerst later moge-
ljjke nadeelige gevolgen der watervrjje afdamming
van Het Slaak aantoonen, doch dit is zeker dat
b. v. de polder Van Haaftendie thans, wat
de vooroevers betreft, niet in gunstigen toe
stand verkeert, het eerst en het meest van elke
ongunstige dieptenadering tot zijne waterkeering
zou ljjden.
Met 1 Jan. is, in plaats van den heer H. Moe-
selaar, benoemd tot cipier van het huis van arrest
te Ooes de heer Bierenbroodspot, thanB commies
bij de administratie der gevangenis te Hoorn.
[G. Crt)
Ook de Indische begrooting voor 1885 is
thans weer ingediend. Deze is echter eenigszins
gewjjzigd. Voor aanbouw van een zeestooni3ohip
voor de gouvernementsmarine, eenige kleine
gewestelijke vaartuigen en een nieuw schroef-
3toomschip 4e kl. is ƒ881.000 uitgetrokkenvoor
uitgaven in verband met het overnemen van
belastingen ter oostkust van Sumatra en een
overeenkomst met den Sultan en de rijksgrooten
van Siak over eenige belastingen in eigenljjk Siak
en hun rechten op de onderhoorigheden 115.375;
voor reorganisatie van bet bestuur in Madoera
84.000, en voor bevloeiingswerken 150.000
meer. Daarentegen zjjn ook de middelen ƒ761.479
hooger geraamd.
Het tekort, dat in September 1.257.101 bedroeg,
is nu begroot op 1.459.228.
Met ingang van 1 December a. is bjj de naam-
looze vennootschap de Nederlandsche Bank her
benoemd tot secretaris-directeur de heer mr H. P.
G. Quack, zulks voor den tijd van zeven jaren,
of indien het bjj de wet van 22 December 1863
(Staatsblad n° 148) verleende octrooi niet mocht
worden verlengd, tot 31 Maart 1889.
In deze brieven is tot nu toe enkel over het
platteland gesproken. Goes werd buiten beschou
wing gelaten. Het gaat echter op den duur niet
aan Zuid-Bevelandsche brieven te schrijven zonder
van de stad te reppen, evenmin als men de
klok mag bespreken en den klepel vergeten. Daarom
zal ik het thans eens over genoemd stadje hebben
en wel over zjjne verhouding tot het platteland
Geen plaats in Nederland staat misschien in
inniger verband met de omliggende dorpen als
Goes. Het is de markt, waar de op het voormalige
eiland verbouwde landbouwprodukten verkocht
worden, de bazaar, welke in de behoeften der
buitenlui voorziet, het kanton, waar de aan Zuid-
Bevelanders toekomende kapitalen gedeponeerd
zijn, de uitspanningsplaats, waar jeugd en ouder
dom zich eenige dagens 'sjaars voor hun genoegen
vereenigen. En het is dit uitsluitend.
Goes heeft als stad hier het rjjk alleen. Aan
deze alleenheerschappij dankt het zijne welvaart.
Het zij mij vergund met een paar voorbeelden
het bovenstaande eenigszins te veraanschouwelijken.
lederen morgen, zon-, feest- en marktdagen,
uitgezonderd, ziet men tal van Goesenaren, beladen
met zware pakken, hun stedeke met vasten stap
verlaten. Meer bevoorrechten draven achter eene
volgeladen hondenkar, anderen kuieren naast eenen
ezel, die wel zoo wijs is om zich voor de kar niet
zoo vroeg in het zweet te hollen. Ook ziet men er
met edeler trekdieren rijden.
Allen zijn reizende kooplieden of marskramers.
Zij trekken den boer op om hunne waren aan
den man te brengen. De menschen verdienen
meestal een stuk brood, wat ten voordeele van Goes
is. Bovendien zijn de meeste koopwaren uit Goesche
winkels, wat aanzienlijker neringdoenden ten
goede komt.
Dag aan dag wordt Goes bezocht door eene
schare vrachtrijders uit alle hoeken van het eiland,
op allerlei soort van voertuigen daarheen getogen.
Deze vrachtrijders zijn tegelijk commissionairs.
Allerlei boodschappen kan men hun opdragen,
moeilijke, geheimzinnige, onaangename, pleizierige.
In Goes zijn zij even goed thuis als wij in ons
eigen woning. Hunne dagtaak mag men volstrekt
niet te licht tellen. Eerlijkheid, nauwgezetheid,
een uitstekend geheugen, veel zaakkennis, gepaste
vrijmoedigheid en stilzwijgendheid zijn de eischen,
hun gesteld en aan welke velen hunner ook voldoen.
Wanneer zij alle zaken afgedaan hebben,, tot
zelfs het koopen van een pakje breikatoen van een
onmogelijk nummer of het zoeken naar eene rol
behangsel gelijkende op staal, waarmede zij alle
winkels hebben moeten afloopen, en niet weinig
overleg hebben getoond om de meest uit elkaar
loopende dingen naast elkander te schikken en te
pakken, rijden zij stapvoets huiswaarts. De arme
De oude Von Hausen zat op een steen ongeveer
halfverwege den Gulderhorn. Boven zijn hoofd
en naast hem verrezen de reusachtige bergen met
hun met jjs bedekte'jkruinen, ,voor het oogenblik
rooskleurig getint door de laatste stralen der
ondergaande zon. Doch uit het dal stegen blauw
achtig grjjze schaduwen op, die het rosa verdreven
Aan zjjne voeten lagen ravjjnen. heuvelen en
valleien, een dorp en een meer en een beek, die
door een donker pjjnbosch stroomde. Dit alles
was zeer schoon; doch Von Hausen voelde niets
voor dat schoon en lette er niet op, terwijl hij
op dien steen hardop zat te denken, zooals een
zame, bejaarde lieden wel meer plegen te doen.
Hij gaf om het prachtige landschap niets meer
dan de vledermuizen, die als onheilvoorspellende
vogels om hem heen fladderden.
»De deugd zegeviert altjjdl" zei hij. »Pah!
altemaal weekelijkheid, louter maneschijn 1
De zaak was deze Von Hausen was den vorigen
avond in de komedie in het dorp geweest. Hjj
had niet minder dan twee gulden voor die rond
reizende tooneelspelers uitgegeven. Hij was echter
niet gegaan omdat hij er pleizier in had, maar
Greta, het mooiste meisje uit het heele dorjL had
hem gevraagd om haar mede te nemen. Zjj kon
niet alleen gaan, zei zij, en Rudolf zou in de
eerste dagen nog niet van de gemzenjacht terug-
keeren.
„De deugd zegeviert altijdJa dat zeiden
zij. Mishet geld zegeviert. Ha, ha, en dat
heb ik. 01 mijn brave maar arme Rudolf, gij
moogt terugkeeren wanneer gij wiltGreta trouwt
met Von Hausen. Oud? He? Wie noemt mjj
oud
Hij nam een snuifje uit een oude hoorn en
stopte het met zijn vinger in zijn neus, en ik
moet bekennen dat hij er bij die gelegenheid
alles behalve mooi uitzag, met zijn gerimpeld
gelaat, terwijl hij met de oogen knipte als een
oude baviaan.
»Oud? Laat eens zien; zeventig op mijn
laatsten verjaardag. Nog in de kracht van mjjn
leven. Over tien jaar ben ik tachtig en over
twintig eerst negentig; dan kan ik oud worden.
De arenden worden verjongd. Waarom zou.
tha 1gilde hij. „Daar is een arend 1
Hij sprong op en naar de lucht kijkende en
wijzende kwam hij stap voor stap nader tot zijn
verderf. Er lag een afgrond van vijfhonderd
voet diep voor zjjne voetenhij stond reeds op
den rand de volgende stap zou zijn laatste zijn.
Maar een ruwe, sterke hand pakte hem bij den
kraag en trok dien op totdat zijn hoofd weg
zonk als een monnik in zijn kap, doch de hand
haalde den ouden man tevens achteruit.
«Zjjt gij uw zondig leven moede, oude
Hoewel men tegenwoordig geen steden of dorpen
maar alleen gemeenteu kent, zal men zeker onzen brief
schrijver het gebruik dier woorden tot juist weergeven
van zijne bedoeling wel veroorloven. Kkd.
vogel zei de pas aangekomene, een ruwe, doch
goedhartige gemzenjager met het geweer in de
hand, den weitasch op den rug, en een veer op
zijn hoed om, zooals hjj zei, de jonge meisjes te
laten zien, dat hij nog vrjjgezel was.
ïOude vogel!" bromde Von Hausen en ging
weer zitten. „Wien noemt gij oude vogel Gij
zjjt al even erg als de rest. Hm
„Nu, ik moet zeggen" zei Bernezell, „dat
is dankbaarWat geeft gij mij nu omdat ik u
het leven gered heb 1
„'t Leven gered WatO ja 't is waar.
Nu ga mee naar het dorp, dan zal ik je op een
glas bier trakteeren."
»Een glas bier!" riep de ander lachend.
»Is dat al de waarde die gij hecht aan uw ha,
ha, ha 1
„Waarde die ik hecht aan mijn; ha, ha,
hal Wat meent gij daarmee? Gij stelt u pre
cies aan als een zot 1
»Nu misschien ben ik dat ookmaar zeg
eens vriend, je bent in een lief humeur van daag.
Heeft iemand je geërgerd
In een oogenblik was de grijsaard de vriende
lijkheid zelve. Zijn gelaat helderde op en, nog
een snuifje nemende, grinnikte hij»Neen 1
en gaf zijn vriend een stoot in de ribben.
Integendeel. Ik ben gisterenavond met Grrta
naar de komedie geweest, ha 1 ha 1 ho 1 ho I Zij
treurt niet lang om haar jager. En hoor eens
Zij gaat met mij trouwen."
»Met u trouwen
langooren, want deze trekdieren staan het meest
in dienst dier niet zeer zachte meesters, gevoelen
het best welk een aanzienlijk getal koopartikelen
in de winkels weer van de hand zjjn gedaan. De
Zuid-Bevelandsche vrachtrijders doen middelljjk
voor een niet gering deel de Goesche schoorsteenen
rooken.
Alles wat boer heet boer hier in de engere
beteekenis van pachter of eigenaar van een land
bouwbedrijf rijdt Dinsdags met moeder de
vrouw of dochterlief in sjees, tilbury, kap- of
huifwagen naar de markt, dikwjjls voor zaken
maar ook menigmaal voor hun genoegen, al willen
de meesten van hen ook dit laatste niet weten.
Ons stadje biedt op zulke dagen een levendig en
eigenaardig schouwspel aan. Op en voor de
korenbeurs staan of drentelen eene menigte boeren
met onverschillige gezichten, de handen, vooral
in het gure jaargetjjde, verbazend diep in de
broekzakken verborgen. Daartusschen bewegen
zich de verschillende kooplieden, ook al met
onbewegeljjke gelaatstrekken.
Van opgewondenheid, van marktgeschreeuw geen
sprake. Alles onderscheidt zich door eene hoogst
fatsoenljjke kalmte. Geen oningewjjde zou ver
moeden, dat hier een tameljjk aanzienlijke graan
handel gedreven wordt. De talrijke wagens met
graan en andere landbouwvoortbrengselen, na
marktdagen Goes binnenrijdende, en de vele vracht
schepen, Goes uitvarende, kunnen echter getuigen
dat het wel het geval is. De winkels, waar
boerenbenoodigdheden verkocht worden, staan
volgepropt met koopgrage boerinnen.
Vooral in vroegere vette jaren reed het karretje
der winkeliers op een zandweg. In de straten
flaneeren lachende en pratende meisjes hier in
een groepje bij elkaar als eenige kirrende duifjes,
daar een paar te zamen trotsch voortschrijdende
-als pauwen, doch allen wat koopende. De volle
herbergen binnentredende worden de longen op
eene zware proef gesteld door wolken van tabaks
rook en eene met allerlei dranklucht bezwangerde
atmosfeer, terwjjl de gehoorzenuwen sterk geprik
keld worden door een juist niet zeer harmonisch
koor van honderde menschenstemmen. Er wordt
goed gedronken. De lezer kan uit deze vluchtige
schets bemerken, hoe de marktdagen de Goesche
welvaart verhoogen, neen,in het leven houden, want
van zjjn njjverheid zelfstandig bestaan kan Goes
in de verste verte niet.
Boven zinspeelde ik ook op de geldzaken, die
in Goes afgehandeld worden. Daar de auteur dezer
brieven tot de gelukkigen behoort, die effecten
slechts van hoorén zeggen kennen en zjjne bezit
tingen in het land van Kokanje liggen, terwijl hjj
verder in den handel steeds de eenzjjdige rol van
betaler vervult, vraagt hij wel beleefd verlof om
dat hem totaal vreemde onderwerp te laten rusten.
Ook over Goes als uitspanningsplaats op kermissen
en veemarkten wenscht hjj het stilzwjjgen voor hands
te bewaren, al was het maar alleen om niet ge
heel en al uitgepraat te raken.
»Ja, zjj heeft het beloofd dat wil zeggen
zjj zal het beloven als ik het haar vraag. Maar
kom nu mee en drink uw bier. Houd uwe han
den thuis. Denkt ge dat ik uw hulp noodig heb
om op te staan
»Ik vraag u duizendmaal om verschooning,
oude ik meen vrooljjke grappemaker 1 Hier
zeg ik, wacht even, laat mjj niet achterblijven
watgjj springt als een jong hertje."
„Vlug ter been, hé?'
»Dat geloot ik."
Weldra zaten zjj in de dorpsherberg; zjj had
den niet veel tjjd gebruikt om den heuvel af te
komen.
„En nu", zei Von Hausen »ga ik u mjjne
plannen ontvouwen. Maar laat ons nog een glas
nemen."
„Wat zou die oude roofvogel meenen",pre
velde Bernezell in zich zelf, »met zulk een onge
hoorde vrjjgevigbeid Er broeit iets, dat is
zeker. De grijze havik fluit niet voordat hjj
neerstrijkt."
Zoo", zei Von Hausen, »en hoe gaat het met
de zaken, hé? In den laatsten tijd volle wei-
tasschen gehad
„Bjjna geen geluk gehad", zuchtte de ander.
»ik ben stjjf van het springen en in vjjf dagen
heb ik geen bok geschoten."
»Dus zoudt gjj er niet op tegen hebben om
eens voor uw pleizier op reis te gaan een
maand naar Frankriik, bjj voorbeeld Kom, kom,
gjj drinkt niet. Wjj zullen nog een glas nemen.
Het geld is gemaakt om uitgegeven te worden.
Drink en wees vrooljjb, gjj jeugdige snaak 1
{Wordt vervolgd.)