N° 278.
127" Jaargang,
1884.
Maandag
24 November.
Dit blad verschijnt dagelijks>
met uitzondering van Zon» en Feestdagen!
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën* 20 Cent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,40
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
Middelburg 22 November.
M1DDELBIIRGSCHE COURANT.
M.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones opvolger.
Voor de gemeenteraadsverkiezing, Dinsdag te
Middelburg te houden, openbaart zich nog geen
strijd in den gewonen zin zooals wij dien bij zulke
gelegenheden bedoelen. En wij gelooven ook niet
dat die zich zal voordoen. Maar toch hopen wjj
dat er onder de kiezers in onze gemeente een
wedstrijd wezen zal om aan een geacht burger,
een man, dien wij om zijn verleden hoogachten
en waardeeren en op wiens verblijf hier wij inde
toekomst prijs stellen, een bewijs van erkentelijk
heid en hulde te brengen.
Over de verdiensten van mr G. N. De Stoppe
laar uit te weiden, het is, dunkt ons, overbodig.
Wat hjj jaren lang als gemeente-secretaris was
weten wij allenwat hjj als burger voor tal van
nuttige instellingen en vereenigingen in Middel-
burg's belang verrichtte, is bekend genoeg. Wij
zijn het allen eens dat er op dit oogenblik geen
beter, geen waardiger man is om als raadslid op
te treden dan bjj. Hij kent Middelburg en Middel
burg kent hem.
Er zijn 831 kiezers voor den gemeenteraad.
Hoevelen zullen zich opgewekt gevoelen om
Dinsdag even zich een gang naar -het stadhuis te
getroosten teneinde een plicht der erkentelijkheid
te vervullen 'f Het is, dunkt ons, een kleine moeite
dat te doen maar elke stern werkt mee om de
hulde des te welsprekender te maken.
Het geldt hierbij nu vooralhet grootst aantal
stemmen uit te brengen op een man, die wel als
van zelt is aangewezen om den opengevallen zetel
in ons gemeentebestuur in te nemen, en aan wiens
verkiezing niet valt te twijtelen, maar voor wien.
het wezenlijk toch, dunkt ons, van groot gewicht
is op welke wijze hij wordt gekozen.
Moge daarom de naam van mr G. N. De Stop-
pelaar als gekozen raadslid met een flink stem-
xnenaantal uit de stembus komenDan eerst is
het bewijs van hulde, dat wij hem willen toege
bracht zien, welsprekend.
Gisteren avond wercl in de groote zaal van
het Schuttershof alhier door de vereenigde sociëteiten
der schutterij en infanterie het winterseizoen met
eene soiree geopend.
Als naar gewoonte opende een lid van het
bestuur, thans de beer J. ISmits, adj. onderoff. der
infanterie, deze eerste bijeenkomst met een inleidend
woord, en, tegen onze gewoonte, nemeu wjj daaruit
het een en ander over, omdat wjj meerdere bekend
heid daarmede niet ongewenscht achten.
Spreker wees er op dat de soirée, door de
vereenigde sociëteiten gegeven, een bewjjs js dat
de onderlinge kameraadschap tusschen het kader
der schutterjj en tie onderofficieren van het leger
te Middelburg onverflauwd blijft besiaan.
Hij noemde dat een gelukkig verschijnsel. Het
Nederlandsche volk van den tegenwoordigen tijd
zeide hij is over het algemeen weinig militair
gezind en zoekt geen omgang met de militairen,
ja het ia een teit dat er in ons vaderland vele
mannen zijn die zich niet ontzien openlijk te
verklaren dat zjj zich schamen zouden de uniform
te moeten dragen, die hen als landsverdedigers
van hunne medeburgers onderscheidt.
Dat zijn zoo ging hij voort in den regel
zij die in het rustige bezit van have en goed,
nimmer aan een mogelijken oorlog denken, maar
reken er op dat zoodra zich een wolkje aan den
politieken hemel vertoont, juist die anti-militairen
het eerst den steun en de bescherming van de
uniformdragenden zullen inroepen, dat juist die
laffe, lauwe vaderlanders, die in vollen vrede het
leger en de schutterjj als onnutte meubelen be
schouwen, dan met angstige bezorgdheid de over
winning voor dat leger zullen afsmeeken om
daardoor in het bezit hunner goederen te bljjven.
Gelukkig is dit niet op de plaats onzer inwoning
toepasselijk, want soirees als deze dragen het ken
merk dat de bezoekers zich de uniformen niet
schamen, en dat Middelburgsch burgerij zich gaarne
in den kring van het schutterskader en van de
onder-officieren van het leger beweegt.
Na deze inleiding bracht het orkest, uit leden
van het stafmuziekkorps te Bergen op Zoom be
staande, op onberispelijke wijze een paar muziek-
aommers ten gehoore en werden door eenige leden
der vereenigde sociëteiten verschillende dichtstuk
ken voorgedragen. Zjj hadden allen veel succes,
maar vooral een der heeren, die in komiscben
vorm zeer ernstige waarheden verkondigde, werd
en met reden, buitengewoon toegejuicht.
Dit was ook het loon van twee artisten van
het Bergsche muziekkorps. De eerste, de heer
Hascher, gaf een prachtige phantasie voor viool van
Singelée ten beste, welke hij, tengevolge van het
daverend applaus van de aanwezigen, nog door
eene meesterlijk uitgevoerde phantaisie uit Borneo
en Juliette liet volgen.
De andere, de heer Werner, toonde zich even
goed cellist als fluittist, door op eerstgenoemd
instrument eene Andante van Fiscber en eene
Romance van Massinet uitstekend te vertolken en
op het laatste instrument zijn meesterschap te
toonen door een Air van Lannoy. De dillettant,
die beide heeren op de piano begeleidde, verdient
waardeering voor zijn fraai en toch zoo bescheiden
accompagnement.
Ook het zestal heeren, dat het publiek op eenige
zangnommers vergastte, verdient evenzeer lof.
Jammer dat dit van het laatste deel van het
programma, de opvoering van het bljjspel T)e
kwartjesvinders niet kan gezegd worden. Noch de
inhoud van het fooneelwerk noch de wijze waarop
het werd ten tooneele gevoerd geven daartoe recht.
Eene gelukkiger keuze en meer studie zullen voor
een volgend soiree noodig zijn.
Een geanimeerd bal besloot den avond.
Door het kader der dienstdoende schutterij te
Vlissingen is gisterenavond aan den heer A. J.Van
Ockenburg, afgetreden kapitein van dat korps,
als blijk van achting een souvenir aangeboden,
bestaande in eene sierljjke photographie, voorstel
lende al de leden van het kader.
Met een warme toespraak werd het geschenk,
door den heer C. De Vries, adjudant onderofficier,
den heer Ockenburg overhandigd.
De commissie tot werk ver ichaffing te Vlissingen,
heeft 2500 beschikbaar gesteld, om een groot
aantal werklieden gedurende eenigen tijd in dezen
winter aan werk te helpen.
In overleg met de stedeljjke regeering wordt
voor dat geld de weg verbeterd van de Walstraat
naar het badhuisreeds 28 huisvaders verdienen
daardoor thans het brood voor hunne gezinnen
en de volgende week worden nog eenige aan
genomen.
De commissie heeft zich ten doel gesteld uit
sluitend die werklieden te helpen, die niet gewoon
zijn bedeeld te worden en thans werkelijk be
hoeftig zijn
Uit Ellewoutsdijk meldt men dat niet door alle
grondeigenaren, bij de onteigening voor den
inlaagdjjk aldaar betrokken, genoegen is genomen
met de door drie deskundigen getaxeerde waarde
der hun behoorende gronden. Wanneer geene
nadere schikking tot stand mocht komen zal
derhalve tot gerechtelijke onteigening behooren
te worden overgegaan. In't belang der zaak ware
het gewenscht tot overeenstemming te geraken,
daar in het tegenovergesteld geval nog geruime
tijd zal moeten verloopen vóór het bestuur over
den grond zal kunnen beschikken.
Uit Rotterdam wordt ons geschreven
Naar men hoort, vindt de inschrijving voor de
werklieden, die wegens gebrek aan werk broodeloos
zijn, zeer veel deelneming, zoodat het te verwachten
is dat er eene belangrijke som zal worden bijeen
gebracht en de commissie zich in staat gesteld zal
zien veler nood te lenigen.
Ook aan pogingen van andere zijden om te
helpen ontbreekt het niet. Wat men bjj al der-
geljjke gelegenheden ziet plaats hebben, gebeurt
ook nu: er worden openbare uitvoeringen van
allerlei aard ontworpen ten voordeele van de
noodlijdenden. Men kan daar niet tegen hebben,
wanneer op die wjjze aan het publiek de gelegen
heid wordt aangeboden om iets te zien of te hooren,
dat het anders niet zou zien ot hooren maar dit
is lang niet altijd het geval. De liefdadigheid
wordt wel eens een voorwendsel om ons op een
dilettantisme in de kunst te vergasten, dat onder
andere omstandigheden zich niet zou durven ver-
toonen. Zoo iets verdient volstrekt geen aanmoe
diging. Het tooneellievend publiek is hier ruim
schoots in de gelegenheid om goede voorstellingen
te genietenwaarom moet het dan genoodzaakt
worden ter wille van noodljjdende werklieden
middelmatige of gebrekkige en slechte vertooningen
bjj te wonen, vooral omdat het ook zonder dat
voor die werklieden iets kan bjjdragen
Onze vereeniging voor fabrieks- en handwerks-
njj verheid houdt zich bezig met de vraag, ot er
door werkverschaffing iets voor de leegloopende
werklieden kan gedaan worden. Dit zou nog het
beste wezen, wat men doen kon, doch eene
gemakkelijke zaak is dat niet, omdat de arbeid,
dien men verschaft, nuttige en productieve arbeid
dient te zijn.
Uit Amsterdam schrijft men ons
Professor N. G. Pierson trad Vrijdagavond in
eene bijeenkomst van leden der Unie als spreker
op. Hij begon met de algemeene klacht over de
slechte tjjden. Klaagde men vroeger over dure
tijden, thans was scheering en inslagslechte
tjjden. De handel kwijnt, de landbouw kwijnt,
vele takken van industrie kwjjnener hapert iets
op het gebied van voortbrenging. Wat Ter be
antwoording van deze vraag beschouwde spreker
den toestand van heden om daaruit het gevolg te
trekken voor de toekomst. Het gezegde dat er
algemeene overproductie is, was, beweerde spr.,
onwaar, maar wel kon gezegd worden dat de
productie in verkeerde richting geschiedde. Deze
stelling helderde hij met voorbeelden uit het
fabriekswezen op, om daarmede tevens aan te
toonen hoe en op welke wijze door die productie
in verkeerde richting nadeel wordt geleden. Daarbij
kwam ter sprake wat men in 't algemeen onder
loon en rente heeft te verstaan, wat spreker zelf
verklaarde te zjjn theoretische bespiegelingen,
hetgeen echter noodig was om tot de slotsom te
komen, namelijk het juiste begrip van den tegen-
woordigen toestand. Drie veel genoemde feiten
1° de groote vermeerdering van de suikerproductie,
2° snelle uitbreiding van het spoorwegnet en
scheepsbouw en 3" groote graanaanvoeren uit
Noord-Amerika, voerde spr. aan om een tafereel
op te hangen van dien toestand. Van de over
productie van suiker, voornameljjk de beetwortel,
suiker, was de tegenwoordige suikercrisis het ge
volg. Yan 1875 tot 1883 waren 21 milliarden gulden
aan spoorwegen verwerkt, wat veel te snel was
-geschied ook de stoomvloot, die in 10 jaren
gewoonlijk met 10 pet toeneemt, was in de laatste
3 jaren met 10 pet vooruitgegaan. Dit had ten
gevolge dat de ijzer-industrie ook grooter werd
door meer aanvraag, maar nu was van 1875 tot
1883 de jjzerproductie met de helft vermeerderd.
Vandaar overproductie nu de normale toestand
terugkeert. De groote aanvoer van buitenlandsch
graan maakte den landbouw niet voordeelig, maar
toch zag spr. in de lage graanprjjzen een equiva
lent voor de nadeelen en schade, die overproductie
van ijzer en suiker na zich sleept. Aan de toe
komst wanhoopte hjj niet, want juist door de
toenemende spoorwegbeweging verwachtte hij veel
heil, aangezien nog onafzienbare velden waren te
ontginnen.
Een paar aanwezigen waren van gevoelen dat
de redenaar niet had aangewezen in welke goede
richting dan wel behoort te worden gewerkt. Een
hunner meende dat de rijke wel, de arbeider niet
de crisis kon afwachten. In lage broodprijzen
zag hjj geen verlichting, wanneer de arbeider geen
brood kan verdienen.
Het verschaffen van arbeid was de kern waarop
men meer bedacht diende te zijn, want het kapi
taal bezat genoeg aantrekkingskracht om kapitaal
te scheppen, arbeid nietdeze dient door het
kapitaal gesteund te worden.
Een ander betreurde het dat de arbeider zjjn
loon niet verkreeghjj zou gaarne willen weten
op welke wjjze den arbeider zjjn geheele loon kan
worden uitgekeerd; was dit het geval er zou geen
ellende zjjn.
Nog een ander weet de ellende aan de ongezonde
inrichting der maatschappjjaan den rotten toestand
van staat en kerk. Deze spreker bemerkte niets
van volkswelvaart, maar wel van ellende bjj den
arbeidersstand.
De heer Pierson raadde aan koelheid van hoofd en
warmte van beschouwing. De sprekers hadden allen
het oog op een verkeerde verdeeling van goederen.
Dat was de socialistische wensch naar een
gelijkmatige verdeeling en die had spreker bjj
zijn rede niet op het oog gehad. De heer Pierson
acht den toestand der maatschappjj ook niet
gezond, maar een verdeeling van goederen zou
daarin geen afdoende verbetering brengen. Het getal
rijken in den lande wordt zeer overschat, wat
spreker uit een statistiek van de dienstboden
aantoonde. Daaruit bleek dat in Nederland slechts
ongeveer 40000 personen zijn die een of meer
dienstboden houden. Ook de huurwaarden werden
door hens aangevoerd oui zjjn stelling te staven.
Wat wel medewerkt tot de betoonde malaise
is de verbazende vermeerdering van bevolking,
maar om die tegen te gaan, daarop weet spreker
geen middel. Sommige bedenkingen tegen het socia
lisme werden aangevoerd waaruit spreker de gevolg
trekking maakte dat een socialistische maatschap
pij alleen geljjkheid op het punt van ellende zou
teweegbrengen. Ook hebben de socialisten ,'nog
niet duideljjk gezegd, welke maatschappjj zij
verlangen. Verhooging van het zedeliik peil van
het volk zal een verhooging van de productieve
kracht ten gevolge hebben. Aan 't slot zjjner
rede verklaarde spreker nog dat de ellende in
de groote steden ook toenam door de groote
stroomingen van arbeidersmen verdringt elkan
der, wat de loonen kleiner maakt en het zedelijk
peil verlaagt. Met een aanmaning tot een ernstig
onderzoek naar de innige samenwerking in de
maatschappjj, eindigde de redenaar.
Door de Katholieke biesvereeniging Recht voor
allen te Oldenzaal, en door de kiesvereeniging
Nederland en Oranje te Almelo is tot candidaat
gesteld voor het lidmaatschap der tweede kamer,
in het hoofdkiesdistrict Almeloo, de heer J. Yan
Alphen te Hengeloo.
Door de Ned. vereeniging voor locaalspoorwegen
en tramwegen zijn de volgende prjjs vragen uitge
schreven
A. „Een goed stelsel van controle op het reizi-
gersvervoer van de tramwegen."
Bjj de beoordeeling der antwoorden zal tot
leiddraad strekken
1. Dat het stelsel eenvoudig en niet te duur
is in de uitvoering
2. Dat het de minst mogeljjke last aan de
reizigers bezorgt en tot een minimum van opont
houd aanleiding geeft
3. Dat de kans tot fraudeeren, zoowel door
het publiek als door de conducteurs, tot een mi
nimum gebracht wordt
4. Dat, met betrekking tot het aantal vervoerde
reizigers en de door hen afgelegde trajecten, de
meest volledige statistiek kan worden opgemaakt.
Keed3 in gebruik zijnde stelsels kunnen mede
dingen.
Van de plaatsbewjjzen en verder voor de con
trole noodige stukken of inrichtingen, die in de
antwoorden genoemd worden, moeten specimen
worden overgelegd.
B. „Het beste middel om de groote inspanning der
paarden te verminderen bjj het in beweging bren
gen van tramwagens tot op hare normale snel
heid, hetzij door het benuttigen van den arbeid,
welke bij het temmen verloren gaat of door eenige
andere inrichting die aan het doel beantwoordt."
Aan het door de jury bekroonde antwoord op
elk dezer prijsvragen wordt eene som van 300
toegekend.
De antwoorden moeten zjjn ingezonden voor
1 Juli 1885 franco aan het adres van den secretaris
der vereeniging te 's Gravenhage, Balistraat no. 26.
Omtrent de inschrjjving voor de leening ten
behoeve der Ned. Ind. Landboiacmaatschappij meldt
men dat twee personen elk voor een millioen
inschreven. Verder meldt het Hbld. dat de groot
hertogin van Saksen Weimar, zuster des konings
die Woensdag voor ƒ50.000 had ingeschreven!
Donderdag dat bedrag verdubbelde. Later vroeg
zij nog telégraphisch inlichting omtrent den stand
der inschrijving en of nog meer noodig was. Voorts
dat het huis Rothschild te Parjjs voor ƒ100.000
heelt deelgenomen.
De Atjeh-correspondent van het D. v. N. schrijft
dd. 24 Oct:
Veel nieuws hebben we ditmaal niet te melden:
De cholera heeft zoowel te Kota Radja als in de
omstreken en op de forten vele offers geëischt;
dageljjks komen onder de militairen en burgers
nog gevallen voor. We hopen, dat de sinds gis
teren gevallen regen de lucht van dat fenjjn zal
schoongeveegd hebben.
De zoogenaamde dertig vadem order is door deü
civielen en militairen gouverneur ingetrokken.
De Atjehers, die transporten of patrouilles ont
moeten, behoeven zich niet meer ter zjjde van
den weg op te stellen, maar aan alle Atjehers is
het dragen van wapens verboden. Alleen enkele
hoofden mogen éen wapen zichtbaar dragen.
Of de veiligheid daardoor verzekerd is, zal de tjjd
leeren. Volgens geruchten zjjn weder eenige be
vriende hoofden naar de oorlogspartjj overgeloopen.
Trmngkoe di Tiroe is nog altijd te Boengtialla;
Zijn volk maakte het onzen troepen, vooral in de
nieuwe linie, voortdurend lastig.
Den 6en October werd Roempit beschoten; wjj
leden daarbjj geen verliezen, maar de vjjand be
kwam 1 doode en 2 gewonden. Den 12e° October
hield hjj zich in de nabijheid van de versterking
te Toengkoep op. Een sergeant met vijfentwintig
man was buiten de benting gedekt opgesteld om
de koelies te beschermen, die voor de paarden
moesten grassnjjden. Op eens werd djt troepje yasj