Gemengde Berichten.
Eeolitszaken.
v'erkoopingen en aanbestedingen.
De „Crofters."
Speelkaarten.
Politie.
De voornaamste verdiepingen werden aangetrof
fen in de raaien 36 en 37, bedragende echter
slechts 1.7 M.
Ook op de oeverwerken werd bij de gewone
peilingen geen achteruitgang gevondenalleen had
buiten den teen van het oeverwerk aan de Oostnol
in raai 21 verdieping plaats de diepteljjn van 40
M. naderde aldaar wederom 10 M.
Eene nadere voorziening van den voet van dit
verdedigingswerk kon echter voorloopig nog ach
terwege blijven.
Over de werken tot verdediging van den onder-
zeeschen oever hadden detailpeilingen plaatsaan
de oost- en Westnol geschiedden deze voor de
eerste maal; achteruitgang van de dieptelijnen
op de werken werd niet bespeurdvoor het werk
aan de nieuwe Westnol was de uitkomst mede
niet ongunstig.
Nieuw Noord-Beveland. De voorjaarspeilingen
waren niet ongunstig; in bijna alle raaien werd
verondieping aangetroflenvoorts stond op de
verdiepte plaatsen minder water dan bij de loo
dingen van 1881, behalve in raai 8, alwaar ver
diepingen van 1 a 2 M. gevonden werden op 20
tot 25 M. diepte beneden laagwater.
Eene bepaalde verbetering van den toestand,
waardoor voorloopig uitstel van nadere oeverver
dediging in overweging kon genomen worden,
was hierin evenwel niet te zien.
Tot westwaartsche uitbreiding van het oeverwerk
werd besloten over te gaan, zonder overbestorting
van het westelijke gedeelte van het bestaande werk.
Het werk werd in de laatste helft van het jaar
uitgevoerd.
De doorpeiling, verricht in raai 8, gaf voor de
grootste diepte der stroomgeul aan 33.9 M. op
414 M. uit de buitenkruinlijn. Yoor zooveel met
de peilingen van 1880 vergelijking mogelijk was
bleek niet van beteekenende verandering in den
toestand.
Op het einde des jaars had eene afschuiving
plaats tusschen de raaien 19 en 21, over ongeveer
het geheele onderzeesche beloop de grootste hier
door ontstane verdieping bedroeg 12.5 M. in raai 20,
Oud Noord-Beveland. Terwijl in de meest
westelijke raai 21 bij de grensscheiding met nieuw
Noord-Beveland nog eenige verdieping in het onder
zeesche beloop plaats had, en de diepte van 14
M. overging in 17.1 M., verondiepten de raaien
22, 23, 24 en 1, waarin plaats had de groote val
van 11 Augustus 1881 aan de Glasjesnol.
(Wordt vervolgd.)
De leden der eerste en der tweede kamer zullen
Maandag a., des voormiddags te half tien uur, in
handen van Z. M. de vereischte eeden of beloften
en verklaringen afleggen.
De koning en de koningin zijn gisteren namid
dag in de residentie aangekomen.
In den Goeschen gemeenteraad is een vacature
door het overljjden van den heer J. Steketee.
De zaak van J. M. te Bruinisse, beschuldigd
van laster, door het plaatsten van een ingezonden
stuk in de ZZ. NB. (het bekende katten-proces) en
daarvoor veroordeeld door de rechtbank te Zierikzee
zal op 2 Dec. a. s. voor het gerechtshof te 's Hage
behandeld worden.
De arrondissements-rechtbank te Maastricht
heeft een advocaat, die gelden van zjjn cliënt ten
eigen bate had aangewend, veroordeeld tot een
maand eenzame opsluiting.
Omtrent de schipbreuk van de logger Maartje
te Vlaardingen thuis behoorende, meldt men het
volgende, opgeteekend uit de mond van de twee
eenige geredden der bemanningJacob De Goede,
te Vlaardingen 't huis behoorende en Franz Bonge
uit Duitschland.
Den 28ate" October waren zjj kruisende in de
Noordzee en was het weder zeer ruw en de zee
hoog. Door eene zware stortzee werd des namiddags
te 2 uur het schip plotseling op zijde geworpen
en bleef het ongeveer 10 minuten in dien toestand
ten speelbal van de golven, waarna het weder
recht kwam te liggen. Van de elf manschappen
die zich tijdens het ongeval in het volkslogies
bevonden, gelukte het er vier, zich daaruit te
werken en op het dek te komen, waar zij tot
hunne groote ontzetting bespeurden, dat de schip
per, benevens drie matrozen, die zich op het dek
bevonden hadden, daar afgeslagen waren en dat
het schip zich in een ontredderden toestand bevond.
Intusachen begon het vaartuig spoedig te zinken,
waardoor de mannen, die nog in het schip waren,
door het indringende water werden overvallen en
verdronken. Alleen het voorste gedeelte van het
schip stak spoedig enkel boven water en dit was
het eenige plekje, waar de vier overgeblevenen
zich konden bergen. Daar zaten zij nu met hun
vieren dicht op elkander gedrongen, om elkaar,
zooveel mogelijk tegen den scherpen wind en het
overslaande water te beschutten, vruchteloos te
turen naar redding, totdat de invallende duisternis
hunnen toestand nog verschrikkelijker maakte.
Voedsel konden zij zich niet verschaffen en hoewel
zij zich zeer vermoeid en uitgeput gevoelden, dorst
geen hunner aan slapen denken, uit vrees van te
zulllen verkleumen of weggeslagen te worden. Den
volgenden morgen was hunne hachelijke positie
niets veranderd en bezweek door vermoeienis en
uitputting èen van hen, A. Don, die zich niet
langer staande kon houden en in zee viel. Den
geheelen dag en daai opvolgenden nacht werd
vruchteloos naar alle kanten om redding uitgezien
daarbij deden honger en dorst en koude zich ieder
oogenblik in heviger mate gevoelen. Denderden
dag eindeljjk bemerkten zij een naderend schip,
van waar men ook het wrak scheen opgemerkt
te hebben. Het was de Engelsche vischkotter
General Wolseley, gezagvoerder Henry Baxter,
tehuis behoorende te Grimsby. Spoedig daarop
zagen zij, dat eene boot te water werd gelaten en
naar hen toekwam, doch zij deden tegelijkertijd
de treurige ontdekking, dat hun lotgenoot Visser
plotseling krankzinnig geworden was, en ofschoon
zijne medgezellen hem bedaard poogden te houden
en met behulp der Engelsche matrozen, die in
tusachen genaderd waren, in de boot trachten te
brengen, mogt dit niet gelukken en stierf hij toen
het oogenblik van redding voor hein daar was.
Niet lang daarna waren de twee overgeblevenen
bij schipper Baxter aan boord, die hem liefderijk
verpleegde en 11. Maandag te Grimsby aan wal
bragt. Daarna werden zij naar Huil en verder
per stoomboot naar Rotterdam gebracht. Treurig
is het, de beide schipbreukelingen te zien, waar
van de éen bjjna geheel en de ander ten deele
het gebruik der ledematen mist, die gedeeltelijk
verstjjfd en bevroren zijn.
Bjj deze ramp is ook omgekomen Hub. v. d.
Linde, 18 jaar, van Borssele.
Een handelaar in juweelen te Amsterdam,
heeft zich met een aanzienlijk bedrag aan diamanten
hem ten verkoop gegeven uit de voeten gemaakt.
Men zegt dat het bedrag ruim een ton gouds
bedraagt.
In de Rotterdamsche diergaarde zjjn twee
hyenas geborenzooals men weet komt het zeer
zelden voor dat deze dieren in gevangenschap
geboren worden.
Naar men verneemt, heeft de studenten-
gymnastiek- en schermvereeniging Donar te
Groningen besloten, in eene van de eerste maanden
van het volgend jaar aldaar een nationaal gym
nastiek- en schermconcours te houden.
Te Parijs heeft zich een comité gevormd om
gelden bijeen te krijgen tot oprichting van een
standbeeld voor den beroemden fabeldichter La
Fontaine. Victor Hugo is voorzitter.
De Fransche minister van binnenlandsche
zaken, vergezeld van den prefect inspecteerde
gisteren verschillende hospitalen in Parjjs.
Een half dorp in Alabama werd door negers
in brand gestoken, omdat onder hen bet gerucht
geloof vond, dat, nu Cleveland president der
Vereenigde Staten geworden was, ook de slavernjj
weer zou ingesteld worden. In verscheidene
zuidelijke steden worden meetings belegd om de
negers gerust te stellenin sommige opruiende
speechen bij de laatste verkiezingen door niet al te
nauwgezette verkiezingsagenten gehouden, werd
een dergelijke toekomst voorgespiegeld.
In de school te Schaerbeek, bij Brussel, is
een achtjarig meisje op treurige wijze verongelukt.
Zij werd tot straf in een vertrek opgesloten, om
school te blijven, maar de onderwijzeres die kaar
gestraft had vergat haar, en gaf aan de in het
gebouw wonende hoofdonderwijzeres geen kennis
van het schoolblijven der kleine. Toen het nu
donker begon te worden werd het meisje bang,
en zjj trachtte uit een hoog venster te ontvluchten,
Eenige buren zagen haar buiten het raam aan
den muur hangen maar vóór men haar te hulp
kon komen had zjj zich losgelaten en was zij op
de steenen doodgevallen.
Zoo verhalen de bladen de toedracht der zaak.
Het gemeentebestuur van Schaerbeek heeft nu
een onderzoek doen instellen en de betrokken
onderwijzeres is voorloopig geschorst.
De nalatenschap van den eenige maanden
geleden 'gestorven Walter Francis, hertog van
Buccleuch en Queensberry bedraagt aan in Engeland
gelegen goederen voor ruim 475.000 pond sterling
en in Schotland voor 435.000 pond sterlingte
zamen alzoo een kapitaal vertegenwoordigende van
11 millioen gulden.
Bij de aanbesteding van het wasschen der nackt-
legervoorwerpen voor het garnizoen Middelburg
waren heden twee biljetten ingekomen, nl. van
F. H. Van de Ven tegen den prjjs van 0.33J
en A. Jongepier tegen den prijs van 0.27^.
Door het gansche menschdom vaart in den tegen-
woordigen tjjd een geest van verfeet, een geest van
misnoegen over den bestaanden toestand in het
algemeen. Van pool tot pool, zou Micawber zeggen,
zijn in de verschillende rijken, hier meer daar in
mindere mate, die ontevredenheid, die woelingen,
die aandrang naar verandering zelfs voor den
meest bijzienden opmerker waar te nemen. Wij
verkondigen hiermede geen nieuws, wij constateeren
slechts.
Wanneer wij nu vernemen, dat zelfs bij een
tevreden, van het gewoon verkeer betrekkelijk
uitgesloten volk, soortgelijke verschijnselen als wjj
op het oog hebben zijn voorgevallen, dan verdient
dit dubbel de aandacht. Als wij lezen, dat in
Ierland moordaanslagen worden gepleegd op regee-
ringspersonen, dat landeigenaars van hunne .goe
deren worden verdreven en pachters geboycot",
dan vinden wjj daarin niets ongewoonsbijna
ieder dagblad maakt van dergelijke berichten
dagelijks melding. Maar nu komen die tijdingen
zélfs van landstreken waar men dien oproerigen
geest zeker het allerlaatst zou zoekenen dit
juist maakt het verschijnsel bedenkelijk.
Vraagt men aan menig lezer naar zijn kennis
van de Hebrijden eilanden, tien tegen een dat die
kermis zich zal openbaren in de geographsche ligging
en het vermoeden, dat de bevolking dier eilanden
in allen eenvoud van vischvangst en akkerbouw
jjal leven, zonder dat hjj zal durven denken, dat
deze patriarchale bewoners zich het hoofd zullen
breken over de socialistische vraagstukken onzer
dagen. En toch is niets minder waar dan dit.
Zelfs die onschuldige »Hebrjjders" zjjn evenmin
tevreden met den gang van zaken als de Ieren,
als de socialisten, als de nihilisten. Ziehier de
oorzaak; en daaruit ziet men dat dit geen plot
selinge opwekking der hartstochten is, maar een
uitbarsting van een vuur dat lang heeft gesmeuld.
Een der grootste eilanden der Hebrijden is het
eiland Skye, en het meerendeel der bewoners van
Skye zijn pachtershet land behoort in eigen
dom aan rijke Schotten. Sinds jaren nu hebben
de pachters (de croftersin dien toestand veran
dering trachten te brengen, echter zonder het
gewenschte succes. Ten einde raad hebben zij
thans geweigerd de pacht te betalenen om
meerdere samenwerking in deze te verkrjjgen
werd een oproeping tot de gansche bevolking
gericht, van ongeveer den volgenden inhoud
»HooglandersKomt in opstand tegen uwe
verdrukkers. Verlangt teruggave van uwe ge
roofde rechten. Rust niet, voor gjj die terug hebt
gekregen. Worden zij geweigerd, handelt dan
zei ven. Spaart menschenlevens; doodt alleen uit
zelfverdedigingmaar verwoest het eigendom
van uwen vjjand. Uw vijand is uw landheer, de
zoo gewild heeftEn veel is er waarljjk niet
aan hem verloren, als de manier, waarop hij om
het leven kwam maar niet zoo akelig was. Ver
beeld u, hij is ellendig verbrandverbrand, zeg
ik u."
„Goede hemel 1" fluisterde de dame en wrong
de handen.
„Gij hebt toch wel van den grooten brand
in het X Hotel te St. Louis gehoord. De
couranten waren er vol van. Daarbjj is hij omge
komen. Toevallig kwam mij den dag na den brand
de ljjst der verongelukten in de hand en daar
lees ik Von Höm. Gjj kunt u voorstellen hoe ik
ontroerde. Maar wat te doen In de eerste plaats
moest ik zekerheid hebben want de zaak was van
gewicht Von Harriet natuurljjk. Maar hoe?
Ik had hem zelf slechts eenmaal gezien en kon
mjj zjjn gezicht niet meer duideljjk voorstellen.
Wordt vervolgd
kapitalist en het parlement, dat onmenschelijke
wetten maakt en beschermt. Vernielt de tele
graafdraden en spoorwegenverbrandt de gebou
wen van uwen landheer; steekt de heide in brand
om het wild te doodenvergiftigt de jachthonden.
Uwe harten wijzen u den weg tot den strjjd
voor vrijheid en recht. God redde het volk."
Zulk een opruiend stuk is bjj duizenden onder
de bevolking verspreid, en, zooals meermalen het
geval is bij pogingen tot wegneming van meer
of minder billjjke grieven, slaat men tot een uiterste
over, zonder er bij na te denken dat men op die
wjjze zjjn doel voorbjj loopt.
Zoo is het ook hier geschied. De grieven
zij zjjn trouwens niet onbekend worden niet
onderzocht, maar de regeering stuurt eenvoudig
een kanoneerboot, met zestig mariniers aan boord
om de „orde te herstellen."
De Crofters zjjn ongeveer van dezelfde con
dities als de Ieren tal van hen zjjn naar Amerika
getogen en de overige lijden aan denzelfden
landhonger als hunne natuurgenooten van het
groene Erin.
De staathuishoudkundigen hebben steeds be
weerd, dat de door Gladstone doorgevoerde Ier-
sche landwet niet deugde en tevens voorspeld dat
het verzet tegen deze wet zich langzamerhand
over de andere eilanden zou uitbreiden, en ziehier
de uitslag. Niettegenstaande de landeigenaars
zeer zeker het recht zullen hebben om van hunne
boeren pacht te eischen, i3 toch de publieke
opinie zeer ten gunste der crofters. ;Hierdoor
zullen deze in hun weigering niet weinig worden
gesterkt en vreest men terecht voor ernstige
botsingen. Wjj vermeenden deze gebeurtenis van
genoeg belang om er eenigszins breedvoerig bjj
stil te staan.
Bekend is het, al begint het bjj 't jonger
geslacht tamelijk onbekend te worden, omdat in
de laatste jaren de mode meebracht de benamingen
op de kaarten weg te laten dat de poppen op
de speelkaarten elk een bjjzonderen naam dragen.
Zoo heet schoppenheer Davidschoppenvrouw Pal-
las, klaverenheer Alexander, klaverenvrouw Argine
(het keerschrift van 't Latjjnsche Reyma-koningin),
hartenheer Charlemagne, hartenvrouw Judith, rui
tenheer Cesar, ruitenvrouw Rachel-, de boeren
heeten Ogier, Lancelot, Lahire en Hector. Van
waar dat Zeker wel, omdat de kaarten in haren
tegenwoordigen vorm van Fransehen oorsprong
zijn en wel eene uitvinding van Jaquemin Grin-
gonneur, omstreeks 1392, tea gevalle van den
half waanzinnigen koning Karei VI. Wij laten de
quaestie van oudere, misschien Spaanschë, misschien
wel Arabische modellen, die Gringonneur onder
'twerk voor zich had, daarbjj onaangeroerd, maar
zeven van de opgenoemde namen wijzen duidelijk
op de regeering van Karei VII. David is niemand
anders dan die koning zelf, wien die naam werd
gegeven, omdat zijn vader hem indertjjd had ver
volgd en hij zich tegen een' oproerigen zoon moest
verdedigen Pallas, de godin van den krjjg, ver
beeldt Jeanne d'Aarc, zoodat men liever van
schoppen»! aayddan van schoppenvrouw moest
spreken, Argine is de gemalin van Karei VII
Judith prinses Isabella Van Beijeren en Rachel is
Agnes Sorelomtrent geen dezer drie laatste is
eenig bezwaar haar den naam van vrouw te geven.
Van de boeren, in 't Fransch Falete-schildknapen
genoemd, is Lahire de baron Etienne Vignolesen
Hector de baron Hector de Galand, beiden leger
oversten van Karei VII. De twee andere schild
knapen Ogier en Lancelot behooren in de dagen
van Charlemagne thuis. Dat voor 't overige de
vier heeren zinnebeelden zjjn van de vier wereld
lijkenDavid van 't Israëlitischs, Alexander van
het Grieksche, Charlemagne van 't Duitsche en Cesar
van het Romeinsche, is meer dan waarschjjnljjk.
De lage kaarten van de tien af stellen gewone
krijgsknechten voor; daarom is de meening dat
harten de geesteljjkheid schoppen het leger, kla
veren den boerenstand en ruiten den burgerstand
zou aanduiden, minder aannemeljjkdan het gevoelen
van anderen, die bjj harten aan dapperheid denken
en schoppen door den hellebaard, klaveren door
het voeder voor de cavallerie en ruiten door den
maliënkolder verklaren.
Toen wjj, Nederlanders, de kaarten van de
Frantchen overnamen, veranderden wjj de helle
baarden (piques), evenals de Engelschen, wat minder
oorlogzuchtigen wat meer tot den landbouw geneigd,
in spaden of schoppen. De Engelschen gingen
nog verder en versmaadden het paardenvoeder
en maliënkolders, om er diamanten en clubs van
te maken. Nog anders de Duitschers, vooral die
uit 't Zuiden. Ruiten vervingen ze door schellen
of klokjes klaveren door eikels schoppen door
klimopbladenmen ziet, ze houden veel van groen,
maar 't hart eindeljjk (de geheele Duitsche eenheid
moet er eene plaatsje in vinden) is tweemaal
zoo groot als bjj anderen. Vrouwen komen er
natuurlijk niet bjj te pas. Het maatschappeljjk
leven kent er slechs KönigeOberen en Unte-
ren vandaar dat de poppen keurig uitgedoste
koningen, net gerokte ambtlieden en eindeljjk
armzalige mannetjes met buisjes aan voorstellen-
Aan het bureau van politie als gevonden ge
deponeerd
Een koralen beurs met zilveren beugel, een
loup en een paraplu.
Gedrukt bjj de Gebr» Abrahams, te Middelburg.
nam hjj lachend en streek met de hand over hare
blonde lokken.
Daarop begon hij met de koelste uitdrukking
op het gelaat, op zakeljjken toon tot mevrouw
White
„Ik verbind heden met mjjn bezoek nog een
pjjnljjke mededeeling, daar het toeval mjj getuige
deed zjjn van een treurige gebeurtenis, die echter
voor u niet rechtstreeks bedroevend is. Maar ik
zal u de geschiedenis precies vertellen zooals zjj
heeft plaats gehad."
Zjj zaten allen in het boudoir. Het was sche
meravond en daar de lampen nog niet gebracht
waren wierp het k lenvuur aan den haard een
rossig, tooverachtig licht door de kamer. Harriet
zat naast Lissie en staarde in den gloed.
Gjj maakt mjj ongerust, mijnheer Wilcox!
Een gewichtige, treurige gebeurtenis zei
mevrouw White en zag den advocaat verbaasd aan.
„Het is- toch niet Hebt gjj. tjjding
uit Ierland van Jane
Harriet kreeg een rilling en hare oogen werden
onnatuurljjk groot bjj die vraag, doch mjjnheer
Wilcox deed alsof hjj niets merkte en ging voort
„Neen mevrouwDaar ginds is alles in
orde, zooals John O'Brien mjj onlangs schreef-
Ik zou u ook niet lang in onzekerheid latem
indien ik wist of de zenuwen van mevrouw
Harriet een kleinen schok nu ja meer zal het
•wel niet zjjn kunnen verdragen I
»Wien betreft hetgeen gjj ons te zeggen
hebt, mjjnheer Wilcox" vroeg deze zich oprich
tende, met bevende lippen.
süw gescheiden echtgenoot, mevrouw", was
het haastige antwoord, waarbij hjj de jonge vrouw
scherp aanzag.
„Spreek dan gerustDat onderwerp doet
mjjne zenuwen niet aan," antwoordde zjj.
»Heel goedIk breng u de tjjding dat
hjj dood isMevrouw Von Hom, gjj zjjt
weduwe
„Dood, mjjn God! Dood?" riep mevrouw
White uit. «Waar en wanneer is hjj gestorven
Zijt gjj bjj hem geweest O vertel spoedig dat
is -verschrikkeljjk Zoo'n jonge man! Ik be
grijp het nog niet
Harriet was opgesprongen en stond doodsbleek
voor den ouden heerdoch eensklaps sloeg zjj de
handen voor het gelaat en vloog met een gil de
deur uit.
„Daar hebben wjj het alzei mjjnheer Wilcox
onthutst. „Ik ken de vrouwen wel; zjj willen
altjjd alles weten en als dan de bons wat heel
sterk is, vallen zjj in onmacht! Lissie, ga bjj haar
en spreek verstandig met haar. Maar verstandig,
hoort gjj. Intusschen zal ik mevrouw White
verder vertellen."
»Dus", begon hjj toen zjj alleen waren, „hjj
is doodEn jammer en klaag nu maar niet en
bedenk dat God, die alles ten beste beschikt, het