N° 269.
127* Jaargang.
1884.
Donderdag
.Sit
13 November.
"FEUILLETON.
Middelburg 12 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën* 20 Cent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels 1,50
iedere regel, meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Bij deze conrant behooren twee BIJVOEGSELS.
Indische toestanden.
Door storm naar de haven.
DORIS VON SPAETTGEN.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. Bk Mooij, te Tholen: W. A. Van Nieuwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubb en Cie., John F. Jones opvolger.
En ce bas monde avant vaut toujours
mieitx qü'après.
Anatole he Segus.
Een liberaal, die de liberalen danig kapittelt
en ongezouten de waarheid zegt ziedaar de
indruk, teweeggebracht door de lezing van het werk
van den raadsheer in het hooggerechtshof van
N. I. Mr M. C. Piepers, getiteld Macht tegen
recht, de vervolging der justitie in N. I. toegelicht,''''
waarvan het le deel verschenen is.
De toestand in de Oost, zooals hij in werkelijk
heid is en niet zooals men die uit de wetteljjke
bepalingen of de officiëele waarheid leert kennen,
•n ook.niet zooals men daarvan een bègrip erlangt
door de verschillende handboeken over staats- en
administratief recht, heeft ons de pen doen opvatten,
-om in, op ongeregelde tijden te publiceeren op
stellen, naar de 'toate van onze geringe krachten,
mede te werken tot een betere kennis van het
zand in de oogen werpings-systeem, dat maar al
te zeer de echt liberale gevoelens heeft verstikt
onder allerhande leuzen, tengevolge waarvan
reactie mogelijk is. geworden, die een zóó grooten
omvang heeft bereikt, dat een heelmeester als de
he^r Piepers, die waarlijk niet bang is om een
kanker met kundige en vaste hand uit te snjjden,
uitroept»Is het dan ook nu nog tijd tot een
krachtige hervorming Of is het gedaan met
Nederlandkan de toekomst niets meer aanbieden
dan een herhaling van het gebeurde in het begin
dezer-eeuwde annexatie thans door het Oosten,
gelijk toen door het zuiden, en het teiugvallen van
het prachtig rijk van Insulinde in de handen
van den ouden mededinger, maar zeker niet an
dermaal met herstel na- weinige jaren als toen, nu
de proefneming van drie vierden eeuw het nut-
telooze daarvan, de uitputting van Nedeiland
heeft geconstateerd Velendenken het en zien ook
voor de toekomst van Indië geen ander redmid
del met den afgeleefden grijsaard, kan het huwe-
ljjk der jonge Oostersche niet vruchtbaar worden.
Achtranen van spijt van de enkelen, die nog
de kracht der voorvaderen in zich gevoelen, zullen
het voorzeker niet verhinderen, ais toch hunne
aanmaning het uitgeputte volk niet meer heeft
kunnen opwekken. Dat men dan tenminste wat
dynamiet in het voetstuk van Koen's stand
beeld te Weltevreden plaatsedat het geen ge
tuige zij van den zegepralenden intocht dergenen,
die hij uit het land wist te verdrijven, de vernie
tiging van het groote werk, daar, waarheen zijn
hand wijst, zoo heerlijk gegrondvest
Thorbecke beklaagde zich in de zitting van de
Tweede kamer van 26 November 1859.Sedert jaren
van
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Zoo begaf O'Brien zich dan op zekeren dag vol hoop
en welgemoed naar Brookljjn. Wederom zat bjj
in het gezellig salon tegenover de oude dame.
Maar het scheen hem toch toe dat de ontvangst
koeler en dat mevrouw stjjver en deftiger was,
dat zjj hem ernstiger aanzag; dit maakte het
hem nog moeilijker te zeggen wat hjj op zijn hart
had. Hij moest nu van Jane spreken, dat was duide-
Ijjk; maar hij vreesde de natuurlijkste vragen en
werd daardoor zelf eenigszins bedremmeld. De
oude dame maakte het hem echter gemakkelijker
dan'hij gedacht had. Zjj vroeg volstrekt niet
naar het gebeurde der laatste dagen, vroeg niet
hoe hjj den tegenstand van Jane overwonnen had
en sprak alleen van het vertrek der Gilmores, ot
hjj de reis met hen dacht te maken en zoo voort.
Aarzelend antwoordde hij dat bjj dit doen moest
bm zjjn belofte aan zjjn vriend geheel te ver
vullen, doch dat hij Amerika met weerzin ver
liet en er tegen op zag om naar zjjn eenzaam
huis terug te keeren.
Mevrouw White keek hem lang zwjjgend aan.
Blijkbaar begreep zij hem niet. Ja, al» zjj op
oogenblik misschien een deelnemende vraag
heb ik" zeide hjj „zoo als dezer dagen,
vragen van koloniaal bestuur bier bóoren behan
delen en daarover gelezen met steeds toenemende
belangstelling, maar niet met toenemende voldoe
ning. Het krediet toch van hen, welke'daarover
spraken en schreven, en zich beriepen op kennis,
verkregen op Java, in betrekkingen aldaar bekleed,
werd sterk geschokt, niet alleen door den strjjd,
dien men tusschen hunne inzichten, bjj vergeljj-
king, gedurig opgemerkt, maar ook door veran
dering van inzicht bjj dezelfde personen".
Opmerkelijk is het, dat deze, 25 jaren geleden
gesproken, woorden ook thans nog van volle kracht
blijven.
Niet alleen wordt men sterk geschokt door den
strijd tusschen de inzichten van zoovelen, die hun
kennis in Indië zeiden te hebben opgedaanmaar
ook de veranderde inzichten bij de zoogenaamde
specialiteiten zeiven heeft ertoe medegewerkt, om de
onpartjjdige en onbevooroordeelde staatslieden, die
niet onder de speoialiteitèn tellen, aan het wan
kelen te brengen en vandaar die rotte toestanden,
die zich gaandeweg in onze Qost-Indische bezit
tingen hebben vastgenesteld en er moeieljjk zullen
zijn uit te roeien.
De heer Piepers is, voor zooverre wij hebben
kunnen nagaan, tot nogtoe een van de zeer weinigen
die een uitzondering maken op hen die Thorbecke
heeft aangeduid.
Ook zonder dat hjj er eenige malen opzetteljjk
aan herinnert, is het uit zjjn vroegeren in bro
chures, tjjdschriften en dagbladen verspreide op
stellen daghelder, bjj vergeljjking met zjjn pas
verschenen studie, dat hjj omtrent de hoofdpunten
niet onderhevig is geweest aan de wisselende
inzichten, waarover Thorbecke klaagde dat hjj ze
bjj denzelfden persoon h«eft opgemerkt. En terwijl
hij, in tegenstelling van zoovele anderen, zich niet
bloot beroept op zijn kennis, in Indië zelf ver
kregen, is zjjn, een opeenstapeling van feiten en
scherpzinnige, gedachten inhoudend werk het beste
bewjjs, dat hjj een diepen blik heeft geslagen in
het zoo verwarde stelsel van de staatsadministratie,
daarvan op duideljjke wjjze rekenschap weet te
geven en door het onwraakbareltelkem en telkens
herhaald beroep op de officieele stukken weet te
staven.
Wanneer Thorbecke nu nog leefde zou hij onge
twijfeld, na lezing van het werk van den heer
Piepers, niet meer uitroepen, met een variant op
de bekende ontboezeming van Bakhuizen van den
Brink„Ik ben mij zeiven veeleer der schuwheid
als der zucht om over Indische aangelegenheden te
oordeelen bewust."
Het lid van de ëerste kamer, Van Rjjckevorsel,
zeide dpn 31 ef Augustus 1854, bjj de behandeling
van het regeeringsreglement voor Indië, aldus
herinnert de heer Piepers Alles zal m. i. afhan
gen van den geest waarmede de geschreven letter
bezield zal worden. Met 't reglement in de hand
kan Indië goed en slecht bestuurd worden."
Het geheele werk van den heer Piepers toont
aan, dat de Maistre, als voor Indië geschreven,
gedaan had dan zou hjj voor die lieve, verstandige
vrouw zjjn hart uitgestort, haar tot zjjn vertrouwde
gemaakt hebben. Maar zij zei niets en het gesprek
bepaalde zich bjj onverschillige onderwerpen. Zjj
deelde hem ter loops mede dat haar dochter zich
sedert gisteren bij vrienden te New York bevond
en waarschjjnljjk eerst over eenige dagen thuis
kwam. Ook vertelde zjj dat mijnheer Wilcox
een groote partij gaf, waar zjj met Harriet dacht
heen te gaan. Doch terwjjl zjj sprak zag zjj haar
gast niet bepaald aananders zou haar het flik
keren zjjner oogen niet ontgaan zjjn. Het was
aan haar te merken dat het haar inspande om
onverschillig te praten en daarom keek ze meestal
voor zich. Harriet was dus weg, haar moeder
blijkbaar verstoord, dat waren de gedachten die
John "bezig hielden. Het baatte dus niets of hjj
zjjn bezoek al rekte en met de belofte van nog
voor zjjn vertrek afscheid te komen nemen, ging
hjj heen, doch hij hoopte de dames nog op het
feest van mynheer Wilcox te ontmoeten.
Zoo liep dit bezoek af, dat hjj met zooveel
vreugde was gaan brengen.
Het huis van mjjnheer Wilcox in de 68-te straat
was schitterend verlicht en de beide groote salons
waren in danszalen herschapen. Reeds sedert een
uur bewoog zich daar een rjjk uitgedoste menigte.
De gastheer meesmuilde vergenoegd en men kon
zien hoe hjj genoot van de gelukkige gezichten
zjjner gasten, daar hjj nimmer kosten spaarde om
hen te amuseeren. Ook in de degeljjke jpracht,
oordeelde toen hjj verklaarde Des quon écrit une
constitution elle est morte.
En toch zou Indië, wilde men Lahoulaye's scherts
voor ernstig opnemen, het gelukkigste land ter
wereld kunnen zijn, omdat de bekende uitspraak
van Thomas Paine, dat geen volk gelukkig is als
niet ieder ingezetene zjjn grondwet bij zich draagt,
daar, dubbel en dwars, evenals bij de Franschen,
op wie Laboulaye 't oog had, bewaarheid zou
kunnen worden, want Indië heeft reeds in den
vorm van opeenvolgende regeeringsreglementen
meerdere grondwetten gehad.
De geest evenwel, waarin men die R. R. toepaste,
was niet die van den wetgever en ziedaar ons
thans weder als in 1854 voor den rotten toestand
gesteld, die door den heer Piepers wordt bloot
gelegd.
Nepotisme en eigenbelang zjjn de beide hoofd
kankers, die onze Indische staatkundige geneesheer
aanwjjst voor de tegenwerking van de beste ver
ordeningen in Indië en waarover niet bij alleen
klaagt. Immers, de tegenwoordige minister Sprenger
van Eyk heeft bjj gelegenheid van de bespreking
van de slechte werking van de comptabiliteitswet
een dergelijk beklag gedaan!
In dien rotten toestand, het kan niet dankbaar
genoeg erkend worden, .tracht de heer Pieper3
verbetering aan te brengen door er een, wel hier
en daar scherp gestijleerd doch blijkbaar eerlijk
gemeend, oordeel over te vellen, dat blijken
zal niet zoo gemakkeljjk te ontzenuwen te zijn.
Wjj weten wel, dat, als de wensch bestaat om
een of anderen toestand in het leven te roepen
of té bestendigen, het gemakkelijk is uit de naakte
feiten en de wettelijke bepalingen, die tot steun
worden aangevoerd, het tegendeel te maken van
de ware beteekenis of ze door een scheeve voor
stelling te verzwakken of te niet te doenen dan
is het even zoo gemakkelijk om een of ander
citaat aan te halen, want gelijk vele liberalistische
leuzen die met het' ware liberalisme niets gemeens
hebben, is het ook hier maar al te waar wat
Jurrien de la Gravière in 1878 in de Revue des
deux mondes schreefon sail la puissance des mots
sur les massesc'est avee des mots que, de tout
temps, on a conduit les peuples. Wjj weten dat
tot onze schade en schande ook.
Laten wjj, die toch gaarne liberalen van den
echten stempel willen zijn, inzien, dat het een
vriend is die ons onze feilen toont, en moge dan
thans het woord, dat aan den eersten Napoléon
wordt toegeschreven, eens bljjken een onwaarheid
te wezenles Hollandais ce n'est pas du sang
qui coule dans leurs veines, c'est de l'eau rougi.
Bjj het constateeren van het lofwaardig streven
van den staatkundigen geneesheer, dat hjj den
intern diep bedorven teostand wil trachten te
verbeteren, behoort de erkenning van een ander
streven, om van zjjn zijde niet achter te bljjven
in het aantoonen van de dringende noodzakeljjk-
beid, om het kwaad in den grond aan te tasten,
zonder welke de financieele wedergeboorte van
Indië een onbegonnen werk zal blijken te zjjnen
die ten zjjnent "heerschte, schepte bjj behagen;
maar een nauwlettend toeschouwer moest spoedig
merken dat zijn gelaat het vriendelijkst straalde
bjj den aanblik zjjner schoone nicht, dat zjjne
blauwe oogen levendiger werden als Lissie met
hare gewone bevalligheid de honneurs waarnam en
als een fee door de zalen zweefde. Behalve John
O'Brien lette echter niemand hier op en deze was
ook te veel met zjjne eigen gedachten vervuld om
er lang bjj stil te staan.
Mevrouw White en Harriet waren zooeven ge
komen en stonden nog omringd van kennissen
zoodat O'Brien een poos wachten moest eer hjj haar
kon naderen. Intusschen volgde hjj met de oogen
elke beweging der jonge vrouw, die in haar kost
baar toilet van blauwachtig fluweel schooner was
dan ooit. Het snit van haar kleed onderscheidde
zich niet van dat der andere dames, maar de
kostbare oude kanten, waarmede het bezet was, en
de antieke diamanten sieraden, waarmede haar
hoofd, hals en armen bedekt waren, maakten
haar tot een ongewone verschijning. Zij stond te
midden van een kring van oude en jonge heeren
en John dacht onwillekeurig aan de woorden van
Jane: »Zjj wordt door de heeren bestormd."
Maar het kwam hem voor dat zjj slechts ten
halve luisterde naar de vleierjjen, die men haar
zeide; haar gezicht was ernstig en de fijne wenk
brauwen werden vaak pijnlijk saamgetrokken,
terwjjl hare oogen door de zaal dwaalden.
De dans begon en daar mevrouw Yon Hom er
geen deel aan nam, ging zjj op een stoel by een
toch heeft men het meest thans behoefte aan zulk
een wedergeboorte.
Beter dan wij ons kunnen voorstellen het te
zullen doen heeft de heer Piepers aangetoond hoe
in de geheele werking van het administratie*
gezag fouten schuilen, die korpsgebreken geworden
zijn van zulk een omvang, dat het geheele
regeeringsstelsel er door ondermijnd is en elk goed
beginsel veilig als doodgeboren kan worden be
schouwd. Zoo de zoogenaamde afscheiding van
rechterljjke macht en administratief gezag.
Wanneer men met aandacht het werk van m*
Piepers leest ligt er een klassieke tint over, die
wel de moeite waard is om te doen uitkomen, en
dat geschiede dan liefst door op dat boek toe te
passen wat dr E. J. Payne bjj uitgave van Burke's
uitgelezen werken daarvan zeide, dat nl- Burke
zeer goed wist, dat niets van laijgen duur kan
wezen wat niet op eigen deugdelijkheid steunt.
Hjj wees den weg tot hervorming, doch verhief
zijn stem tegen nieuwigheden. De beginselen van
behoud en hervorming bracht Burke, evenals
Aristoteles, met elkander in overeenstemming en
beschouwde hun samenwerkenden invloed in het
concrete en abstracte.
Bij dat alles heeft de heer Piepers zich toch
nog slechts bepaald tot een meer algemeen zaak
kundige beschouwing. Valt hjj het administratief
gezag scherp aan, hij heeft geen bepaalde indivi
duen maar den algemeenen toestand gegeeseld.
Herhaaldeljjk wijst hjj er dan ook op, dat onder
de ambtenaren van het binnenlandsch bestuur
menschen zjjn als anderen, niet beter en niet
slechtermaar dat de omstandigheden, onder welke
zjj zijn gebracht, hen dwingen te veel slechts te
doen en dat derhalve in die omstandigheden
verandering dient te komen.'
Of de heer Piepers daarin goed heeft gezien
Zeker heeft hij daardoor recht op waardeering
van de zjjde van den bezadigden en onbevooroor-
deelden lezer; maar, wij zouden het den heer
Piepers wel durreii voorspellen, dat er een storm
van verontwaardiging zal opgaan in Indië bjj all en,
die zich in hun eigenbelang voelen aangetast en
voorbjjzien, dat zaken en geen personen besproken
zjjn, zoodat als mr Piepers gerekend heeft dat
hjj, wegens de wijze van behandeling van zjjn
onderwerp, onverdeelde appreciatie zou inoogsten
dit wel eens kon bljjken te zjjn een rekening
buiten den waard.
Wjj hebben van den heer Piepers nog een 2ie
deel te goed, waarin hetgeen hij in het le deel
theoretisch behandelde voor practische toepassing
zal bljjken geschikt te zjjn.
Als die Btorm van verontwaardiging mocht
opsteken in Indië, zouden wjj den schrjjver, op
gevaar af van zjjn krediet bjj den meer bezadigden
lezer verzwakt te zien, bjjna aanbevelen om dan
ook het kind bjj den naam te noemen.
Niet, dat wjj verzot zjjn op het gedrukt zien
van schandalen, want dan zouden wjj b. v. over
de leiding, die de Indische justitie een alles be»
halve wetenschappelijke eer kan wezen te onder
der vensters zitten en liet het van diamanten
fonkelende hoofd tegen den rug rasten. De muziek
en het gedwarrel om haar heen scheen haar dui
zelig te maken. Doch eensklaps schrikte zjj opi
Zjj had een welbekende stem vernomen, die haar
hart bjjna deed stil staan en haar het bloed naaf
de slapen joeg. Zonder op te zien wist zjj dat
John O'Brien naast haar stond.
»Ik maak van een kalm oogenblik gebruik
om u te begroeten, mevrouw Von Hom"t zei hjj;
»en ik ben bljj dat het toeval mjj heden daara
toe in de gelegenheid stelt. Dat is somtijds liefde
rijker dan het menschelijk hart, geljjk ik reeds
meermalen ondervonden heb."
Zjj keerde het hoofd een weinig naar hem toé
en zag hem uitdagend, met een spottend glim
lacht) e aan.
»Ja zeker, gij hebt geljjk, mijnheer O'Brieh,
ik zeg zelfs, het toeval is oprechter, meer waat!
dan het hart, daar het ons vaak de verborgenste,
dingen openbaarthet is l'enfant terrible onzer
handelingen. Ook ik ben onlangs in de gelegen
heid geweest om dit op te merken."
Zjj zag hem vlak in het gelaat als verwachtte
zij antwoorddoch John sprak een tijd lang geen
woord en keek met stomme verbazing naar den
mond, die zich na die raadselachtige toespeling
weer vast gesloten had. Eindeljjk vroeg bjj,
achter haar stoel plaatsnemend, met een onder
drukte, bjjna fluisterende stem
„En vormt gjj u daarnaar een oordeel, me
vrouw Yon Hom Hecht gjj gewicht aan loss;