Bijvoegsel van de Middelburgsche Courant van Woensdag 12 November 1884. benoorden den dijkpaal 15 vindt men over 125 M. bazaltglooiing, en over 1120 M. Viivoordsche steen glooiing. Van dijkpaal 8 tot 9 en van 15 tot 19, wordt jaarlijks over 763 M. lengte krammat gelegd. De bazaltglooiiDg verkeert, met uitzondering van enkele verzakte punten, in goeden staat. De Viivoordsche glooiing daarentegen is over het -algemeen in minder goeden staat. Met uitzondering van enkele vakken, is de steen van slechte soort. De samenstelling dezer kunstmatige verdediging, waarin, behalve een steunrij en een koprij, geen rijen perkoen voorkomen, is op dit blootgestelde oevervak te zwak. Wat de verdediging van den vooroever aangaat, valt op te merken, dat thans alleen verdediging noodig is aan de zuidzijde des polders. Daar nadert de laag- waterlijn, zooals blijkt nit de sedert 1876 verrichte strandmetingen, aanmerkelijk en noodzaakte reeds tot het aanleggen van 4 6teenen strandhoofJen tusschen de dijkpalen 9 en 11. De peilingen, sedert 1882 in een vijftal raaien ge daan, hebben doen zien, dat het bovendeel van den onderzeeschen oever voor dit aangevallen deel des polders zeer flauw is; dat de grootste diepte der geul zich meer nabij de tegenoverliggende plaat dan bij den oever bevindt, dat deze grootste diepte nog geen 10 M. bedraagt, deze sedert 1882 eer af- dan toegenomen is, en zich nog eenigszins uit den oever verwijderd heeft. Heeft geen aanmerkelijke verdieping plaats, dan kan met de tegenwoordige verdediging met 4 strandhoofden worden volstaan. Ten westen van den polder, voor de dijkpalen 11 tot 17, liggen breede slikken, die in de laatste jaren aan de zuidzijde afgenomen, aan de westzijde daaren tegen aangewassen zijn. In deze slikken komt echter, dicht langs den dijk- steen van nabij dijkpaal 10 tot dijkpaal 17, een door gaande slenk voor. Op dit oogenblik nog niet bedenkelijk, kan bij ver andering van den stroomloop, gelijk tengevolge van de afdamming van het Slaak niet onmogelijk, deze slenk in zeer korten tijd een beteekenende geul wordeD, en beteugeling daarvan of doorgaande verdediging van den dijksteen noodig worden. Van het onbeteekenende havengeullje, tasschen de dijkpalen 17 en 19, zal voor de zeewering nimmer bezwaar te wachten zijn. Werken, noodig om den Willempolder in geheel veiligen toestand te brengen. In verband met den hiervoor omschreven toestand des polders, komt het mij voor, dat, om den Willem- polder in geheel veiligen staat te brengen, gelijk na eene calamiteusverklaring zou moeten geschieden, de volgende werken zouden noodig zijn: lo. Dijk8verhooging van paal 9 tot 17; van genoemde dijkpalen tot aan den zeedijk van den Anna Jacoba- polder kan de dijkskruin der Schenkeldijken dalen tot de tegenwoordige hoogte. 2o. Vervanging van de bestaande slechte Viivoord sche steenglooiing, voor de eene helft door bazalt glooiing, en voor de andere helft door glooiing van Vilvoordschen steen door sorteer ing van den aanwe zigen te verkrijgen, en voorts door aanleg van bazalt glooiing tusschen de dijkpalen 15 en 17, waar de thans aanwëzige krammat zelfs bij geringe stormvloe den niet in staat is, grondverlies te voorkomen. De overblijvende Viivoordsche steen kan in de steeDStrookk en tot versterking van den dijksteen benuttig! worden. 3o. Onderzeesche verdediging van den oever, zoodra zich eenigszins belangrijke verdieping vertoont, door bezinking en bestorting daarvan, in aansluiting met de 4 bestaande strandhoofden tusschen de palen 9 en 11 en zoo noodig ook door bateugelingswerken van de omschreven slenk, zoo deze mocht verdiepen. In eene bijlage woidt eene globale raming dezer werken gegeven. Financieele gevolgen der calamiteus- verklaring van den Willempolder. Onderstellende, dat de dijksverhooging in éen jaar, en de verbetering der kunstmatige verdediging der zeewering, en de aanleg der verdere werken tot oever- verdedigiDg in vijt jaren zullen afloopen, en voorts de jaarlijks terugkeerende uitgaven ramende als volgt Gewoon onderhoud aau zeewering en oeververdediging, thans f 2000; na 5 jaren geleidelijk verminderde tot 1000, administratiekosten 750; renten van opgeno men kapitaal a) f 135; stormschade thans 500; na 5 jaren geleidelijk verminderende tot f 250; dan blijkt dat, indien de polder calamiteus mocht verklaard worden, de volgende kosten te bestrijden zullen zijn. Onderwerpen van uitgaaf. late jaar. Aanleg van werken Onderhoud zeewering Stormschade Administratie en rente. Totalen. r f f 19000 11610 4000 2000 500 750 135 i 37995 2de jaar. f 11610 4000 1800 450 f 18745 Hiertegenover zouden dan als inkomsten staan, ge durende de eerste 5 jaren, dijkgeschot over 26 H. A. b) a) Met de leening op naam van den Anna Jacobapolder ia geen rekening gehoudende aflossing der leening ten name van den Willempolder begint eerst in 1913. i26 H. A. De poldergrootte na aftrek van den grond, aoodig voor de dijkverbetering. 3de jaar. f 11610 4000 1600 400 885 f 18495 4de jaar. f 1T610 4000 1400 350 885 f 18245 5de jaar. 6de en volgende jaren. 11610 4000 1200 300 885 f 17995 1000 250 885 f 2135 berekendtegen een opbrengst van f 50 c) per H. A. per jaar f 1300.bijdrage achterliggende polders d) f 1350.zamen 2650.—. c) Den niet te besten aard der gronden in aanmerking ge nomen, schijnt f 50 per H. A. bij den tegenwoordigen gedrukten toestand van den landbouw zeker niet te laag. d) lengte scheidingsdijk 1350 M.oppervlakte Kramers- polder pl. m. 130 H. A.idem Anna Jacobapolder pl. m. 700 H.A. S f

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 5