N° 261.
127® Jaargang.
1884.
jiR,
4 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën- 20 Cent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,40
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Middelburg 3 November.
^FEUILLETON.
Door storm naar de haven.
DORIS VON SPAETTGEN.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
w
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te ThblenW. A. Van Nieuwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
De heer R. H. A. M. Komme te Leiden zond
ons Zaterdag onderstaand schrijven, waarop wij
hem het daaropvolgende antwoord zonden. Nu
ons echter blijkt dat die brief ook aan een ander
blad ter opname is gezonden en de publiceering
ervan reeds is geschied, meenen wij onzen
lezers, ook ter rechtvaardiging van onze houding,
de gevoerde correspondentie niet te mogen ont
houden.
De heer Eomme schreef ons dan uit Leiden
dd. 30 Oct. het volgende
«Mjjnheer de RedacteurMet zeer groote ver
wondering en verontwaardiging nam ik kennis van
het bericht, voorkomende in uw blad van Don
derdag 30 October, omtrent den novitius uit
Noord-Brabant, die door een zeer ernstige maag
ziekte zou zijn aangetast, daar hij gedwongen zou
zijn geweest, gedurende 14 dagen van zjjn groentijd,
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat ontzaglijk
veel te drinken. Tot heden is te Leiden niets
bekend van hetgeen uw berichtgever als waarheid
durft mededeelen.
Ook in Noord-Brabant, waar ik van af 6 tot
21 October vertoefde, heb ik niets van dat verhaal
vernomen. Bovendien heb ik de eer alle jongelui,
die dit jaar in ons corps zijn opgenomen en uit
Noord-Brabant afkomstig zijn, te kennen; geen
van hen is onder geneeskundige behandeling ge
weest. Mijne conclusie is dus, dat uw berichtgever
zich vergist heeft, om geen sterkere uitdrukking
te gebruiken.
Over de wijze, waarop de zaak door dezen is
voorgesteld en over zijne poging, om het Leidsch
studentencorps tegenover de buitenwereld verdacht
te maken, zal ik liever zwijgen.
Ik meen te mogen vertrouwen, dat, door opname
in uw blad, uwe lezers met mijn schrijven in
kennis zullen worden gesteld."
Als antwoord schreven wij den heer Romme
»Wjj willen wel uw schrijven opnemen, maar
moeten u opmerken, dat onze berichtgever zelfs
de namen noemde van hen die bij de treurige
geschiedenis betrokken waren.
Wij mogen die natuurlijk, zoolang een onderzoek
hangende is, niet pnbliceeren, maar verzoeken u
in 's Hertogenbosch eens te informeeren.
Het Kruiningsche geval zal u zeker wel bekend
zjjnen zoolang niet met zekerheid, als resultaat
van het onderzoek, de geruchten wjj schreven
niet van feiten geheel weersproken kunnen
worden, achten wjj het niet wenscheljjk veel over
de zaak te schrijven.
Is u van eene andere meening en verlangt u
toch opname van uw brief, wij zjjn daartoe
natuurlijk bereid, onder voorbehoud daaronder het
een en ander te zetten tot verdediging van onzen
zegsman, van wiens „vergissing" wij nu nog
niet overtuigd zijn."
van
VIJFDE HOOFDSTUK.
Lissie Walton was een kleine, tengere blondine
van 20 a 21 jaar, met een schitterend blanke tint,
mooi baar, zeer onregelmatige, doch interessante
trekken en een zeer lenige figuur. Hare banden
en voeten waren bijzonder mooi en zij deed steeds
haar best om die gunstig te doen uitkomen.
»Ik vraag je duizendmaal om verschooning
over mijn onbescheiden binnen dringen. Mevrouw
White zei alleen: Harriet is in baa,r boudoir."
Mevrouw Von Hom leunde met de armen op
den rug van een stoel en zei niets.
«Wel, wat zegt gij van onze stad, mjjnheer
O'Brien Niet waar, het leven is hier goed
Hebt gjj al kennissen gemaakt? En waarom zijt
gij nog niet bjj oom geweest? Hij heeft u al
lang gewacht."
Onder al dat vragen trok zij hare Zweedsche
handschoenen met 12 knoopen uit en bekeek hare
fijne vingers.
«Moet ik die vragen een voor een beant
woorden?" zei O'Brien spottend. «Nu, New-York
bevalt mij uitstekend. Ik heb mij nog nooit
zoodanig tot eenige plaats aangetrokken gevoeld
en het zou mjj geen opoffering kpsten om hier
Wij voegen hierbij nu nog dit dat in de Zwolsche
courant van heden H. J. E. meldt dat de justitie
nog onderzoek doet, maar dat het jongmensch,
hetwelk op het oogenblik in een krankzinnigen
gesticht verblijf houdt, reeds voor zjjn komst aan
de hoogeschool symptonen van verwardheid ver
toonde, terwijl de groen, die door een ernstige
maagziekte werd aangetast, zich deze onpasselijk
heid geheel door eigen schuld op den hals ge
haald had.
Dit is dus in strjjd met hetgeen de heer Romme
beweerter schjjnt dus wel degelijk een en ander
te zijn voorgevallen, wat niet in den haak is en
genoemde heer pertinent tracht te ontkennen.
Wij hebben de aandacht op deze zaak gevestigd
vooral ook om de eer van het studentencorps zelf.
En dat er bjj het z. g. groenloopen misbruiken
plaats hebben bewijst de gedachten wisseling in
het studentenweekblad Minerva tusschen de heeren
L. A. W. Noorduyn en J. Yan Raalte, die beiden
ernstig verandering en verbetering wenachen.
Ten slotte verwijzen wij onze lezers nog naar
de rubriek ingezonden stukken.
Wintgens en De Meijier worden bij de herstem
ming door de Standaard den vrienden aanbevolen.
Ons zou bet niet verwonderen of liever ver
beugen wanneer de eerstgenoemde voor zulk een
steun bedankte.
Er is thans gebleken dat de kaart, in het
kiesdistrict Haarlem verspreid, waarop gedrukt
stond een schrijven van den heer Rethaan Macaré
van Juni 1883 tot aanbeveling van den heer De
Meijier, afkomstig is van den heer J. W. Backer
te Wormerveer, die dit zelf verklaart in een voor
openbaarheid bestemd schrijven aan den heer F
Bohn, den drukker der kaart.
De heer Backer verklaart, dat zjjn doel geenszin
was de kiezers te misleiden, maar enkel te wjjzen
op het onopgehelderde verschil, dat er bestaat
tusschen het schrijven van Juni 1883 des heeren
Macaré en het thans aanvaarden eener candidatuur
tegenover den heer De Mejjier.
s
Men schrijft ons uit Yerseke s
Den dag voor de verkiezingen is hier bjj eenige
kiezers een briefje van den volgenden inhoud aan
huis bezorgd
»MDringend bevelen ondergeteekenden u aan
bij de stemming van twee leden der tweede kamer
op morgen (Dinsdag) uwe stem uit te brengen op
de heerenjhr mr A. F. De Savornin Lohman,
en jhr mr J. J. Pompe van Meerdervoort
Zorgt vooral, dat de letters der voornamen juist
geschreven zijn.
(Get.) P. Yan Vlaanderen, Pred.
H. Yermaas, Pred.
J. Molhoek.
Yerseke, 27 Oct. 1884.
Wij vermelden dit feit niet, om iets af te dingen
op het recht der onderteekenaars om een derge
lijke aanbeveling tot de kiezers te richten, maar
om aan te toonen, dat de heer Lohman niet ge
mjjn domicilie te vestigen, indien (De oogen
van het meisje vlogen van hem naar Harriet)
indien ik niet in Ierland erfgoederen bezat,"
voegde bij er kalm bij. Behalve u heb ik nog
geen kennis gemaakt. En ten laatste hoop ik
morgen zoo vrij te zijn van mijnheer Wilcox mijn
opwachting te komen maken."
t>All rightMaar nu moet gij ook woord
houdenIk zal u aankondigen. Kom toch tegen
zes uur dineeren, of op de thee."
Gij zjjt wel vriendelijk juffrouw Walton!
Maar ik kan nu het uur nog niet bepalen."
«Lieve hemelGjj zijt toch meester van
uw tijdGij zijt toch voor uw pleizier hier, zou
ik denken?" riep het jonge meisje opspringend
uit, en naast Harriet staande ging zij voort
«Wel kind, wat zijt ge van daag in gepeins
verzonken Gij zegt geen woord
Omdat gij onophoudelijk babbelt, my dear
antwoordde deze, met een zweem van ironie.
»Maar wij mogen mama niet langer alleen laten.
Zij wacht ons met de thee. Mag ik u verzoeken
Zij nam Lissie onder den arm en ging met
haar vooruit. O'Brien volgde. Er werd in een
klein, huiselijk vertrek thee gedronken. Miss
Walton en O'Brien hielden grootendeels het gesprek
gaande. Harriet was;stilmaar de oude dame lachte
vaak hartelijk over de grappige invallen van het
jonge meisje, dat van den hak op den tak sprong
en alles zeer pikant wist voor te stellen.
Eindelijk had zij het over de Amerikaansche
heeren en beweerde dat zjj aan den eenen kant
heel op de hoogte was, toen hij te Middelburg
verzekerde dat geen enkele predikant in Nederland
zich met de verkiezingen inlaat. Wij meenen
verder, dat dit geval niet op zichzelf staat, en dat,
als ieder, die daartoe in de gelegenheid is, van
dergelijke bemoeiingen melding maakte, blijken
zou, dat bovenstaande bewering van den heer
Lohman op éenéNljjn moet gesteld worden met die
van den heer Saajjmans Vader, eenmaal in de
tweede kamer uitgesprokendat veldarbeid in
Zeeland geen aanleiding tot schoolverzuim geeft.
De heer Lohman staat natuurlijk veel te hoog
om wetens eene onwaarheid uit te spreken, maar
een weinig meer voorzichtigheid bij het uitspreken
van zulke krasse beweringen ware ongetwijfeld
aan te bevelen.
Geheel in overeenstemming met hetgeen door
den heer Koning indertijd beweerd is, ter weder
legging van het door den heer Snellen te Utrecht
geopperde, lezen wij in het officieel® verslag, het
welk elk jaar in Duitschland wordt opgemaakt
over den invloed van onweders op de telegraaf
lijnen, dat ditmaal te Berlijn de bliksem minder
keeren is ingeslagen dan in vorige jaren, hoewel
het aantal en de hevigheid der onweersbuien
grooter was.
Men meent dat dit aan het net van telephoon-
draden kan worden toegeschreven, te meer omdat
ook in andere steden, waar de telephoon is inge
voerd, dezelfde ervaring is opgedaan.
Goes, 1 Nov. Medio October 1883 vierde
men de uitvaart van de oude harmonie, en werd
eene commissie benoemd om te onderzoeken haar
eene opvolgster te verschaffen.
Ultimo October 1884, dus na een jaar zwoegens,
^gt de commissie moedeloos de handen in den
schoot en adviseert ze de pogingen tot het op
richten eener nieuwe harmonie „vooreerst" te
staken. Met kunst en vliegwerk had men toe
zegging gekregen van ruim ƒ360 aan jaarljjksche
bijdragen.
Dit bedrag nu was bespottelijk klein om in zee
te gaahhet laatste levensjaar toch van de oude
harmonie had met alle ap- en dependenties ruim
ƒ700 gekost. En nu 3601
Dus onder dankzegging aan belangstellenden en
inteekenaren zou men de ongeborene van het
voorrecht berooven om ooit het levenslicht te aan
schouwen.
Maar als de nood op het hoogst is, is de
redding het meest nabij. Als een reddende
engel biedt de heer Kooymans, muziekonderwijzer
alhier, aan om gratis de leiding der harmonie op
zich te nemen tot tijd en wijle de bijdragen van
dien aard zijn, dat er voor hem eene jaarwedde
af kan. Door dit gene reuse aanbod verviel het
hoofdbezwaar en zoo aal dus op eene volgende
bijeenkomst de harmonie definitief kunnen worden
geregeld.
Sclierpenlsse, 3 Nov. De eerste winter-
bjjeenkomst, de vorige week in het schoolgebouw
gehouden door het gezelschap Tot nut en ontspan
vrooljjk en welopgevoed waren, maar daarentegen
altijd zoo'n vreesel jjke haast hadden en dat maakte
haar zenuwachtig. Én dan vond men er nooit
éen onder die bepaald mooi was.
Apropos Hatty! Yerleden heb ik toch een
pracht van een man gezien, een echten zoon van
het noorden, een Germaan, een Hunen gestalte
blond natuurlijk, met een verrukkelijk kneveltje."
«Lissie 1 Gij praat weer mallepraat," riep
mevrouw White op een toon, die zeer verstoord
klonk.
«Neen, neen 1 ik overdrijf volstrekt niet
Hoort gerust verder 1 Duseen verrukkelijk
kneveltje en een paar blauws oogen, zoo goedig
zoo trouw, in een woord om op te verlieven 1"
De oude dame haalde de schouders op en Harriet
hield haar servet voor den mond, als om haar
verstoordheid te verbergen. John O'Brien zou
het liefst hardop gelachen hebben, hetgeen hjj
natuurlijk uit beleefdheid liet.
«En waar hebt gij dien Adonis ontdekt,
juffrouw Walton?" vroeg hij vrooljjk.
«Geduld, dat komt nog! Een Amerikaan is
hij blijkbaar nietmaar ik ben moreel overtuigd
pat hjj iets anders is, dan hjj voorgeeft te zijn;
dat hjj slechts vrjjwillig een gastrol in de city
geeft; dat het misschien een verkleede Duitsche
graaf of een prins is. Hij is namelijk, schrik niet
Hatty 1 Oberkellner in de restauratie van T
Nu lachten de beide dames; doch -John was
eensklaps ernstig geworden. De woorden der jonge
dame vielen als electrische vonken in zjjn ziel,
ning alhier, was bestemd tot het vieren van zjjn
20jarig bestaan.
In eene sierlijke rede herinnerde het bestuurslid,
de heer L. Heyboer aan het ontstaan van het
gezelschap en wees erop, dat de vereeniging het
recht had thans feest te vieren. Niet zonder
vrucht toch waren hare leden in die 20 jaren
werkzaam geweest om, door het houden van
nuttige lezingen en voordrachten, mede te wer
ken tot beschaving en veredeling van oud en
jong, wat op eene kleine, landelijke gemeente
niet weinig bjjdraagt tot gemeenschappeljjk pogen
voor wat goed en edel is. Slechts twee van de
heeren, die op den 20 Augustus 1864 bjjeenkwamen
tot oprichting der vereeniging, waren als leden
overgebleven. Van deze was de heer D. Bolier,
voorzitter van het gezelschap en thans ook burge
meester, aanwezig en elk stemde dan ook ten volle
met den redenaar in die èn den heer Bolier èn
het gezelschap nog een lang besta.an toewenschte.
Het muziekgezelschap gaf eenige flink uitge
voerde stukken ter veraangenaming van den feest
avond ten beste en ieder zal zich steeds met
genoegen den avond van Yrjjdag 31 Oct. herinneren.
St. Phil ipsland, 2 Nov. Door het ge
meentebestuur alhier zjjn bij de regeering pogingen
aangewend tot het verkrijgen van een grint- of
steenweg over den bijna voltooiden Slaakdam.
De betrokken minister heeft echter te kennen
gegeven dat voor alsnog op dat verzoek niet gun-
stig kon worden beschikt. Yan aanvragen tot
concessie van het leggen van een tramweg hoort
men ook niet meer, zoodat het algemeen belang
in de eerste tijden bjj de aansluiting nog weinig
gebaat is.
Zooals wjj nog in een deel der oplaag van
Zaterdag mededeelden is de heer G. J. Van den
Bosch, te Kattendjjke, benoemd tot ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw.
De St. Cr. bevat een verslag omtrent den toe
stand van het oud-archief der provincie Zeeland
en de daaraan verrichte of de daarmede in ver
band gestaan hebbende werkzaamheden in 1888.
Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht,
dat tot betere aanduiding van den mond der
buitenhaven te Terneuzen, op den kop van elk
der havendammen, te beginnen met 1 Dec., van
zonsondergang, tot zonsopgang een wit licht zal
worden ontstoken.
De kapitein der Maasdam doet de volgende
officieele mededeeling omtrent de oorzaak van het
ongeluk, het schip overkomen.
„Tot 23 Oct." zoo verklaart hjj ging alles
goed; toen woei er een stevige wind uit het
noord westen en bleek er een lek te zjjn in de
bewaarplaats van petroleum. Den volgenden; dag,
des namiddags te twee uren, wilde een van het
scheepsvolk een onderzoek naar het lek instellen)
hjj zette een brandende lamp naast de bewaar-
«Verkleed 1 Pierce, Oberkellner Hemel
Zou het mogeljjk zjjn
De beschrijving paste immers haarklein op hem?
Ja, hjj had zulke trouwe, goedige oogen, zulk een
Hunengestalte En toch welk een ontdekking t
Welk een vernederende betrekking 1 Neen, het
mocht, het kon niet zoo zjjn 1
«Mijnheer O'Brien 1 Luister dan toch. Ik
heb al tweemaal gevraagd of gij Jane Gilmorë
reeds in Ierland gekend hebt,"
Met die woorden ontrukte mej. Walton hem aati
zjjn gepeins. Zij was al lang weer op een ander
onderwerp overgesprongen.
«Weet gij, die vrouw interesseert mjj! Ik
ken haar wel is waar slechts oppervlakkig, van
de korte bezoeken die zjj hier bjj mevrouw White
maakt. Maar zij is zoo door en door voornaam
en zoo verblindend schoon."
«Ja zeker ken ik haar van vroeger", ant
woordde hjj verstrooid. De oogen van Harriet
rustten met verwondering op zjjn nadenkend gelaat,
dat bjj de vraag naar Jane Gilmore plotseling rood
was geworden.
De oogen van Lissie schoten vuur; want eens
klaps meende zjj alles te doorzien. Nu was haat
veel duideljjk en nadat zjj haar vriendin een veel
beteekenenden blik had toegeworpen, zei zij met
het onschuldigste gezicht van de wereld
«Waarom hebt gij Jane dan niet getrouwd,
mjjnheer O'Brien. Wat zoudt gjj een deftig paat
geweest zijn!"
(.Wordt vervolgd