Gemengde Berichten.
Èpi ea VeracMiiea la Zeelanü.
Art. 4 van diezelfde afdeeling, onderhoud van
riolen, slooten, putten, waterleidingen enz., geeft
den heer Van Berlekoni aanleiding om er op te wijzen
dat in deze gemeente slechts een enkel openbaar
privaat is, namelijk dat op het Molenwater. Dit
privaat is buitengewoon primitief, in tegenstelling
met die in andere plaatsen, die meestal zeer netjes
ingericht zijn. Ook schijnt het spreker dat de
urinoirs in de gemeente eerder verminderen dan ver
meerderen. Nabij de Spjjkerbrug op den Kinderdijk
en op de kaaien is geen zoodanige inrichting te
ontdekken tengevolge waarvan het publiek van
minder geschikte gelegenheden gebruik maakt.
Het urinoir, dat bij de Nieuwe poort stond, is ook
verdwenen.
Over andere urinoirs worden verder klachten
vernomen, zoo b. v. dat in de Gistpoort. Spreker
brengt gaarne hulde aan de wijze, waarop gedurende
den zomer dat urinoir is schoongehouden, maar
de plaatsing daar schijnt toch minder geschikt.
De voorzitter herinnert dat het privaat op het
Molenwater reeds zou zijn weggenomen, indien
niet door de militaire overheid verzocht was het
te laten staan. Het is dan ook uitsluitend ten
dienste der militairen. Van de overige opmerkin
gen van den spreker zullen burg. en weth. nota
nemen.
De heer Sprenger, weth. voor de fabricage, deelt
nog mede dat het urinoir aan de Nieuwe poort is
weggenomen op verzoek der buren die er veel
last van hadden. Het is bij de commissie van
fabricage nog een punt van onderzoek waar het
nu zal geplaatst worden. Er is ook over gedacht
het urinoir van onder de Gistpoort weg te nemen
maar 't bezwaar ia waar het dan te plaatsen. De
Munt is wel genoemd, doch daaraan is het bezwaar
verbonden dat die des avonds gesloten is.
Nadat de heer Van Teijlingen er nog op gewezen
heeft dat door het wegnemen van het hakhout
op het Molenwater het hinderlijke van het privaat
meer op den voorgrond treedt, wordt de discussie
over dit punt gesloten.
Bij art. 6, onderhoud van straten, pleinen,
markten enz., vraagt de heer Luteijn hoe burg.
en weth. denken over de genomen proef met grint
tot onderhoud der straten en of het voornemen
bestaat de proef te herhalen.
De heer Sprenger, weth. voor fabricage, zegt dat
deze vraag bij de comm. van fabr. reeds een punt
van overweging heeft uitgemaakt. De genomen
proef acht zij niet voldoende en zij koestert het
voornemen het volgende jaar nog een proef op
grooter schaal te nemen en daarvoor iets grover
grint te gebruiken.
Bij art. 4 van afd. III van hetzelfde hoofdstuk,
aankoop van straatklinkers en keien, stelt de heer
Luteijn voor daarachter ook te voegen het woord
„grint". Hij doet dit voorstel om aan burg. en
weth. bij de bovenbedoelde proefneming de handen
meer vrij te geven. Dit voorstel wordt door burg.
en weth. overgenomen en zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming door den raad goedgekeurd.
Nadat de behandeling van deze afd. is afgeloo-
pen komt het adres der bewoners van den Koe
poortsingel ter tafel.
De voorzitter herinnert de vergadering dat burg.
en weth. van oordeel zijn dat in den tegenwoor-
digeu tijd door hun college geen voorstellen tot
tegemoetkoming aan het bezwaar van adressanten
knnnen gedaan worden en stelt voor het verzoek
van de hand te wijzen.
De heer mr. W. A. Yan Hoek zegt dat de
quaestie van eene voetbrug aan de Koepoort de
belangstelling van vele ingezetenen schijnt gaande
te maken. Verbetering van communicatie in het
algemeen is niemand ontkent het wensche-
lijk, en de bewoners van den singel daar hebben
zoowel als de ingezetenen van de kom der ge
meente recht op eene goede communicatie. Dit
zal iedereen toegeven.
Alleen is het dan ook de vraag of op dit oogen-
blik de financieele toestand der gemeente toelaat
aan dien wensch tegemoet te komen. Dit wordt
ontkend en daarom schijnt het spreker toe dat
het middel door adressanten aangegeven, tegemoet
koming door tolheffing, nog al praktisch is.
Vreemd is het middel niet, want in verschillende
steden van ons vaderland en ook daarbuiten wor
den op die wijze kapitaal en rente voor den aan
leg en het onderhoud van bruggen gevonden.
Waarom zou men dit hier niet doen Spreker
meent dat voor de wenschelijkheid van eene brug
aldaar nog al wat te zeggen is en zou het niet
billijk achten het adres la mort sans phrase te
laten ondergaan.
De voorzitter meent dat na het aangevoerde
het tweede request niet la mort sans phrase ster
ven zal. Er is misschien reeds meer over gezegd
dan de adressanten verwachtten, want naar 't hem
voorkomt is dit adres niet ernstig gemeend. Het
is toch, naar 's voorzitters meening, thans de tijd
niet meer om tolliniën in te stellen en ontvangers
op bruggen te plaatsen. Bovendien rijst de vraag
al dadelijk wanneer moet er tol geheven worden
en wanneer niet en wie zal men met de ontvangst
belasten? Ten slotte wijst de heer Pické nog op
den financieelen toestand der gemeente die, naar
de meening van burg. en weth., inwilliging van
het verzoek, zooals het eerst werd gedaan, verbiedt.
De heer Van Berlekom kon zich wel met het
door mr. W. A. Van Hoek gesprokene vereenigen.
Hij zon geen bezwaar zien in tolheffing 's daags,
met vrije passage des nachts. De bedienaar van
het pontveer kon met de ontvangst belast worden.
Het voorbeeld van andere gemeenten bewijst de
mogelijkheid.
De heer Ermerins voert aan dat nu de bedie
naar van de pont betaald wordt voor het werk
dat hij verricht; dat zou bij tolheffing niet het
geval zijn, want wanneer er eene brug ligt wor
den door hem geen diensten gepresteerd.
De heer Van Berlekom geeft het denkbeeld in
ovet weging om zoodanigen tol, evenals die op de
wegen, te verpachten.
De heer Jeras zegt dat, zoo er een lid in de
vergadering is dat gaarne aan het verlangen van
adressanten zou tegemoetkomen, hij het is. Hij
deelt echter volkomen het gevoelen, door burg.
en weth. in hun rapport uitgedrukt. Verder is
hjj met den voorzitter van oordeel dat het adres
niet ernstig gemeend is. Was dit echter wel het
geval, dan zou hij toch meenen dat de gemeente
daarin niet kan treden. Adressanten verwachten dat
uit de tolheffing rente en aflossing zullen kunnen wor
den gevonden, doch spreker betwijfelt dit, op grond
dat de perceptiekosten hoog zullen zijn, wijl de
daarmede te belasten persoon den ganschen dag
beschikbaar moet wezen en niet evenals de veerman,
die door een schel wordt gewaarschuwd, nog iets
verdienen kan.
De heer Luteijn zegt zich ook gevleid te hebben
dat aan het verzoek van adressanten zou kunnen
voldaan worden. De kosten hebben hem echter
afgeschrikt. Het thans aangegeven denkbeeld van
tol te heffen komt hem zeer onpraktisch voor en
hij voorspelt dat mr Van Hoek, die thans de bef
fing ervan in bescherming neemt, een volgend
jaar in eene schitterende rede het onbillijke van
het heffen van tollen in dezen tijd zal aantoonen.
De heer Snijders merkt op dat het hem gedu
rende den tijd dat hij als raadslid zitting heeft
herhaaldelijk gebleken is dat bij bespreking van
plannen voor het een of ander de kosten zeer
hoog geraamd worden en dat, kwamen deze tot uit
voering, toch bleek dat die kosten veel geringer
waren. Spreker wijst hierbij op de raming voor de
Koningsbrug en op die voor de voetbrug aan de
Veersche poort. Toen hij dan ook tot de weten
schap kwam dat de onderhavige zaak afstuiten
zou op de groute kosten, heeft hij zich de moeite
gegeven iemand te verzoeken hem eene becijfering
der kosten te geven. Deze heeft aan zijn verzoek
voldaan en een plan gemaakt, waarvan de kosten
slechts 700 beloopen. Spreker staat niet in
voor de geraamde sommen, maar stelt het plan
ter beschikking van burg. en weth. om te onder
zoeken in hoever het overweging verdient.
Na eenige technische mededeelingen van den
heer Sprenger geeft de heer Luteijn in overweging
de zaak aan te houden.
De heer Tak acht het in de eerste plaats nood
zakelijk dat de raad zich uitspreke ot hij de brug
wil doen leggen al dan niet.
Wanneer het request, thans onder den hamer, niet
ernstig gemeend is vindt spreker zoodanige spottemjj
minder gepast, doch wie geeft de zekerheid daar
omtrent Hetgeen burg. en weth. aanvoeren
omtrent de financieële krachten der gemeente is
echter overdreven. Burg. en Weth. toch spreken
ervan dat wellicht de gemeente nadeel zal hebben,
omdat een voorstel door den min. gedaan is om
aan de gemeenten ten bate van het rijk een vijfde
van de personeele belasting te ontnemen, en het
college verwacht evenmin als spreker aanneming
van dat voorstel; laat de raad zich eerst uitspreken.
Acht die het leggen van een brug billijk en noodig,
welnu dan moet het geld er komen. De toestand
is trouwens ook niet zoo treurig dat de paar dui
zend gulden, die daarvoor zouden noodig zijn, niet
kunnen gevonden worden, want voor aflossingen
is, naar spreker meent, 8Ck 0 meer uitgetrokken
dan strikt noodig was.
De heer Jeras kan met het denkbeeld-Tak niet
medegaan. Het aannemen of vallen van het plan
hangt voor een groot deel af van de kosten; daarom
zou hij met den heer Luteijn aanhouding der zaak
wenscnen.
De voorzitter is daar ook voor, te meer wjjl er niets
mede verloren wordt. De winter is aanstaande, en
dan is het geen tijd om bruggen te bouwen, in elk
geval moet toch het voorjaar afgewacht worden;
bovendien ziet dan de hemel der gemeente-financiën
misschien wat helderder.
De heer J. A. Van Hoek verlangt te constateeren
dat hij, door tegen het aanhouden van het besluit
te stemmen, geen recht geeft tot de gevolgtrekking
dat hij van oordeel is dat het billjjk is aan den
Koepoort-singel een brug te leggen.
De heer Tak wijst er verder nog op dat, wanneer
de raad met zijn denkbeeld instemt, het noodeloos
maken van plannen en onderzoeken van begroo
tingen wordt voorkomen. Er zijn nu reeds plannen
van den architect, van de commissie voor fabricage
benevens van particuliere leden van den raad, en
wie weet hoevele plannen nog zullen worden
ingediend.
Op eene vraag van den burgemeester ot bij den
heer Tak dan de kosten niet wegen en hij eene
beslissing kan nemen onverschillig hoeveel de
brug eischen zou, antwoordt deze dat dit eeni-
germate bekend is. Er is een plan van den
gemeente-bouwmeesterdat op ruim 2000 is
begroot. Dit plan vormt een basis.
Nadat de heer Sprenger nog eenige inlichtingen
gegeven heeft, wordt het voorstel van burg. en
weth., om de zaak aan te houden, met 13 tegen
2 stemmen aangenomen. De heeren Tak en mr
J. A. Van Hoek stemden tegen.
Met de behandeling genaderd zijnde tot hoofdst-.
V afd. 1 art. 7, bureaubehoeften, kosten van licht,
brandstoffen enz. ten behoeve der politie en
nachtwachts, zegt de heer Tak eene opmerking
te willen maken die niet alleen hier maar ook op
andere posten dezer begrooting van toepassing is,
namelijk deze dat, niettegenstaande de gasprijs
vermindert, de kosten voor licht enz. steeds dezelfde
blijven. Spreker zal geen voorstel doen om daarin
nu verandering te brengen wijl het kleinigheden
geldt, maar had toch liever gewild dat die ver
schillende posten bv. met 10% waren verminderd.
De voorzitter erkent dat de opmerking volkomen
juist is, maar 10% wat te hoog zou zijn, wijl niet
alleen de prijs van het gas maar ook van de ver
lichtingstoestellen moet gevonden worden nit
hetgeen voor verlichting is uitgetrokken.
Bij afd. IV art. 1 van datzelfde hoofdstuk, kos
ten van straatverlichting, meent de heer Tak dezelfde
gedachte te moeten uiten als door hem bij eene
.vorige gelegenheid onder woorden is gebracht. De
som van 9000, die voor de straatverlichting uitge
trokken is, is te hoog. Toen toch het gas 15 ct. per
M3 betaald werd, bleek ƒ9000 benoodigd te zijn;
toen de- gasprijs tot 10 cent daalde, bleven de
kosten van straatverlichting even groot en nu
weder eene verlaging wordt toegestaan wordt nog
geen vermindering voorgesteld. Naar sprekers
meening zou de som van 9000 zeer goed met
1/3 kunnen worden verlaagd. De gemeente be
taalt thans voor het gas bijna evenveel als parti
culieren, iets dat waarschijnlijk in geen andere
gemeente voorkomt en wat ook niet billijk is.
In de eerste plaats toch is de gemeente de groot
ste afneemster, neemt zij verder geen vergoeding voor
het disponibel stellen harer straten en eiscbt zij
geen huur voor het leggen van de buizenleidingen.
Nu is het wel waar dat de zaak financieel
niets uitmaakt en nu alli en 3000 meer in de
kas der gasfabriek gaan om later weder in die
van de gemeente terug te keeren, maar zuiver is
de toestand toch niet. Spreker heeft het dan ook
beschouwd als een wensch van de gascommissie
en burg. en weth. om, met de beste bedoelingen
natuurlijk, de financieele resultaten der gasfabriek
een weinig te doen spreken.
Zoodoende echter krijgt men eene verkeerde
voorstelling van den toestand, hetgeen bezwaar
oplevert bij vaststelling van nieuwe belastingen enz.
De voorzitter antwoordt dat de gasprijs, in over
leg met verschillende commissiën na veel wisse
ling van denkbeelden, op de thans aangenomen
som is vastgesteld evenals het cjjfer voor de straat
verlichting; ampel en breed is er over gesproken
doch de meerderheid wenschte de thans uitge
trokken som te behouden.
De heer m' J. A. Van Hoek, op den voorgrond
stellende dat hjj geen aanspraak maken wil op
den titel van financieele specialiteit, wijl 't financie
wezen zjjn vak niet is, deelt het gevoelen omtrent
den prijs van het gas voor straatverlichting door
den heer Tak ontwikkeld, maar niet diens meening
dat het tot de zaak niets afdoet. Wel is waar
maakt het voor de financiën der gemeente geen
verschil, maar te meer voor de belastingschuldigen.
Gesteld toch dat de post voor straatverlichting te
hoog uitgetrokken is en er bijvoorbeeld 2000 te
veel betaald wordt, dan kan daarvan misschienhet
gevolg zijn dat de gasprijs te laag gesteld wordt
en de gasverbruikers een premie genieten, die
door de belastingschuldigen betaald wordt.
De heer Luteijn is van meening dat besprekingen
als de thans gevoerde weinig nut hebben, omdat
geen regel voor den door de gemeente te betalen
prijs kan worden aangegevende eene gemeente
betaalt meer, de andere minder en zoodra men
boven den kostenden prijs gaat wordt de prijsbe
rekening willekeurig.
De heer Tak geeft den heer Luteijn niet toe dat
deze bespreking geen nut heeft. Door burg. en
weth. is gewezen op de mogelijkheid dat een greep
zou gedaan worden in de gemeente-financiën
wanneer dat het geval is zouden nieuwe inkomsten
moeten gevonden en zou uitgezien moeten worden
welke lasten behooren te worden vermeederd.
Dan vooral is het van groot nut dat men
de uitgaven kent en dat ze juist zijn. Wat betreft
het aangevoerde dat er geen regel zou zijn merkt
de heer Tak op dat die wel degelijk hier is, reeds
sedert 1854 toen men met de vorige gasfabrikanten
den prijs heeft bepaald.
De beraadslaging, wordt alsnu gesloten en, wijl
de heer Tak geen stemming verlangt, de post
zonder deze goedgekeurd.
Bij hootdst. VI afd. H art. 1, subsidie aan
het burg. armbestuur vraagt de heer mr. J. A.
Van Hoek het woord, niet om over dezen post te
spreken maar over iets dat er mede in verband
staat en moeilijk onder een ander art. te brengen
is. Er bestaat hier bij het voltrekken van een
huwelijk, evenals in vele andere gemeenten een
gebruik dat reeds van jaren her dagteekent en
toen misschien zeer nuttig was, maar nu eigenlijk
een kleine fopperij is. Spreker bedoelt de bus die
aan het paar en hen die assisteeren wordt gepre
senteerd en die het opschrift draagt „voor de
armen". Wijl nu echter de inhoud van de bus
niet voor de armen is, worden zij die trouwen en
hunne getuigen eigenlijk bij den neus genomen.
Wat toch is de zaak. De inhoud der bus wordt
overgebracht bij het burgerlijk armbestuur en
dient tot vermindering van het door de gemeente
te geven subsidie. Is er veel in de bus zal de
subsidie iets lager, is er weinig iets hooger
zijn. Eigenlijk strekt de collecte dus ten bate
van de gemeentekas.
Nu zal menigeen zeggen: wat doet het er toe;
de armen krijgen het toch, maar dit is spreker
niet met hen eens. Integendeel hij gelooft dat
de bus ten nadeele van de armen strekt. Zij
toch die huwen hebben te voren eene begrooting
van kosten gemaakt, waarop ook eene gift voor
de armen is uitgetrokken. Wanneer nu het huwe
lijk ook kerkelijk wordt ingezegend zal die gift in
twee deelen geplitst worden, en, waar nu de bus
op 't raadhuis ten bate der gemeentekas is, slechts
de helft ervan ten bate der armen komen.
De heer Van Hoek gelooft dat daarom het wensche-
lijk is dat de thans bestaande toestand ophoude. De
gemeenteraad kan daaromtrent geen besluit nemen,
maar wel kan hij zich uitspreken of bij met het
geen een zijner leden zegt instemt. De heer Van
Hoek richt daarom het verzoek tot burg. en weth.
het daarheen te leiden dat in bet vervolg bij de
voltrekking van huwelijken geene inzameling van
giften meer plaats hebbe.
De voorzitter geeft den heer Van Hoek in
overweging zijn wensch in eene motie van orde
om te zetten, waaraan de heer Van Hoek voldoet.
De heer Ermerins merkt op dat de begrooting
van het burgerlijk armbestuur reeds vastgesteld is
en daarbij op de bedoelde giften is gerekend, zoodat
met verwezenlijking van het denkbeeld Van Hoek
tot het volgend jaar zal dienen gewacht te worden.
De heer mr W. A. Van Hoek verklaart het ge
heel eens te zijn met den heer J. A. Van Hoek;
ook hij is van oordeel dat, wanneer men waar
wil zijn, de bus het opschrift dragen moest: voor
de gemeente. Het bezwaar van den heer Erme
rins is zijns inziens geen bezwaar, want komt de
som waarop gerekend is niet in dan is daarin op
eene andere manier te voorzien; 't is eenvoudig
een quaestie van vorm en geldt alleen 1' art de
groupper les chijfres.
De heer Jeras zegt dat de toestand is zooals
die door de heeren Van Hoek is aangetoond. Ook
deze spreker, voorzitter van het burgerlijk arm
bestuur, zou in overweging willen geven zoo
spoedig mogelijk er mede op te houden. Be
zwaar is daartegen niet, want, wanneer de som
waarop gerekend is niet inkomt, wordt daarin
bij suppletoire begrooting voorzien.
De voorzitter verklaart zich te vereenigen met
het aangevoerde.
De heer Van Teijlingen wijst er nog op dat
zij, die bij gelegenheid van de voltrekking
van hun huwelijk behoefte gevoelen iets aan
de algeineene armen te geven, bjj de vereeni-
ging tot het bezoeken der armen daartoe gele
genheid vindenaangezien de gitten in de
kerken alleen de diaconie-armen ten goede komen.
De motie van orde, voorgesteld door mr. J. A.
Van Hoek, wordt daarna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Bij hoofdstuk VII afd. II art. 1, jaarwedden van
het onderwijzend personeel, herinnert de heer mr.
J. A. Van Hoek eraan dat in de vergadering van
30 Mei 1883 door burg. en weth. is voorgesteld
aan mej. Kruseman de volle jaarwedde te geven,
niettegenstaande zij de daarvoor vereischte akte
nog niet bezat, maar het voornemen had te be
proeven die te verkrijgen. Hij wenscht nu burg.
en weth. te vragen of mej. Kruseman thans die
akte bezit.
De voorzitter antwoordt dat dit, voor zoo veel
hem bekend is, niet het geval is.
Bij art. 3 van dezelfde afd. vestigt de heer
Van Berlekom de aandacht op de ondoelmatige
verwarming der middelbare meisjesschool. De
klacht heeft spreker niet alleen van de leerlingen
of hare ouders, maar ook van de onderwijzeressen
vernomen.
De voorzitter antwoordt dat die klacht reeds
jaren achtereen door hem gehoord is doch, wan
neer hij nagaat dat op de lagere scholen dezelfde
kachels gebruikt worden en nooit klachten wor
den vernomen, schijnt het hem toe dat het mogeljjk
liggen kan aan de wijze waarop gestookt wordt.
Vooral ook omdat op de lagere scholen mannelijke
onderwijzers zich met het stoken belasten en op
de meisjesschool vrouwelijke ieder weet toch, ook
al heeft men geen huishouden, dat onder de
mannen meer talent voor stoken schuilt dan bjj
de vrouwen,
Bjj afd. III art. 3, toelage en bjjdragen tot op
leiding van onderwijzers, stelt de voorzitter voor
de jaarwedde van den heer F. J. Van de Ransou,
onderwijzer aan school E, met 100 te verhoogen,
wijl hjj les geeft in bet teekenen. Deze som is
ook betaald aan den heer Sanders, die vroeger les
in het teekenen gaf. Zonder hoofdelijke stemming
wordt alzoo besloten.
Bij hoofdstuk IX, art. 1, waarborgkosten tegen
brandschade van de zoo voor den openb. dienst be
stemde als andere gemeente-eigendommen, deelt
de voorzitter mede dat ofschoon 900 is uitge
trokken, vermoedeljjk niet meer dan 800 zal
benoodigd zijn, wjjl uitzicht bestaat dat de ge
meente haar eigendommen tegen 0.80 per mille
zal kunnen assureeren.
De vaststelling van hoofdstuk X, onvoorziene
uitgaven, wordt aangehouden tot na de behande
ling der inkomsten.
Een voorstel van den heer J. A. Van Hoek
om art. 1 van afd. IV van het HIe hoofdstuk
weeg-, straat-, brug-, kaai-, haven-, kraangelden
enz. voor memorie uit te trekken, op grond van
hetgeen door hem bjj de uitgaven is gesproken
wordt verworpen met aigemeene stemmen
behalve die van den voorsteller.
Bjj art. 5, afd. IV, hoofd III, schoolgelden gym
nasium, deelt de voorzitter mede dat de post met
150 verminderd moet worden. Het schoolgeld
is 300 hooger, waardoor de helft der kosten die
het rijk draagt met 150 vermindert.
Bij art. 2 afd. 1 hoofdstuk IV deelt de voor
zitter mede dat nu het legaat van ƒ100 - bjjdrage
in de kosten van onderwijs blijkens het laatst
verschenen prov. blad in rekening komt voor het
onderwijs, het subsidie van het rjjk met 30 van
die 100 verminderd behoort te worden.
De inkomsten vastgesteld zijnde, wordt hoofdst.
X der uitgaven, onvoorzien op 2157.63 bepaald,
en daarna, geljjk gisteren gemeld is, de begrooting
vastgesteld op 342.157.29 in ontvang en uitgaat.
De stearine-kaarsenfabriek te Gouda, waar,
naar men zich herinnert, in Januari van dit jaar
een zoo geduchte brand uitbrak, die een gedeelte
der fabriek in de asch legde, is thans herbouwd.
Daarbij is zooveel mogelijk alle brandgevaar voor
komen en zijn een aantal maatregelen genomen tot
blussching, zoo het ongeval zich onverhoopt mocht
herhalen.
Niets nieuws onder de zon. Werd dezer
dagen als een bijzonderheid gemeld, dat te Borssele
een mangelwortel van 6 Kg. is geoogst, op de
terreinen der Veenendaalsche stoomspinnerij en
weverij zijn verscheiden van die vruchten gewonnen,
tot zelfs van 7j Ned. pond.
De Engelsche visschers maken zich nog bjj
voortduring schuldig aan diefstal van netten ten
nadeele der Hollandsche visschers. Gisteren werd
bij den waterschout te Scheveningen aangifte
gedaan door schipper Roos, varende voor den
reeder W. Groen, dat hem door een vischsmak van
Grimsby met opzet groote schade aan zijn vleet
werd toegebracht.
Een tweede stuurman, Maarten Mos, varende
voor den reeder J. Waterreus, rapporteerde, dat
een Engelsche vischkotter, gemerkt O. 336, 40
zijner netten heeft gekapt en geroofd.
De te Ramsgate thuis behoorende vischsmak
Gratitude is aldaar binnengekomen met verlies van
kluiver en een gedeelte verschansing. De gezag
voerder Hurst rapporteert 11 dezer bij den Noord-
hinder een op zijde liggend ijzeren driemastschip
te hebben gezien, waarvan men den naam niet
kon ontdekken. Het was zwart geschilderd met
witte poorten en licht rooden bodem, witgeschil
derde sloepen met blauwen rand. Vlaggen hingen
in het tuig en het volk stond op de campagne
en riep om hulp.
Terwijl men op het schip aanhield bekwam de
smak door een zware zee bovengenoemde averij,
en na geklaard te hebben was het schip verdwe
nen en dreven slechts eenige voorwerpen rond.
Een reiziger, die eergisteren uit Meppel naar
Zwolle aankwam, miste zijn portemonnaie. Hjj
had haar in een coupé 2e kl. laten liggen. Een
der heeren, daar mede in gezeten, had haar op
geraapt en gezegd: ik zal ze aan den chef ter hand
stellen. Dit was echter niet geschied. De trein
was inmiddels naar Utrecht vertrokken. Onmid
dellijk werd geseind, eerst naar Harderwijk, later
naar Amersfoort. In laatstgenoemde plaats werd
de portemonnaie welke ruim 220 in papier
en geld inhield nog bjj den vinder aangetroffen.
Hjj had vergeten haar aan den chef te geven.
Eergisteren is te Nischny-Novgorod uitspraak
gedaan in het rechtsgeding tegen hen, die zich
aan vervolging van Israëlieten hebben schuldig
gemaakt. De volgende straffen zijn opgelegd
wegens manslag aan 11 personen 12 tot 20 jari
gen dwangarbeid wegens roof en diefstal aan 27
personen 1 tot 3jarige tuchthuisstraf, aan 16 ge
vangenisstraf van 2 weken tot 3 jaren; aan 1
deportatie naar Siberië, aan 6 eenvoudige opsluiting;
11 beschuldigden zjjn vrjjgesproken.
Informatiën.
De Wolff.
Loeff.
Verbuist.
Verheij,
KoksmaenTak.
Loeff.
Lucasse.
Liebert.
Lieuert.
Liebert.
Liebert.
Slegt.
Liebert.
Tak.
Liebert.
Gedrukt bjj de Gebr' Abrahams, te Middelburg,
Datum.
Plaats.
Voorwerpen,
29
Oct.
Vlissingen,
Huizen,
29
tt
Zoutelande,
Weiland enz.,
29
Middelburg,
Huizen,
30
tr
Middelburg,
Huizen,
31
m
Sluis,
Bouwland,
31
V
Ritthem,
Hofstede,
5
Nov.
Middelburg,
Huis en erf,
5
0
Ovezand,
Boomen,
6
0
Kloetinge,
Boomen,
7
0
's Gravenpold.,
Boomen,
7
0
Hoedekensk.,
Boomen,
3
0
Middelburg,
Planten enz.,
12
0
Rilland,
Boomen,
12
0
Middelburg,
Hofstede,
13
0
Heinkenszand, Boomen,