N° 245. 127® Jaargang. 1884, Donderdag JIk, 16 October. "FEUILLETON. Het witte Huisje. Middelburg 15 October. Dit blad verschijnt da ge 11j k met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Salvatore Farina. Een praatje over oude kunst. MIDDELBIIRGSCHE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Boeland, te Kruiningen: F. Van der Peul, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te Tholen: W. A. Van Nieowenhduzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Het onderzoek, door de regeering ingesteld in zake de sterkte der schutterij, waarvan onlangs sprake was, zou, volgens de Huarl. Ct, neerkomen op het plan om de sterkte der schutterijen op nieuw te regelen naar de uitkomsten der in 1879 gehouden lOjarige volkstelling. Van veel beteekenis schijnen de reorganisatie plannen dus niet te wezen. Men schrijft uit 's Gravenhage aan de TV. R. Ct. „Volgens art. 57 der wet op het lager onderwijs wordt ter verkrijging der akte van onderwijzer (onderwijzeres) vereischta. de volbrachte leeftijd van achttien jaren, en b. het afleggen van een examen (welks omvang in art. 60 omschreven wordt), waartoe tweemalen 'sjaarsde gelegenheid in elke provincie wordt opengesteld, terwijl de minister van binnenlandsche zaken den tijd be paalt, waarop de examen-commissies vergaderen. „Voor de tweede maal in 1884 was dit tijdstip op 6 dezer bepaald, op welken datum dan ook in alle provinciën het najaars-examen begonnen is. Voor het examen in Zuid-Holland meldde zich ook eene candidate aan, die eerst in December a. haar 18= levensjaar volbracht zal hebben en voor wie de minister zich blijkbaar zoo levendig inte resseerde, dat hij der examencommissie verzocht, „het daarheen te leiden", dat ook haar nog de gelegenheid tot het verkrijgen der akte gegeven zou worden. Aangezien het onderzoek van de candidaten, die zich hebben aangemeld, reeds in November afgeloopen zou zijn, was de commissie van oordeel, dat de bewuste candidate, als niet beantwoordende aan de bij de wet gestelde eischen, ditmaal nog niet tot het examen kon worden toegelaten. Door ter wille van éen persoon den duur der examens op willekeurige wijze te rekken, zou bovendien, naar de commissie meende, een antecedent worden in 't leven geroepen, waarvoor zij de verantwoordelijkheid niet op zich konde nemen. „De minister was echter vast besloten, deze dame zelfs tegen de hardheid der wet in bescherming te nemen. Aan den voorzitter der examencommissie heeft de minister dezer dagen bericht: »dat ik der commissieopdraag, de examens van 20 November tot 3 December e. k. te schorsen, strekkende deze laatste schorsing, om te voldoen aan het verlangen, uitgedrukt in mijn brief van 4 September 11.", enz. „Of deze „opdracht", welke voor de commissie natuurlijk een bevel is, niet als twee druppelen waters op eene wetsontduiking geljjkt, zullen wij niet onderzoekenmaar is het billijk, dat ter wille van éene haastige 17jarige, een twaalftal candidaten nog 14 dagen langer met hun examen- pak op 't hart moeten loopen? Ook kunnen de examencommissies van dit antecedent nog plezier Naar liet Italiaanscb. ya n XII. De oude schermmeester en zijn vrouw waren zoo bedroefd over den dood van den dokter en wilden zich met alle geweld beschuldigen dat zij zjjn leven verkort hadden, door zelf te lang te leven, dat zij zelfs niet het genot konden waar- deeren van opnieuw eigenaars van het witte huisje te zjjn geworden. Toen dokter Massimo op het kleine kerkhof bijgezet was en zij op het versch gedolven graf waren gaan bidden, scheen het mjj toe dat zjj een weinig kalmer waren en daarna vertelden zij mj dat wj toch eenmaal alle moeten sterven; daarop deed het denkbeeld van gerust te mogen voortleven zonder iemand te hinderen hun gelaat van bljdschap stralen. Maar hierin vergisten zjj zich en ik maakte er korporaal Sil vester opmerkzaam op. »Hoe! riep hij uit, »nu het huisje weer in ons bezit is, en wj er bj testament over kunnen beschikken, wie zou nu nog naar onzen dood verlangen »Het is waar, men zal er ook niet naar ver langen want de eenige erfgenaam van dokter ^lassimo is een liefdadigheidsgesticht en dat zal beleven. Als de bj de wet vereischte leeftjd op twee maanden na nog niet volbracht behoeft te zjn, waarom dan ook niet op drie of vier maanden na Of zjn er alleen des accommodements met de wet mogel jk, indien de belanghebbende in het bezit van een adeljken titel en verwant is aan een lid der staten-generaal Het Dagblad herinnert eraan dat de Board of trade, in Engeland, ten aanzien van de Nisero is afgeweken van zjn gewoonte om een onderzoek in te stellen wanneer schepen zjn vergaan. Thans werd ia een correspondentie-artikel in de Shipping Gazette van den 13ea dezer tot de redactie van dat blad de vraag gericht, in welke harer nommers de rapporten zjn te vinden van dat onderzoek betrekkeljk de Dallam-Tower, de Nebo, de Nisero, de Solway en de Foscolino. De redactie wjst, in antwoord op die vraag, haar nommers aan, waarin die rapporten omtrent de Nebo, Solway Queen en Foscolino zjn to vinden, en zj voegt hierbj »Wj kunnen nergens eenig rapport vinden van een onderzoek betrekkeljk de andere genoemde schepen." Voor de Nisero schjnen dus, zegt het Haagsche blad, redenen te hebben bestaan om dat gebrui- keljk onderzoek achterwege te laten. Breskens, 15 Oct. In de heden gehouden gemeenteraadsvergadering werd de begrooting voor 1885 in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op 8.817.48§. In dezelfde vergadering werden eene verordening vastgesteld voor de heffing en invordering van eene plaatseljke belasting op de inkomsten en de suppletoirs kohieren van den hoofdeljken omslag, benevens voorloopig die van de hondenbelasting. Verder werd door burgemeester en wethouders bepaald, dat de verkiezing van een nieuw raadslid zal plaats hebben op Dinsdag 25 November a. s. en de herstemming, zoo noodig, op 9 December. In bjvoegsels tot de St. Ct is opgenomen het verslag over het jaar 1883, door den raad van toezicht op de spoorwegdiensten aan den minister van waterstaat, enz. uitgebracht, ter voldoening aan het voorschrift van art. 31 van het kon. besluit van 9 Juli 1876, (Stbl. n° 159.) Aan het TV. v. d. D. wordt uit Leipzig geschre ven dat onze landgenoote, mejuffrouw Kolff van Oosterwjk bj eene muziekuitvoering in de kerk te Lindenau heeft meegewerkt. De kritiek prjst zeer hare voordracht van de Kerk-aria van Stra- dellazj zong die met zuivere intonatie en tech nische volmaaktheid, vooral in de uitvoering van de trillers. Mejuffrouw K. heeft hare studiën begonnen onder den heer Seiffert in Den Haag, en is den vorigen zomer naar Leipzig vertrokken, om aldaar onder leiding van mevrouw DngerHanpt hare studiën voort te zetten. gaarne zonder morren de ljfrente uitbetalen. »Gj hebt geljk »De ljfrente... het liefdadigheidsgesticht!... Gj meent het armhuis Maar het huisje is van ons Hj kon maar niet vatten dat het huisje en de ljfrente hem beide vermaakt waren en ik moest hem lang en breed uiteenzetten, dat het maande- ljksch pensioen en het huisje twee geheel ver schillende zaken waren, die niets met elkaar gemeen hadden, omdat het pensioen hem verzekerd was door een contract tusschen levenden en het eigendom van het huisje door den uitersten wil van iemand, die bevoegd was om zjn testament te maken. Hj bleef het hoofd schudden en riep het ver nuft zjner echtgenoot te hulp. »Begrjp eens Lucia, zj laten ons het pensioen en nemen ons het huisje niet afIs dat mogeljk Mevrouw Lucia zag mj aan om zich te verge wissen dat ik niet schertste, schudde insgeljks het hoofd, maar vond geen ander argument dan een dat zeer streelend voor mjn jdelheid was »Als mjnheer de advocaat het zegt XIII. Toen ik het volgende jaar te Albissola terug keerde, naderde ik niet meer met zekere huivering het oljvenboschje waarachter het witte huisje verborgen lag; ik wist dat korporaal Silvester springlevend was evenals zjn vrouw, ik wist dat Door N. (Slot.) Reeds in de klassieke oudheid werd de kunst van muurschildering beoefend, al fresco op het natte of al secco op het droge muurbezetsel, met ljmverf uitgevoerd. In ons vochtig klimaat is weinig van die kunst overgebleven slechts nu en dan komt van onder de kalklaag een fragment der vroegere versiering te voorschjn, geljk voor eenige jaren in de Buurkerk alhier, waarvan in het aartsbisschoppeljk museum een trouwe copie op kleine schaal te zien is. Merkwaardig, ook voor de kennis van het oude volksleven, zjn de miniaturen, waarmede de monniken reeds vroeg in de middeleeuwen de handschriften opluisterden. Het was ook weer vooral in Vlaanderen dat deze kunst in de 14" en 15e eeuw bloeide, en niet alleen diende tot ver siering van bjbels en geesteljke werken, maar ook van ridderromans en minneliederen. Men vindt hier prachtige exemplaren, nu eens pr jkende met frissche, luchtig opgevatte penteekeningen dan weder schitterend door goud, zilver en kleuren. Zooals bekend is bezit ook het Zeeuwsch genoot schap eenige werken met fraaie miniaturen uit de 15e en 16e eeuw. De groote waarde, in vorige tjden aan de bjbel- boeken toegekend, waarvan hier belangr jke hand schriften, o. a. een van meer dan duizend jaren oud, te zien zjn, deed voor die kostbare werken niet minder dure banden bezigen. Men zou mis schien kunnen zeggen dat de overgang van beeld houw- tot schilderkunst door dit zoogenoemde smaltwerk of emailleering gevormd wordt. Van dergeljke boekbedeksels ziet men hier voortreffe lijke voorbeelden. De oppervlakte der platen dezer banden werd met smeltglas in verschillende kleuren bedekt en met edelgesteenten en cameën versierdenkelen prjken met fraai gesneden voorwerk, eene kunst reeds in de tiende eeuw beoefend. Daar dergeljke kostbare banden weinig plaats besloegen, wekten zj de hebzucht zoodanig op dat zj uiterst zeldzaam zjn geworden. Oude, voor liefhebbers belangrjke, drukwerken zjn hier mede voorhanden, alsmede proeven van glasschildering, die echter niet uitmunten. Het trok mjne aandacht dat vele voorwerpen afkomstig waren uit de St. Lebrunuskerk te Deventer, en het zou wellicht de moeite loonen na te gaan hoe dergeljke kunstschatten zjn vervreemd ge worden. Dat enkele kerkvoogdjen daarmede wonderljk omsprongen is bekend. Wie belang stelt in de geschiedenis der kant- fabricage, kan in dit museum stof tot onderzoek vinden. Een tal oude kantwerken bewjzen wat die kunst vermocht, en zeker heeft menig Vlaamsch kantwerkstertje een groot deel van haar leven aan enkele der hier bewaarde kerksieradiën besteed. Ook hierbj stond Vlaanderen weder in het eerste gelid en ik dacht onwillekeurig aan het Middelburg - sche stadhuis wel eens bj een kantwerk in steen ver- zj een weinig dikker waren geworden, dat al de kwaaltjes die zj nu hier dan daar gevoeld hadden, zoolang dokter Massimo leefde, geheel genezen waren; ik wist dat Mariaccia hoe langer hoe mooier werd en altjd luidkeels zongik wist alles. En dat wel omdat korporaal Silvester, nu hj zoo rjk was, er niet meer tegen opzag om nu en dan een dubbeltje voor een brief uit te geven en den heer ridder te schrjven. Een ding trof mj echter bj het naderen van het witte huisjeop de deur las men nog het schrift van korporaal Silvester de naam van Rozetta was verdwenen. »Ik kan hem nog lezen," zei de oude scherm meester. Wat was er van Rozetta? Z j was nog eens gekomen in de maand Januari; weer op een Zondag, terwjl zj naar de kerk waren; zj had met Mariaccia gesproken, haar gekust en was heengegaan. Zj wilde zich niet aan vader en moeder vertoonen »Maar zj houdt toch altjd nog van ons", zei korporaal Silvester zuchtende, „als ze niet van ons hield, waarom zou zj dan komen Eens op een Zondag kwam ik in verzoeking om niet naar de kerk te gaan en op haar te wachtenen zeker iets zei mj dat zj komen zou, maar zj kwam niet. Het is beter zoohet zou haar ge hinderd hebben." Het zonderlingste van het geval was dat Mari accia ook een groote liefde voor Rozetta had opgevat; maar haar kennen en haar liefhebben geleken. Behalve prachtige proeven van Brusselsche kant, ziet men ook die van point d'Alenfon, uit den tjd toen de Fransche minister Colbert een voor schot van honderd vjftig duizend franken gaf aan mevr. Gilbert d'Alemjon om deze industrie te bevorderen en tegeljk de invoer van kanten uit Venetië, Genua en Vlaanderen streng verboden werd. Aan deze njverheid is nauw verbonden de kunst van borduren in goud, zilver en kleuren, reeds vroeg in het Oosten beoefend en waarvan schoone voorbeelden te zien zjn. Onder de latere hier te lande gemaakte stukken zjn prachtige priestergewaden met ingewerkte bjbeltekBten en figuren. Op een dezer kleedingstukken, uit de tweede helit der vjftiende eeuw, is kunstig gebor duurd de consecratie van bisschop Willebrord, voor welken heilige ik, door zjne verhouding tot Zeeland, altjd eenige bjzondere betrekking gevoel. Zeer opmerkeljke stukken van geweven stoffen worden hier bewaard. Hoe de katholieke kerk oude herinneringen in waarde houdt, bljkt uit een fragment van het kleed van den in 754 door de Friezen vermoorden bisschop Bonifacius, bj de ontdekking van zjn graf gevonden. Naar dit, nauweljks herkenbare, stuk werd met groote kunstvaardigheid in Frankrjk een kleed geweven, zoodat de tegenwoordige aartsbisschop van Utrecht zich in een juist geljksoortig gewaad kan tooien als zjn voorganger voor meer dan elf eeuwen. Wat de oude Italiaansche fluweelfabrieken kon den leveren, wordt hier door onderscheidene stalen aangetoond. Enkele patronen van het later ver maard geworden Fransch fluweel golden vjfhonderd gulden de el, doch een jverig wever kon daarvan ook niet meer dan een vierkanten duim per dag vervaardigen. Na de herroeping van het edict van Nantes brachten Fransche uitgewekenen deze njverheid naar onze republiek, waar zj vooral in deze stad zóo bloeide, dat het velours d'Utrecht, na hot geheel vervallen dier industrie, nog altjd onder dien naam in Frankrjk vervaardigd wordt. Ook van tapjtwerk bezit het museum een be- langrjk stuk, dat mj de Middelburgsche fabriek voor den geest bracht, die vrj wat fraaier pro ducten leverde dan de jverige mr J. Yan de Graft naar minder gelukkige copiën deed afteekenen. Vele belangrjke zaken kon ik niet te zien krjgen; zj stonden, van de eene of andere buiten- landsche tentoonstelling, meen ik, teruggekomen, nog ingepakt. Ook hier schjnen dus beheerders de slechte gewoonte te volgen om de aan hun zorg toevertrouwde voorwerpen heen en weder te doen reizen. Wie de kunst waarljk liefheeft zal dit gebruik betreurengezwegen nog van de ge varen om kostbare, soms unieke, stukken te ver liezen of beschadigd terug te ontvangen, wat geld niet vergoeden kan, worden bezoekers van het museum teleurgesteld. Dit laatste nadeel is niet gering te achten, want wie de studie der oudheid ernstig opvat zal erkennen, dat men de voorwerpen vrj wat beter beschouwen kan in de rustige ver trekken van een museum dan in de volle, woelige zalen van een tentoonstellingsgebouw. was een, dat was immers altjd haar ongeluk geweest? Korporaal Silvester prees Mariaccia zeer dat zj niet jaloerseh was, dat zj altjd zoo gaarne en zonder afgunst van de blonde dame sprak, nadat zj wist dat zj haar mededingster was en dat zj haar ook met ongeduld verwachtte. Dien zomer was het strand van Albissola be zaaid met tentjes, bevolkt met dames, de trots van Gerolamo, wien men gedurig aan zee zag, vervuld van de stoutste plannen. En naast de badhuisjes van Gerolamo verschenen dat jaar andere tentjes van trouwe badgasten, grillige, gedenkwaardige tentjes, die te Albissola nog lang in het geheugen zullen bij ven. Dat jaar had Albissola voor het eerst de opluis tering van een muziekkorps, een echt muziekkorps; trompetten, bazuinen, trommels, groote trom, fluiten( clarinetten, alles, een korps dat na eenige dagen oefening erin geslaagd was, op een grooten afstand de hymne van Garibaldi ten gehoore te brengen. Er zouden dat jaar nog meer groote dingen gebeurenmevrouw Lucia deelde mj in ver trouwen mee dat wat haar man niet gelukt was; haar wel zou gelukken, als Rosetta terugkwam, en zj was zeker dat zj terug zou komen. »Zj is nog altjd dezelfde schalk van vroeger) maar mama Lucia is haar te slim afdie is niet van van daag of gisteren." Zie hier wat in haar schrander brein was opge komen Zoodra de blonde dame weer haar gewoon bezoek bracht zou Mariaccia onder het een of ander voorwendsel naar boven loopen en uil;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1