Gemengde Berichten.
Onderwijs
Kerknieuws.
Rechtszaken.
vooral trekken van hen, die hebben gezworen de
belangen der gemeente met al hun vermogen te
zullen voorstaan en bevorderen.
De zitting kenmerkte zich daarbinnen door eene
onverstoorbare kalmte „zoo zwijgt de zee, voordat
de storm ontboeid is." Daarbuiten sloop een schim
ter verkenning van de enkele toehoorders, die zich
hadden durven verstouten in diesen Heiligen Hallen
te treden.
In strijd met hetgeen elders omtrent de gepro
jecteerde tabaksbelasting wordt medegedeeld, kan
het N. v. d. D. thans als zeker melden, dat de
minister wenscht voor te stellen een acejjns van
12 de 100 kilogram, zoowel op inlandsche als op
buitenlandsche tabak.
Het ontwerp is echter nog bij de ambtenaren
van het ministerie in studie en nog niet bij den
raad van state ingeleverd.
Aan E Hoffmann, hoofdcommies der posterijen,
is op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit
's rijks dienst, behoudens aanspraak op pensioen.
Benoemd tot directeur van het postkantoor te
Olst C. E. Yan de Kamer, thans commies der
posterijen 3e kl.
In het begin der volgende maand vertrekt de
heer H. L. Janssen Van Raajj, oud-hoofdambtenaar
bij de telegrafie in Ned.-Indiè', weder derwaarts
tot het aanvaarden der hooge betrekking, hem
dezer dagen door den minister van koloniën opge
dragen. Naar men verneemt, wordt hij belast
met het beheer der openbare werken, waarvoor
nog geen chef is benoemd, sedert zijn voorganger,
de heer De Gelder, in den raad van Indië zitting
nam. (N. R. Ct.)
Aan het mailoverzicht van het Dagbl. van N. I.
is het volgende ontleend.
De berichten uit groot Atjeh in het rapport,
opgenomen in de Jav. Crt. van 5 Sept. zijn éene
ljjst bijzonderheden omtrent uitgebreide organisa
tie, verschansing, en proviandering der vijande
lijke benden met verdubbelde waakzaamheid
onzerzijds.
Ook vernamen wij een gerucht, dat dezer dagen
Toekoe Daoed door de Atjehsche hoofden formeel
tot Sultan gekozen isvolgens ons bericht zou
dit op verzoek der bevolking geschied zijn. Men
zeide ons, dat over die verkiezing tusschen ons
bestuur op Atjeh, de regeering hier en in Den
Haag van gedachten gewisseld werd.
Wat men bedoeld heeft met de terugzending
uit Ban da van Toekoe Baid, die nu hier aange
komen is, doch die, naar men verneemt, reeds nu
nauwelijks den schijn aanneemt van onze oprechte
vriend te zijn, weet alleen de regeering. Ook
deze Atjeher moet nog altijd over veel geldmid
delen beschikken.
Naar aanleiding van de proclamatie aan de
Atjehers, schrijft het Bat. HblMen heeft ons
inzage gegeven van een bjj besluit van 19 dezer
door de regeering uitgevaardigde proclamatie aan
de Atjehsche hoofden en de bevolking van Groot-
Atjeh en onderhoorigheden, een proclamatie in
zeer vredelievenden zin, die echter aangemerkt
kan worden als de dubbelganger der proclamatie
van den generaal Van Swieten, waarin die veld
overste hoog opgeeft van zijne vele kanonnen en
«ruiters te paard." Noch van het een, noch van
het ander komt echter in het door ons bedoelde
staatsstuk iets voor maar wel wordt er veel in
geschermd met den Beheerscher des Heelals en den
Allerhoogste, persoonlijkheden, voor wie de Atjeher
blijkbaar een zeer gering ontzag heeft.
Ten einde den strafrechter geen wapen in de
hand te geven om ons te kunnen vervolgen wegens
het openbaar maken van archiefstukken, kunnen
we tot ons leedwezen het stuk niet in zijn geheel
overnemen (de proclamatie is alleen in de mailedi
tie van het Bat. Hdb. opgenomen)voor belangstel
lenden ligt echter een afschrift op ons bureau ter
inzage. Genoeg zij het te zeggen, dat het geheele
stuk een vreedzame strekking ademt en het daarom
misschien wel van zeer weinig invloed zal wezen
op Atjehers, die maar niet met de N.-I. regeering
willen begrijpen, dat zij zich verzetten tegen den
wil des Allerhoogsten, die overal vrede en rust
groote sigaar rookte. Wjj gingen stilzwijgend
voort.
«Is dat haar rijtuig?" zei mevrouw Lucia,
zich nog eens omkeerende.
Ik knikte van ja en wij vervolgden onzen weg.
Korporaal Silvester zei nietshij liep met het
hoofd naar omlaag en streek af en toe met de
hand door zijne grijze harenbij het muurtje van
de brug gekomen ging hij zitten.
„Ik blijf hier", zei hjj, „ik wil haar zien
vertrekken." Mevrouw Lucia nam, evenals ik,
ook op het muurtje plaats.
„Praat maar over Rozetta," zei ik, „praat
zooveel over haar als gij wilt en zegt alles wat
gij over haar denkt."
„Het is waar", zei mevrouw Lucia „ik kan
haar niet uit het hoofd zettenik zal haar altijd
voor mij zien, als een witte verschijning met die
loshangende harenOnze Rozetta was heel
anders, die droeg het haar opgestoken en had
een japonnetje aan van blauw en wit gestreept
katoen. Zij hield zooveel van blauw. Altijd als
ik aan de ongelukkige dacht, zag ik haar zoo,
met dat japonnetjenu kan ik dat reeds niet
meer: zij is nu een groote dame en die man, die
haar vergezelt, is misschien niet eens haar man...."
De korporaal schudde bedenkelijk het hoofd.
„Zeg eens heer ridder, als die man haar
echtgenoot was, als Rozetta het brave meisje van
vroeger gebleven ware, dan zou zjj haar ouden
vader daar niet op het zand hebben kunnen zien
wil doen heerschen indien zij het oppergezag van
het Ind. gouvernement niet willen erkennen.
Met het oog op de a. verkiezingen heeft m'
Van Houten weder een brief, thans zijn 9,n, in het
licht gegeven. Hij wijst daarin erop dat, zooals
hjj heeft voorspeld, de ontbinding, die heette eene
formaliteit te zullen zijn, leidt tot een dubbelen
strijd; vooreerst tot een zeer hevigen aanval van
de vereenigde clericalen tegen allen die met libe
ralisme zijn besmet; en ten anderen tot een aanval
van de organen der »club" op de zetels vaneenige
hunner medestanders in den strijd tegen het
clericalisme.
De heer Van Houten wenscht zoo min mogelijk
strijd over personen te voeren, maar hij geeft dien
voor de historische waarheid niet op. Indien de
kiezers, die van zijn brieven kennis nemen, de
club ondersteunen tegenover Kappeyne-Tak, zullen
zjj dit moeten doen met de bewustheid, dat zij
dan de politiek van weifeling en behoud steunen
tegenover hen, die in 1879, overeenkomstig hunne
beginselen en antecedenten, de banier van den
vooruitgang hebben opgeheven en sedert dien
tjjd eerljjk vastgehouden die in 1879 de gelegen
heid om te bljjven voortregeeren, en in 1882 de
gelegenheid om weder aan het roer te komen,
hebben versmaadomdat zjj van den ko
ning geen verlof hebben kunnen
erlangen de afschaffing van den
census en de afschaffing van de uit
sluitende verkiesbaarheid van de
hoogstaangeslagenen voor de eerste
kamer voor te stellen.
Hadden alle liberalen die staatkunde sedert
1879 gesteund,geljjkde zoogenaamdeKappeynianen,
dan zouden, volgens den schrjjver, én ons vader
land én de liberale richting zich in een geheel
anderen toestand bevinden.
Wanneer een orgaan der „club" verkondigt,
zooals het Dagblad voor Nederland, »dat zelfs de
achterljjkste liberalen geneigd zjjn verder te gaan
dan de heer Kappeyne dan kan er, volgens den
heer Van Houten, slechts van een bloot platoni
sche neiging sprake zjjn, die zich nimmer in eenige
daad heeft geopenbaard.
Kappeyne en Tak hebben in 1879 en 1882
ernstig getoond den census en de ljjst van hoogst
aangeslagenen te willen opruimen. Met hen
verbindt den heer Van Houten de gemeenschap-
peljjke, vaste wil, om deze sterke barrière dadelijk
te doen vallen. Indien het Dagblad voor Nederland
zegt. dat mr. v. H's voorstel van grondwetsherzie
ning ljjnrecht staat tegenover dat van Kappeyne
en Tak en die voorstellen elkander feitelijk
uitsluiten, is dit eenvoudig een verzinsel. Achter
de censusbarrière kunnen en zullen wellicht hunne
wegen weder uiteenloopenmaar voor het eerste
en moeiljjkste deel van den weg, waar de grootste
tegenstand te overwinnen is, is de samenwerking
volkomen verzekerd.
Sloot ook de „club" zich aan bij hetgeen
de voorstellen van m" Van Houten, Kappeijne
en Tak met elkander gemeen hebben, en lieten
hare leden ruiterljjk de weifelende houding
varen, die de bron is geweest van allerlei pogingen,
laatstelijk door Hordjjk, om censusverlaging voor
grondwetsherziening te schuiven, dan ware de
eendracht der liberalen weder hersteld, althans de
naaste grond van de betreurenswaardige tweedracht
weggenomen.
Het verraadt inderdaad eene beklagenswaardige
onkunde van de parlementaire geschiedenis, wan
neer het Dagblad voor Nederland telkens radicale
kiezers voor »club"-candidaturen weet te winnen.
Onkunde nameljjk bjj de radicale kiezers die zich
laten vangen, niet bjj de redactie en de medewer
kers van dat dagblad, die krachtig hun best hebben
gedaan om, overeenkomstig het program der commis -
siën uit de kiesvereenigingen, censusverlaging aan
grondwetsherziening te doen voorafgaan en de
staatkunde van Modderman-Hordjjk-Van Lijnden
te doen zegevierende staatkunde van hen, die
nog tjjdens de crisis van 1882 verklaarden de
mogelijkheid van hun aftreden te betreuren, wjjl
zij zoo gaarne de taak van hervorming van het
kiesrecht zouden hebben ter hand genomen, en
zich vleiden »dat daardoor overbodig zou worden
grondwetsherziening, sinds 1879 op den voorgrond
geplaatst, en welke, indien zjj plaats greep, van
liggen, zonder hem een kus te geven, zonder een
van die woordjes tot hem te zeggen, waarmede
zij hem vroeger zoo vaak verkwikt heeft."
Wij bleven op het muurtje ziften totdat het
rjjtuig uit de schaduw van de brug uitkwam. Wjj
zagen het portier openen, eerst twee kleine net
geschoeide voetjes en daarna twee groote voeten
op de trede stappen, hoorden het portier dicht
slaan, maar verder zagen wjj niets meer, omdat
de arme oudjes met gebogen hoofd zaten te
schreien en ik naar de oude luidjes keek.
Toen zjj het hoofd ophieven was het rijtuig
weg. Rozetta was vertrokken.
De vrooljjke stem van Mariaccia klonk ons, op
de vleugelen van den landwind gedragen, tot aan
de moerbeziënlaan tegemoet.
Korporaal Silvester, die voorop liep, keerde zich
om en zag zjjn vrouw aan, maar glimlachte niet.
Lucia, die op mjjn arm leunde, zei:
ȟie daar is ten minste al tjjd tevreden; zij
zingt altijd
Er lag een zweem van misnoegdheid in die
woorden en in het stilzwijgen, waarmede de oude
schermmeester ze opnam. Mariaccia zong inder
daad altjjd; haar vrooljjk lied weergalmde steeds
door het huis en klonk gedurig door de open
vensters naar buiten.
Wjj waren reeds op den drempel en Mariaccia
zong nog door.
«Gjj hebt van daag veel pleizier om te zin
gen zei korporaal Silvester naar de keuken gaande
vele zjjden een aandrang tot invoering van alge
meen stemrecht zou opwekken."
»Deze weinige woorden bevatten", zegt de
brief schrjjver, „inderdaad de spil, waarom sedert
1879 de onderlinge strjjd der liberalen draaide.
Daar vindt de toekomstige geschiedschrijver den
draad in den doolhof der parlementaire stemmingen
en uitingen."
Dit is voor de liberalen het voornaamste deel
van den brief van den heer Van Houten. Overigens
waarschuwt hij daarin tegen de verregaande
onverschilligheid van eenigen, vooral van Het
Vaderland, voor verplaatsing der meerderheid naar
de clericale zijde. Zonder eene instructieve geest
verwantschap is die onverschilligheid niet te
verklaren. Geene ernstige politieke partij mag
indirect tot de overwinning van hare principieele
tegenstanders medewerken. Kan eene verdeelde
liberale partjj weinig goeds doen, zjj kan althans
veel kwaads verhinderen. Wjj liberalen kunnen,
al wilden wij, met de clericalen geen beurtspel
spelen, zooals de twee partjjen der Engelsche lords
in de goede dagen voor de reform bill van 1832
En «de club", de anti-Kappeyniaansche club,
verrekent zich ook deerlijk, wanneer zjj meent,
dat, na overgang der meerderheid, de Mackay's en
Borret's de toongevers der clericale partjj zullen
bljjven.
Mocht de naaste toekomst ons den uitnemenden
Lohman aan het roer brengen, ten einde de staat
kunde der openbaarmaking en ten
toonstelling van de liberalistische
ongerechtigheid uit te voeren, dan zal geene
aera van vrijheid en gerechtigheid, maar van
anti-liberalistische ongerechtigheid
zijn aangebroken. De heer Lohman toch is het
slachtoffer van zjjn partjjhaat. Oorspronkelijk een
voorstander van het recht tegenover de af
dwalingen van het wisselende oordeel over hetgeen
nuttig is, draagt thans elke zijner redevoeringen
den stempel van partijhaat. Tegenover de, in
zjjn oog, schreeuwende gruwelen der liberale
staatkunde acht hjj elk wapen goed, aan welks
hanteering hij de overmacht der liberalen toe
schrijft. De liberalen, meent hij, hebben den
census bepaald naar hun partjjbelang, waarom
zoude hjj dit wapen niet tegen hen keeren De
liberalen hebben het land in districten verknipt,
ten einde anti-liberale minderheden te onderdruk
ken, waarom zouden deze niet op hunne beurt de
schaar eens hanteeren De liberalen hebben de
staatsschool zoodanig ingericht, dat zjj de geesten
der jeugd voorbereidt voor de liberale beginselen,
waarom zouden de anti-liberalen de geesten niet
kneden, zoodat zij ontvankelijk worden voor de
aanneming van de dogmen der kerk? De liberalen
hebben bjj voorkeur alle ambten aan hunne aan
hangers geschonkenwaarom zoude nu niet eens
de gulden tjjd voor de geloovigen mogen aanbre
ken enz. enz. Het liberalisme te fnuiken is het
hoofddoel geworden van den staatsman Lohman.
Maar hij dwaalt in zijne appreciatie van den
oorsprong van de kracht van het liberalisme. Elk
gebruik van een onwaardig wapen heeft de kracht
der liberale partjj verminderd, omdat het de wer-
keljjke liberalen van de staatkundige liberale
partjj heeft vervreemd.
Volgens den heer Van Houten moet daarom bjj
de a. verkiezingen worden begonnen, geene stem te
geven aan iemand, van wien men niet overuigd is dat
hjj tot dadelijke afschaffing van den census en van
de uitsluitende verkiesbaarheid der hoogstaange
slagenen voor de eerste kamer zal medewerken.
En vooral op dit dadelijk zjj gedrukt, als een
candidaat zich, naar de gewoonte onzer dagen,
in onbepaalde phrasen hult. Biedt de aftredende
liberaal ten aanzien van dit hoofdpunt geen
waarborg, dan worde een eigen candidaat gesteld
en tot de herstemming gewacht om een definitieve
keus te doen.
Bjj de akte-examens in Noord-Brabant is o. a-
geslaagd mej. D. M. C. Joppe van Middelburg.
Gisterenavond is bij den kerkeraad der Ned. herv.
gemeente alhier van den heer Koch de mededeelin g
ontvangen dat hjj, wegens eene steeds voortdurende
keelongesteldheid en daarmede gepaard gaande ver
zwakking van zjjn stemgeluid, zich in de droevige
noodzakeljjkheid bevindt om zijne betrekking als
predikant met 1 Januari e. k. neder te leggen
De kerkeraad verleende hem op zjjn verzoek
gaarne het getuigschrift, noodig tot het verkrijgen
van zjjn eervol emeritaat. Zeker zal het vernemen
van dit besluit van den geachten leeraar aan zjjne
vele vrienden en volgers van harte leed doen.
Mariaccia zweeg eensklaps.
«Gelukkighet werd tjjd dat zjj ophield
riep zjjn vrouw uit.
Zjj zagen elkaar en mij aan en verbeeldden zich
dat zjj mjj nu een duideljjk bewjjs van hun slecht
humeur gegeven hadden.
»Als men zelf niet in zjjn schik is," begon
ik om toch iets te zeggenmaar korporaal Sil
vester viel mjj in de rede
»Het is beter dat zjj zingt; nu zjj zwjjgt
hindert het mjj nog meer; wat zegt gij Lucia?"
Zonder haar antwoord af te wachten, dat hjj
wel op haar gelaat kon lezen, ging hjj weer
naar de keukendeur en zei
«Waarom zingt gjj niet meer, Mariaccia? Ik
heb niet gezegd dat gjj moest ophouden; zing kind,
zing toch; het doet ons genoegen."
Mariaccia zong even met halve stemmaar
zweeg weldra weer.
(Wordt vervolgd)
De heer J. F. De Klerck, te Nieuwpoort, is
beroepen te Arnemuiden.
De heer C. C. Schot te Tholen, beeft voor
het beroep naar Wageningen bedankt.
Aangenomen het beroep naar Renesse en
Noordwelle door den heer dr. S. P. Heringa, te
Zuid-Scharwoude.
De zaak tegen Adriaan Bevelander, beschul
digd van diefstal met buitenbraak enz., bjj den
heer Fransen Van de Putte te Goes, zal door het
gerechtshof te 's Huge, volgens nader bericht,
behandeld worden op Vrijdag 31 October a.
Arrondissements-rechtbank te Zierikzee.
Heden zjjn veroordeeld: P. V. d.S., te St. Maar -
tensdjjk, wegens diefstal van appelen tot 6 d. gev.
J. M., te Bruinisse, wegens laster in een inge
zonden stuk in de Zierikzeesche Nieuwsbode,
tot f 60 boete of 14 dagen gev. en 10 schade
vergoeding aan de beleedigde partjj, met bepaling
dat het vonnis zal worden aangeplakt te Brui
nisse en te Zierikzee. W. K., te Haamstede,
wegens moedwillige mishandeling tot f 3 boete.
C. G., te Noordwelle, wegens alsvoren tot 3
dagen cel. A. R., te Kerkwerve, wegens alsvoren
tot 14 dagen cel. C. K., te Zierikzee, wegens
alsvoren tot 3 dagen cel en J. I., te Zierikzee,
wegens diefstal, tot 1 maand cel.
Allen in de kosten.
Kantongerecht te Goes.
Heden, Vrijdag, zjjn veroordeeld
A. M. De L. en T. M. te Wolfaartsdjjk, wegens
het rapen van koren van een veld, niet
geheel van zjjn oogst ontbloot, tot 0.50 boete,
subs. 1 dag gev. ieder; P. S. en A. L. te
Wemeldinge, L. Van E. te Yerseke, L. Van D en
W. L te Krabbendjjke, F. B. en A. G. te Kapelle,
wegens burengerucht, ieder tot f 5.50 boete, subs.
1. d. gev.; C. B. v. d. B, te Wissekerke, wegens
het niet binnen 24 uren begraven van afgemaakt
vee, tot 3 boete, subs. 1 d. gev.M. De M.
te Borssele, wegens het bjj brand niet verleenen
van den gevorderden bjjstand, tot 3 boete, subs.
1 d, gev.L. W. en J. T. te Baarland, wegens
het werpen van steenen tegen eens anders huizen,
tot f 3 boete, subs. 1 d. gev.J. De S., P. K.
en P. K. te Hoofdplaat, wegens het bevisschen
der Schelde zonder consent, n° 1 en 2 ieder tot
10 boete en n" 3 tot 4.50 boete, subs. 1 d.
gev.T. P. v. A. te Hansweert, wegens hard
rijden, tot 3 boete, subs. 1 d. gev.G. B. te
Schore, wegens het stellen van een houtmjjt binnen
3 M. van den weg, tot 1 boete, subs. 1 d. gev.;
J. C. M. teKloetinge, wegens bet rijden, gezeten in
een hondenkar, tot J 1 boete, subs. 1 d. gev.
N. K. en J. De M. te Wemeldinge, wegens diefstal
van veldvrnchten, tot 0.50 boete, subs. 1 d. gev.
ieder. En allen in de kosten.
Ontslagen van rechtsvervolging werden A. V.
te Wissekerke en A. C. te Coljjnsplaat, beklaagd
van het laten grazen van vee op een djjk.
Vrijgesproken werden M. S. te Goes, beklaagd
van dronkenschap en J. B. aldaar, beklaagd van
het beschadigen van eens anders eigendom.
Wegens jderaillement te Rilland van een wagen
van trein 586 (goederentrein), tengevolge van
verkeerden wisselstand, is heden morgen de weg
aldaar een uur versperd geweest.
De treinen 119 en 34, die van 12.28 m. en 1
uur, ondervonden daardoor vertraging de eerste,
die hier te 12.28 aankomen moet, kwam eerst te
1.1 aan, dus 33 minuten te laat. Ook de tweede
kwam eenigen tjjd na het bepaalde uur hier aan.
Door het muziekgezelschap Ons Genoegen te
Vlissingen werd gisterenavond bjj fakkellicht eene
serenade gebracht aan den directeur en onderwjj-
zer van het gezelschap, den heer Gejjsen, ter eere
van zjjn vjjftigsten jaardag.
Een verbljjdend verschjjnsel mag de toene
mende zucht tot spaien in de gemeente's Heeren-
hoek geheeten worden. Terwjjl in 1881 slechts
6 inlagen in de rijkspostspaarbank, in '82, 24
in '83, 56 inlagen plaats] hadden, is het getal
inlagen voor dit jaar nu reeds tot 99 geklom
men.
Nog altoos duurt het beleg van 't in de
lucht zwevende zolder-kamertje, het eenig over
geblevene van een ruim huis aan de Ossenmarkt
te Zwolle, voort. Geljjk eenmaal Dyot the Dumb
op 't wankelende dak van een overigens ingestort
gebouw alle belegeraars van Lichfield met succes
wederstond, zoo handhaaft hier een oude slot
voogdes, enkel gewapend met een huurcontract,
in optima forma met den vorigen eigenaar ge
sloten, hare leuze: «geen steen van mjj ne vesting,
geen duimbreed van mjjn vloer 1Noch voor
geweld van moker en houweel, noch voor vorste-
ljjke geschenken wijkt zij, ofschoon de toegang
tot haar fortificatie levensgevaarljjk is. (N. IJselb.)
Het is thans bekend geworden, zegt de
N. Bred. Ct, dat van de 149 kavels weiland,
bouwland en dennenbosch, behoord hebbende tot
de domeingoederen van wjjlen Z. K. H. prins
Frederik, onlangs geveild, 46 niet aan de voor-
loopige koopers zjjn gegund. De niet gegunde
kavels zjjn de weilanden, gelegen in den West
polder en de boschweide in den Willemspolder,
alsmede de perceelen dennenbosch (het Uilenbosch)
en de warande (de Lage Heide).
„Een man uit het volk" te Utrecht, werd
gisteren aldaar teraardebesteld. Van zjjne woning
in de Oranjestraat was, langs de straten die de
ljjkkoets moest passeeren, het volk in twee rjjen
geschaard. Die belangstelling gold den algemeen
bekenden «held van de bot- en vischmarkt", zoo
genaamd «Piet de mineur". Niet slechts éen
menschenleven heeft hjj uit het water gered, maar
al wat van mensch of kind te water viel, vooral
aan de vischmarkt, redde hjj meermalen. De
ljjkkoets was met eene menigte kransen versierd
en hield eenige minuten aan de vischmarkt stil.
De invloed der vrouw. Op de deureener
tapperjj te Amersfoort kon men Zondag lezen:
„op last van de huisjuffrouw heden gesloten."