Laatste Berichten. Gemengde Berichten Waarom algemeen, stemrecht? Rechtszaken. Verkoopingen en aanbestedingen. Staten-Generaal. DOOR P. C. P. FROWEIN. Dat het beginsel van algemeen stemrecht in de staatsgeschiedenis onzer eeuw ligt, schijnt even onmiskenbaar als dat zij het ge stadig, schoon trapsgewijze, tracht te verwezenlijken. Thorbecke. „De vergaderingoverwegendedat bij bet tegenwoordig kiesstelsel eene behoorlijke behar tiging van ware volksbelangen niet mogelijk is „dat deze alleen verkregen kan worden door het geheele Nederlandsche volk invloed te geven op het staatsbestuur »i8 van oordeel, dat ten spoedigste het alge meen stemrecht, bjj de grondwet gewaarborgd, moet worden verleend". Aldus luidt de motie, Zondag 7 September jl. op dertien verschillende plaatsen in ons vaderland, te Amsterdam Rotterdam Groningen Sneek, Leeuwarden, Zwolle, Haarlem, Heerenveen, Delft zijl, Appingedam, Leiden, Arnhem en Wormer- veer meest met algemeene stemmen aangenomen, en acht dagen later op eene vergadering van afgevaardigden, bijgewoond door minstens drie duizend personen, bekrachtigd. Telt men het aantal stemmen, op den eersten Zondag op de verschillende plaatsen ten gunste der motie uitge bracht, bij elkander, dan blijkt het dat ongeveer tienduizend burgers van Nederland, meest werk lieden, zjjn opgekomen om hun stem ten gunste daarvan uit te brengen. Neemt men daarbjj in aanmerking, dat op verschillende plaatsen, o. a. te Amsterdam, Groningen, Sneek, Leeuwarden, Appingedamhonderden geen toegang konden krijgen in de overvolle zalendat te 's Gravenhage de deuren een oogenblik moesten gesloten worden, om de binnenzijnden te beveiligen tegen den drang van buitenbedenkt men daarbij dat nergens door een der duizenden een oproerig woord gesproken isdat overal niettegenstaande de uitbundige geestdrift de meest volmaakte orde en rust ge- heerscht heeft; dat uit de eensluidendheid der motie en de gelijktijdigheid der meetings, de beste een dracht en organisatie bljjkt; dat de geheele mani festatie op touw gezet en georganiseerd is bijna alleen door werklieden, zonder financieelen steun, slechts enkele malen met adviseerenden steun van anderen, dan is het voor den blindsten struisvogel niet te loochenen, dat het met de beweging voor algemeen stemrecht in de meeste provinciën van ons vaderland ernst begint te worden. Men zal moeten toegeven, dat de beweging niet is, zooals door sommigen wel eens is vermoed, eene kunstmatige, niet is een beweging van enkele heethoofden, misleid door onpractische geleer den, door dweepers of opruiersmaar dat men te doen heeft met een krachtige openbaring van den nationalen volksgeest, met mannen van vaste overtuiging en flinke wilskracht, die tegen over het weifelende der andere staatkundige par tijen weten wat zij willen en geen haarbreed zullen wijken in hun eiseh naar recht. Dezen eisch dood te zwjjgen zal niet meer gaan. Men zal op den duur dien moeten afwijzen met gelijke kracht als hij gedaan wordt, of wel men zal moeten toegeven. Maar in het laatste geval en ik meen het eenige geval is het te hopen voor de innerlijke kracht onzer natie, voor de zoo gewenschte eendracht onder onze burgers, in het algemeen voor de hechtheid van den nieuw te weven nationalen hand, dat dit toegeven niet geschiedde schoorvoetend, noch uit angst of vrees maar dat de machthebbende partij uit eigen vrijen wil, uit overtuiging en plichtgevoel recht doe aan het zesmaal grootere deel, dat van recht versto ken is. Daarom is het zoo wenscheljjk, dat de eisch naar recht niet vernomen wordt uitsluitend in die kringen, waar hij onvoorwaardelijk wordt toegejuicht, maar dat ook in uitgebreider, misschien voorloopig vijandigen kring het beginsel worde verdedigd. Daarom is het mij een genoegen ge bruik te maken van de in dit blad mij verleende gastvrijheid teneinde in een provincie, waar bij uitzondering van vele andere de drang naar stemrecht nog weinig bij het volk schijnt gevoeld te worden, de meer beschaafden iets te doen ge voelen voor de gewenschte noodzakelijkheid van het algemeen stemrecht. Natuurlijk zal ik met het oog op de ruimte slechts enkele punten kunnen aanstippen, ook daar waar het wenschelijk zou zjjn flink de ljjnen door te trekken en uit te werken. Ik begin met er aan te herinneren hoe exceptio neel en achteiljjk de regeling van het stemrecht of het kiesrecht (deze beide woorden, hoewel eigenljjk verschillend van beteekenis, wensch ik in dit opstel als synoniem te beschouwen) is in ons land, waar de heerschende partij gewoonlijk met misplaatste zelfgenoegzaamheid op de rechten der burgers pocht. In Frankrijk, Duitschland Zwitserland en de Vereenigde Staten heeft men het algemeen stemrecht reeds sedert jaren inge voerd in Engeland heeft men een zeer uitgebreid stemrecht, en houdt nog slechts het huis der lords tegen den wil van het lagerhuis een verdere uitbreiding tegen. In Oostenrijk, Italië, Spanje enz. heeft men eveneens een zeer uitgebreid stemrecht. Zou men de beschaving der landen willen afmeten naar de mate van erkenning van een der eerste der burgerschapsrechten, het recht om zelf zich te regeeren, dan zouden Rusland en Turkije het laagst staan, maar toch onmiddelljjk grenzen aan België en.... Nederland. Mjj dunkt, dat deze toestand zeker niet normaal is, en een schandvlek mag genoemd worden voor onze staatsinstellingen. Straks zullen wij zien, dat wjj de nadeelige gevolgen van dezen ziekelijsen toe stand maar al te zeer reeds hebben ondervonden. Bij het onderzoek naar do wenschelijkheid van alg. stemrecht is het meest doeltreffend zich te plaaten op een practisch standpunt. Theoretisch toch geeft bjj na ieder beschaafd mensch, behalve een bepaalde juridische school, tegenwoordig de juistheid daarvan toe. Deze school, die aan de Leidsche hoogeschool in de laatsten tjjd vele aanhangers vindt, stelt de staadssonvereiniteit tegenover de uolfcssouvereiniteit. Met ingenomen heid wijst zij op Bluntschli, die in zjjn Politik als Wissenschaft (p. 421) ons vertelt: Die gesell- schaftliche Staatslehre hat das allgemeine Stimmrecht oft dargestelt als ein natilrliches Recht Aller, als Theilnéhmer und Theilhaber der Staatsgesellschaft. Aber das Wahlrecht im State und für Statszwecke ist nicht ein natürliches Menschenrecht sondern ein Statliches, vom State abgeleitetes, dem State dienendes Recht. Krasser uit zich nog de Leidsche hoogleeraar V. d. Ylugt, wanneer hij, de staatssouvereiniteit stellende tegenover de volks- souvereiniteit, naar aanleiding van de „zelfstandig heid van het staatsgezag" de revolutionaire stelling predikt: »De staat moet zijn gezag, zijn wil zelfstandig houden tegenover dien zijner burgers." {De Rechtsstaat pag. 43). Het is mij nimmer mogen gelukken er achter te komen, in welke beteekenis door de aanhangers van bovengenoemde philoso- phisch-juridische school het woord staat wordt gebezigd. En waar Bluntschli in het aangehaalde het kiesrecht vom State abgeleitet noemt, heb ik nimmer kunnen ontdekken waar B. het begip staat van af leidt. Het begrip „Btaat" schijnt bij deze geleerden geheel een metaphysisch begrip te zijn. Het komt als iets ontastbaars uit de lucht vallenniemand weet van waaren de priesters van dezen bovennatuurtjjken Rechtstaat" (o. a. Buys, Y. d. Ylugt c. s.) kunnen aan ons, oninge- wjjden, er van verteilen wat hun goeddunkt. Terecht zegt dan ook m. i. mr. Lotsy (A. B. C. van het Nederlandsche Staatsrecht p. 7), »Hot begrip staatssouvereiniteit is een schoolsch begripmen moet op school zijn geweest om het te verstaan. Het is de laatste kunstmatige dam, opgeworpen door hen, die de macht in handen hebben, tegen het volk, dat zich zelf wil gaan regeeren." De anti-revolutionaire partij vindt de bron van het gezag alleen in God. {Het progam art. 2) de bovengenoemde liberale scholastiek in het metaphysische begrip staat-, de jong liberale partij in het positieve begrip volkssouvereiniteit. De wijsgeer Auguste Comte formuleerde in zijn Loi des trois états het beginsel, dat onze kennis aanvangt met een godsdienstigen grondslag, om daarna een metaphysisch en en eindeljjk een positieven grondslag te verkrjjgen. Yolgens hem zouden de aanhangers van bovengenoemde, ave rechts opgevatte staatssouvereiniteit in het tweede stadium der menschel jjke kennis verkeeren. Het meest rationeele, positieve begrip van het woord „staat" is dat van collectieve eenheid van alle burgers. De staat staat tot den burger (of juister misschien nog tot het gezin) in dezelfde verhou ding als het individu tot de cel. De staat is eenvoudig de som van alle burgers of, wil men liever, van alle, gezinnen vertegenwoordigende, burgers. Staatssouvereiniteit kan en mag nooit staan tegenover volkssouvereiniteit, maar ia er geheel identiek mede. De wil van den staat ia identiek met den wil van de meerderheid dei- burgers. Te zeggen met prof. V. d. Vlugt, dat de staat zijn wil zelfstandig moet houden tegen over dien zijner burgers, wil eenvoudig zeggen dat de wil der burgers zelfstandig moet staan tegen over dien wil. Blijkbaar een contradictio in ter minis. Tenzij en zoo bedoelt de schrijver het men er in leze, dat de wil van de priesters van den god Rechtsstaat zelfstandig moet staan tegen over dien der burgers. Daarom is deze uitspraak zoo revolutionair en oproerig en staatsgevaarlijk mogelijk. Neen, staat en volk zjjn homogene begrippen. Maar dan ook is er geen reden denkbaar, waarom de eene burger de macht zou mogen hebben te heerschen over zijns gelijken (zoogen. personae miserabilis dus uitgezonderd)dan is ook algemeen stemrecht het natuurlijk uitvloeisel van de bepa ling de staat is de collectieve eenheid der burgers. Doch genoeg van deze afgetrokken bespiegelingen, die voor een gezond, niet op de collegebanken gevormd, menschenverstand overbodig zijn. Mijne lezers stellen waarschijnlijk meer belang in de practische zijde van het vraagstuk. Wordt vervolgd). Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Door de rechtbank zijn heden veroordeeld W. J. Van S., 25 jsigarenmaker te Middelburg, thans gedetineerd, wegens oplichting, tot 183 d. cel en 2 geldboeten van ƒ25; J. D., 50 j., arbeider te Westkapelle, mede gedetineerd, wegens bedelarij, tot 14 d. cel en opzending naar een bedelaarsge sticht; A. H. De W., 28 j., stukadoor te Wolfaarts- dijk, wegens mishandeling, tot 8 boete; V. V., 17 j„ te Kemseke (België), wegens diefstal, tot 8 d. celA. H., 22 j., arbeider te St. Jansteen, we gens beleediging met woorden, tot ƒ12 boete; L. P. B„ 28 j., P. J. B., 27 j., A. M., 24 j„ en P. Van K., 22 j., allen te Hontenisse, wegens mishandeling, de le en ~2e tot 15 d. cel en 8 boete, en de 3" en 4e tot 8d.cel en J. B., 69 j., gepensioneerd onderwjjzer te Philippine, wegens mishandeling, tot 5 boete. Allen in de kosten. Arrondissements-rechtbank le Zierikzee. Heden, Vrjjdag, zijn veroordeeld J. D., te Stavenisse wegens diefstal tot een maand cel. J. W., te Brouwershaven, wegens overtreding der drankwet tot 14 dagen gev. - A. E., J. I., J. v. d. H. en A. D. W., allen te Zierikzee wegens moedwillige mishandeling, de eerste tot 5 boete, de overigen tot 3 dagen gev. J. D. H., te Zierikzee, wegens moedwillige mishandeling en vellen van een boompje tot 15 dagen cel en 8 boete en C. A., te Zierikzee, wegens moedwillige mishandeling tot 3 dagen gev. Allen in de kosten. Verder deed de rechtbank nog in hooger beroep uitspraak in de zaak tegen A. R. Dzn. te Scher- penisse, beklaagd van het schieten en vervoeren van een haas in gesloten jachttijd en zonder acte of vergunning. De rechtbank heeft deze zaak teruggewezen naar het kantongerecht te Tholen. Gisteren stond terecht voor het gerechtshof te 's Hertogenbosch Henri Marinus Janssen, oud 34 jaren, winkelier en huurkoetsier, geboren te Axel, wonende te Bergen op Zoom, ter zake dat hij in den avond van 8 Juli 1884 moedwillig den nachtagent van politie J. B. C. Van Poll een messteek in den buik had toegebracht, tengevolge waarvan die beambte den 22en Juli 1884 overleed. Het openbaar ministerie eischte schuldigver klaring aan gewelddadigheid tegen een agent dei- gewapende macht, onder het waarnemen van zijn dienst, waaruit de dood binnen de 40 dagen is gevolgden eischte te dier zake eene tuchthuis straf van vijf jaren. Benoemd tot concierge en bode aan het raadhuis te Monnikendam de heer P. A. Werndly te Middelburg. Te Heinkenszand hebben de veehouders met den heer Gerstin, veearts aldaar, een ziekenfonds opgericht ten behoeve van paarden, koeien enz., naar de wijze van elders bestaande fondsen voor geneeskundige behandeling van menschen. Het nut van dezen maatregel mag boven allen twijfel verheven worden geacht. In den tegen- woordigen critieken toestand der landbouwers, die allen veehouders zjjn, verdient eene gematigde vaste bijdrage de voorkeur boven eene wissel vallige rekening, terwijl de betrokken deskundige zich natuurlijk zal bejjveren om den gezondheids toestand van het vee steeds na te gaan en te bevorderen en het zieke zoo spoedig mogelijk te genezen. Bij eene algemeene deelneming, ook van omliggende gemeenten, ware bedoelden titu laris eene behoorlijke bezoldiging verzekerd en het betrokken deel der provincie zou zijne belangen kosteloos behartigd zien door een voortdurend veeartsenijkundig bezoek. Een naamlooze vennootschap heeft bezuiden ÏJmuiden strand gehuurd, om daar in 1885 een badinrichting te openen. Een kruidenier, lid der kamer van koophandel te Leeuwarden, heeft de verontwaardiging van zijn collega's-concurrenten aldaar in hooge mate opgewekt door onderscheiden artikelen opeens voor 5 a 7j cent beneden den gewonen winkelprjjs te gaan verkoopen. Zij noemen dit kruideniers politiek. Het publiek is er echter wel meê ingenomen. - Van het stadhuis eener kleine gemeente werd de volgende bekendmaking gedaanDen inwoners wordt kennis gegeven, dat van heden af, die een hond heeft, verplicht is een muilkorf te dragen, aan de(n) ketting te leggen of met een touw aan den halsband te loopen. De overtreders dezer verordening zullen met boeten of gevan genisstraf gestraft worden. Het was kermis te V. in de Meierij. De gemeente-veldwachter had in gezelschap van zjjn broeder zjjn deel van de algemeene vreugde ge noten en vond tegen den avond, dat het na de gebruikte potjes bier al wel was geweest. Hjj bracht daarom zijn broeder een eindje weg, toen deze huiswaarts gaan zou, en keerde daarna op zjjn post terug. Van kermishouder werd hjj nu weer politieman, 'tgeen hjj bewees door 5 minuten later iemand te verbaliseeren als overtreder der drankwet. Die iemand waszijn broeder. Als middel tegen de muskieten, waardoor men vooral in Amsterdam zoo zeer geplaagd wordt, wordt Peru-balsem ten zeerste aanbevolen. In Amsterdam heeft zich eene commissie gevormd, die een proef wil nemen met de ver strekking van een warm middagmaal aan school gaande kinderen, die dit werkelijk behoeven, zooals die hun vader hebben verloren, of wier vader zonder werk is, of door een ongeluk verhinderd wordt te werken enz. De commissie heeft zich daarbjj de voorlichting verzekerd van de hoofden der scholen. Reeds zijn gelden bijeengebracht, voldoende om op een beperkt getal kinderen de proef toe te passen. Donderdag avond is onder Princenhage een 25-jarig meisje door een uit Roosendaal komenden trein overreden. Zjj werd tusschen de rails, ba dende in haar bloed, gevonden. Ofschoon niet dood, was haar toestand zorgeljjk. Zij had kermis gehouden en wa» in een toestand thuis gekomen, die den landbouwer, bij wien zij in dienst was, aanleiding gaf om haar niet binnen te laten toen schjjnt zjj zich tegen den avond op den spoorweg te slapen te hebben gelegd. Het kantongerecht te 's Gravenhage veroor deelde iemand tot 3 boete wegens het snijden van een letter in een boom in het Haagsche boseh. In het Amstel-Hotel te Amsterdam kwamen twee Engelschen aan, die den weg van Rotterdam daarheen in ongeveer 5 uren per rijwiel afgelegd hadden. Zij zjjn voornemens hun reis naar Berlijn op dié wijze voort te zetten, en zullen daartoe allereerst naar Utrecht en Arnhem rjjden. Tegen den sergeant J. K. van het 7e regiment infanterie, te Amsterdam in garnizoen, die zich in qualiteit van menagemeester aan het maken van valsche handteekeningen heeft schuldig ge maakt, is eene aanklacht ingediend. Onder de uitbundigste geestdrift der bevolking heeft gisteren het „keizersfeest" te Keulen plaats gehad. De keizer en zjjne gemalin, de kroonprins met zijne gemalin en dochter en prins Heinrich waren in de stad tot 4 uur des middags. Het hooge gezelschap bezichtigde voornameljjk de nieuwe wjjken en vestingwerken. Van Keulen reisden de hooge personen naar Coblentz. De Pruisische gezant bjj het Vatikaan, de heer Von Schlözer, is te Rome teruggekeerd. Truth verhaalt, dat de Duitsche kroonprinses gedurende haar verblijf in Engeland met veel ge noegen te Balmoral met den heer Gladstone heeft gesproken over onderwerpen, literatuur en kunst betreffend, en in het bjjzonder over porselein, in de kennis waarvan de prinses en de eerste minister wedjjveren. Bij het afscheid nemen wekte de prinses Gladstone dringend op, om in Postdam en Berlijn bezoeken te komen afleggen. De Standard verspreidt het gerucht, dat de Duitsche gezant te Londen, graaf Von Munster, door den heer Herbert Bismarck zal vervangen worden. De keizer van Rusland is in Petersburg teruggekeerd, en van daar naar Peterhof vertrok ken. Over enkele dagen zal de keizerljjke familie zich naar Gatschina begeven. De cholera-epidemie blijft te Napels afnemen, doch de ziekte verspreidt zich in de provincies. Te Genua kwamen reeds verscheidene gevallen voor. De vreemde geneesheeren beginnen Napels te verlaten. De kinderen- en zuigelingen-tentoonstelling te Parjjs zal toch niet plaats hebben. Des te beter voor de kleintjes. De predikant Baltzer te Nordhausen is wegens beleediging van den Duitschen kroonprius in een dagbladartikel tot eene maand gevangenisstraf veroordeeld. Uit Washington komt het bericht, dat de heer Gresham tot minister van financiën is benoemd. Heden middag is door den majoor, toezien- den chef over het nachtleger te Vlissingen aan besteed de levering van het benoodigde ligstroo ten behoeve van het garnizoen aldaar, gedurende het tjjdvak van den len November 1884 tot en met den 31eu October 1885. Ingeschreven was door de heeren F. Duijvekot voor 29 en P. J. Mortier voor 27.50 per 1000 K. G. Beiden wonen te Vlissingen. Ten overstaan van den notaris Rembges te Kruiningen werd Donderdagmiddag te Rilland in het openbaar te koop aangeboden een smederij met bjjbehoorend woonhuis, staande op erfpachtsgrond in den Engelschen polder; verkocht voor 1200. Tweede kamer. Behandeling van het wetsontwerp tot herziening van artikel 198 der grondwet. Van antirevolutionair standpunt aan den regent koninkljjke macht toekennend, verdedigden de heeren Schimmelpenninck van der Oije en Keu chenius de voorgestelde wijziging, maar de heer Keuchenius acht het tegenwoordig tijdstip ongrond wettig, omdat vooraf de kiestabel herzien moet worden. De heeren Van Baar, Haffmans en Brouwers bestreden het ontwerp, omdat daardoor, wat volgens hen gevaarljjk is, de deur wordt openge steld voor een door de liberalen begeerde grond wetsherziening, die in handen van den regent, volgens den heer Brouwers, gevaarlijk kan worden voor de rechten van den toekomstigen koning. De heer Vermeulen, ofschoon ook niet verlangend naar grondwetsherziening, meende toch dat onver- anderljjkheid der grondwet gedurende een mogeljjk langdurig regentschap een voorwendsel tot agitee- renden drang naar buiten kan worden. Daarom verklaarde hij zich voor het ontwerp. De heer Van Eek achtte de zaak veel te haastig behandeld en wil geen partieële herziening der wet. Door wjjziging van het elfde hoofdstuk, wordt, volgens hem, eene latere, breedere her ziening vergemakkelijkt. De heer Gleichman daarentegen achtte plicht- matigen spoed noodig ter voorziening in het mogeljjk geval dat de regeering eene breedere herziening, die hjj, vooral ter wijziging van het kiesrecht, dringend noodig verklaarde, onmogeljjk make. De minister Heemskerk herhaalde de bereid verklaring der regeering om het werk eener breedere grondwetsherziening te bespoedigen. Dit zal niet worden belemmerd door de tegenwoordige wijziging, welke slechts strekt om de toekomst te vrjjwaren tegen niet te bevredigen drang tot grondwetsherziening De heer Wintgens bestreed het beginsel dat de plaatsvervanger des konings dezelfde rechten moet hebben als de koning en waarschuwde tegen de gevaren eener breedere herziening. De heer Rutgers protesteerde tegen de gevolgen eener ontbinding, waardoor de regeering de par lementaire controle ondervangt De heer Schimmelpenninck Van der Oye ver langde dat het hoofdstuk omtrent de macht des konings onveranderlijk gemaakt worde gedurende een regentschap, hetgeen de minister ontried. Bjj de artikelen verzette de minister zich tegen het verlangen des heeren Van Houten om het geheele artikel 198 weg te laten. Het wetsontwerp is daarop met 68 tegen 14 stemmen aaugenomen. Tegen stemden de heeren De Vos de Waal, ClercxStraetmansBahlmann, Reuther, Van Baar, Kalkman, Lambrechts, Hoffmans, Keuchenius, Wintgens, Brouwers, Van Eek en Ruijs. Caïro. Men verwacht, dat de Egyptische regeering het protest der mogendheden alleen met eene kennisgeving van ontvangst zal beantwoorden. Herziening van Art. 198 der Grondwet. {Slot). De groote meerderheid der leden achtte het in het algemeen alleszins denkbaar, dat gedurende een re gentschap behoefte kan ontstaan aan wjjziging van een of meer grondwettige bepalingen. Mocht het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 2