N° 220. 127® Jaargang. 1884. Woensdag 24 September. Middelburg 23 September. 1 FEUILLETON. Het witte Huisje. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Salvatore Far én a. Vad?> IIDDELBIRGSCHE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. Da Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te Tholen: W. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Wie zich tegen 1 October 110 ons blad abonneert ontvangt de nog in dit k nommers kosteloos. r wo :n%rt 'aal verschijnende De minister van buitenlandsche zaken vraagt f 1000 aan als toelage voor het Nederlandsche lid in den gezondbeidsraad te Konstantinopel. Hij vreest, dat anders bedoeld lid voor die betrekking zal bedanken, ofschoon de kamer verleden jaar de toelage beeft afgestemd zonder dat die toen ook uitgesproken vrees is bewaarheid. Wij willen hopen dat de kamer nu vrijgeviger zal wezen of dat anders in dien gezondheidsraad ons land niet vertegenwoordigd zal zijn. Op zulke koopjes te loopen vinden wij wel wat beneden onze waardigheid. Wegens de bezwaren, die gerezen zijn tegen de toepassing van het nieuwe besluit omtrent de reis- en verblijfkosten op de arr. schoolopzieners, heeft de minister van binn. zaken de staatsbegroo- ting zóó ingericht, dat het mogelijk zal zijn dien ambtenaren hunne bureelkosten, met ingang van 1 Jan. 1885, op wettige wijze te vergoeden. Wordt bet artikel aldus vastgesteld, dan zal hij den ko ning in overweging geven aan de arr. schoolop zieners een kleine vaste som 'sjaars toe te kennen voor de vergoeding van genoemde kosten, maar hen dan ook voor hunne reis- en verblijfkosten te doen declareeren volgens het vastgesteld tarief. In afwachting van de definitieve regeling dezer zaak in bovenbedoelden zin, zijn de vóór 1 Juli 1884 verleende abonnementen voor het tweede halfjaar 1884 vernieuwd. Vlissing-ess, 23 Sept. De nieuwe spuiboe- zern bij deze gemeente is gereed en heden aan het polderbestuur van Walcheren in beheer overgegeven. Wij mogen vertrouwen dat door dat werk, in verband met de overige verbeteringen in den watergang en elders aangebracht, het polderwater gemakkelijker zal worden afgevoerd en de landen van het overtollige, dikwijls zoute wafer geen last meer zullen lijden. Ook de nieuwe zoutwaterleiding zal daartoe het hare bijdragen. De aannemer van dit werk bezorgde dezer dagen eene zeer onaangename verrassing aan de gebrui kers van perceelen, nabij die leiding gelegen, doordien hij de gracht van het verlaten midden- kroonwerk afdamde vóór dat de leiding geheel met den watergang verbonden was. Het water uit die gracht liep daardoor in de zoute leiding en deed dat zoo hoog stijgen dat sommige lage gedeelten overliepen en verschillende slooten, met goed drinkwater voorzien voor het vee, voor eenigen tijd onbruikbaar gemaakt werden. Bij de zware lasten, die het polderbestuur oplegt, zouden ingelanden bet aangenaam vinden indien Naar liet ItaliaanscIl va n Toeü ik voor het eerst in Albissola Maréna kwam, tegenover die prachtige zee, en die schoone landstreek tusschen bergen en heuvelen aan het einde der vallei van Sansobia, zei ik tot mij zei ven dat strand heeft eene toekomst. Ik kwam er in de maand Juli voor de zeebaden en was er bijna alleen; de schoone vrouwen, die er tegenwoordig komen, wisten toen zelfs nog niet dat er op het strand die drie gehuchtjes lagen, op vier schreden afstands van Savona, die alle drie Albissola ge noemd werden. In Albissola Maréna moest men op eene zeer primitieve manier een bad nemen, omdat er toen nog niet die linnen tentjes bestonden, waarmee de beschaving en Gerolamo het bezit van deze zandvlakte aan de zon hebben betwist. In 't begin stak men maar den steel van eene groote open parapluie in het zand en op die parapluie werd een laken geworpendaar ging men dan onder, bijna op dezelfde wijze, waarop de Ëskimoos hun huis binnen gaan. Als men eenigen tjjd gebruik had gemaakt van die wankelende tent, die zich hij elke windvlaag heen en weer bewoog, dan Tverd zelfs de grootste preutschheid wel handelbaar zij daarvoor eenige bescherming tegen dergelijke handelingen ondervonden. Benoemd tot tijdelijk kantoorchef bij het kan toor van de rijkstelegraaf te Brouwershaven de heer A. Notenboom, vroeger bij de Rotterdamsche telegraaf-maatschappij werkzaam. Hontenisse, 22 Sept. Zondag hield de scherpschutters-vereeniging Prins Frederik Hendrik alhier baar jaarljjkschen, huishoudeljjken schiet wedstrijd. Er werd geschoten op 200 passen (150 meters) en de prijzen werden behaald als volgt Wedstrijd A (voor werkende leden). le prijs serg. P. Jonkhejjm met 50, 2e prijs adjud.-onderofficier A. M. J. H. baron Collot d'Escury met 453e prijs serg. J. A. Neeteson met 45 4e prijs serg. A. Pieters met 445° prijs 2e luit. J. A. Pateer Ez. met 40, en 6e prijs serg.- maj. J. C. Sorber met 39 punten. Wedstrijd B (voor contribueerende leden.) le prijs J. B. Duerinck met 412e prijs L. Tassaert met 30; 3e prijs E. J. Verbist met 30; 4e prijs Th. Weemaes met 30, en 5e prijs Gf. Van Kampen met 18 punten. Wedstrijd C (voor werkende en contribueerende leden die in 1884 de meeste oefeningen hadden bijgewoond; 15 minimum). Eenige prijs adjud.- onderoff. A. M. J. H. baron Collot d'Escury met 46 punten. Wedstrijd D (vrije baan met 3 schoten voor werkende en contribueerende leden) le prijs 2e luit. K. J. A. G. baron Collot d'Escury met 31, 2e prijs 2e luit. J. A. Pateer Ez. met 30, 3" prijs serg. P. Jonkheijm met 27 en 4e prijs schutter Scheers met 26 punten. De prijzen werden, na afloop van den wedstrijd., door den kapitein-kommandant der vereeniging, den heer H. A. A. baron Collot d'Escury, met eene toespraak aan de overwinnaars uitgereikt. Het reeds voor geruimen tijd in den Duitschen rjjksdag behandelde Nederlandsch-Duitsck verdrag tot bescherming van het auteursrecht is thans in druk verschenen. De strekking ervan werd inmiddels reeds bekend. De regeering herinnert dat sedert 1874 daarover onderhandeld werd en stelt daarna voorop dat de regeling nog ruim zooveel in het belang van Nederland is, wegens het toenemend aantal verta lingen van Nederlandsche werken in het Duitsch; zij voegt daarbij dat nadruk en plagiaat geen takken van geoorloofde industrie meer zijn, maar als oneerlijke bedrijven worden geschuwd. De bescherming van het artistiek auteursrecht zal eerst in werking treden na wettelijke regeling van dat onderwerp hier te lande. Ook bescherming van het uitvoeringsrecht van muziekwerken is overeengekomen doch met vrijheid om losse nummers of afzonderlijke ge deelten daarvan uit te voeren zonder toestemming des auteurs. Zoodra deze conventie zal zijn aan gewezen zal de reg. zich onmiddellijk beijveren. en na de eerste dagen wilden wij allen liever het zuidelijk licht trotseeren en ons in de open lucht ontkleedenwij verspreidden ons op verschillende punten van het strand en wierpen groote handenvol zand op onze kleeren zoodat de wind ze niet kon meevoeren. Wij gingen in zee zonder behulp van lijnen of planken en struikelden over de kleine steentjes en als wij er eens in waren bleven wij bijna altijd waar het water laag was, daar niemand er nog aan gedacht had om daar, waar de zee dieper was, een ton of reddingsboei of iets van dien aard erin te werpen, wat men met eenige meters touw aan een grooten steen kon vastmaken. Gerolamo, de beroemde Gerolamo, die nu eene rij van twintig badtentjes heeft doen verrijzen; die, als hij wil, vier reddingstoestellen in zee kan doen werpen met den naam van den eigenaar in roode letters erop; die de badkleeren bezit welke een heirleger van badgasten hebben uitgetrokken, he nevens een onnoemelijk aantal leege en goed met wind gevulde blazen om de nieuwelingen op te laten drijven, Gerolamo had toen nog niets dan zijne boot waarmee hij visch ging vangen, toen hij, onbewust van zijne bestemming, die boot nog niet laadde met groote en kleine potteD, welke de eigenlijke industrie van Albissola uitmaken, om ze naai- Savona te brengen. Hij kwam van tijd tot tijd op bet strand om naar »de heeren" te kijken; dan stond hij daar een paar minuten rechtop, de armen over de borst gekruist, met een klein eindje pijp in den mond daarop ging hij weer aan zijne zaken en Bchndde een aanvulling der wet van 28 Juni 1881 in dien zin voor te dragen. Het vertaalrecht wordt niet uitsluitend aan den eersten vertaler toegekend. Vertalingen worden gedurende 10 jaren beschermd. De bescherming van photografiën is voor een afzonderlijke regeling voorbehouden. Artikelen in couranten of tijdschriften vallen onder dit tractaat als de schrijver het de moeite waard achtte, die te onderteekenen met zijn naam. Verboden is de uitgaaf van z. g. muzikale arrangementen zonder toestemming des auteurs. De overeenkomst is gesloten voor 6 jaren. Op uitnoodiging van onze regeering zullen de staten, die de conventie tot bescherming der visscberij op de Noordzee hebben onderteekend, eerlang opnieuw bun afgevaardigden naar Den Haag zenden, ten einde bij een nieuw tractaat internationale maatregelen vast te stellen ter be teugeling van den drankverkoop op de Noordzee. De meeste staten hebben reeds bun gedelegeer den aangewezen. Van Duitschland is nog geen antwoord ontvangen. Voorloopig is bepaald, dat de bijeenkomst op 8 October a. zal plaats hebben. Het Utr. Dagbl. dringt in een hoofdartikel aan op beplanting onzer openbare wegen en van de pleinen, straten en grachten onzer steden en dorpen met vrucht- en andere boomen. Het schrijft o. a. „Onze gemeentebesturen hebben in de laatste jaren veel gedaan, om den aanplant van boomen te bevorderen. Vooral die van Amsterdam, Utrecht, Arnhem en Nijmegen gaven te dien opzichte een navolgenswaardig voorbeeld. Nochtans is op dat gebied in ons land nog in de verste verte niet verricht wat wenschelijk en uitvoerbaar is. Vooral onze provinciale besturen zouden meer werkzaamheid kunnen ontwikkelen. Er schijnt bij ons te lande nog altijd bedenking te bestaan tegen het planten van vruchtboomen op openbare wegen, in weerwil van de gunstige financieele uitkomsten, die daarmede in enkele streken van het naburige Duitschland verkregen zijn. Men vreest de bal dadigheid onzer jongens en de roofzucht der meer bejaarden. Wij deelen die vrees niet, althans niet in die mate, als zij bij onze gemeente-en geweste lijke autoriteiten schijnt te heerschen. Vooreerst gelooven wij niet, dat onze Nederlandsche jongens zooveel baldadiger zijndan hunne Duitsche stamverwanten en er hier meer zucht tot roof zou wezen, dan aan gene zijde onzer grenzen; maar ten andere heeft de ervaring, hier te lande opge daan, reeds geleerd, dat bjj eenig toezicht de eigendom van anderen, al heeft deze de verleide lijke eigenschappen eener saprjjke vrucht, wel degelijk door het publiek wordt geëerbiedigd. „De Maasdijk, van Heusden tot Woudrichem, waaraan de dorpen Aalburg, Wijk, Veen, Andel, Giesen en Rijswijk liggen, prijkt met tal van fraaie vruchtboomen, en, voor zoover ons bekend, is daar nog nooit een geval voorgekomen van eenigszins noemenswaardige ontvreemding. Ook de vruchteloos het hoofd om de verzoeking, die erin was opgekomen, er weer uit te verwijderen. Als de zee onstuimig was of als de siroccozali woei dan kwam Gerolamo dichter bij ons, gaf goeden raad aan de angstige badgasten en stroopte zelfs den broek wel eens op tot aan de knieën, gereed om in zee te gaan en er ons uit te visscben als soms een onzer door eene brutale golf werd omver geworpen. Ik geloof eigenlijk dat het denkbeeld het grootsche denkbeeld om eenige linnen tentjes te doen verrjzen, reeds bij Gerolamo was opge komen bet eerste jaar dat ik hem kende, maar om er toe te besluiten, waren er nog vele badsei zoenen noodig en dat zou toch nog niet voldoende zijn geweest indien niet op zekeren dag op het strand van Albissola verschenen waren mevrouw Beene prachtige blondine, die grooten lust bad zich in zee te dompelen maar er zich niet gekleed in wilde begeven en zich evenmin aan de parapluie toevertrouwde. Te dier tjjd maakte ik voor het eerst kennis met mijnheer Silvester en de vrouw van mjjnheer Silvester. Het was op een Juliavond, tegen de schemeringvolgens gewoonte was ik op het strand gekomen en maakte mjj een bed van zand gereed, met een hoofdkussen ook van zandik had er mij op neergevleid en den zakdoek onder het hoofd uitgespreid teneinde te verhoeden dat er zand in mijne haren kwam. De zee, van mijn standpunt gezien, vertoonde geen rimpeltjeden vorigen avond had zij hare stem zoodanig verheven, dat zjj mjj den halven maatschappij Een nationaal belangdie tocheven- zeer aan wegen bouwt, welke op sommige punten gemakkelijk door het publiek te bereiken zijn, heeft zich tot dusver niet over diefstal of bescha diging te beklagen. Daarenboven, wanneer de vruchten aan de boomen tijdig worden verkocht (zooals dat bijna overal geschiedt), dan zorgende koopers (die doorgaans in de nabijheid wonen) wel dat hun eigendom onverlet bljjft. Onze provinciale besturen konden daarom met het planten van vruchtboomen de proef nemen, zij kunnen verze kerd zijn dat, als de proef gelukt, zij voor hun gewest een bron van inkomsten zullen hebben in het leven geroepen, die belangrijker zal blijken te zijn, dan zij nu wellicht meenen. „Het spreekt intusschen vanzelf, dat voor de be planting van openbare wegen geene fijne vrucht soorten mogen worden gekozen, niet alleen, omdat die moeilijker te bewaken zijn, wijl de tijd tus schen rijp worden en rijp zijn te verschillend wordt beoordeeld, maar bovenal, omdat die soort van vruchten bijzondere zorgen vereischen, die er alleen aan kunnen worden gewijd, wanneer zij in een boomgaard bij elkander staan en daar de beschut ting en bescherming vinden, die zij niet kunnen ontberen." Vervolgens wordt de aandacht gevestigd op eenige aanbevelenswaardige vruchtsoorten. Omdat ook de beplanting van de pleinen, straten en grachten in onze steden en dorpen dikwijls nog zooveel te wenschen overlaat, wordt ten slotte eene heele reeks van boomsoorten genoemd, die geschikt geacht worden voor eene gemakkelijk te behandelen aanplanting. Belangstellenden vinden de opgave in het n* van 14 Sept. jl. van het U. D. Men leest in het A'g. Dagblad van Ned. Indië: Op Atjeh, schrijft onze correspondent, is, naar aanleiding van den verraderlijken overval van 25 als vrienden in de kampong Tjot gowé verwelkomde soldaten, een order uitgevaardigd, dat ieder Atjeher, die bij de nadéf'ing van troepen, niet op 300 M. afstand van den weg jJaat, mag neergeschoten worden- Het is reeds eenigerr tijd geleden, toen het verraad der bevriende Atjehers begon hoe langer hoe ruwer te worden, dat wij vroegen, op welke wijze vroe gere veroveraars van Java de bevolking geleerd hadden, bij de nadeihng van een- lid der overheer- schende natie, langs den weg neer te hurken met afgewend gezicht, Het antwoord ligt in de thans vermelde order op Atjeh. Nu het streven om op Atjeh eindelijk, zelfs met een deel der bevolking in vriendschap te komen, meer en meer blijkt gen hopelooze illusie te zjjn, handele men eenvou- ""Sïg als overweldigers, die van niets dan geweld meer iets te hopen hebben; en moet ieder Atje her, die niet kruipt bjj de nadering van een Nederlander, geen oogenblik zjjn leven zeker zjjn. 'tis Von Moltke's leer, dat, hoe minder men den vjjand ontziet, des te genadiger de oorlog bljjkt en met onze tot nog toe gevolgde humane oorlog voering hebben wjj slechts gewonnen dat de En- gelsche pers van onze atrocity den mond vol heeft. nacht belet had te slapennu was zjj geheel stil' bijna alsof zjj niets meer te zeggen had of berouw had dat zjj te veel had gezegd. Overal heerschte een diepe stilteaan dien grijzen avondhemel vertoonden zich hier en daar groote zwarte wolken en er drong mij eene scherpe lucht van gebrand pijnboomenhout in den neus, omdat het bakdag was, waarop alle potten, die gedurende de week gemaakt waren, gebakken moesten worden. Alom heerschte een plechtige stilte en eene groote eenzaamheid. Ik volgde met de oogen twee visschetsschuiten, welke in de verte geleken op twee meeuwen die op het water dobberden zjj bewogen zich bijna niet en bleven steeds op denzelfden afstand van elkaareene ervan ving met haar zeil nog een schitterenden straal op van de zon die niet meer te zien wasde andere lag in de schaduw Ik merkte dit alles op met die doffe opmerkzaamheiddie ieder gaarne aan onnutte zaken wijdt, toen er twee groote scha duwen voor mjj oprezen, die den geheelen horizon der zee voor mjj verduisterden; hun hoofd reikfe zelfs nog in de gouden nevelen van het laatste stukje lucht. Dat waren mijnheer Silvester en zijne vrouw. Zjj hielden elkaar bjj de hand en zjj schenen van plan om zooals zjj waren in zee te gaan, hjj met zjjn lange jas, zij met haar sjaal om en haar hoed op. Zij spraken geen woord, zooals men doet wanneer rampen, die lang zijn voorbereid, eindeljjk losbarsten, maar in hunne houding lag nog eeij zweem van twijfel.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1