MIDDELRURGSCHE COURANT
Kerknieuws.
Marine en Leger.
BIJVOEGSEL
Maandag 22 September 1884. N'. 224.
Middelburg 20 September.
Brieven uit de Hofstad.
"•FEUILLETON.
MARMORNE
ADOLPHÜS SEGRAVE.
Alsof hij werkeljjk meende, dat daarbij ernstig
sprake zal zjjn van invoering van algemeen stem
recht
Intusschen dient wel degelijk rekening te worden
gehouden met de grieven van die manifesteerende
partij. Minachting van regeeringswege zou terecht
tot verbittering leiden. Alleen pasBe men niet
het middel toe, door haar aan de hand gedaan.
Zonder angst te toonen, die bij haar gering aantal
leden ook inderdaad belachelijk zijn zou, trachte
men haar zooveel mogelijk te bevredigen door te
bewijzen dat men ook haar welzijn, niet haar
onderdrukking wil. De onderwerpen, welker rege
ling zij alleen als gevolg van algemeen stemrecht
verwacht, neme men zoodra mogelijk ter hand.
De verdere beperking van den kinderarbeid is
reeds op den goeden weg dan mogen ook andere
op de meeting genoemde onderwerpen een punt
van aandachtige overweging en zoo mogelijk goede
regeling gaan uitmaken. Zóó zal men veel kunnen
doen om den vrede tusschen de burgers van
Nederland te bewaren.
De troonrede, hoewel langer dan gewoonlijk, heeft
weinig bijzonders in het verschiet gesteld. Met
het oog op het groote werkde herziening der
grondwet als het daartoe komt is er ook
een en ander werd reeds door de redactie van dit
blad opgemerkt niet veel tjjd voor andere zaken;
en indien de toegezegde waterstaatswet, naar men
zegt eene van ongeveer 400 artikelen, tot stand
komt, is er ook geen reden tot klagenmits dan
ook hetgeen nu reeds bij de kamer aanhangig is
worde afgedaan. Dan zal het nu begonnen zit
tingjaar, nog gezwegen van de mogelijkheid dat
ook de veranderingen der grondwet werkelijk
worden tot stand gebracht, vruchtbaar genoeg zjjn.
Uitvoeriger dan in ons vorig nommer geven wjj
thans den korten inhoud van de raillioeneuspeech,
Vrijdag door den minister Grobbee in de kamer
gehouden bij gelegenheid van de aanbieding der
begrooting voor 1885.
De minister raamt het tekort op den gewonen
dienst 1882 op 141.626.68j, dat over 1883 op
5.609.928.81 en dat over 1884 op 4.560.652.44J.
Verder worden de uitgaven over 1885 geraamd
op ƒ136.172.740.37, of 8.947.612.07J minder dan
die voor 1884, met inbegrip der reeds toegestane
vevhoogingen en verleende kredieten. Onder dat
bedrag van 136.172.740.37 is begrepen de som
van 17.272.900 wegens uitgaven, welke naar des
ministers meening door geldleening kunnen bestre
den worden, zoodat de gewone uitgaven voor 1885
bedragen 118.899.840.37. De gewone middelen
voor 1885 raamt de minister op 115.429.176.
Het nadeelig verschil tusschen de zoogenaamde
gewone ontvangsten en uitgaven is dus ƒ3.470.664.37.
De minister gaf vervolgens eenige beschouwingen
over de oorzaken van dein de laatste jaren telkens
terugkeerende tekorten.
Hij vertrouwt, dat uit zjjn overzicht bljjken zal,
dat van een terugkeer tot den financieelen toestand
van 1881, alléén door inkrimping der uitgaven,
niet valt te denken en dat er geen gegronde aan
leiding bestaat voor de meermalen uitgesproken
bewering, alsof de tekorten der laatste jaren in
hoofdzaak zjjn toe te schrijven aan de zucht om
de gewone kosten der huishouding van den staat
voortdurend op te drijven.
De regeering heeft, na de verwerping der door
haar ingediende voorstellen tot invoering van eene
alassenbelasting, het vraagstukop welke wjjze
de staatsbegrooting sluitend zou te maken zjjn, aan
een nauwkeurig onderzoek onderworpen en ernstig
beproefd, daaraan door vermindering der uitgaven
de voorzeker meest gewenschte oplossing te geven.
Nu het echter ten eenenmale onmogeljjk bleek
om het verbroken evenwicht tusschen de gewone
ontvangsten en uitgaven uitsluitend door bezuini
gingen te herstellen, acht de regeering zich verplicht
andermaal eenige voorstellen tot versterking der
rijks-ontvangsten aan de goedkeuring der wetge
vende macht te onderwerpen. Zij is daarbjj uit
gegaan van het denkbeeld, dat het voorloopig
voldoende is, voordrachten in te dienen, waardoor
de ontvangsten zullen toenemen met eene som,
ongeveer geljjkstaande aan het geraamde nadeelig
verschil tusschen de gewone ontvangsten en uit
gaven, en dat dit resultaat onder de gegeven
omstandigheden op de beste wjjze zou te bereiken
zjjn door de bekrachtiging van eenige, ten deele
bjj de tweede kamer reeds aanhangig gemaakte
en ten deele bjj den raad van state in behandeling
zjjnde wetsontwerpen, welke de strekking hebben
om een vjjfde gedeelte der belasting op het
personeel voor het rjjk terug te nemen. Nog steeds
aanhangig
om het overgangsrecht bjj overlijden, op effecten
eenigszins te verhoogen en uit te breiden tot rente-
gevende schuldvorderingen
om het zegelrecht op effecten evenzeer eenigszins
te verhoogen en uit te breiden
en om de inrichting der staatsloterij op nieuw
te regelen.
Bjj aanneming dier voorstellen zullen de uitgaven
verminderen met omstreeks 2.125 000.00
wegens mindere uitkeering aan de
gemeenten van een vjjfde der be
lasting op het personeel
de gewone ontvangsten toenemen
wegens meerdere rechten bjj den
overgang bjj overljjden met 800.000.00
wegens de zegelbelasting met 400.000.00
wegens de opbrengst der staats
loterij met180.000.00
en het tekort mitsdien verminde
ren met ruim3.500.000.00
De regeering ontveinst zich intusschen niet, dat
verdere versterking der gewone middelen, ook in
verband met de wenscheljjkheid om sommige be
lastingen te verbeteren en minder drukkend te
maken, eene dringende noodzakeljjkheid blijft, en
zjj stelt zich daarom voor, reeds binnenkort aan de
goedkeuring der wetgevende macht te onderwerpen
eene wet tot invoering van eene tabaksbelasting
en eene tot wjjziging der tegenwoordige zegelbe
lasting. waarvan de ontwerpen nagenoeg gereed
zjjn.
In afwachting van het lot, hetwelk aan die
voorstellen ten deel zal vallen, vraagt de minister
ten slotte voor den door de ontvangsten niet ge-
dekten sluitpost der staatsbegrooting de gebruike-
ljjke machtiging tot uitgifte van schatkistpromessen
en schatkistbiljetten, tot een bedrag van hoogstens
15.200.000.
Bjj den heer W. E. J. Tjeenk Willink te Zwolle
zjjn in het bekende handige formaat weder een
tweetal werkjes verschenen, bewerkt door de
heeren L. N. Schuurman en P. H. Jordens. Het
eene deeltje bevat de wetten en besluiten betref
fende de zeevisscherjjen, de zalmvisscherjj en de
visscherjj op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen
en het andere de wet tot regeling van het staats
toezicht op krankzinnigenmet aanteekeningen,
besluiten ter uitvoeringalphabetisch register en
modellen der registers.
In art. 10 der laatste wet wordt, bepaald dat de
voorwaarden der opneming en verpleging (van
krankzinnigen in een rjjks gesticht) vastgesteld
worden bjj algemeenen maatregel van inwendig
bestuur. Zoodra die maatregel is uitgevaardigd,
zal het besluit aan de koopers van dit deeltje
kosteloos worden geleverd.
Het werk van de heeren Schuurman en Jordens
behoeft geene aanbeveling ieder die met wetten
te doen heeft kent en waardeert het.
Beroepen te Wageningen de heer C. C. Schotf
te Tholen en te Maasdam de heer L. A. F. Creutz-
berg, te Oosterland bjj Zierikzee.
Van het 3e regiment infanterie zjjn voor het
examen tot toelating op den hoofdcursus geslaagd
de sergeanten Reinders en D. C. Njjhoff.
Bevorderd tot kapitein t/z. de kap.-luit. t/z.
C. E. Uhlenbeck tot kap.-luit. t/z. de luit. t/z.
le kl. W. F. Blaauw; tot luit. t z. le kl. de
luit. t/z. 2e kl. W. Romer.
VAN Dl
VAN
19 September 1884.
Het einde van den zomer brengt als gewoonlijk
het begin der parlementaire werkzaamheid. Wan
neer de badgasten verdwjjnen komen de kamerleden
weer opdagen, en allerwege vertoonen zich de
welbekende gezichten weer, niet het minst in de
Witte en de Besognekamer, in opera en zoolang
het jaargetjjde nog geschikt is zoowel voor avond
concerten in de open lucht als voor de meer
wintersche schouwburg-vermakeljjkheden ook
in Dierentuin en tent in het Bosch. Nu, het zjj
den heeren „uit de provincie" van harte gegund
wie weet hoe spoedig de kiezers een eind zullen
maken aan veler periodiek verblijf in het heevljjke
HaagjeHet spook der kamerontbinding staat
voor de deur en bedreigt verscheidene volksver
tegenwoordigers met verbanning uit 's lands
raadzaal en koffiekamer. Er zjjn er onder, die
beter te huis zjjn in de laatste inrichting voor
gezellig verkeer dan in de eigenljjke, officieele
vergaderzaal, waar alleen water den dorstenden of
sprekenden wordt aangeboden, en waar het rooken
alleen achter de schutting onder de tribunes ge
oorloofd is, althans niet verboden wordt. De
niet-herkiezing van dezulken zou zeker geen erg
groot verlies voor het land zjjn, maar er zjjn ook
anderen, die niet zoo zeker zjjn, dat niet evenzeer
over hen het non dignus est intrare bjj de stembus
zal worden uitgesproken, en ten aanzien van
sommigen hunner zou men de woorden van den
sociaal-democratischen redenaar Van der Stadt,
a propos van een mogeljjk spoedig overljjden van
onzen koning uitgesproken, op een eventueele
niet herkiezing kunnen toepassen »dat zou jammer
zjjn", maar dan in minder ironischen zin dan die
spreker scheen te bedoelen. Tegenover de anti
revolutionaire krachtsinspanning, om de nieuwe
kamer in den geest van die partjj te doen uit
vallen, mogen de liberale kiezers wel trouw op
hun post zjjn, vooral na de ontbinding tot algemeene
grondwetsherziening. De anti-revolutionairen zullen
waarschjjuljjk wel medewerken om in beginsel de
wenscheljjkheid van die herziening uit te maken,
maar dan zullen zij bjj de nadere overweging
ongetwjjfeld de verwerping der voorstellen
helpen bevorderen, indien die niet, vooral wat de
onderwjjs-quaestie betreft, volkomen naar hun
zin zjjn. En daar voor de aanneming twee
derden der uitgebrachte stemmen worden ver-
eischt zal die toeleg niet zoo heel moeilijk
gelukken. Al hebben zjj dan niet een grondwet,
op hun leest geschoeid, zij hebben dan toch wel
licht, door de ontbinding, een meerderheid in de
tweede kamer verkregen, en daarvan zouden wjj
op onze beurt weder zeggen uiet volle overtuiging
„dat zou jammer zjjn"bjj een anti-revolutionaire
meerderheid, en dientengevolge wellicht een mini
sterie van dezelfde kleur, hoe de Standaard zelf
daarvoor thans ook terugdeinst, zou het leed niet
te overzien zjjn. Wel zou de eerste kamer ook dan
nog wel meerendeels vooreerst uit vrijzinnige
mannen bljjven samengesteld, die een anti-revo
lutionaire schoolwet zouden tegenhouden en dan
dus met recht een „dam" zouden vormen, maar
juist dat principieel verschil in zienswjjze tusschen
de beide takken der vertegenwoordiging zou al
erg genoeg zjjn en heel wat onheil kunnen stichten.
Doch ook bjj de eerst aanstaande ontbinding, die
DOOR
LXXXV.
Het einde mjjner geschiedenis is spoedig ver
teld.
Julius herstelde voldoende voor een gewone
levenswijze. Maar hjj moest al de doorgestane
ontberingen boeten met het verlies van die over
vloedige geestkracht, welke hem aangespoord had
tot zjjne ontdekkingsreis, en dus vestigde hjj zich
als een rustig landheer te Segrave. Hjj en Ada
brengen elk jaar den herfst en een deel van den
winter te Marmorne door, waar Julius wilde zwjj-
nen schiet en groote gastvrijheid uitoefent. Hij
heeft Perrin in dienst genomen.
De wond van Migeon bleek zoo nioeielijk te
genezen dat de doctoren een operatie noodig
achtten. Hjj wilde zich daaraan niet onderwerpen,
kreeg koud vuur en stierf.
Hjj werd zwaarder gestraft voor zjjn misdaad,
dan ik bedoeld had. Zjjn vrouw stond terecht
ah medeplichtige aan onwettige opsluiting, maar
Julius getuigde in haar voordeel, en bevestigde
dat zij zjjn leven gered had, door voor hem te
zorgen, nadat Migeon weg was. De jury pleitte
verzachtende omstandigheden en sprak haar vrjj.
Madame Didier ontdekte met vrouweljjke scherp
zinnigheid mjjne lietde voor Abeille. In het eerst
met het oog op de wjjziging van art. 198 der
grondwet, mogen de liberalen de tegenpartjj
niet te licht tellen. Ook de kiezers in het hoofd
kiesdistrict Middelburg vergeten dit nietook
daar bestaat er kans op een nederlaag voor de
liberale partjjwaardoor een der oudste leden,
na tal van jaren op de meest eerljjke wjjze zjjn
mandaat te heben vervuld, zou worden uitgestooten.
Die eerste ontbinding schijnt zeer nabjj en zal
waarschijn!jjk reeds in de volgende maand plaats
hebben, want het ia de tweede kamer ernst om
zeer spoedig het voorstel tot verandering van
art 198 ter hand te nemen, en dat de aanvanke-
ljjke beslissing gunstig zjjn zal is zoo goed als
zeker.
Met een enkel woord roerde ik zooeven de
groote meeting aan, die verleden Zondag hier ter
stede werd gehouden in het belang van het al
gemeen stemrecht. De dagbladen hebben daarvan
vrjj uitgebreide verslagen geleverd, zoodat ik nip
ontslagen mag rekenen van de verplichting om
het daar gesprokene weer te geven. Nieuws is
er trouwens niet veel verteld, maar dit was ook
niet het doel. Met die meetings wil men alleen
in toepassing brengen het frappez Jort, frappez
souvent et surtout frappez juste. Nu, de woorden,
daar gesproken, waren krachtig genoeg, en die
kracht komt des te sterker uit naar mate het voor
werp, dat men bewerken wil, meer kneedbaar is.
De kneedbaarheid van de aanhangers van alge
meen stemrecht, voor zoover zjj tot de mindere
volksklassen behooren en daartoe behoorden
de deelnemers aan de meeting grootendeels
gaat vrjj ver, als men hun, onkundigen als zjj
zijn, het algemeen stemrecht voorstelt als een
remedie tegen werkeloosheid en armoede en allerlei
andere maatschappeljjke kwalen, waaronder zjj
ljjden. Wie zou ook niet denken, dat bjj, die zich
zelf regeert, het best geregeerd wordt Die mee
ning vindt gereeden ingang. De verdienste van
dikwjjls op hetzelfde aanbeeld te hameren kan
den voorvechters voor algemeen stemrecht ook
niet worden ontzegd. Overal meetings van hetzelfde
doel, steeds betoogen in denzelfden geest in
»Reclit voor allen". Maar het frappez juste Zou
men werkeljjk door algemeen stemrecht een einde
maken aan de wanverhoudingen in de maatschappij,
die, zjj het dan ook in veel mindere mate dan
wordt afgeschilderdtoch werkeljjk bestaan
Geloove wie het wil, maar zouden de onvermoeide
jjveraars zelf zoo naïf zjjn Mjj dunkt dat het
in den staat zal gaan als het in de hervormde
kerk gegaan is. Ieder zal, ja mederegeeren, maar
de stemmen, door de sociaal-democraten, die dan
toch de grootste jjveraars voor algemeen stemrecht
zjjn, uitgebracht, zullen in het niet zinken bjj die
der clericalen. De eerste zullen medestemmen,
maar zonder praktisch gevolgzjj zullen meenen
zich zelf te regeeren, maar feitelijk geregeerd
worden door de kerkeljjke partjjen, die in het
land verre de overhand hebben boven hen, altham)
meer middelen om hun haan te doen koningj
kraaien. De grootste voorstanders van de sociaal-
democratie graven, door algemeen stemrecht als
middel te willen bezigen voor hun doel, bun eigen
graf. Eerst wanneer zjj hebben wat zjj verlang
den, zullen zjj zien, dat de clericalen daardoor de
baas zjjn geworden, en deze, eenmaal de macht
in handen hebbende, zullen de eersten geljjk met
de liberalen onderdrukken. Het is waarljjk te
hopen, dat wjj nog lang voor de verwezenlijking
van hun utopie zullen gespaard bljjven. En daarop
bestaat gelukkig nog al hoop. Zelfs het antwoord
van den minister Heemskerk, aan de afgevaardig
den bjj de overhandiging van het adres voor al
gemeen stemrecht gegeven, dat in hun ooren zeer
bevredigend klonk, is niets anders dan een kluitje,
waarmede zjj in het riet worden gestuurd. Wat
beteekent de belofte van een minister, dat hjj de
regeering zal voorstellen de zaak in ernstige
overweging te nemen Immers niets. En zou de
heer Heemskerk niet moeite hebben gehad zjjn
lachen te weerhouden, toen hjjzeer diplomatiek
en gevat, verzekerde, dat de tjjd juist thans, met
het oog op eene aanstaande grondwetsherziening,
zoo geschikt is, om de zaak ter sprake te brengen?
bekommerde ik mjj niet over die ontdekking,
daar ik niet dacht dat zjj iets zou doen om die
hoop te verijdelenmaar de uitkomst leerde, dat
ik mjj vergiste. Haar man vertelde mjj dat mjjn-
heer De Marmorne een huweljjk gewenscht had
tusschen Abeille en den jongen Didier. Daarop
zei Abeille dat haar plicht als dochter haar verbood
zich tegen haar vaders wil te verzetten en dat
zjj mjj nooit zou aangemoedigd hebben, als zjj dien
wenseh eerder gekend had. Bjj nader inzien begrijp
ik dat Abeille kan gevonden hebben, dat ik haar
verwaarloosde, omdat ik zoo geheel opging in
Julius en Ada en er niet aan dacht haar de at
tenties te bewjjzen, welke jonge dames van haar
minnaars verwachten. Hoe dit zjj, de slotsom is,
dat ik nog vrjjgezel ben en er wel altjj d een zal
bljjven. Na de eerste teleurstelling besloot ik op
reis afleiding te gaan zoeken, en opdat ik niet
doelloos zou rondzwerven, besloot ik niet te rusten
voordat ik Emil opgespoord had. Bjjgestaan door
de Pruisische politie, vond ik hem in een buiten
gewoon saai stadje in Porameren, zoo onbelangrjjk
dat er nooit een reiziger komt. Hjj leefde onder
een aangenomen naam en de menschen bjj wie hjj
inwoonde, zeiden mjj dat zjjn gezondheid niet goed
was. Ik ging laat in den avond naar hem toe
en volgde den knecht, die mjj aandiende, op de
hielen.
Ik spaar den lezer de bjjzouderbeden dezer ont
moeting. Emil was nooit een forsch man geweest
en had altijd een zittend leven geleid. Daardoor was
hjj ongeschikt voor groote lichameljjke vermoeienis
en niet bestand tegen ontberingen. Zjjn vlucht
van Boiivipère te voet en alleen, veertig mjjlen
ver, in de bittere koude van die vreeseljjke maand
Januari, gaf een knak aan zjjn gestel, dien hjj
nooit weer te boven kwam. Hjj verdwaalde
's nachts in een bosch, sliep in de open lucht en
vervolgde den volgenden dag zjjn reis zonder eten.
Eer hjj de Pruisische linie bereikte moest hjj een
rivier doorwaden, waar het water hem tot aan de
lendenen kwam. Bjj de Pruisen gekomen, kreeg
bjj de koorts, werd in de ambulance verpleegd en
herstelde maar hjj had niet de gemakken, waaraan
bjj gewoon was en de beginselen van tering ver
toonden zich al heel spoedig. Zijn geschokt gestel
kon niet lang weerstand bieden. Hjj wist dit en
schreef de bekentenis, warvan ik in den aanvang
gewaagd heb.
BEKENTENIS VAN EMIL SEGRAVE.
Ik heb het verhaal van Adolphns niet gelezen.
Het zal nauwkeurig zjjn wat betreft de feiten die
hem bekend waren; maar hij wi9t niet alles.
Daarom vul ik het met eenige bjjzonderheden aan.
Ik had Ada gekend voordat Julius haar zag en
was altjjd voornemens geweest, haar zoo mogeljjk
te trouwen. Ik bewonderde haar persoonljjk en
wi9t dat zij een rijke erfgenaam zout worden.
Julius dwarsboomde mjj op een zeer onaange
name manier, zoodat ik al mijn scherpzinnigheid
tegen hem moest inspannen. Na zjjn reis door
Afrika hoorde ik dat hjj alleen terugkeerde en
den 19en November te Marmorne dacht te zjjn.
Ik besloot dit tot eiken prijs te verhinderen.
Door een voor mij gelukkig toeval kwam hjj den
18eB te Boisvipère aan, geheel alleen en had van
Dyon af alleen gereden. Ik zei aan Migeon dat
hjj opgesloten, maar niet vermoord moest worden.
Migeon behoorde mjj met ljjf en ziel toe want
hjj wenschte vurig om grondeigenaar te worden
en ik beloofdq hem een kleine boerderij als hjj
Julius goed verstopte. Mjjn broer at en dronk
suiakeljjk na zjjn aankomst en vertelde mjj dat hjj
onderweg als spion was aangehouden. Dit bracht
mjj op het .denkbeeld hem gevangen te nemen.
Ik chloroformeerde hem in zjjn slaap en wjj brach
ten hem in het oude gewelf, als de veiligste plaats.
Van dat oogenblik af zorgde Migeon voor hem en
ik vroeg niet te veel wat hjj met hem deed,
ofschoon ik kon aannemen dat hjj hem langzaam
zou laten doodhongeren. Er bestond bjj mjj geen
opzet om hem te dooden. Mjjn hartstocht voor
Ada bracht mjj er toe om een huweljjk met haar
als het hoofddoel mjjns levens te beschouwen en
ik dacht er niet over wat er daarna zou gebeuren.
Ik had een vaag voornemen om Julius later de
vrijheid terug te geven maar het was moeieljjk
om daartoe het middel te bedenken zonder mjj
zeiven bloot te geven.
Als een kleine vergoeding voor het onrecht
dat ik Julius deed, heb ik hem bjj testament
Boisvipère met het kasteel vermaakt, onder voor
waarde dat hjj Adolphus een som gelds uitkeere.
Hjj zal niet lang op zjjn erfenis wachtenwant ik
nader met rassche schreden het einde van een
verwoest, verloren leven. Het kwaad, 't welk ik
stichtte, werd niet door haat ingegeven; want ik
heb nooit een man bemind noch gehaat. Ik heb
tot mjjn ongeluk een vrouw lief gehad.
EIMIIE,