127® Jaargang.
1884.
19 September.
N°"222.
Y rijdag
Middelburg 18 September.
MABMOENB
Dit blad verschijnt, dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
"■FEUILLETON.
Lxxxni.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruidingenF. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
Wie zich tegen 1 October op otis blad abonneert
ontvangt de nog in dit kwartaal verschijnende
nommers kosteloos.
Er bestaat thans meer overeenstemming dan
vroeger op het punt van herziening van art. 198
der grondwet.
Tijd en Handelsblad dit laatste heeft, zooals
wij meedeelden geruimen tijd eene andere meening
voorgestaan verklaren zich met het voorstel
der regeering te vereenigen.
Ter wille van een onzer correspondenten te
Goes meenen wij een enkele opmerking te moeten
maken. Deze schreef over de plannen om nog
maals te beproeven gelden bijeen te krijgen voor
een harmonie en deelde daarbij mee dat Zondag
zij, die voornemens zijn werkend lid te worden,
besloten eene commissie te benoemen, welke in
persoon eene inteekenlijst aan de burgerij zal
aanbieden tot het bekomen van bijdragen.
De Goesche courant deelde gelijktijdig mee da^
zij op verzoek over die plannen zoude zwijgen.
Dit lag natuurlijk geheel op haar weg en bet
zou onheusch geweest zijn als zij taan zulk een
verzoek om stilzwijgendheid niet had voldaan.
Maar daartegenover is het niet welwillend van
haar om een berichtgever te beschuldigen van
minder discreet te zijn als deze, die hoegenaamd
van zulk een verzoek niets weet, wel meldt wat
hem bekend is en dat toch eigenlijk een publiek
geheim blijkt te zijn.
Een berichtgever, noch een redactie kan bekend
zijn met allerlei afspraakjes, genomen binnens
kamers door verschillende commissiën, die ook
vaak de zaken liefst en comité uitmaken.
De aanwijzing van de zes personen, die de
ingezetenen zouden bezoeken, moge Dinsdagavond
geschied zijn, Zondagavond werd daartoe toch
reeds besloten; dat is een feit.
Onze berichtgever was dns volkomen in zijn
recht, maar zou zeker gezwegen hebben, wanneer
bij bet verlangen der commissie, om daaraan geen
publiciteit te geven, bad gekend.
Aan den anderen kant kan natuurlijk niet
iedere commissie weten wie de berichtgevers van
dit of dat blad zijn en wat zij zullen melden.
Maar wanneer zulk eene commissie zoo bijzon
der op stilzwijgendheid gesteld is, dan is de
eenvoudige weg deze dat zij aan bladen, die zjj
vermoeden kan dat bet een ot ander zullen op
nemen, een verzoek richt om nog met de open
baarmaking van mededeelingen omtrent zulk een
zaak te wachten. Geen enkele redactie - en wij
allerminst zal dan zeker aarzelen aan zulk een
verlangen, waar dit slechts eenigszins mogeljjk is,
te voldoen.
Deze opmerking kan ook wellicht voor anderen
nuttig zijn.
door
ADOLPHUS SE GRAVE.
De pastoor wist bljjkbaar meer, maar aarzelde
om van die meerdere kennis gebruik te maken.
»Zeer goed", zei mijnheer Didier, „als gjj
niets moogt zeggen, weet ik iemand die het
waarschjjnljjk wel zal doen. Laat ons naar de
vrouw van Migeon gaan."
Wij vonden haar in haar huis, ofschoon haai
man nog altijd zwaar ziek lag te Marmorne;
want de wond was moeieljjk te genezen en de
patient ging merkbaar aehteruit. Wij vonden
haar bij den haard zitten, bezig met aardappelen
schillen, die zij één voor één in een ijzeren pan
wierp.
»Mère Migeon", zei mjjnheer Didier ge
biedend, gij weet dat wanneer ik u in naam
der wet een vraag doe gij moet antwoorden;
Waar is monsieur Julius Segrave? Gij weet bet
en moet bet mjj zeggen."
De vrouw bad juist een nieuwen aardappel
onderhanden genomen, toen de vraag gedaan werd.
Zij schilde hem dood bedaard af, wierp hem bjj
de anderen in de pan, stond vastberaden op
schudde de schillen van haar boezelaar af en zei
$oen
In de raadzaal van gedeputeerde staten van
Zeeland had heden namiddag de openbare uitloting
plaats van 19 op 1 Januari 1885 aflosbare obliga-
tiën ad ƒ1000 ten laste der provincie Zeeland, in
de leening 1881 ad 567.000.
Getrokken werden de nommers 2, 59, 80, 140,
156, 165, 197, 250, 270, 292, 309, 339, 363, 458,
470, 471, 490, 500 en 506.
Verder van dezelfde leening 2 obligatiën ad
500 en wel de n°" 534' en 534b.
Voorts werden nog uitgeloot 12, mede op 1
Januari 1885 aflosbare, obligatiën ad 1000, ten
laste derzelfde provincie, in de leening 1878 ad
170,000.
Daarvan werden uitgeloot de nommers 33, 44,
46, 94, 98, 105, 116, 125, 130, 132,. 146 en 151.
Naar wij vernemen is het bouwen van een bad
hotel op het Duin te Vlissingen voorloopig gegund
aan den heer C. Maters aldaar.
Vlissingen, 18 Sept. In de gisteren ge
houden vergadering der kamer van koophandel en
fabrieken, die gepresideerd werd door den heer
W. C. Van Duuren Dutilh, waren afwezig de
heeren J. Verkuyl Quakkelaar, J. Dommisse Cz.,
en P. Goeree.
Verschillende ingekomen stukkenhandelsbe
richten enz. werden voorgelezen en voor notifi
catie aangenomeu.
Mede was ingekomen een exemplaar der nieuwe
uitgave van het algemeen seinboek ten gebruike
van de gezagvoerders van zeeschepen. Daarbij
wa3 de uitnoodiging gèricbt om de verspreiding
van dat boek te willen bevorderen, waarom
besloten werd de aandacht der belanghebbenden,
binnen deze gemeente daarop te vestigen, door
middel van een aan hen gericht schrijven.
In overeenstemming met de uitnoodiging van
den heer commissaris des konings in Zeeland,
heeft de kamer zich geconstitueerd als commissie
voor de internationale tentoonstelling, in 1885 te
Antwerpen te houden. De kamer zal hiervan
openbare kennis geven en zich in betrekking
stellen met de hoofdcommissie te 's Gravenhage.
De begrooting voor 1885 werd met algemeene
stemmen goedgekeurd. Zij sluit in ontvang en
uitgaaf met ƒ435; terwijl de toelage, door de
gemeente te verstrekken, 421.19 bedraagt.
Op de vraag van een der leden om inlichting
aangaande de periodieke aftreding der leden,
werd door den voorzitter medegedeeld, dat de
heeren W. C. Van Duuren Dutilh, C. Mortier,
P. G. De Veij Mestdagh en P. Goeree met het
einde dezes jaars moeten aftreden.
Naar wij vernemen heeft zich op een der hof
steden in den Wilhelmina-polder kwade droes
onder de paarden vertoond.
Graanw, 17 Sept. Heden werd alhier tot
lid van den gemeenteraad gekozen de heer Jac.
Van Damme, in plaats van den heer P.I. Dhaens,
die als zoodanig zijn ontslag heeft genomen.
„Die vraag heb ik al lang verwacht. De dag,
waarnaar ik uitgezien heb, is eindelijk gekomen."
Met dezelfde kalmte, welke al hare bewegingen
kenmerkte, ging zij naar een klein altaartje zoo-
als men er bij de boeren zoovelen vindt, lichtte
een pleisterbeeldje op en nam uit de holte een
sleutel. Daarop stak zjj een lantaarn aan en zei
eenvoudig: Willen de heeren zoo goed zijn
mjj te volgen. Ik zal hun den weg wjjzen."
Zij ging regelrecht naar den ouden stal, maar
daar was niets dan eenige oude beschotten, die
daar schijnbaar uit den weg gezet waren. Zjj
schoof er een van op zijde en ontblootte daardoor
een deur die zij met den sleutel, welken zij meege
nomen had, opende i
Hier maakte mijnheer Didier de volgende op
merking
»Ik ben geen oudheidkundige-. maar ik weet
dat deze gebouwen staan op de fundamenten van
het oude ridderslot. Het tegenwoordige kasteel
is in de zestiende eeuw gebouwd. Deze funda
menten zijn veel ouder en behooren tot de mid
deleeuwen en, mijne heeren, het is mijn overtuiging
dat die vrouw ons gaat brengen in de onder-
aatdschc gewelven van het feodale ridderslot."
- „Monsieur le maire heeft gelijk", zei vrouw
Migeon. „Past op uwe hoofden heerende trap
is nog al laag."
Ik rilde en beefde van top tot teen. Was het
mogelijk dat Ernil Julius tot dit levend graf ver
oordeeld had? Wij daalden en daalden, totdat
wjj in een nauwen gang kwamen, die nog verder
De Amst, meldt dat de oud-minister Modderman,
behoudens eene onbeduidende wond aan het been,
volkomen gezond is.
De vereeniging Arbeid Adelt telde in het vorige
jaar 2033 donateurs en leden met 257 dames
werksters, terwijl aan verkochte goederen en
afgeleverde bestellingen de som van 24.333.33
werd besteed, verdeeld over 10 af deelingen. Het
batig saldo bedroeg 2026.28 en was iets lager
dan het jaar te voren.
Fransche bladen melden dat Sarah Bernhardt
te Amsterdam Lady Macbeth komt spelen.
Om eenig denkbeeld van kolonel Demmeni, den
nieuwen militairen en civielen bevelhebber van
Atjeh te geven, weet Ampien in het Hbl. iets te
vertellen van kapt. Demmeni, kommandant van
het detachement aanvullingstroepen, dat, met het
stoomschip Tromp uit Holland naar Indië uitge
zonden, schipbreuk leed in de Roode Zee.
ïMet moeite werden de troepen van het schip,
dat op de rotsen was gezet, naar het onherberg
zame strand gebracht, en daar, tant soit peu
gelegerd, onder noodtenten, haastig vervaardigd
van de zeilen van het verloren schip.
Door het vastberaden optreden van den detache-
mentskommandantDemmeni werd door de militairen
eeu voorbeeldige tucht bewaardin weerwil van
rebellie onder het scheepsvolk, bleef het grootste
gedeelte (ik meen zelfs het geheel) van een aan
zienlijke som zilvergeld in vaatjes voor het gou
vernement behouden en werden de noodzakelijkste
levensmiddelen gered. De schipbreukelingen, eenige
dagen later opgenomen door de Prins Hendrik,
gingen in de beste orde op dien bodem over, en
de kapitein Demmeni vermeerderde in niet geringe
mate de joviale, alleraangenaamste stemming, die
daar heerschte onder het zeer groot getal officieren,
dat zich ter deelneming aan de tweede Atjehsche
expeditie op dien stoomer bevond.
Met ruim 900 koppen aan boord werd de reis
naar Aden voortgezet. Als kommandant van de
vereenigde detachementen (want ook op de Hendrik
was een sterk transport koloniale soldaten) trad de
oudste officier, de kapit. Gerlach op.
Twee dagen voor dat Aden kon worden bereikt,
raakte de machine van het nu te zwaar geladen
en bemande stoomschip onklaar en weigerde het
haar dienst, midden in de Roode Zee. Dat was me
een dingetjeReeds dreigde zich het gebrek aan
voldoend drinkwater te doen gevoelen, toen ge
lukkig de Java opdaagde, die ons naar Aden in
behouden haven sleepte.
Daar de reparatie aan de machine een paar weken
tjjds zoude vorderen, moesten de troepen debar-
keerenmaar door de voortvarendheid der heide
kapiteins, Demmeni en Gerlach, die terstond onder
handelingen hadden aangeknoopt met den Engel-
schengouv.-generaal van Aden, Schneiter, betrokken
de beide detachementen reeds den dag na aan
komst een uitstekend ingericht tentenkamp in de
onmiddellijke nabijheid van het zeestrand. Veertien
hellend afliep. Aan het einde van dien gang was
een deur, die vrouw Migeon opende met een
sleutel, dien zij uit haar zak haalde.
LXXXIV.
Op een lage legerstede, in een hoek van het
ellendig vertrek, lag een menschel jjk wezen, meer
dood dan levend, geheel door zwakte uitgeput.
Langzaam draaide hij bij mijn nadering het hoofd
om en, hoe veranderd hij ook was, ik herkende
terstond in dit geraamte Julius, mijn geliefden
broeder.
Ik knielde neder, drukte zijn vermagerde hand
en zei„Julius, kent gij mij ik ben Adolphns."
Het gelaat, dat tot na toe alleen verbazing uitge
drukt had, begon te werken als onder den invloed
eener hevige gemoedsaandoening. Hij trok zijn
hand uit de mjjne terug, ging met veel moeite
overeind zitten en zei op schorren, benauwden
toon
„Adolpus, zij hebben mij hier gevangen ge
zet, als een Pruisisch spion. Zeg hun dat ik geen
spion ben, maar een Engelsch reiziger. Zie dat
ge mij vrij krijgt en neem mij mede naar Bois-
vipère of Marmorne. Dat is de vrouw van den
cipier. Geef haar eenig geld. Zij is goed voor
mij geweest."
Ik begreep nog niet precies in alle bijzonder
heden hoe de inhechtenisneming van Julius in
zijn werk was gegaan, maar kreeg toch een ge
deeltelijke opheldering. Hij was op de een of
andere manier in dit gewelf gesleept en toen had
dagen later scheepte zich het detachement-Gerlach
andermaal in op de Prins Hendrik, het detache
ment Demmeni op de St. George, den besten
indruk van de onder hen heerschende orde en
krijgstucht onder de Engelsche bezetting en Ara
bische bevolking achter latende.
De regeering beloonde beide kapiteins voor hun
aan den dag gelegde energie en uitstekend beleid,
met het ridderkruis van den Ned. Leeuw.
Men schrijft uit Den Haag aan de Zutf. Ct.
„Te Scheveningen begint het reeds verlaten te
worden. Wel geeft September ons nog mooie
dagen, maar de vacanties zijn uit en de avonden
reeds te lang. Terwijl op tal van Engelsche bad
plaatsen de drukte tot November blijft voortduren,
zou men hier het badseizoen zonder schade voor
de belanghebbenden, in de laatste week van
September kunnen sluiten. Dit jaar sluit men
vroeger dan gewoonlijk, met het oog op de voor
genomen verbouwing van het badhuis. Naar de
teekeningen te oordeelen, wordt het een prachtig
gebouw. Mag men de bestuurders gelooven, dan
zal Scheveningen nu eens werkelijk een wereld
badplaats worden. Ondertusschen heeft dat ook
wel degelijk zijn schaduwzijde. Spel en demi-monde
schijnen de onafscheidelijke trawanten te zijn van
het moderne badleven, en onverklaarbaar is het
toch zeker niet, dat er nog altijd velen zijn die
dergelijke overheersching zeer onaangenaam vinden.
„Zooals gij weet, is de eerste uitspraak van de
arbiters tusschen den gemeenteraad en de pachters
van het badhuis ongunstig geweest voor de gemeente.
De quaestie was eenvoudig genoeg. In de voor
waarden, waaronder het badhuis in particuliere
handen overging, is o. a. bepaald, dat de reglementen
voor de in het badhuis op te richten sociëteit
aan de goedkeuring van burg. en wethouders
moeten worden onderworpen. Nu weigerden B-
en W. hunne goedkeuring te geven, omdat voor
de leden en geïntroduceerden het hazardspel niet
was uitgesloten. De pachters waren daarmede
echter volstrekt niet tevreden, beweerden
dat B. en W. niet het recht hadden hun
goedkeuring te onthouden, en stelden voor de
quaestie aan het oordeel van arbiters te onder
werpen. In den gemeenteraad waren er verschei
den leden, die betoogden dat het onzinnig was
in deze de tussohenkomst van arbiters in te roepen,
want dat er geen geschil wasdat in het contract
uitdrukkelijk de goedkeuring der reglementen aan
B. en W. was voorbehouden en dat het dus niet
aanging door scheidslieden nog eens te laten
uitmaken, dat B. en W. dat recht werkelijk hebben.
De meerderheid was echter van meening, dat het
toch in geen geval kwaad kon, tot de benoeming
van arbiters over te gaan, want dat het recht der
gemeente dan nog te duidelijker aan het licht zou
komen. De heeren inrs. Kappeyne, Reepmaker en
Ejjssell werden daarop tot arbiters aangewezen.
en velden een vonnis ten nadeele van de gemeente.
Zij overwogen nl. dat wel is waar het recht van
goedkeuring aan B. en W. was voorbehouden, maar
dat men blijkens de discussiën in den gemeenteraad
men hem wijs gemaakt dat hij als spion in eeH
Fransche gevangenis zat. Zijn treurige gezondheids'»
toestand kon zoowel het gevolg zijner vermoeiende
reis zjjn, als veroorzaakt door opzetteljjke ver-»
waarloozing en hongerlijden, na zijn opsluiting.
Om hem niet terstond te veel te schokkell
gingen wij op zijn verhaal in. Ik zei dat hij niet
langer verdacht werd als spion en binnen kort
den kerker zou mogen verlaten. Daarop nam ik
vrouw Migeon ter zijde in den gang en zei op
zeer beslisten toon
»Ik doorzie heel goed wat uw aandeel iü
deze afschuwelijke zaak is geweest. Gjj hebt uw
man gehoorzaamd uit vrees, even als uw man mijn
broeder uit eigenbelang gehoorzaamde. Maar gij
hebt het slachtoffer eenige goedheid bewezen. Hij
zegt het zelf, dus geloof ik het. Gij zjjt een.
vrouw en hebt gevoel. Dat zal ten uwen gunste
in aanmerking genomen worden."
»Ik heb hem het leven gered, mjjnheef.
Gij hebt het aan mij te danken dat hij nog leeft.
Ik kon het niet met mijn geweten overeenbrengen
om hem te laten sterven."
Ik vond dat zjj reeds heel wat met haar geweten
had weten overeen te brengen, maar zei wijselijk
niets, daar ik hare diensten nog noodig zou hebben
»Het eerste wat wij doen moeten is hem
in uw huis, in uw bed dragen. Daarna zullen
wjj hem zoo spoedig als zjjne krachten het ge-
doogen naar het kasteel brengen."
Wij voerden dit plan zeker vlug, zonder verdere
hulp uit. Wjj wikkelden den patient in een laken