N° 218.
127
rgan
1884.
Maandag
15 September.
Me aai Nic. Beets.
Middelburg 13 September.
Dit blad verschijnt dagelijks,»
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3»5ö.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiën- 20 Cent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL.
6
MIDDELBURG
COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. C. De Moou, te TholenW. A. Van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
Wie zich tegen 1 October op ons blad abonneert
ontvangt de nog in dit kwartaal verschijnende
nommers kosteloos.
Ieder oogenblik kan men, volgens het gisteren
ontvangen telegram, de vrijlating der bemanning
van de Nisero tegemoet zien. Reuter vergiste
zich echter Vrijdag toen hij in zijn telegram
melding maakte van Italiaansche matrozen die
zouden vrijgelaten zijn. Er was nog slechts een
Italiaan aan boord en die is thans in vrijheid.
Yolgens een aan het Engelsche parlement van
buitenlandsche zaken ontvangen telegram zijn
intusschen nog twee personen van de Nisero-
bemanning, nl. de stoker Birby en de hofmeester
Murray, overleden.
Zijn nu de overlevenden hoe groot hun aantal
is weten wij niet in vrijheid gesteld dan eerst
zullen, naar ons gevoelen, de grootste moeielijk-
heden een aanvang nemen, en kunnen nog steeds
diplomatieke verwikkelingen ontstaan.
Het vrijlaten der havens vooral kan eigenaardige
bezwaren opleveren en is, dunkt ons, al gaat
de Engelsche regeering met nog zooveel eerlijkheid
en goede trouw te werk, niet zonder gevaar.
Wij willen hopen dat deze IWsero-geschiedenis
geen staartje moge hebben dat den neteligen
toestand van Atjeh nog verergere.
De commissie voor de Middelburgsche volks
zangschool, uitgaande van de vereeniging Uit het
volkvoor het volk, opent de gelegenheid voor
ouders -en voogden om hunne kinderen en pupillen
van den nieuwen cursus, die begin Oct. aanvangt,
te doen gebruik maken.
Wij gaven indertijd eenige mededeelingen om
trent die school, gedaan op de laatste algemeene
vergadering der bovengenoemde vereeniging; daaruit
bleek dat de groote stroom van deelnemers, die
zich in den eersten tjjd aanmeldden, veel, zeer
veel is verminderd. Maar later betuigden wij ook
onze instemming met de verklaring van den
secretaris van Uit het volkvoor het volk dat die
vermindering volstrekt geen bedenkelijk verschijnsel
is. Die eerste toeloop toch bleek hoofdzakelijk
een gevolg hiervan dat vele kinderen, buiten hun
ouders of voogden om, zich aanmeldden omdat
zij in de school slechts een middel zagen om pret
te maken en later, toen zij merkten dat er ook
geleerd moest worden, even spoedig haar den rug
toekeerden.
De dertig standvastigen, die nog steeds vol
houden, toonen daardoor te meer hun ernst en
hun lust voor den zang.
Om nu echter te voorkomen dat er op nieuw
eene niets-beteekenende vermeerdering van leer
lingen ontsta, heeft de commissie bepaald dat
ouders en voogden zeiven moeten komen om hunne
kinderen aan te geven, en wel Woensdag den
17en Sept. a., des avonds tusschen 8 en 9 uren,
in de koffiekamer der concertzaal op de Groen
markt alhier.
Zal van die gelegenheid gebruik gemaakt worden?
Wanneer ouders of voogden begrijpen dat het
gezang een machtigen invloed op het volgend
leven der kinderen uitoefent; dat de lust om te
zingen in latere dagen tevens een middel voor
hen is om zich op te beuren, om zich het leven
te veraangenamen, en het gansch niet onverschillig
mag heeten wat zij hebben leeren zingen, dan
zullen allen, die over bet belang, over het zedelijk
-welzijn hunner kleinen moeten wairen, zich zeker
hij de commissie aanmelden.
Hopen wij dat die commissie van die zijde
steun zal ondervinden op haar pogen, wij vragen
dien ook nog van anderen kant. Er zijn er nog
velen in onze gemeente die deze zoo prijzens
waardige poging om het volksgezang te verbeteren
niet steunen. Geschiedt dit uit onverschilligheid
of uit gemis aan sympathie voor dit streven, dan
achten wij ons niet in staat daarin verandering
te brengenmaar voor hen, die uit onbekendheid
daarmee nog geen steun verleenden, merken wjj
op dat de heer L. K. Van der Harst JJz., Potten-
markt K 412 volgaarne ieder belangstellende
een circulaire zal doen geworden, waarop men
van zijne belangstelling zal kunnen doen blijken.
Door het bestuur der Middelburgsche ielejoon-
preeniging, de heeren D. G. Kröber jr en M.
Ghijsen, is eene circulaire verspreid bevattende de
concessievoorwaarden, de ontwerpstatuten en de
berekeningen, welke als grondslag dienen voor de
oprichting van bovengenoemde vereeniging.
Door vele heeren is" zeggen de bestuurders
reeds deelgenomen op de algemeene voorwaarden,
waarnaar de ontwerpstatuten zijn uitgewerkt, dat
is dat de telefoonvereeniging zal zijn eene onder
linge vereeniging, zich ten doel stellende in de
eerste plaats het verkrijgen tot zeer lagen prijs
van telefonische verbindingen voor Middelburg's
inwoners. ,Dat die goedkoope prijs echter zoo
behoort te worden gesteld dat voor h§t kapitaal,
dat in de onderneming wordt gestoken, een zekere
rente gewaarborgd kan geacht worden, zal door
ieder als gezond worden erkend. Verder zijn de
statuten erop aangelegd om aan de directie
geenerlei belooning te verzekeren, tenzij in de
gevallen dat ook aandeelhouders meerdere winst
dan 4% genieten. In dit geval ontvangt de
directie een tantième dat alleen bij groote winst,
die vooreerst niet te wachten is, van eenige
beteekenis zou zijn.
»Ten einde het bezwaar te voorkomen, dat door
eene meerderheid van de tegenwoordige deelne
mers de statuten worden vastgesteld, die voor
nieuwe aandeelhouders bindend zouden zijn, hebben
wij gemeend wèl te doen, alvorens de vereeniging
wettig te constitueeren, een beroep te doen op
alle belangstellenden die bereid zijn de zaak te
steunen en eerst nadat het kapitaal geheel is
bijeengebracht, tot bet vaststellen der statuten in
eene algemeene vergadering over te gaan."
Het bestuur verzoekt daarom in de eerste plaats
den tegenwoordigen aandeelhouders om hunne in
schrijving vrijwillig te verhoogen, waartoe gedu
rende de week van 15—20 September, ten kantore
van den heer J. A. Zip, gelegenheid zal zijn.
Nieuwe inschrijvingen worden aangenomen bij
denzelfden heer in de week van 21 September tot
27 September.
Mocht bet benoodigd kapitaal worden over
schreden, dan zal de toewjjzing pondspondsgewijze
plaats vinden met inachtneming dei- gebruikelijke
regelen.
De Groningsche hoogleeraar dr P. C. Plugge
heeft op zijne reis in Noorwegen een been gebroken
en wordt in het rijks-hospitaal te Christiania
verpleegd. De berichten omtrent den toestand van
den professor luiden gunstig.
Behalve een afbeelding van de buste van N.
Beets, door Stracke gebeeldhouwd., bevat de laatst
verschenen aflevering van Eigen Haard ook eene
afbeelding en beschrijving van het door de firma
Froment Meurice te Parijs vervaardigd en door
vrienden in Indië aan den vice-admiraal J. Van
Gogh aangeboden vorstelijk huldeblijk, een blijvend
aandenken aan het tijdperk van drie jaren door
den heer Van Gogh als kommandant der zeemacht
in Indië doorgebracht.
Die prachtvolle gouden bokaal, met gouden deksel
en met edelgesteenten omzet, werd, zooals men
weet, 29 Juni jl. den heer Van Gogh aangeboden.
Vóór wij het verslag, dat ons uit Utrecht wordt
geseind, hier laten volgen, deelen wij mee dat
gisteren eene commissie uit zijn oud-leerlingen aan
professor Beets een huldeblijk aanbood, een fraaie
gepolijst koperen gaskroon, benevens een album
met de namen der 150 deelnemers. Bij de aan
bieding werd het woord gevoerd door de heeren
dr Schot, predikant te Tholen, en Botermans,
theolog. candidaat te Rotterdam, die Beets vooral
huldigden als christen en leeraar.
Heden, zijn zeventigsten jaardag, had men zich
beijverd om den geachten man een algemeene
hulde te bewijzen.
Het nationaal huldeblijk, dat hem werd aange
boden en waarvoor ongeveer f 100.000 werd
bijeengebracht, bestaat uit losse bladen, teekeningen
etsen, gravuren enz.
Ook van officieele zijde was hem een hoogst
eervolle verrassing bereid. Namens de Nederland-
scbe regeering overhandigde hem de heer mrP. F.
Hubrecht, secretaris-generaal van het departement
van binnenlandsche zaken, de insignes van com
mandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw
en namens den koning van België die van officier
der Leopoldsorde.
De groote zaal in Tivoli was heden morgen
gevuld met een groot aantal belangstellenden uit
alle deelen van ons land, onder wie al wat naam
heeft op letterkundig en wetenschappelijk gebied
werd opgemerkt,-
Precies te half elf kondigde de muziek, achter
het sparrengroen op de estrade verscholen, de
komst van den jubilaris aan; alle aanwezigen
stonden eerbiedig van hunne zetels op. Beets
nam te midden van de regelingscommissie op het
voorste gedeelte van de estrade, tusschen loof en
bloemen, plaats. Voor mevrouw Beets was de
eereplaats onder de dames in de zaal bereid.
Toen de storm van toejuichingen was bedaard,
nam graaf Van Lijnden, eere-voorzitter der rege-
lingscommissie, het woord om den jubilaris te verze
keren dat de feestvierenden zoo talrijk waren opge
komen om hem hulde te brengen omdat Beets onze
landgenoot is. Hij stelde daarop de regelingscommis
sie aan den jubilaris voor; en uit haar midden nam
prof. M. De Vries, voorzitter, het woord. Hij begon
met Beets te herinneren dat zijn wensch, voor
10 jaar geuit, om het jongste kind groot te zien,
was vervuld. De 70 jaren had hij bereikt, en
deze verjaardag was een gedenkdag voor geheel
Nederland.
Hooggeplaatsten en eenvoudigen, geleerden en
ongeleerden, ouden en jongeren, mannen en vrou
wen, bekenden en onbekenden, verschillende
richtingen op godsdienstig gebied, allen hebben
zich aaneengesloten om Beets hulde te brengen
en wel zonder veel ophef, zooals geheel het leven
van den jubilaris is.
Hij verzekerde den hooggeleerde dat hij een
zegen voor het volk is geweest en dat nog is.
Het volk bad hem hartelijk lief en daarvan was
deze feesture de uitdrukking; want zoolang men
prijs stelt op goeden smaak, op geestigen luim,
op fijne scherts, op dichterlijke bezieling, op rijpe
menschenkennis en ervaring, op wijsheid en reinen
godsdienstzin, op edele gedachten en gevoelens, iD
edele taal gedost, zoolang zou Beets worden
gehuldigd.
Het eene juweel de Camera Obscura zou reeds
genoeg zijn om de genegenheid van tijdgenoot en
nakomeling te verzekeren.
Maar Beets heeft met milde band nog zooveel
andere paarlen gestrooid. Als dichter heeft hij
ons bekoord, als kanselredenaar ons de hoogste
waarheden verkondigd, als evangeliedienaar balsem
gestort in zoo menig geschokt gemoedals aca-
demie-leeraar onzen jongelingen den weg tot kennis
en wetenschap geleerd. Doch dit alles is niet
voldoende om het eigenaardige te verklaren van
hetgeen wij allen voor Beets gevoelenhet is de
liefde van het Nederlandsche volk, die hij verdiend
heeft omdat hij een toonbeeld van een echten
vaderlander is.
Al zijne talenten heeft hij aan Nederland gewjjd.
In al wat hij gedicht en geschreven heeft,heeft
altijd geheel zijn hart geklopt.
Daarom riep prof. De Vries den jubilaris toe
»Heil u, grootmoedige, die zulk een ideaal zoo
mocht bereiken. Vergun ons dan ook, 70 jarige,
naar oud vaderlandscke wijze u een verjaarsgeschenk
aan te bieden. In uw studeerkamer prijkt Von
dels borstbeeld. Eens sierde een Stichtsche jonk
vrouw dat beeld met violen, waarop gij het
bekende vers maaktet
„„Al ben ik niet van steen,
Al zal ik er nimmer in pralen.""
„Bij die woorden hebt gij buiten uw vrienden
gerekend, want hun huldeblijk is nw borstbeeld
(in wit marmer op gekleurd marmeren piëdestal)
van een kunstenaar (Stracke) uwer waardig.
„Uw profetie is gelogenstraftduid ons dit niet
ten kwade."
Hierop werd het beeld van zijn omhulsel ont
daan, waarop een langdurige toejuiching volgde.
„Aanvaard" zoo ging prof. De Vries voort
»dit geschenkhet spreke tot uwe dierbaarste
panden van de eereplaats, die gij in de rij van
Neerlands groote zonen inneemt. Het spreke tot
alle volgende geslachten.
»Ën nu nog een wensch. Nog schiet uw geest
spranken van vernuft en klopt uw hart vol levens
lust en vreugd. Van zulk een jeugdigen ouder
dom mogen wij nog menige rijpe vrucht hopen.
»Lang siere u de krone der grijsheid en ver-
kwikke u het zalig bewustzijn van een welbesteed
leven, en siere een bevallige kleindochter opnieuw
in uw studeervertrek grootvaders beeld met
korenbloemen en madelieven, in Haarlems lusthof
geplukt."
Daverende toejuiching volgde op deze schoone
rede.
De heer De Veer stelde nu achtereenvolgens aan
den jubilaris voor degenen die bijzondere hulde
blijken wenschten aan te bieden. In de eerste
plaats mr Hubrecht, die de bovengemelde eereblijken
aanbood, omdat de minister Heemskerk door
ambtsbezigheden en diepen rouw verhinderd was,
De koning van België had ook onze regeering
verzocht den jubilaris het bovengenoemde kruis
uit te reiken- De spreker kweet zich van deze
eervolle taak in een taal, die herhaaldelijk luide
werd toegejuicht. „Op geen braver borst dan die
van Beets, den echten vaderlander, passen deze
sieraden", zeide spreker o. a.
De graaf Van Lijnden bood hierop Beets het
nationale huldeblijk, het album, aan, eveneens met
een sierlijke rede.
Namens curatoren der Utrechtsche academie
wenschte de heer Roemer den jubilaris geluk, al
betreurde bij het dat deze dag tevens het afscheid
was van de hoogeschool. De rector magnificus,
prof. H. J. Hamaker, sprak in denzelfden geest en
noemde Beets den meerdere onder de collega's,
die echter nimmer laag op hen nederzag en, bij
verschil van gevoelen de denkbeelden zijner
ambtsbroeders steeds naar de zijne wist te leiden.
Prof. Acquoy bood Beets namens de Leidsche
maatschappij van letterkunde het eerelidmaatschap
aan.
-De heer W. T. Van Griethuysen sprak een woord
van hulde namens de maatschappij van fraaie
kunsten en de heer Hugst namens kerkvoogden
der hervormde gemeente.
De predikant van Heemstede bracht een groet
aan Beets namens vele ouden, die den jubilaris
dankten voor den zegen die zij van zijne prediking
hadden mogen ondervinden.
De heer Rosseels uit Antwerpen schetste de
hoedanigheid van de hulde die aan een vorst en
die welke heden aan een burger werd bewezen
en kwam daarbij tot de conclusie dat menig vorst
den jubilaris zou benijden.
De heer Paul Fredericq uit Gent trok een
parallel tusschen de Leeuw van Vlaanderen van
Conscience en de Camera en roemde heide werken
als standaardwerken onzer eeuw.
Dr Beijnen bracht den groet aan Beets over van
zijn vriendin Geertruida Toussaint, prof. Brill,
dien van de geleerden in Stellenbosch in Zuid-
Afrika, en las een brief dezer heeren voor waarin
zij verklaren dat Beets als mensch en christen
hunne harten gestolen had.
De rector van het Utr. studentencorps bood den
jubilaris namens al de Nederlandsche corpsen een
fraai schilderij in olieverf aan.
Nadat de voorzitter van het studentengezelschap
Panta Roeta gesproken had, werden onder luide
toejuichingen »de Hollandsche jongens" aange
kondigd.
Omringd door een 12-tal Hollandsche jongens
droeg de jonge heer Van Lennep een gedicht
voor van H. De Veer, naar aanleiding van Beets'
jongens, waarmede de Camera obscura wordt
geopend.
Het gedicht luidde
'k Ken Bröder niet, 'k ken Weytingh niet,
Wij zijn aan hen ontwassen,
Maar, Hildebranduw vroolijk lied
Klinkt nog door alle klassen.
Wij dragen allemaal geen kiel,
Wij spelen andere spelen;
Wat van uw jongens 't best beviel
Zou moog'lijk ons vervelen.
Maar, zoete jongens zijn wij niet,
Dat durf ik wel verklaren
De school is nog ons grootst verdriet
Net als in vroeger jaren.
Of er meer lust voor 't leeren is
Daarvoor geef 'k geen garantie
Het beste van den leertijd is
Nog altijd de vacant ie.
Doch 't beetre bleef ook wat verdweem
Wij hebben u begrepen
De echte jongen was voorheen
En is nog zonder knepen.
De nageloor is nog, als toen,
Een gruwel in zijn' oogen.
Voorts haat hij 't zoogenaamd fatsoen,
Noemt standverschil een logen.
Dat was de diepe zin van 't lied,
Door u ons toegezongen.
De kiel toch is de hoofdzaak niet,
De hoofdzaak isde jongen.
En daarom mag op dit uw feest,
Nu duizenden u eeren,
De jeugd, wier vriend gjj zijt geweest,
Wel 't allerminst mankeeren.
Dies komen wij, en kronen u
Met frissche lauwerblaren
God zegen u God zegen u
Bij 't klimmen uwer jaren.
Uw naam leeft voort, wat vall' of zwicht;
Zoolang er wordt gezongen
Een eerzuil hebt gij u gesticht
In 't hart van eiken jongen.