Gemengde Berichten.
De Zeeuwsche visscherijen.
Onderwijs
Kerknieuws.
Marine en Leger,
Rechtszaken.
Willem van Oranje kan uitgesproken worden, zal
eenmaal komen, maar eerst na een lang tijdsverloop,
indien het althans waar is, wat mjj dezer dagen
verzekerd werd, dat 's prinsen voormalige gouver
neur, wijlen de generaal De Casembroot, al zijne
papieren en stukken, betreffende het gouverneur
schap en zjjne later met den prins aangehouden
goede betrekkingen, aan het Nederlandsch rijks
archief heeft vermaakt, doch met de bepaling, dat
zij een zeer langen tijd, veertig of vijftig jaren,
naar men meende, ontoegankelijk, geheim en
verzegeld zouden worden bewaard, om eerst na
ommekomst van dien termijn voor de profane
oogen van het archiefbezoekend publiek opengesteld
te worden.
De correspondent deelt verder mede, dat er in
Den Haag nog eene verzameling schrifturen
aanwezig is, die zeer belangrijk kunnen zijn, en
waarvan 't twijfelachtig is of ze ooit het licht
zullen zien. Aan het departement van financiën
staan eenige kisten met papieren, afkomstig van
den raadpensionaris Steyn, den medewerker van
Willem IV, volgens het testament van zijne weduwe
(die een onder beheer van den minister van
financiën staand fondsje tot het ondersteunen van
onvermogende weduwen en weezen van hervormde
predikanten en marine-officieren r liet), bestemd
om te worden vernietigd honderd jaren na haren
dood (1887), tenzij de eer of de goede naam van
haren man voor dat tijdstip de openbaarmaking
van die stukken mocht noodzakelijk maken.
De vraag wie het tekort moet aanzuiveren in
de gemeentekas te Putten, veroorzaakt door het
op den loop gaan van den gemeente-ontvanger in
het begin van 1883, is nog niet tot een einde.
Een der wethouders, de heer Diemont, stortte er
zjjn deel voor, maar de beide andere leden van
het dageljjksch bestuur hielden zich stil en stelden
het tekort eenvoudig op de rekening van 1883.
Hiermede nam de raad echter geen genoegen, maar
droeg aan een commissie op, rechtsgeleerd advies
in te winnen, om daarna te zien of men den
burgemeester en den tweeden wethouder tot be
taling kan dwingen.
In een particulier schrijven uit Atjeh aan het
D. v. N. lezen wij het volgende: „Gelukkig dat
eindelijk het oppergezag alhier, door de benoeming
Tan den kolonel Demmeni, tot civiel en militair
kommandant van Atjeh, in handen is gelegd van
een man, in wien allen vertrouwen stellen.
Als gevolg van het onlangs gepleegd ver
raad, en waarschijnlijk als een eerste bewijs
van het militair bestuur, is nu reeds eenige
meerdere vrijheid van handelen aan onze officie
ren en troepen toegestaan; men behoeft nu
ten minste geen permissie meer te gaan vragen
aan een controleur of ander civiel ambtenaar, om,
wanneer de goed of te wel kwaadgezinden ons
aanvallen en slaan, te mogen terugslaan. Er is
nl. bepaald, dat wanneer de onzen Atjehers ont
moeten, hetzij gewapend of ongewapend, en deze
op het eerste bevel niet op een aangeduiden af
stand wjjkenzij onmiddellijk zullen worden
neergeschoten.
Vervolg.
Als gewoonlijk was de vangst van harder zeer
afwisselenddoch ruimere vangsten waren vooral
op de Oosterschelde zeer zeldzaam. De grootste
hoeveelheid die in een zet door een visscher ge
vangen werd beliep 800 halve K. G.
Op de Westerschelde was de vangst doorloopend
beter en de visschers waren aldaar zeer tevreden.
De totale hoeveelheid, op de Westerschelde ge
vangen, wordt geschat op ongeveer 8000 halve K. G.
De op de Oosterschelde gevangen hoeveelheid werd
niet bekend. De bedongen prijs is nog steeds
dezelfde17 et. per K. O. waarvoor de visch
te Dordrecht geleverd wordt5 vaartuigen oefen
den deze visscherij uit.
Over het geheel was deze visscherij dit jaar meer
bevredigend dan in 1882, niettegenstaande de vangst
in de drie eerste weken zeer slecht was en men,
om de wanvangst, met het einde van September
de visscherij eindigde.
De rog werd gevangen in de weeren, stallen,
garnaalnetten, met de kor en het staande roggenet.
Yjjf vaartuigen dreven deze visscherij en drie vaste
inrichtingen hielden zich ermede bezig.
Hoewel er soms 100 a 150 in eene week in eene
weer gevangen zijn, hebben toch enkele weeren maar
eene tameljjke vangst gemaakt. Door het koude
weer in den voorzomer bleef de rog te veel be
neden hangen, zoodat bijna alleen in de benedenste
visscherijen gevangen werd.
De visschers die er zich uitsluitend mede bezig
hielden konden zich slechts in eene matige vangst
verheugen, terwijl de vaste inrichtingen bepaald
met ongunstigen uitslag gevischt hebben. De
garnaalvisschers brachten soms een vier S. zestal
per dag aan. De meeste rog werd ten verkoop
naar Antwerpen gezonden, alwaar zjj van 75 ct.
tot ƒ1 opbracht; die in de nabijheid der vang-
plaatsen verkocht werden brachten hoogstens 40 ct.
per stuk op.
De palingviascherjj, die anders opdeWesterschelde
nog al met voordeel gedreven werd, was dit jaar
bjjzonder slecht; er werd zeer weinig gevangen.
Een visscher verzekerde dat hjj het vorige jaar
meer in eene week dan nu in het geheele seizoen
gevangen heeft. Men zag dan ook weinig paling-
visschers.
Op de Oosterschelde, waar deze visscherjj slechts
bijzaak is voor de weervisschers, was de vangst
ook minder. Een enkele maal bracht men 8 a
10 K. G. mede. Enkele peurders konden bjj eene
gunstige gelegenheid soms 15 a 20 K. G. vangen.
Pe publieke oestervisscherjj bepaalde zich dit
jaar uitsluitend tot de kust van Schouwen, beneden
Zierikzee.
Slechts één visscher hield er zich mede bezig;
hij ving in het voorjaar per tij 30 tot hoogstens
60 stuks en verkocht ze voor 7 en 8 ct. per stuk.
Onder deze oesters waren vele grooten.
In het najaar ving hij, iets meer naar binnen,
nu en dan 80 stuks per getij, doch kon toen niet
meer dan 6 ct. per stuk bedingen; deze oesters
waren allen groot, enkelen zelfs buitengewoon groot.
Ook hielden zich onderscheidene personen bezig
met het afhalen van oesters van de steenglooiingen
aan de zeedijken bij lage ebbe. Enkelen bemach
tigden met zulk eene ebbe sorrGjds 70 k 80 stuks,
die te Zierikzee a 3 ct. per stun koopers vc 3en.
Overigens werd buiten da verpachte gronden
nergens naar oesters gevischt.
Op de Westerschelde, tusschen Terneuzen en
Hoofdplaat, bevonden de opziener aanslag op de
steenglooiingen, en in het Sloe één, twee en drie
jarige oesters, die aueen bjj lage ebben bloot
komen.
Het Walchersche kanaal leverde omstreeks
100.000 stuks aan den pachter.
De verpachte visscherijen hebben dit jaar in
het algemeen veel en nog al groote oesters opge
leverd, die goed van visch waren. Wel was het
zeer laat in het jaar eer de levering eenige betee-
kenis verkreeg, maar later in het seizoen werden
er dagelijks groote hoeveelheden afgeleverd, zoodat,
niettegenstaande den grooten voorraad, men toch
nog te kort kwam.
De prijzen van het voorjaar konden zich in het
najaar niet staande houden. Terwijl in het voor
jaar veelal 70.— per duizend bedongen werd,
was in het najaar maar zeer moeielijlc ƒ60.te
maken; men wil zelfs dat in het begin van het
seizoen beduidend beneden de 60.verkocht is;
later verbeterde de prijs weder.
De oorzaak van dien zooveel lageren prijs was,
dat de oesterhandelaars, allen nog al grooten
voorraad van oesters hebbende, gaarne vóór
Januari zooveel mogelijk wenschten te verkoopen.
Yan daar vele aanbiedingen, en steeds tot lagere
prijzen. De voornaamste Engelsche oesterhande
laars, belanghebbenden bjj de Fransche en Portu-
geesche oesters op de Zuid-Hollandsche banken,
waar enkele milloenen Fransche oesters lagen,
wilden deze eerst verkoopen, met misschien nog
ettelijke millioenen er bij die het water der
Zeeuwsche stroomen nooit gekend hadden.
Deze vreemde oesters toch kunnen weinig koude
uitstaan, zijn in het begin van het seizoen, als de
Zeeuwsche oesters pas vet beginnen te worden, op
hun best, en in December als de onze in goeden
staat zijn, gaan zij hard achteruit. Daar de han
delaars, vooral wanneer zij er zuivere Fransche
oesters door mengen, procentsgewjjze veel meer
aan de zoogenaamde Franco Dutch" dan aan de
echte Zeeuwsche schijnen, te verdienen, is het onder
die omstandigheden niet te verwonderen dat de
Engelsche markt traag was in het koopen van
Zeeuwsche.
Zoolang op de Engelsche markt de concurrentie
met de Fransche oesters blijft zal de verkoop van
de Zeeuwsche vóór Januari altjjd gedrukt zijn, en
bjj groote hoeveelheden »Franco Dutch" altjjd zeer
gedrukt.
Wat de broedval aangaat, deze was dit jaar zeer
ongeljjk en over het geheel gering.
Gemiddeld schal men de aanslag op niet meer
dan acht stuks per pan.
Ook op de schelpen was de aanslag minder dan
in 1882.
De hoeveelheid in zee gebrachte pannen berekent
men op ruim 16 millioen stuks. Deze vermeerde
ring is een gevolg van het verhuren van terrein
door pachters aan de visscherlieden om pannen
te leggen tegen een zekere vergoeding per 1000
2.50 a 3). Deze pannen worden, hetzjj op
het terrein, hetzjj op een of anderen put, waarin
men ruimte huurt, den winter overgehouden en
daarna verkocht, wanneer men ze in het najaar
niet van de hand heeft kunnen zetten. Daardoor
neemt de boe veelheid uitgebracht wordende pannen
jaarlijks toe en wordt er reeds een beduidende
handel in pannen gedreven.
Misschien komt de tijd nog dat de cultuur in
tweeën gesplitst wordt, dat wil zeggen dat het
pannen leggen bjjna uitsluitend door den visscher
en werkman zal geschieden, met het doel deze
aan de grootere kweekers te verkoopen.
Zeker is het, dat met veel kleine hoeveelheden
pannen veel meer kans is op succes dan met
éene groote hoeveelheid; het in zee brengen en
uitleggen toch van een groote hoeveelheid pannen
in eene hand vereischt te veel tjjd, om steeds op
het juiste tjjdstip gereed te kunnen zijn. Was
men altjjd mathematisch zeker van het óogenblik
van den val van het broed en even zeker van het
weêr en den stand der getijden, ja dan kon men
er zich op gereed houden, doch, die zekerheid niet
bestaande, is het niet mogeljjk het goede oogenblik
om met het pannen leggen een aanvang te maken
met juistheid te berekenen.
De broedperiode wordt toch geheel beheerscht
door de temperatuur van het water, dit bleek ook
dit jaar voldoende; de zachte winter en de warme
voorzomer hadden de oesters reeds vroeg los doen
zijn, en degenen, die hunne pannen in het begin
van Juli in zee hadden, hebben dan ook een
beteren aanslag (gemiddeld omstreeks 15 per paD),
dan zjj die in het laatst van Juli of begin Augustus
hunne pannen uitbrachten; juist in dien tjjd was
het koud en ruw weder, hetgeen de broedval
tegenhoudt.
De laatst gelegde pannen werden slechts zeer
spaarzaam bezet, gemiddeld toch met slechts 3
stuks per pan.
Enkelen brachten nog in September, nadat het
koude en stormachtige weder voorbjj was, eene
partij pannen uit. Deze hebben zich niet over de
genomen moeite te beklagen, daar zjj nog een
tameljjk goeden aanslag verkregen, n. 1. 10 it 15
per pan. Wel is het broed van later aanslag steeds
klein, zeer klein zelfs en eischt het altjjd een
jaar meer tjjd voor dat het als groote oesters aan
de markt gebracht kan worden, doch het is toch
beter veel van deze, dan zeer weinig of geen van
de anderen te hebben.
In het djjkwater werden dat jaar 55000 pannen
gel°gd, die zeer goeden aanslag haddengemiddeld
kan deze op ruim 20 stuks geschat worden.
{Wordt vervolgd.)
Te Axel bracht de unie-collecte ƒ170.25 op.
Bjj de examens voor de akte voor hoofd-
onderwjjzer, te 'sGravenhage afgenomen, is ook
geslaagd de heer L. Ph. Weisfeit te Montfcort.
De heer C. Bouman, onlangs tot kapelaan
gewjjd, is benoemd tot kapelaan te Soeterwoude.
De heer J. Rjjnenberg, predikant te Kollu-
merzwaag, heeft voor de toezegging van beroep
naar de gemeente Kerkwerve bedankt.
De luitenant ter zee 2° klasse Z. J. H Rietberg,
uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op
nonactiviteit gesteld.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Door de rechtbank zijn heden veroordeeld
C. L. J. Van S.,- 14 j. kleermaker, H. W. K.
F. H. S., 15 j. mandemaker, J. De B., 15j.bood-
schapjongen, allen te Middelburg, wegens mishan
deling ieder tot 5 boete; P. Van B., 25 j.
landmanszoon te Graauw, wegens verboden invoer
van levende varkens in Nederland uit België tot
10 boete; R. L., 22j., djjkwerker te West-
kapelle, wegens beleediging en mishandeling van
beambten in functie tot twee maanden cel en
25 boete; S. H., 52 j. zonder beroep te
Westkapelle, wegens beleediging van beambten
in functie tot 6 dagen gev.J. Yan D., koop
man in zaden te Heille, wegens alsvoren tot
15 boete; A. L., 40 j., werkman te Veere,
wegens alsvoren tot 15 boete en J. De B., 61
j. landbouwer te Koewacht, wegens mishandeling
tot 12 boete.
Verder deed de rechtbank uitspraak in de
bekende zaak tegen E. B., vleeschhouwer te Mid
delburg, beklaagd van gepleegd bedrog door een
leverancier.
De beklaagde werd vrijgesproken, en wel op
de volgende gronden
O. dat door den bekl. ter terechtzitting is bekend,
dat door hem was aangenomen de levering van
het vleesch, benoodigd voor het garnizoen te
Middelburg, van 1 Januari tot en met 31 De
cember 1884; dat deze aanneming geschied was
onder voorwaarde, dat elke koe, waarvan hjj het
vleesch wenschte te leveren, aan den balk gewogen,
eene zwaarte moest hebben van minstens 225
kilogram; dat hjj daartoe in de maand Juli heeft
geslacht en aan de garnizoens voedings-scommissie
ter levering heeft aangeboden eene koe, welke
hjj vreesde dat het bovengemeld gewicht van
225 kilogram niet zou opleveren en dat hjj, ten
einde het te doen voorkomen alsof die koe dat
gewicht wel had en daardoor te voorkomen dat
deze door die voedingscommissie zou worden af
gekeurd, tusschen het vleesch en het aangewassen
vet in elk der achterkwarten met een jjzeren haak
had opgehangen en verborgen een stuk looddat
meergemelde koe toen, met inbegrip van dat lood
aan de balk gewogen, eene zwaarte had van 227
kilogramdat die stukken lood echter door den
getuige Yan Leeuwen, 2e» luitenant-kwartiermeester
en secretaris der voedingscommissie, werden ont
dekt en dat, nadat deze getuige den voorzitter
dier commissie had doen ontbieden, het door hem,
beklaagde, ter levering aangeboden vleesch werd
afgekeurd en hjj het op dien dag benoodigd e
vleesch ten genoege van meergemelde commissie
van andere beesten heeft geleverd.
O dat deze bekentenis van bekl. volkom en
wordt bevestigd door de onder eede ter terecht
zitting afgelegde verklaringen van de ge.t J. W. D.
Yan Dordt, kapt. der inf., en W. P. Van Leeuwen,
2e luit. kwartiermeester, respectievelijk voorzitter
en secretaris der garnizoensvoeding-commissie te
Middelburg, met uitzondering dat de getuige Van
Dordt verklaarde slechts in éen der achterkwarten
het bewuste lood verborgen gezien te hebben.
O. dat mitsdien door deze get. verklaringen,
in verband met de bekentenis van bekl., het feit,
door dezen bekend, wettig en overtuigend is be
wezen.
O. echter dat de bekl. heeft ontkend de bewuste
koe te hebben geleverddaarentegen bewerende
die slechts te hebben aangeboden om voor de
levering gekeurd te worden en dat zjj dan ook
feitelijk is afgekeurd en niet geleverd.
O. dat deze bewering van den bekl. is gegrond
en het bewjjs in rechten niet aanwezig is, dat
voormelde koe, zooals in de dagvaarding aan
den bekl. is ten laste gelegd, door hem is geleverd.
O. toch dat, al moge aan het woord „levering"
in art. 433 van het Wetb. van Straf' eene andere
beteekenis kunnen en worden gehecht dan waarin
het in het B. W. voorkomt, de juiste zin dezer
uitdrukking moet worden getoetst aan de bepa
lingen van het contract van leverantie, tusschen
den bekl. als leverancier van rundvleesch en vet
en de voedings-com. van het garnizoen te Mid
delburg gesloten
O. dat nu, volgen art. 2 der voorwaarden voor
aanbesteding voor levensmiddelen, die door de
voedings-commissiën moeten geschieden, waaraan
de bekl. verklaard heeft zich te onderwerpen, en,
volgens de verklaringen der get. Yan Dordt en'
Van Leeuwen, het te leveren vee eerst levend
wordt gekeurd en daarna, wanneer het geslacht
en schoongemaakt is, op nieuw moet worden ge
keurd, alvorens daarvan aan het garnizoen mag
worden afgeleverd.
O. dat, bljjkens de verklaringen der genoemde
get., de bewuste koe eerst levend is gekeurd en
na de slachting is afgekeurd omdat het beest
het vereischte gewicht van 225 K. G. niet ople
verde; en dat de bekl. dien dag vleesch van
andere runderen heeft geleverd.
O. dat bekl. wel een bedriegeljjk middel heeft
gebezigd om het geslachte rund zwaarder te doen
wegen dan het werkelijk was en alzoo getracht
heeft vleesch van minder gewicht en mindere
qualiteit te leveren, doch deze toeleg is mislukt
door omstandigheden van zjjn wil onafhankelijk
dat dus het feit hem ten laste gelegd niet was
voldongen en hier hoogstens sprake kon zjjn van
eene, niet strafbare, poging tot wanbedrjjf.
Kantongerecht te Middelburg.
Heden zjjn veroordeeld
C. S., te Middelburg, wegens het achter op een
rjjtuig klimmen tot 1 b. s. 1 d.; P. R., te
Middelburg, wegens het wateren buiten de bakken
tot 1 b. s. 1 d.P. v. Li, A. V., J. M., P.
J. H., A. De B. en G. G. V. allen te Middelburg,
wegens het, als verhuurder van voertuigen, zjjn
voertuigen met paardentuigen niet onderwerpen
aan eene door B. en W. gevorderde keuring tot
ƒ3 b. s. 1 d,W. F., te Middelburg, wegens het
paarden ter bewaking toevertrouwen aan personen
beneden de 16 jaar tot 1 b. s. 1 d.; C. S.,
te Ylissingen, wegens het pompen en laten loopen
van water over de openbare straat zonder goot of
slang tot 3 b. s. 1 d.M. J. v. H., te Mid
delburg, wegens als geleider van een hond op een
weg in Zeeland dit dier niet voorzien van een
muilkorf tot ƒ3 b, s. 1 d.F. B., te Oost-
Kapelle wegens het plaatsen van een bijenkorf
binnen 100 meter van een weg in Zeeland met de
opening naar dien weg gekeerd tot 1 b. s. 1
d.J. D., te Oostkapelle, wegens het laten
loopen van vee in een hakbosch aan een ander
toebehoorende en het zonder voldoend toezicht laten
loopen van vee langs een weg in Zeeland. Dit
laatste feit gepleegd eerst met 12 koeien, vervol
gens met 2 koeien en daarop tweemaal met twintig
koeien, tot 3 b. s. 1 d., 12 b. s. 2 d., 2 b. s.
1 d., 20 b. s. 3 d. en 20 b. s. 3 d. en B. De
B., te Lokeren (België), wegens het niet verbljjven
bjj zijne trekdieren in staat om hen te besturen
en te geleiden tot 3 b. s. 1 d.
Allen in de kosten.
Arrondissements-rechtbank te Zierikzee.
De rechtbank veroordeelde heden C. S
een elfjarigen deugniet, van Poortvliet, tot een
gevangenzetting van zeven jaren in een verbeter
huis, wegens diefstal met braak door middel van
een valschen sleutel en van binnenbraak in een
bewoond huis.
De instructie in de zaak der Leidsche gift-
mengster is nu geëindigd.
jSlechte tijden, ook in de journalistiek. In
den komkommertijd bijt menig redacteur op zjjn
pen, zuoht om stof voor een artikel of jaagt op
een kolossalen komkommer. Niet alzoo een ver
nuftig berichtgever. Niet alvorens gezien te
hebben want dat is meer vertoond maar
zelfs voordat bloemen en planten waren ingeleverd
weet zulk een te spreken van een verrassenden
en verblijdenden aanblik" en van »schoone planten
en bloemen", die een tentoonstelling te zien geeft
welke nog slechts in wording was.
De machinist van het stoomgemaal te Wjjde
Wormer ging dezer dagen met zjjne huisgenooten
naar Amsterdam, waartoe hjj allervriendeljjkstr
was uitgenoodigd door een Duitscher, aan wien
hij voor eenige dagen gastvrijheid had verleend.
Bjj zjjn terugkomst ontdekte hij, dat tjjdens zjjne
afwezigheid, door middel van inbraak, uit de huis
kamer verscheidene kostbaarheden en kleederen
gestolen waren. Hiervan verdenkt men bedoelden
Duitscher, die volgens afspraak het reisgezelschap
aan het station had moeten afhalen doch nergens
te vinden was, terwijl men ham op dien dag in
de nabijheid van de plaats van het misdrijf heeft
gezien.
Een juffrouw te Amsterdam, die Donderdag
tot »bruid" was gepromoveerd, kon aan den avond
van dien dag niet zeggen, dat zij met onbenevelden
blik de toekomst inzag, 's Avonds toch werd het
schepsel smoordronken op den openbaren weg
gevonden, en werd in een politiebureau onder dak
gebracht, waar ze haar roes kon uitslapen.
Des anderen daags viel den bruidegom de eer
te beurt, zjjn aanstaande levensgezellin te mogen
ontvangen uit de handen der politie.
Of de bruidegom door deze omstandigheid
verandering in zjjn voornemen bracht, wordt niet
gemeld.
Een uit Nederland afkomstig en voor Java's
Oosthoek bestemd ambtenaar heeft den directeur
van B. B. het volgend bewjjs van epistolaire be
kwaamheid toegezonden
»HoogEdele Heer!
»Met referte aan uw besluit, heb ik de eer
mede te deelen, dat ik nog niet lekker ben, als
de docter mjj zegt, dat ik nog in Batavia ver
toeven wil.
»De lengte van mjjn verlof wordt geschat op
30 dagen.
»De ambtenaar voor de burgerljjke dienst."
Tusschen Bussum en Hilversum is een con
ducteur uit den trein gevallen en dood op den
weg gevonden. Te Gorinchem was een juffrouw
bezig een brandend petroleumtoestel in orde
te maken. Het toestel kantelde en de vlam kwam
met hare kleeren in aanraking. De juffrouw is
zoo ernstig gebrand dat men voor haar leven
vreeBt.
Voor het postje van bode en concierge aan
het stadhuis te Monnikendam, tegen een jaar-
ljjksch inkomen van ƒ200 met vrjje woning,
hebben zich 104 liefhebbers aangemeld.
Generaal Millot is uit Hanoi afgereisd om
naar Frankrijk terug te keeren. Generaal Brière
de l'lsle heeft voorloopig het bevel over de
FranBche troepen in Tonking op zich genomen,
en waarschjjnljjk zal hjj opvolger bljjven. Men