N° 214 127' 1884 W oensdag 10 September. [iddelburg 9 September. MABMOBNB Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenï Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte "FEUILLETON. ADOLPHUS SEGRAVE. MIDDELBIIRGSC COURANT. i Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Dezelfde motie die, zooals wij gisteren meedeelden, te Rotterdam door de meeting ten behoeve van het algemeen stemrecht werd aangenomen, is overal behandeld en goedgekeurd. Te Amsterdam, waar de heer P. C. F. Frowein van Goes optrad, was het stampvol en ook daar besloot men in optocht het telegram aan de regeering naar het telegraafkantoor te brengen. In een aangrenzende zaal hield men, ter wille van hen die in de groote zaal geen toegang konden krijgen, tegelijkertijd eene bijeenkomst. Een der aanwezigen protesteerde uit naam der werklieden tegen verzekeringen in de eerstvolgende troonrede van eene welvaart welke niet bestaat. Daarmee was men, dunkt ons, wel wat voorbarig. Zoolang men niet weet wat de regeering in die rede gezegd heeft kan men moeilijk daartegen protesteeren. In de tegenwoordige tijden zouden ook wij zulk eene verklaring omtrent algemeene welvaart wel wat zonderling noemen. Wij dienen echter eerst af te 'wachten. Bij de heeren J. G. W. Altorffer alhier is verschenen: Hulde aan Belje Wolff en Aagje Deken door Johs. Dyserinck. Dit werk bevat de feestrede, voor de onthulling van het Wolff- en Deken monument uitgesprokenbenevens een verslag der toen gehouden tentoonstelling en van de plechtigheid der onthulling. Al gaven de bladen destijds van een en ander uitvoerige verslagen, zoo uitgebreid als in genoemd geschrift, opgedragen aan de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde, konden zij het gespro kene niet weergeven, het tentoongestelde niet beschrijven. Daarvoor bezat dr Jobs. Dyserinck alleen de gegevens. Uit dit oogpunt heeft dit werk veel waarde voor allen die in de hulde, de twee begaafde vrouwen gebracht, belang stellen. Maar vooral ook kan het, dunkt ons, voor de ingezetenen van Ylissingen een aardig souvenir wezen aan dr Joh. Dyserinck zeiven, omdat het vooral getuigt van diens ijverig streven op litte- rarisch gebied; van zijne warme belangstelling in de geschiedenis van Ylissingen, waarvan hij zoo menig getuigenis aflegde. Die gemeente heeft door het vertrek van dien be kwamen man veel verlorenhij werkte steeds in den echten geest van ware vrijzinnigheid. Dat bewees ook zijn pogen om hulde te brengen aan de beide vrouwen die in den tijd, waarin zij leefden, hetzelfde -beginsel najoegen wat hij met woord en daad voorstond. Wij hopen daarom dat menigeen zich ook om die reden de uitgaaf van onze stadgenooten, de heeren Altorffer, zal aan schaffen. De kommandant met de officieren der dd. schut terij, de leden der scbietvereeniging Mediohurgum dook LXXII. Uit mijn droömerjj ontwakende, vroeg ik den pas toor wat mijn broeder van die spookhistorie zei. Die zou met zijn nuchter verstand toch zeker op gewassen zijn tegen het bijgeloof der dorpelingen. Mijnheer uw broeder gelooft aan de ver schijning, die meer dan eens uit de ramen van het kasteel te zien is geweestmaar hij neemt niet aan dat het mijnheer de Marmorne is." »Wie kan het anders zijn „Monsieur Emil houdt het voor waarschijn lijker dat het de geest van uw ongelukkigen broeder, monsieur Julius is. „Is er in mijn afwezigheid tijding van zijn dood gekomen vroeg ik met groote belangstelling. »Wjj hebben geen bepaalde tjjding hoege naamd gekregen, maar monsienr Emil gelooft stellig dat hij niet meer leeft, omdat er geen bericht van hem komt en hij ziet in die ver schijning een bevestiging zjjner vrees." Hier was iets dat mij verschrikkelijk stuitte. Was het mogeljjk dat Emil aan spoken geloofde hij die altjjd zoo koel en ongeloovig was en zoo spotte met alles wat niet te bewijzen was Nam hij niet al te lichtvaardig den dood van Julius aan Daarvan was toch nog niets gebleken. en vele genoodigden met hunne dames waren gisteren avond in het Schuttershof bijeen om de uitreiking der bij den schietwedstrijd behaalde prijzen bjj te wonen en te genieten van het toe gezegd concert. Nadat het muziekkorps der dd. schutterij de bijeenkomst door het uitvoeren van een nommer had geopend, hield de heer J. M. Boone, president van de schietvereeniging, eene korte toespraak, waarin hij den leden der Ylissingsche schietver eeniging dank bracht voor hunne deelname aan den edelen strijd, waardoor zij toonden overtuigd te zijn van het nut van en zich eenige opofferingen te willen getroosten voor het schijfschieten. Met voldoening wees de heer Boone er voorts op dat de oefeningen van het afgeloopen jaar niet nutteloos blijken; de prijswinners toch behaalden hunne prijzen met vrij wat meer punten dan bij vorige gelegenheden. Zijn de punten hooger, het gehalte der prjjzen is iets minder, doch de kas was evenals de meeste kassen tegenwoordig niet te best gevuld; en ook niet om den prijs zeiven, 't meest om de eer wordt gestreden. Na de leden van het bestuur der vereeniging dank te hebben gebracht voor de medewerking ook nu weder getoond, noodigde de heer Boone den aiajoor-kommandaut uit de uitreiking der prijzen op zich te willen nemen. De heer Sprenger verklaarde zich daartoe bereid, doch bracht alvorens dank aan het bestuur der schietvereeniging voor de moeite, die het zich gegeven heeft den wedstrijd in te richten, en voor hetgeen de vereeniging in het algemeen doet om de lust tot schijfschieten te bevorderen. Dank der schietvereeniging is de schutterij van Middelburg herhaaldelijk bij wedstrijden met eere uit den strijd gekomen, ook nu onlangs te VQrs- venhage. De kommandant uitte daarom de beste wenschen voor de vereeniging en in de eerste plaats voor kapt. Boone, die de ziel ervan is en die, naar de majoor hoopte, zich nog lang opgewekt gevoelen zal er zijne krachten aan te wijden. Daarna wenschte de majoor den prijswinners geluk met het behaalde succesvoor de meesten het welverdiend loon van voortdurende oefening, voor enkelen het resultaat van een gelukkig oogen- blik. Met genoegen constateerde de majoor dat de oefeningen goede vrucht gedragen hebben, terwijl hij besloot met den wensch dat het aantal leden der schietvereeniging steeds moge toenemen en ook daardoor het gehalte en de weerbaarheid der schutterij, ondanks de verouderde schutterij wet, steeds mogen vermeerderen. Daarna ging de heer Sprenger over tot de uit reiking der op de verschillende banen behaalde prijzen. Op baan B bleek de heer W. Heyboer de 3e en de heer B. Yan Eesteren de 4e prijswinner te zijn. Yoor baan C was, behalve de prijzen uit de inleg- gelden, door een lid een prijs uitgeloofd, die door den eersten prjjswinner, den heer J. W. C. Yerhage, werd LXXIII. Ik keerde 's morgens naar Boisvipère terug en begaf mij terstond naar mijn broeder. „Hebt gij iets vernomen vroeg hij schijn baar met groote belangstelling. Ik deelde met een paar woorden den uitslag van mijn tocht mêe en voegde er bij „Maar gij hebt mij iets te vertellen. Wat is er aan van dat spook Ik zag hem strak aan om de uitwerking mijner woorden, bij die onverwachte vraag, gade te slaan. Hij beantwoordde mijn blik met grooten ernst, wachtte even en zei op zachten toon »Ik merk dat gij er reeds van gehoord hebt en geloof dat het beter is om er zoo min moge lijk over te spreken." Wilt gij mij wijs maken, Emil, dat iemand met uw gezond verstand aan zulk een verhaal gelooft „Veertien dagen geleden was ik even onge loovig als gij, maar in de laatste dagen heb ik dingen gezien die iedereen bijgeloovig moeten maken. Het kan zinsbegoocheling zijn maar gij zult toch moeten toegeven dat het zonderling is dat vier personen tegelijkertjjd dezelfde zinsbe goocheling hebben. Gij weet dat uw knecbt Perrin Boisvipère verlaten heeft, om hetgeen hij gezien heeft. Migeon en zijn vrouw hebben het ook gezien." „En gaat Migeon ook heen „Ik heb hem overreed om te blijven, omdat ik hem noch zjjn vrouw kan missen, maar gij gekozen. Dientengevolge behaalde de heer A. W. I Dén Doep 30% der inleggelden en zoo vervolgens. Nadat de prijzen waren uitgereikt, begaf men zich naar den tuin, waar het muziekkorps, onder leiding van zijn directeur, den heer A. De Jong een fraai programma ten gehoore bracht. Luide toejuichingen waren daarvoor zijn deel. Die blijken van waardeering verwierven ook zij die, nadat het concert was afgeloopen, in de kleine zaal hunne gasten en kameraden door voordracht en muziek den avond te snel deden omvliegen en eerst na middernacht aan huiswaarts keeren deden den ben. Onze Lange Delft is weer verfraaid door den gisterenavond geopenden nieuwen of, liever gezegd, vernieuwden winkel van den heer J. J. Ceulen, Wat zou van beide woorden hierbij het best gekozen zijn? Het algemeen bekende magazijn van onzen stadgenoot bestaat sedert 1854 en is nog steeds in dezelfde woning gevestigduit dat oogpunt zou men van vernieuwing kunnen spreken, maar wie zich herinnert hoe de winkel eerst kort geleden er nog uitzag en thans een blik slaat in die keurige winkelkasten, vooral als zij 's avonds helder verlicht zijn en zoo sierljjk uitge stald wie dan de geheele inrichting met nette toonbanken en kasten; den ingelegden vloer, die "zelfs tot op den stoep, waar de naam van den eigenaar prijkt, aanschouwten een kijkje neemt in het ruime en luchtige kantoor daarachter, die kan, dunkt ons, gerust zeggen dat men hier te doen heeft met een geheel nieuwe inrichting, gesticht op een soliden grondslag. Want welke verbetering het uiterlijke ook moge ondergaan hebben, de solide, gevestigde naam der onderneming van den heer J. J. Ceulen blijft daarvan steeds -de kvoon uitmaken. Wij verheugen ons, vooral ter wille van onze gemeente die elk teeken van bloei van in haar midden zich bevindende takken van handel en nijverheid als een blijde boodschap begroet, in de uiterlijke gedaanteverwisseling die het magazijn onderging. Zij brenge den heer Ceulen veelvoudige rente op. De vereeniging Uit het Volk—voor het Volk heeft dit jaar weer veel succes van haar Floralia. Yan de 405 personen die in 1883 plantjes afhaal den, leverden 393 er 1721 in. 19 personen brachten ook nog planten van 1883 op de tentoonstelling. Wij merkten reeds vroeger op, hoe in vergelijking van andere ge meenten, de Middelburgsehe Floralia zich verheugen mag in een bijzonder gunstigen uitslag. Te Driewegen werd als wethouder herbenoemd de heer J. Krijger en te Nisse als zoodanig be noemd de heer P. Luteijn, in plaats van den heei W. Wondergem, die daarvoor niet meer in aan merking wenschte te komen. Tot burgemeester van Borssele is benoemd de heer J. Rottier Lz. krijgt hem na het vallen van den avond zijn deur niet uit." „Maar zeg mij dan toch wat gij gezien hebt „Iets dat ik mij tot aan mijn dood toe zal herinneren." „De pastoor zei dat gij de verschijning voor den geest van Julius hieldt. Hebt gij redenen om aan zoo iets te gelooven »Ja." „Ik wenschte dat gij mij die redenen zeidet." »Ik beantwoord geen vragen meer over dit onderwerp. Bedenk dat gij het op tapijt hebt gebracht en niet ik. Ik heb er met niemand vrijwillig over gesproken. De pastoor deed mij een paar vragen, die ik uit eerbied voor zijn kerkelijk ambt beantwoordde, maar nu wensch ik het onderwerp te laten varen. Doch om op Julius terug te komenhebt gij na uw vruchte- looze reis nog éenige hoop dat hij in het leven kan zijn »Ik zie geen reden om alle hoop op te geven.' „Ik beken dat ik geen zweem van hoop meer heb." „Wat denkt Ada De Marmorne »Ik heb in uw afwezigheid de dames eenige malen bezocht. Zij voedden niet meer hoop dan iken nu gij zonder bericht terugkeert, zal Ada het wel heelemaal opgeven. Abeille denkt er misschien anders over, zij is jonger en maakt zich meer illusies". Ik ging terstond naar de chalet. Ada hoorde mjj aan zonder iets te zeggen j maar de uitdrukking De rijksambtenaar J. J. Hodde te EUewoutsdijk, wordt met 15 September a. voor den tjjd van drie maanden gedetacheerd in de suikerfabriek te Bergen op Zoom. Zooals gisteren onder Laatste berichten werd medegedeeld heeft Z. M. de koning besloten dat de gewone vergadering van de staten-generaal op Maandag 15 September 1884, des namiddags te éen ure, in eene vereenigde zitting der beide kamers geopend wordt door eene commissie van 's konings wege, waartoe zijn benoemd de minis ters, hoofden van ministerieele departementen. Benoemd zijn tot officier van justitie bij de arr.-rechtbank te Roermond mr J. H. DeRanitz, thans subst.-off. van justitie bij de arr.-rechtbank te Utrechttot subst.-off. van justitie bij de arr.- rechtbank te Utrecht jh* mr H. M. J. Van Asch Yan Wjjck, thans subst.-off. van justitie bij de arr.-rechtbank te Breda; tot subst.-off. van justitie bij de arr.-rechtbank te Breda, mr E. F. M. Ma- thon, thans subst.-off. van justitie bij de arr.- rechtbank te Roermond; tot subst. off. van justitie bij de arr.-rechtbank te Roermond, mp C. L. M. E. J. E. baron Speijart van Woerden, thans ambten, van bet O. M. bij de kantongerechten in het arr. Breda, te Breda. Tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw is benoemd de heer J. A. Böhringer, alge meene voorzitter der Maatschappij tot Nut van Algemeen en predikant te Amsterdam. Volgens de Verz. Bode hebben bet lidmaatschap der commissie voor bet waarborgfonds der Pen- sioenvereeniging o. a aangenomen de heeren J. A. Sillem, te Amsterdam, voor Noord-Holland; Hugo Molenaar, te Rotterdam, voor Zuid-Holland Jacob Duyvis, te Utrecht, voor UtrechtAlberda van Ebenstein, te Groningen, voor Groningen dr A. Vrolik, te Arnhem, voor Gelderland; jhrVan der Feltz, te Assen, voor Drente. Gelijk reeds vroeger werd bericht, is voorzitter baron Schimmel- penninck van der Oye, lid der tweede kamer van de staten-generaal; secretaris is de heer Michiels van Verduynen en penningmeester de heer Van Hu- malda van Eysinga. De vereeniging van magarineboterfabvikanten in Nederland zal op 11 September a. te Utrecht een vergadering houden. Ook het Nederl. werkliedenverbond Patrimonium heeft zich per adres tot den minister van water staat gewend met het verzoek, om in het belang der zonder werk zijnde werklieden de ijzeren over kapping aan het centraalstation te Amsterdam, zoo mogelijk, door Nederlanders te doen uitvoeren. De Haagsche briefschrijver in de Arnh. Crt. verzekert dat waarschijnlijk later over de houding van onzen voorlaatsten kroonprins Willem van Oranje licht zal opgaan. Hij schrijft„de dag, waarop het quidquid latet apperebit over prins van haar gelaat verontrustte mij. »Wjj behoeven echter nog niet te Wanhopen'1, zei ik eindeljjk, maar nog sprak zij geen woord. »Ada, lieve zuster Ada, spreek tot mij, zeg mij wat gij denkt, wat gij vreest. Uw blik doet mij meer zeer dan uwe woorden. Wat heb ik gedaan, dat gij mjj niet meer als uw broedef beschouwt »Wat wilt gij dat ik zeggen zal? Het vers ledene is voor altijd dood. Mijn vader is dood, mijn geliefde mon bienaimé is dood, al mijn hoop is dood. Ik weet wat gjj en Abeille denkt. Gij denkt dat mjjn geest sterft vóór mjjn lichaam het is mogelijk. Maar hoe zwak mijn geest ook moge zijn, ik heb nog verstand genoeg om uwe jjdele pogingen te doorzien om mjj met een valsche hoop te vleien. Ik kan niet langer met Abeille leven; zij kwelt mjj zoo met haar bemoediging; met haar zorgen, haar proefnemingen om mij op te wekken. Denkt gjj dat ik alles niet even helde!? inzie als gij Ik weet dat vader dood is, dat het land verwoest wordt, dat Julius dood is als hij niet dood is, breng mjj dan bjj hem, of geef mjj tijding van hem. Maar ik moet u éen ding vragen; laat mjj met rust het is mogelijk dat ik krank zinnig word maar als dat zoo is, dan zou ik zoo gaarne niémand kwaad doen. Laat mjj dus in stilte ljjden. Waarom moet ik met u of met iemand anders over mjjn droevig lot spreken Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1