127' 1884. ng. Dinsdag 9 September. N° 218, Middelburg 8 September. "FEUILLETON. M A. R M ORNE Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën- 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte GEMEENTERAAD. ADOLPHUS SEGRAVE. MIDDELBIHGSCHE C0URA1\T. Agenten zijn ie VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peul, te ZierikzeeA, C. Db Mooij, te TholenW. A. Van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat op Woensdag den 10 September 1884, des namiddags te drie uren, eene openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 8 September 1884. De burgemeester voornoemd, P I C K Een buitengewoon nummer der Java Ct bevat het volgende treurige bericht Yan den gouverneur van Atjeh en onderhoorig- heden zijn op 1 dezer via Penang de navolgende lelegrafische berichten ontvangen ïln namiddag 29 Juli een detachement vaneen officier en 25 minderen door zoogenaamde bevriende Atjebsche hoofden met hunne onderboorigen plot seling bij Tjot-Coe aangevallen. Wij bekwamen 8 dooden en 8 gewonden, allen minderen, en ver- toren elf beaumontgeweren met driehonderd pa tronen. „Radja van Langsar heeft inval gedaan in Mad- japahit; radja Madjapahit gevangen genomen en veel buit gemaakt. Controleur Edi met oorlogs- stoomer derwaarts. „Vijand wil vijandelijkheden hervatten. Groote bende, waarbij Tengkoe Di Tiroe, verscheen XXVI Moekims bij Tjot-Rang; andere benden bij Gle- Taroem (IX Moekims)." Volgens het Dagblad kan het antwoord van den radjah van Tenom niet vóór den 10en dezer bij het Nederlandsch gouvernement bekend zijn. Ook Zondagavond was de schouwburgzaal alhier bij de opvoering van het Satanskind zeer vol. Luide toejuichingen vielen den hoofdpersonen ten deel, en mevrouw Frenkel-Bouwmeester toonde ook op nieuw hare groote talenten, bij het weer geven van een karakter, zoo geheel verschillend van Margaretha Gauthier en Frou-Frou. De talrijke opkomst, bij de drie voorstellingen, zal zeker voor den heer Van Lier wel een prikkel wezen om den a. winter nog eens met zijn gezel schap Zeeland te bezoeken. Het Middelburgsche publiek zou, evenmin als het Goesche, achterblijven om hem te bewijzen dat het de kennismaking met de vele bekwame leden ervan gaarne hernieuwtterwijl zelfs een serie van een viertal ot een zestal voorstellingen voor hem, naar ons gevoelen, voordeel zou oplevere^ mits hij ook het Zeeuwsche publiek zooveel moge- ljjk het nieuwe op tooneelgebied doe aanschouwen, met overleg de avonden kieze en de toegangsprijzen, evenals ditmaal, billijk stelle. Wanneer men- dan in Zierikzee eene geschikte gelegenheid tot stand braoht om tooneel voorstellingen te geven zou men ook daar dezen winter een genot kunnen smaken, door LXXI. „Hebt gij twist gehad met Migeon vroeg ik Pertin. „Neen mijnheer, wij zijn wel geen heel beste maatjes maar ik kom nooit bij hem aan huis en spreek hem nooit, tenzij ik een boodschap van u en voor monsieur Emil heb. „Wat is dan in 's hemelsnaam de reden „Mijnheer moet het mij niet kwalijk nemen maar er zijn dingen, waarover het beter is niet te spreken." »Ik begrijp niet wat gij bedoelt." „Er zijn dingen die men kan zien, maar waarover men niet spreekt, omdat zij ongeluk kunnen aanbrengen." Bij die geheimzinnige woorden keek hij akelig ernstig en vroeg of ik van zins was dien avond naar Boisvipére te gaan. Het was reeds donker; maar ik kende den weg goed; en geen reden heb bende om te Marmorne te blijven was ik van plan om mijn broeder terstond den uitslag mijner reis te gaan mededeelen. Toen Perrin dit hoorde drong hij er op aan, ja smeekte mij zelfs om tot morgen te wachten, 't geen mij op het denkbeeld bracht dat er mis schien maradeurs der Garibaldianen in het bosch waarvan men tot heden nog te veel is uitgesloten; en tevens voor den heer Van Lier de reis winst gevender maken, wat hem des te meer zou aan moedigen die te ondernemen. De compleete werken van Dickens, geïllustreerde uitgaaf, twintig deelen, ingenaaid voor slechts 20 en in prachtbanden voor niet meer dan ƒ30, het is om van te watertanden. Vroeger moest men daarvoor 50 a 60 gulden betalen, al was het waarlijk nog niet te veel voor eene serie werken, gestoken in een sierlijk gewaad, gedrukt met duidelijken letter, zooals wij dat van den heer Roelants te Schiedam gewend zijn. Deze nu heeft dat fondsartikel voor 30.000 verkocht aan de firma Gebr. E. en M. Cohen (Arnhem en Nijmegen), die Dickens nu onder ieders bereik wil brengenen al valt de groote advertentie in dit nommer als van zelf in het oog, wij meenen - - waar het de werken geldt van den ongeëvenaarden Engelschen schrijver nog wel in het bijzonder de aandacht te mogen vestigen op zulk een zeldzaam aanbod. Men zal dan daaruit tevens zien dat de Copper- field, de Pickwick, de Maarten Chuzzlewit, de Kleine Dora, de Bctrnaby Rudge, Het verlaten Huis, de Domby Zoon, Onze wederzijdsche Vriend, de Nelly, de Kerstsprookjes, kortom elk der twintig werken ook afzonderlijk verkrijgbaar zijn, voor ƒ1.75, 1.25 of ƒ1 naar gelang van den omvang van het deel. Voorts zijn er nog goedkoopere voorwaarden gemaakt voor hen, die 5, 10 of 15 deelen uitkiezen, zoodat hij, die reeds enkele werken bezit, thans eene uitstekende gelegenheid vindt, om eene compleete serie in eigendom te verkrijgen. De vertaling der werken, waarmee ieder die ze kent dweept en die ze niet gelezen heeft kennis maken moet om zeldzaam te genieten, is van Mensing, dr Lindo en mevrouw Van Westhreene; aanbeveling te meer voor ben, die ze in het oorspronkelijk niet kunnen lezen, om zich op zulk eene goedkoopie wijze in het bezit te stellen van eene serie werken die in elk beschaafd gezin huisvrienden moesten zijn. Dickens liet een onwaardeerbaren schat na; tintelende van geest, van waarheid, van menschen- kennis. Dien schat meester te worden het ligt thans op den weg van een groot publiek dat vroeger daarvan was uitgesloten. En dat danken wij aan den ondernemingsgeest van de firma Cohen, wie wij een groot succes met hare onderneming toewenschen. Op het Molenwater alhier werd heden namiddag door den majoor-kommandant der Middelburgsche dienstdoende schutterij aan het korps de medalje overgegeven, door de korpsschutters bij den Haag- schen schietwedstrijd behaald. De kommandant hield daarbij eene toepasselijke aanspraak. De korps- schutters waren de heeren J. M. Boone, kommand., A. W. Den Doop, W. Heyboer, J. C. IClaassen, F. L. Klaassen en G. Krijger. Door den heer Boone werd het behaalde eer metaal aan het vaandel gehecht. doolden. Ik gaf dus toe en bracht den verderen avond en nacht bij den pastoor van Marmorne door. LXXII. Gelijk ik gezegd heb blonk die pastoor meer uit door eenvoud dan door geleerdheid. Vele dingen, die een Engelscb geestelijke onschadelijk bijgeloof zou noemen, waren in zijn oog zeer ge wichtig. Hij had bijna zijn geheele leven onder de boeren gesleten en had dus heel andere op vattingen dan meer ontwikkelde geestelijken. Het eerste wat ik hem vertelde, nadat ik over mijn vruohtelooze reis gesproken had, was mijn onderhoud met Perrin. Hij luisterde met belang stelling, doch zonder verbazing en zei bedaard „Het is heel natuurlijk dat hjj in de gegeven omstandigheden uw dienst verlaat." »Ik heb hem toch geen reden gegeven." Gij zeker niet; maar er zijn redenen." Ik zag terstond dat hij er alles van wistmaar daar Perrin het hem waarschijnlijk in de biecht had meegedeeld, kon ik niet meer vragen dan mijn gastheer vrijwillig mededeelde. Na het souper haalde hij een flesch Chartreuse, trok zijn stoel dichter bij het vuur en wierp er een groot houtblok op. „Chartreuse is een goede drank", zei hij „maar ik heb nog een paar soorten, die gij straks ook eens proeven moet. Ik koop die dingen nooit, maar somtijds geven de menschen mij een paar flesschen en het is altijd prettig om iets te hebben Daarna werd met de muziek aan het hoofd eene militaire wandeling door de stad gemaakt. De gemeenteraad van Middelburg vergadert Woensdag, den 10 Sept. des namiddags te 3 uren, ter behandeling van ingekomen stukkenter be paling van den aard en het bedrag van den borg tocht van den gemeenteontvanger en ter benoe ming van een gemeenteontvanger en van voor zitters en leden der vaste commissiën. Als wethouder en ambtenaar van den burgerlij ken stand zjjn herbenoemd: te Grijpskerke de heer M. Francke en te Meliskerke de heer J. Houterman KierïEtzee, 8 Sept. De heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad werd gepresideerd door den heer mr J. P. N. Ermerins, burgemeester. Afwezig waren de heeren W. A. Ochtman en Schneiders van Greiffenswerth. Medegedeeld werd een verzoekschrift van M. Van Hessen om schadevergoeding wegens onder vonden belemmering in de uitoefening zijner visscherij Op voorstel van burg. en weth. werd besloten hierop afwijzend te beschikken. Afschrijving van hoofdeljjken omslag werd ver leend aan J. M. E. Van Werkhoven ad ƒ1.861 wegens vertrek haar elders, aan W. De Beer ad 5.60 en aan A. J. Priester, echtgenoot van W. Ridderhof te Leiden, als eenige erfgenaam van mejufvr. H. J. Lagchér, wede. Monfé, overleden den 27 Juli jl., ad ƒ7.20. Aan P. Van der Velde werd, op verzoek, eervol ontslag verleend als onderwijzer aan school B. Vervolgens kwamen in behandeling de opmerkin gen van ged. staten betreffende de verordeningen a op de algemeene politie, b tot voorkoming en biusscning van brand, c, op de markten, <2 op het begraven en de begraafplaatsen en e eene wijziging der verordening op het invoeren enz. van lichtontvlambare stoffen. Deze verordeningen werden, overeenkomstig de rapporten der commissie voor de strafverordeningen en der commissie van den raad, gewijzigd. Ten slotte werd, overeenkomstig het rapport der commissie, de rekening van het burgerweeshuis over 1883 goedgekeurd, in ontvang op 9250.741 en in uitgaaf op 7605.54j alzoo meteen goed slot van 1645.20. Hoofdplaat, 7 Sept. Bij de verkiezing op Dinsdag 11. van een wethouder, in de plaats van den heer A. J. Cammaert die aan de beurt van aftreding was, onthielden de raadsleden Verplanke, Tas en de voorzitter zich van stemmen. De af tredende werd met 3,8temmen (éen biljet was in blanco) herbenoemd en nam 24 uur beraad. Op Zaterdag had opnieuw eene raadszitting plaats ter benoeming van een wethouder, waartoe de verga dering na het verstrijken van voornoemden termijn was belegd. Het bericht dat de benoemde zijne benoeming aannam, was 3 uren na dien termijn als er een vriend bij mij komt." Ik roemde de likeurmaar dat scheen mij toe niet den weg te zijn om op Perrin terug te komen. Het had wel iets van een spelletje, waarbij men antwoord geeft op een vraag, die niets te maken heeft met het onderwerp, waarvan sprake is. »Er schijnt veel van die soort van likeur in Frankrijk gemaakt te worden", ging ik voort. „Perrin vertelde mij wel eens dat hij een recept had om ze te maken, van gewonen brandewijn met eenige beziën die in de bosschen groeien". „De kruiden, welke de monniken van La Grande Chartreuse gebruiken, groeien ook in 't wild in het gebergte, rondom het klooster, maar zij gebruiken den besten brandewijn, dien zij krijgen kunnen". „Perrin had nog meer talenten. Ik zal hem erg missen." De pastoor werd stil en staarde in het vuur. Eindelijk zei hijSomtijds is het den geesten der afgestorvenen geoorloofd om hun vroegere verblijfplaats op aarde weer te bezoeken. Daar zijn voorbeelden van en het laatste waarvan ik gehoord heb is dat van onzen armen vriend De Marmorne". Ik ontstelde van die mededeeling, welke zoo volkomen te goeder trouw gedaan werd. Gij doet mij schrikken. Gij bedoelt toch niet dat iemand mijnheer De Marmorne na zijn dood gezien heeft „Perrin heeft hem gezien. De geest van mijnheer De Marmorne waart rondom Boisvipére en La Creuse. Hij is Perrin meermalen verschenen, bij den voorzitter ingekomen. Bovendien was de wettigheid der herbenoeming betwistbaar. De raad was Zaterdag opnieuw voltallig. De leden Cammaert en Verplanke weifelden met hun stembriefje gene wilde dezen doen vóórgaan en goot al zijn fioolen op den voorzitter uit, toen deze het geweten van het lid Verplanke, na diens verklaring dat hjj niet mede stemde, trachtte wakker te schudden met de woorden Komaan, stem meeDe uitslag was dat de heer A. J. Cammaert met 3 stemmen werd benoemd. Het lid Verplanke bekwam 2 stemmen éen biljet was in blanco. De herbenoemde verklaarde nu zich te houden aan zijn voormeld bericht dat dooi den voorzitter luid werd voorgelezen. De schrijver verklaarde daarin dat hij in het tijdvak, dat hij in den raad zitting had, veel onaangenaamheden, zelfs grove beleedigingen te verduren gehad haddoch zich het tot plicht rekende, in het belang der gemeente, het wethouderschap opnieuw te aan vaarden en hij hoopte zich het vertrouwen van die heeren, die tot zijne benoeming medege werkt hadden, waardig te zullen betoonen. De voorzitter protesteerde tegen de insinuatie waarmede dat schrijven aanving, en liet het verder aan het onbevangen oordeel van den raad en van het publiek over. Wie zich het driejarig open- li. uir leven van dien wethouder herinnert, zal hem van geen bescheidenheid beschuldigen en hem ook de martelaarskroon niet misgunnen, die hij zichzelf iu het openbaar op het hoofd durft zetten De storm was nog niet bezworen. De herbe noemde richtte nu tot den voorzitter de vraag, waarom" op Vrijdag geen plaatsvervangend wethou der was opgeroepen en hij, burgemeester, met éen wethouder college-vergadering had durven houden en besluiten nemen. De voorzitter stuurde den interpellant met een kluitje in 't riet, door te antwoorden dat hij daarover volstrekt niet ge dacht had, en ried hem aan zich tot ged. staten te wenden. Dit zou geschieden l)e adresbeweging tegen den burgemeester zal dus weer worden hervat, om wellicht in de tweede kamer te eindigen. Gisteren hadden in verschillende gemeenten mee tings voor algemeen stemrecht plaats. Te 's Gravenhage traden verscheidene sprekers op, evenals te Haarlem en te Rotterdam, waar o. a. dr Muller van Amsterdam het woord voerde. Te Amsterdam hield de heer P. C. F. Frowein van Goes eene redevoering; te Leiden de heer Domela Nieuwenhuis van 's Gravenhage. Verder werden nog meetings gehouden te Wormerveer, Zwolle, Sneek, Groningen, Appingedam, Leeuwarden en Heerenveen. In Rotterdam was de vergadering druk bezocht en ging men in optocht naar het telegraafkantoor om per draad de regeering in kennis te stellen van de volgende aangenomen motie. »De vergadering, overwegende: dat bij 't tegenwoordig kiesstelsel eene behoor lijke behartiging van wa'e volksbelangen niet mogelijk is, dat deze alleen verkregen kan worden door 't geheele Nederlandsche volk invloed te geven op 't staatsbestuur »is van oordeel »dat ten spoedigste het algemeen stemrecht, bij de Grondwet gewaarborgd, moet verleend wor den." Migeon en zijn vrouw hebben hem ook gezieü eö men gelooft algemeen dat hij u zoekt en u iets te zeggen heeft". Terwijl de pastoor deze woorden sprak gierda de wind langs het huis ik kreeg een rilling. »Dat is dus de reden dat Perrin niet meef naar Boisvipére terug wil „Ja, en de geest keert dagelijks terug. De vrouw van Migeon heeft hem den voorlaatsten nacht weer gezien aan den rand van het bosch, rondom de open plaats voor het kasteel". Zelfs al gelooft men niet aan spoken dan ig het moeielijk om niet onder den indruk te geraken van zulk een oprecht bijgeloof, vooral wanneer men al de omstandigheden nauwkeurig hoort be schrijven. Bovendien was de plaats, waar dat spook heette te verschijnen, mij altijd als de spook- achtigste voorgekomen welke ik kende. Ik had altijd gevonden dat er nog iets aan Boisvipére ontbrak, zonder te weten wat het was, maar nu ontbrak er niets meer aan met eenige inspanning kon ik mij dat bladerlooze, donkere bosch voor stellen met het spook dat er rond waarde en telkens bleef staan, in afwachting van den persoon aan wien het een vreeselijke mare te verkondigen had. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1