N° 190. 127e Jaargang, 1884. 13 Augustus. W oensdag Middelburg 12 Augustus. "FEUILLETON. MA.RMORNB Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën- 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte ADOLPHUS SEGRAVE. Negen en negentigste algemeene vergade ring dor Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, HIP>üËL!tlllt(iS(][lH COURANT. Agenten voor dit blad zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te Tholen: W. A. Van Nieuwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz' Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Het ontwerp van wet betreffende heffing van klassenbelasting en daarmee in verband staande voorstellen is door de regeering ingetrokken. De regeering heeft de goedkeuring der wetge vende macht gevraagd op een overeenkomst van het rijk met Amsterdam, waarbij de gemeente Amsterdam de haar toebehoorende helft der Trip penhuizen aan het rijk in eigendom afstaat onder voorwaarde, dat wanneer het Trippenhuis niet meer door de academie van wetenschappen wordt gebruikt, die helft door haar voor 100,000 kan worden teruggekocht en zij ook de rijkshelft tegen taxatie mag overnemen. Tegenover dezen eigendomsafstand ziet dan het rijk at van de betaling der 100,000 door Am sterdam, als bijdrage tot den bouw van het nieuwe rijksmuseum. Benoemd tot onderofficier van politie in de garnizoens-bakkerij te Vlissingen de gegageerde sergeant Van Kruijl van het 6e regiment infanterie te Breda. Vlissingen, 12 Aug. H. K. H. prinses Louise, echtgenoote van den Markies van Lorne, zal a. Donderdagavond, onder geleide van graaf Gleichen en diens dochter, met het s.s. Prinses Marievan de stoomvaartmaat" Zeeland, van Queenboro naar Vlissingen vertrekken. St. Annaland, 12 Aug. Behalve de telegraaf kantoren der spoorwegmaatschappijen en der Amsterdamsche kanaalmaatschappij zijn in ons land slechts drie kantoren, door bijzondere maat schappijen opgericht, n. 1. te Kuinre, Blokzijl en St. Annaland. Dit laatste is het kantoor van de „bijzondere telegraaf St. Maartensdijk—St. Anna land." De aandeelhouders dier onderneming hielden Vrijdag hunne halfjaarlijksche vergadering. Na behandeling der gewone huishoudelijke zaken en het bespreken van een ingekomen schrijven van den lijninspecteur te Roosendaal deed de telegrafist de heer J. Theunisse, zoon van den concessionaris den heer L. Theunisse, verslag over het halfjaar JanuariJuli. Hieruit bleek, dat in de achter eenvolgende maanden waren verzonden 95, 97, 94, 58, 82 en 69, samen 495 telegrammen en ontvangen 92, 105, 68, 56, 51 en 75, samen 447 telegrammen. Het totaal der behandelde telegrammen is 942 en sedert de oprichting, 1 Januari 1881, 6708. Nog in 1882 waren in ons land 34 rijkskantoren, waaronder 19 telegraafkantoren, die minder tele grammen hadden behandeld dan ons kantoor. Het hoofdcomité van het Roode Kruis in Neder land zal op de internationale conferentie te Genève worden vertegenwoordigd door den onder-voorzitter, DOOR XLIV. Zoo zouden die twee jaar vrij kalm voorbij gegaan zjjn als de gezondheid van vader redelijk gebleven ware. Het eerste jaar schikte het nog al, maar toen verergerde hij plotseling en stierf vijftien ihaanden na het vertrek van Julius aan verval; Van krachten. Wjj betreurden beiden diens afwezigheid zeer, ofschoon Emil vader zooveel mogelijk met raad en daad ter zjjde stond. Sir Anthony raadpleegde mij nooit over zijne zaken, daar hij het algemeene vooroordeel deelde dat de studie den mensch on geschikt maakt voor zaken. Bij het voorlezen van het testament bleek dan ook hoe overwegend dit vooroordeel bij hem was geweest. Segrave-Park en al de boerderijen in Yorkshire kwamen aan Julius, den oudsten zoon. Ik kreeg een som gelds in staatsfondsen, of liever gezegd de rente ervan want het kapitaal was zoo vastgezet dat ik er nooit een cent van kon uitgeven. Het merkwaardigste was echter 'het gedeelte dat op Emil betrekking had, en het veried den invloed dien deze in de laatste jaren op zijn vader Jtiad uitgeoefend. De bezitting van Boisvipère den heer K. J. G. baron Yan Hardenbroek van Bergambacht, en het lid jhr. J. L. C. Pompe van Meerdervoort. Dt.. 26 Juni is te Batavia van den gouverneur van Atjeh het volgend telegram ontvangen Sedert oprichting tijdelijken post Samagani gingen verscheiden transporten naar Tjot-Basetoel en Gle-Kambing alle zonder tegenstand. Enkele malen vielen uit de verte een paar vijandelijke schoten. Vijand zoekt geene ontmoeting met onze troepen, maar beschiet af en toe onze versterkingen en de postenliniën, om echter steeds spoedig weder af te trekken, en tracht de rustige bevolking in agitatie te brengen door inet kleine benden te rooven en te moorden. Bij beschieting Toengkoep den 16en Juni jl. onzerzjjds drie mindere militairen gewondvijand volgens bericht twee dooden en vier gewonden. Cholera eenige dagen epidemisch te Samalangan, thans aldaar geweken; te Kota- Radja nog sporadisch. Volgens een later telegram van 1 Juli is op militair gebied na het laatsteverslag niets bij zonders voorgevallen. Iloeloebalang Gighen XXVI Moekims heeft onderwerping aangeboden. Het Bat. Hdbl. wijdt een hoofdartikel aan het Engelsch Atjeh-vertoog in zake de Niseroaan het slot geeft dit blad de volgende oplossing van de z. i. rechtmatige bezwaren tegen het Atjeh- beleid der laatste jaren: Vrijwillige beperking van het territoriaal bezit binnen de grenzen van het werkelijk veroverd terrein, d. i. de streek tusschen het Oleh lehsche strand en de benting Lambaroe zuivering van Nederlandsche voorposten van al wat daar buiten ligt, want die voorposten boeze men den Atjehers geen schrik in, maar verschaffen hun de gelegenheid, om door onophoudelijk ons toegebrachte nederlagen hun eigen overwicht te handhaven beveiliging van bovengenoemd territo riaal bezit door een sterk militair kommando en eindelijk, het beschikbaar hebben van voldoend maritime middelen in de Atjeh-wateren, om daar Nederlands souvereiniteit te doen eerbiedigen. Tegen den herfst zal, naar het Dagblad ver neemt, te Rome de conferentie worden gehouden, waarover vroeger in de tweede kamer is gesproken, ter vasstelling der grondslagen voor een interna tionale overeenkomst, betreffende de uitvoering van wederzijdsche vonnissen in elkanders staten. Nederland is mede uitgenoodigd om daaraan deel te nemen. heden (Dinsdag) te Amsterdam gehouden. De vergadering werd geleid door den heer J. A. BÖhringer, die door het hoofdbestuur als voor zitter was benoemd. Na het uitbrengen van het verslag omtrent werd in drie porties verdeeldeen groote, het kasteel en onderhoorigheden en twee veel kleiner, van geringe waarde. Het kasteel was voor Emil La Creuse met den vijver voor mij en het derde gedeelte, vlak bij het gehucht les Chaumes was voor Julius. Ik zou niets tegen die verdeeling gehad hebben, indien er niet nog meer voordeelen voor Emil aan verbonden geweest waren. Ik had het stuk, waar ik het meeste van hield, en zou er een huis hebben kunnen laten zetten, indien dit niet onmogeljjk gemaakt werd door een verdere bepaling in het testament. Emil had namelijk het recht orü ons onze beide aandeelen af te koopen, voor een vooruit bepaalde som, zelfs tegen onzen zin een recht dat voor mjj als bezitter van La Creuse vooral hoogst drukkend wasdaar ik een veel hooger som van den eigenaar van Boisvipère had kunnen bedin gen iets wat Emil zeker voorzien had, toen hij vader dien niet belangeloozen raad gaf. Uit een tweede bepaling bleek hoedanig het testament in het belang van Emil gemaakt was, daar hij een dergeljjke som als voor mij zoo zorgvuldig vastgezet was, tot zjjn vrjje beschikking kreeg, ten einde hem in staat te stellen de twee andere porties van Boisvipère op te koopen. Zij was wel niet geheel toereikend maar hg had reeds eenige duizenden bespaard en met alles wat hjj erfde was hij volkomen rijk genoeg om eigenaar van geheel Boisvipère te worden, wanneer hem dit goeddacht. Ik vroeg wat hij besloten had en hij verklaarde dat hij onze aandeelen zou overnemen den toestand der maatschappij gedurende het afgeloopen jaar, en nog andere werkzaamheden kwam de motie van het departement Middelburg aan de orde, waarbij werd voorgesteld de ver schillende voorstellen betreffende den Volksalma nak niet te behandelen, maar daarmee te wachten tot het volgend jaar wanneer wetsherziening toch aan de orde komt. Deze motie werd bij acclamatie aangenomen, waardoor de punten 4, 5 en 6 van den beschrij vingsbrief vervielen. Daarna kwam in behandeling punt 7, voorstel van het hoofdstuur, van den navolgenden inhoud 1° de maatschappij aanvaarde het lidmaatschap der Nederlandsche' pensioenvereeniging voor werk lieden »2° zij neme deel in het waarborgfonds van het Nederlandsch werkliedenfonds door inschrijving eener som van ƒ5000 2J grootboek der Ned. Werk. schuld, met dien verstande, dat deze gelden nimmer zullen mogen dienen tot verhooging van pensioenen »3° zij verklare zich bereid, gedurende lOjaren bjj te dragen in de administratiekosten van het Ned. werkliedeDfonds, in dezer voege, dat die bijdrage het eerste jaar op 500 bepaald en elk volgend jaar telkens met 10 van het hoofdbe drag verminderd wordt." Namens het hoofdbestuur werd dat voorstel krachtig verdedigd door prof. Quack. Deze ver zekerde dat het hoofdbestuur volle vertrouwen heeft in het oordeel van geleerden als prof. Van Pesch en Van Geer, die hunne berekeningen vol houden tegenover dr Mounier. Het hoofdbestuur stelt aan de vergadering voor niet om alles te doen maar slechts om iets bij te dragen tot verbetering van den maatschappelijken toestand, vooral der werklieden. De financieele commissie adviseerde gunstig. De afgevaardigde van Breda verklaarde dat zijn departement onder den indruk verkeert van het schrijven van dr Mounier hij herinnerde eraan dat de verantwoordelijkheid voor dezen stap niet alleen komt op de hoofden der genoemde hoog leeraren, maar ook op de vergadering en het hoofdbestuur. De afgevaardigde van het departe ment Houtrijk en Polanen juichte het voorstel echter zeer toe. Nadat prof. Quack nog de handelwijze van het bestuur, dat de professoren volgt, had verdedigd werd het beluste voorstel bij acclamatie aange nomen. Evenzeer werd bjj acclamatie aangenomen-het voorstel van het hoofdbestuur om een onderzoek in te stellen naar hetgeen door eigenaars of direc teuren van njjverheidsondernemingenmet of zonder samenwerking van hun personeel, wordt gedaan tot bevordening van het stoffelijk, geesteljjk en zedelijk welzijn der werklieden. Dit voorstel, waarover de financieele commissie gunstig advies uitbracht, werd nog door prof. Quack nader toe gelicht. Punt 9 kwam daarna in behandeling, bevattende voor de in het testament bepaalde sommen. Hij behoefde daarvoor niet eens den terngkeer van Julius af te wachten. Hij had slechts het geld hij den bankier te brengen en de zaak was afgedaan. Hjj gaf mjj een wissel in ruil voor de eigendomsbrieven van La Creuse en daarmede was mjjn kort eigenaarschap afgeloopen. Emil verzocht mjj echter beleefd om mijne ka mers op het kasteel te behouden, voor het geval dat ik er wenschte te vertoeven, en daar ik er nog al veel boeken en meubels had laten komen, nam ik dit aanbod aan. Ik vroeg of Emil voor nemens was om zijn beroep te laten varen, waarop hjj met verbazing antwoordde dat hg er „nooit over zou denken om de positie van een gezien Engelsch rechtgeleerde op te geven voor die van een middelmatig grondeigenaar in Frankrijk." Bovendien was Boisvipère onuitstaanbaar vervelend om te bewonen. Ik zal er nu en dan heengaan om de bosschen meer te laten opbrengen, maar ik gooi geen geld weg om dat oude huis op te knappen. Ik houd mjjn kamers zooals zij zijn en als gij de uwe houdt zullen wjj er wel eens samenzijn. Wacht echter nooit op mij, wanneer u de lust bekruipt om er eenige weken te gaan doorbrengen." Migeon en Perrin bleven beiden in dienst. Mjjne paarde* werden op kosten van Emill gevoed en door ons beiden gebruikt. Sommige menschen zouden in mjjn geval twist gezocht hekben met een broeder, die zoo duidelijk zijn invloed gebruikt had om zich zelf te bevoor- een voorstel van het hoofdbestuur om gedurende vijf jaren op de jaarljjksche begrooting te doen brengen een som van 500, teneinde het hoofd bestuur in staat te stellen daaruit subsidiën toe te kennen aan vereenigingen, die onder vol doende waarborgen te zijner beoordeeling 't zij voor éen provincie, 't zjj voor enkele provin ciën te zamen, het uitbesteden van schipperskin deren, opdat dezen geregeld de school kunnen bezoeken, geldeljjk steunen. Het departement Akkrum stelde voor de som van 500 in ƒ1000 te veranderen, wat onder steund werd door het departement Grouw, dat daarop zjjn voorstel introk om op de begrooting voor 188485 voor bovengenoemd doel 2000 uit te trekken. Nadat pauze gehouden was maakte de voorzitter bekend dat het amendement-Akkrum met 527 tegen^ 393 stemmen was verworpen, waarna het voorstel van het hoofdbestuur ongewijzigd bij ^acclamatie werd aangenomen. De heer Moens deelde vervolgens mede dat de kosten van de kweekschool voor bewaarsc&>ol- houderessen, in plaats van ƒ70000, hondercTtien duizend gulden zal kosten. Deze mededeeling werd voor kennisgeving aangenomen. Daarna kwam in behandeling een voorstel-Monnikendamdat urgent verklaard werd, om het hoofdbestuur te machtigen de verleden jaar toegezegde subsidie van 2500 aan het departement uit te betalen onder voorwaarde dat het hoofdbestuur toegeve, dat dit geld voor de reorganisatie der bewaarschool te Monnikendam zoo goed mogelijk worde besteed. De afgevaardigde van dit departement verdedigde het voorstel, dat door de commissie van financiën ten eenenmale werd afgekeurd. Namens het hoofd bestuur merkte de heer Moens op dat het hoofd bestuur en de financieele commissie wel Monni kendam willen helpen, ja zelfs de subsidie tot vier duizend gulden wilden verhoogen, doch alleen onder de voorwaarden, te voren gesteld, opdat de maatschappij zich nooit over die bewaarschool te schamen hebbe; de heer Moens stelde in dien geest een motie aan de vergadering voor, die dooi den afgevaardigde van Breda werd gesteund. Monnikendam nam daarop zjjn voorstel terug in de hoop dat het departement tot overeenstem ming met het hoofdbestuur zou kunnen geraken. De motie, waarin het hoofdbestuur gemachtigd werd om desnoods vierduizend te geven, werd bjj acclamatie goedgekeurd. Eveneens werd ingewilligd een verzoek van het departement Edam om voor de verbouwing van het opzichtershuis nog 1350 te verleenen als bijslag op de reeds toegestane subsidie; op dat verzoek was gunstig geadviseerd door de finan cieele commissie. Vervolgens ging men verder met de de behan deling der punten van beschrijving en wel met punt 11. Punt 10, voorstel van het departement Grouw was, zooals wjj meldden, vervallen. Dit punt 11 nu werd aangenomen, zoodat aan het hoofdbestuur deelen; maar wat zou het geholpen hebben Emil had slechts zjjn instinct gevolgd, en daar enboven was hjj begaafd met het talent om alle middelen te bedenken, welke zjjn belang konden bevorderen. Hjj was mij in het minst niet vjjan- dig gezind en behandelde mij gewoonljjk met de grootste beleefdheid, vereenigd met een behoorljjke nabootsing van de openhartigheid welke broeders elkaar gewoonljjk betoonen. XLV. Door zijne belofte van over twee jaar terug te komen had Julius zijne reisplannen aanmerkelijk gewijzigd. Hij wilde nu alleen als het mogelijk was het zuidelijkst gedeelte der Albert Nigenza onderzoeken, welke Baker niet bereisd had, of althans nagaan hoever de wateren zuid westwaarts liepen. Dit ljjkt vrij eenvoudig als men een nieuwe kaart raadpleegt. Men behoeft slechts, naar Zanzibar te gaan en van daar naar Ujiji om het meer Fanganyika over te steken naar Uvira; vervolgens vliegt men als de kraai hon derd mjjlen over land en komt aan de zuidkust van het groote Albertmeer, dat men westwaarts volgt en het vraagstuk is opgelost. Dit is alles heel mooi in theorie; maar demoeielijkhedender praktjjk zjjn ongeloofelijk. Zelfs de bekende weg van Zanzibar naar Ujiji zou Julius vijf maanden kosten, als alles goed ging terwjjl ziekte of oorlog onder de inboor lingen hem een eindeloos oponthoud konden ver oorzaken. De tocht naar het Albertmeer wa^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1