N° 172. 127® Jaargang. 1884. W oensdag 23 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën* 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regel» 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Middelburg 22 Juli. FEUILLETON. MAEMOENB ADOLPHUS SEGRAVE. MIDDELBIIRGSCHE COURANT. w SR Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. van der Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubb en Cie., John F. Jones opvolger Twee conservatieve organen, Het Dagblad van Zuid-Holland en de (oude) Rotterdamsche courant verdedigen de regeeringnu zij tegenover Tenom de medewerking van Engeland heeft aanvaard. Gedachtig aan het spreekwoord, waarbij van oude liefde sprake is, is het gansch niet onwaarschijn lijk dat, welke liberale neigingen de minister Heems kerk ook aan den dag moge leggen, vooral het Dagblad nog steeds een orgaan blijft, wat een eenigszins officieel karakter draagt. De Staats Courant schijnt geen dienst te mogen of te kunnen doen om ons in te lichten omtrent hetgeen wij met Engeland beslotende eer daarvan is aan de En- gelsche regeering toegekend. Dit verklaart ook het Dagblad af te keuren. Alles goed vinden viel wat moeilijk. Maar het blad vindt ook veel goeds in de gesloten overeen komst. Zooals men weet werd besloten tot het volgende 1°. de radjah van Tenom zal worden gesommeerd de gevangenen uit te leveren, en wel op zoodanige wijze, dat hij daarbij duidelijk, zoowel Engeland als Nederland, tegenover zich zal zien staan; 2°. hij wordt zelfs bedreigd met een tuchtiging door Nederland en Groot-Britannië gezamenlijk, indien hij niet aan de sommatie mocht voldoen 3°. indien hij er wel aan voldoet, zullen zijn havens voor den handel worden opengesteld en zal hem een losprijs betaald worden. Naar aanleiding der eerste bepaling merkt het Haagsche blad op hoe het het liefst gezien 'had dat wij zonder andere hulp de zaak hadden kunnen ondernemen met het gewettigd vooruitzicht om haar tot een goed einde te brengen. Maar om trent dit laatste had dan ook wel, menschelijker- wijze gesproken, bepaalde zekerheid moeten bestaan. Want denk u eens, dat de onderneming door ons alleen begonnen ware, doch onze krachten te zwak waren gebleken om het beoogde doel te bereiken. Wat zou er dan van ons prestige worden Nu is men tegen het kwaad, daarvan te vreezen, in elk geval gewaarborgd. Want mocht de uitkomst nu niet zoo zijn als men recht heeft te verlangen, dan zal de verantwoordelijkheid daarvoor door de Engelsche wapenen met de onze gedeeld worden, en zal van Britsche zijde daarmede alle aanleiding tot verwijt vervallen zijn. »D'at gemeenschappelijk optreden schijnt door hen, die reeds een aanvankelijk oordeel hebben geveld, ver ward of althans op ééne ljjn gesteld te worden met de aangeboden bemiddeling. Toch zijn beide zaken he melsbreed verschillend. Zou het aannemen van een bemiddeling van dezen aard gelijk hebben gestaan met een afstand doen van onze nationale zelf standigheid, van de macht en de kracht om eigen aangelegenheden te redderen, het gemeenschap pelijk handelen als bestraffers van een roofstaat is slechts het aangaan van een bondge- DOOK V. Hjj bleef, zooals hij beloofd had, te Segrave en besteedde al zijn tijd aan zjjn opleiding voor het moeiljjke leven dat hem te wachten stond. Hjj begon met iets te leeren van alle mogelijke am bachten en na verloop van een paar maanden was hij voor zijn doel bedreven genoeg in allerhande soort van ruw werk. Er bestaat bij hoogst beschaafde lieden een sterke neiging om iemand, die niet in alle opzich ten doet zooals iedereen, voor krankzinnig te houden; en een jong menseh, die het er opgezet heeft om wat men noemt »van alle markten thuis te zjjn", handelt zoozeer in strijd met den geest der hedendaagsche beschaving en de regelen der staathuishoudkunde dat hij bepaald voor een zot doorgaat. Dat was ook het geval met den armen Julius. Onze vrienden en buren namen zijne plannen niet in aanmerking, maar met domme en gedeeltelijk opzettelijke kortzichtigheid, waar mede men zoo vaak het gedrag van anderen be oordeelt, beschouwden zij Julius als een jong edelman, die zich in het beschaafde Engeland allerzonderlingst gedroeg en verklaarden hem yoor krankzinnig. Indien hij zjjn heele leven te nootsehap voor militaire doelei*- d e n. Daarin is niets vernederends, noch in zichzelf bedenkelijks. Zelfs de grootste mogend heden versmaden bij voorkomende gelegenheden zoodanige hulp niet; waarom zou Nederland het dan moeten doen »De eenige bedenking, hiertegen in te brengen, zou kunnen wezen, dat men de toestanden niet gelijk acht, op grond dat men den radjah van Tenom als onzen weerspannigen vazal wil beschou wen. In schijn is hiervoor iets te zeggenmaar is het wel meer dan schijn Aljeh is immers een rijkwaaraan wij den oorlog verklaard hebben en waarmee wij den vrede nog niet gesloten hebben. In waarheid geldt het dus het beoorlogen van een stam van het volk, waarmee wij wetteljjk op voet van oorlog zijn. Daartoe van de goede diensten eens bondsgenoots gebruik te maken, is iets wat dagelijks voorkomt, waarover men zich steeds verheugt als men er de gelegenheid toe vinden kan, en dat alzoo in dit geval ook niet te beschouwen is als een schikking, waardoor de nationale trots zich gekwetst kan gevoelen. „Het derde en laatste punt der schikking schijnt minder vatbaar om er terstond vrede mede te hebben. Dat aan roovers een losprijs wordt be taald voor de uitlevering van gevangenen, is het ergste niet; dat ziet men meer gebeuren door machtiger dan wij. Maar dat een daad van zee- rooverschap eigenlijk; nog beloond wordt door handelsvoordeelen te verleenen, is minder goed te rijmen met het gevoel van recht en billijkheid^ noch met dat van nationale fierheid. Ook schijnt de openstelling van de Tenomsche havens nog al bedenkelijk uit het oogpunt van toevoer van oorlogscontrabande aan het overig Atjeh. »Maar in de overeenkomst is dan ook een be paling opgenomen, waarmee wel een voorbehoud op dat punt kan bedoeld wezen. Die heropening van de havens voor den handel zal nl. alleen verleend worden en gehandhaafd blijven op voor waarde dat Tenom zich niet vijandig tegenover ons betoone. Onder dat betoon van vijandschap kan toevoer van oorlogsbehoeften aan onze vijanden zeer wel begrepen worden. „Het zal dus van belang wezen, die bepaling nog behoorlijk toegelicht te leeren kennen, alvorens haar waarde te kunnen schatten." Nadere mededeelingen der regeering blijven op dit punt dus, ook volgens het Dagblad, gewenscht. Wel zijn pas drie stukken gepubliceerdeen brief van onzen minister van buitenlandsche zaken aan onzen gezant te Londen, een schrjjven namens lord Granville aan onze regeering en een antwoord daarop van onzen minister Yan der Does de Wil- lebois, maar daaruit ontvingen wij omtrent bovenstaand punt geene voldoende opheldering. Het voornaamste streven onzerzijds is, zoo blijkt, steeds geweest om den radjah te overtuigen dat hij van Engeland's zjjde geen steun had te wachten, dat Albion het met ons eens was, en het hem dus niet gelukken zou tusschen beiden moeilijkheden in het leven te roepen. Segrave-Park had willen blijven zou het ook ge heel overbodig geweest zijn dat hij al die am bachten leerde, daar wjj in den omtrek werk lieden genoeg hadden, die ieder in hun vak niet door een liefhebber konden geëvenaard worden- Onze vrienden zagen alleen waar zijn persoon was maar met zijn geest leefde hij reeds iD Afrika. Hij deed natuurlijk dingen, die menschen met een alledaagsch verstand »al heel gek" moesten vinden, want hij had even geregeld meesters als een jonge dame, die haar opvoeding voltooit maar in plaats van muziek- of teekenmeesters, waren het blikslagers, kleêrmakers en timmer lieden. Hij leerde soldeeren, naaien en ruwe hutten en nog ruwer meubels timmeren. Maar wat nog erger was, hij ging schapen en koeien slachten bij den slager en hjj deed het net zoo lang totdat hij daarin zeer bedreven was. Hjj droeg schoenen die hjj zelf gemaakt had van het lêer dat hij zelf gelooid had, en dat leder kwam van een beest dat hij zelf geslacht had en het waren mooie schoenen Hjj at niets dat op de gewone mannier toe bereid was hij sneed rauw rundvleesch aan repen en droogde het in de zon en als het droog was stampte hjj het in een vjjzel, stopte het in een zak van beestenvel, en vermengde het met vet. Dit was naar het schjjnt verduurzaamd vleesch en men zegt dat het zeer goed eetbaar is, als er niet veel haren in zjjn. VI. Vervolgens bouwde hjj een fort in het park, Dat te bewjjzen is misschien wel de hoofd- stiekkiiig van het gemeenschappelijk optreden, en als zoodanig valt er veel voor te zeggen, mits wij onze eigene zelfstandigheid en waardigheid hand haven. Op de heden in het Notarishuis in de Abdij alhier gehouden verkooping van meubilaire goe deren werd den heer A. M. VanHeuven, die daar als crieerder zijne diensten bewees, eene aange name verrassing bereid. De heer I. E. De Groot, de vendumeester, vond in het dezer dagen door den heer Van Heuven gevierde jubileum als oproeper bjj openbare ver- koopingen aanleiding om hem bij de eerste daarop volgende verkooping in -het Notarishuis in goed gekozen bewoordingen geluk te wenschen met zjjn feest, hem dank te zeggen voor do wjjze waarop hjj die betrekking steeds bekleedde en de hoop te uiten dat de heer Van Heuven nog vele jaren op den ingeslagen weg zal mogen voortgaan. Als bewijs van achting en vriendschap bood hjj den jubilaris tevens diens fraai, in zwart krjjt uitgevoerd, medaillonportret in keurige lijst aan. De heer Van Heuven, dank betuigende voor de vriendelijke attentie, voegde daarbjj ook zjjn dank voor de van de ondernemers en het publiek steeds ondervonden welwillendheid, medewerking en steun en uitte den wensch dat het hem gegeven moge zjjn die nog lang te mogen ondervinden. Het talrijk publiek, dat de verkoopzaal vulde, gaf herhaaldeljjk bewijs van instemming met het gesprokene. Stavenisse, 21 Juli. In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad werden de heeren J. De Visser en L. Hage herbenoemd als zetters voor 's rijks directe belastingen, In dezelfde ver gadering werden ook de traktementen der onder wijzers, welke tot dusverre verschillend waren, alle gelijkgesteld en wel op 625. Zaterdag 11. bracht de ljjninspecteur bjj 's rjjks- telegraphie te Roozendaal een bezoek aan onze gemeente, in verband met de aangevraagde tele- phoonverbinding, teneinde zich persoonlijk op de hoogte te stellen van en eenig onderzoek te doen omtrent afstand, lokaal, beambte enz. Naar wij met eenigen grond mogen hopen, zal de aange vraagde verbinding ons niet geweigerd worden, zoodat het betrekkeljjke isolement alsdan hier spoedig opgeheven zal wezen. De St. Ct. bevat de wet tot naturalisatie van Francies Theofiel De Jaeger, landbouwer, geboren te Watervliet (België) en wonende te Vzendjjke. Men meldt dat Donderdag a. de heer m1 J. Kappejne van de Coppello te Zaandam het woord zal voeren tot de kiezers. Dit kan natuurlijk eene hoogst belangrijke bjjeenkomst worden, vooral wanneer ook door middel van de pers voor ieder gelegenheid besta te weten wat de oud-minister heeft in het midden te brengen ter weerlegging van de bezwaren die men tegen hem heeft. met behulp van twee bedienden die hem trouw ter zjjde stonden. Zjj begonnen met steenen uit de rivier te halen en trokken vier muren op, die een soort van perk vormden. Aan twee van de hoeken werden vierkante hutten aangebracht, of liever steenen huisjes, even hoog als de muren, die uitstaken, gelijk de torens aan de hoeken van een ridderslot. Zjj hadden geen vensters maar vier smalle schietgaten, waarvan twee met geweren voorzien waren, die het plein voor de muren konden schoonvegen, terwijl men uit de andere het veld kon overzien. Op die wjjze, betoogde Julius, was het fort door een paar man krachtig te verdedigen. Hjj sliep eiken nacht 'in een van die hutjes en zjjne dienstbaren in het andere - allen met geladen geweren. Binnen den ringmuur stonden eenige oude wagens en eiken avond dreven zjj een koppel koeien naar binnen, bjj wjjze van veiligheidsmaatregel. Af en toe blies Julius midden in den nacht alarm, teneinde zijne lieden aan waakzaamheid te gewennen en dan schoten zjj met los kruid, 't geen bjj de nieuwerwetsche repi- titiegeweren bjjna hetzelfde effect teweeg bracht als een peletonvuur der infanterie. Hij wilde nooit iemand binnen zjjn vesting laten, wat vooral de dames onder onze kennissen ergerde, en haar deed verklaren dat hjj nu reeds een halve wilde was. Het geheele graafschap was weldra bekend met de levenswjjs van Julius en tengevolge van een klein ongeluk werd er nog veel meer over hem gepraat. Hij had nameljjk in Londen twee bjjzonder mooie jachtgeweren laten maken voor Ter afwering van de Aziatische cholera en teneinde hare verbreiding tegen te gaan heeft de minister van binnenlandsche zaken verzocht de aandacht der gemeentebesturen te vestigen op de bepalingen der wet van 4 December 1872 Stbl n° 134) tot voorziening tegen besmettelijke ziekten. Het vervoer van lijders aan Aziatische cholera, bjj art. 9 dier wet verboden, dient zoo krachtdadig mogelijk tegengegaan en dat art. streng gehand haafd te worden. Vooral is het van belang, dat het vervoer van zulke Ijjders, indien het bjj uit zondering moet worden toegestaan, niet in openbare vervoermiddelen plaats hebbe, en dat de gebezigde vervoermiddelen onmiddellijk na het gebruik worden ontsmet. Zooals gisteren onder Laatste Berichten in een deel der oplaag werd medegedeeld, is de geldleening van 60 millioen gulden, tot uitgifte waarvan machtiging is verleend bjj de wet van den 20e" Juli jl. (Stbl. n° 146), voorloopig toegewezen aan een consortium, bestaande uit de Ned. Handel- maatschappy, de Amsterdamsche Bank en de Banque de Paris et des Pays-Bas, voor den koers van 10051/ioo pet. netto en met bijbetaling van rente ad 4 pet. van den len Augustus a. s. af tot op de vervaldagen der termjjnen, waarop de bedongen koopprijs moet betaald worden. In het geheel is dientengevolge bij te betalen ruim 600.000 Dat wjj dit bericht niet in onze eerste editie konden opnemen, hadden wjj, ja stellig zullen wjj het niet zeggen, maar wellicht toch aan de ad ministratie der telegraphie te danken. Het telegram uit 's Gravenhage was aldaar 4.47 aangeboden en wij ontvingen dit 6-44. Ruim twee uren tjjd voor zulk een telegram is wel wat lang. De Club de V Escaut en de Cercle des installations maritimes te Brussel, die zich o. a. ten doel stellen om Brussel en Leuven in rechtstreeksche verbin ding met de zee te brengen, ondernemen jaarlijks watertochten om de leden in de gelegenheid te stellen zich met eigen oogen te overtuigen van den toestand en de behoeften van het verkeer te water in het koninkrijk. Dit jaar zal die tocht van 19 tot 24 Juli duren. Het eerste bezoek geldt het kanaal van Maas* tricht naar 's Hertogenbosch. Verder zullen be zichtigd worden de brug over de Lek bjj Kuilen burg de sluizen bjj Vreeswjjk, de havenwerken van Amsterdam en de sluizen bjj IJmuiden. Van daar gaat men naar de havens van Vlissingen en Terneuzen, de nieuwe sluizen te Gent en de haven van die plaats. Een aantal Fransehe en Duitsche ingenieurs zullen met de leden van genoemde vereenigingen het tochtje medemaken. (N. R. Ct.) Nog steeds worden zoo meldt de Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. pogingen aan gewend om de regeering een voorstel tot partieele grondwetsherziening te doen aanbieden bjj gele genheid van de aanstaande bjjeenkomst der beide kamers. Doch volgens hem zal daarvan wel niets komen. In sommige kringen bljjft men het er voor de jacht op groot wild. Maar wjj hadden geen herten te Segrave-Park, en al hadden wjj er gehad dan zouden ze nog niet groot genoeg geweest zjjn om wapens op hen te probeeren, die bestemd waren voor leeuwen en njjl paarden. Het grootste wat wjj bezaten, behalve de paarden, waren koeien en ossen en het moet gezegd worden dat Julius ef éen morgen zes van doodschoot. Dit verhaal deed als een loopend vuurtje de ronde, maar men wist niet, of verzweeg opzetteljjk dat de dieren reeds aan den slager verkocht waren, met wien Julius vooraf een accoord gemaakt had. Mjjn broeder en zjjne onderhoorigen slachtten de beesten alsof zij in Afrika warenmaar de slager was er bjj en nam het vleesch, dat Julius niet voor zjjn fort noodig had, mede op zjjn wagen. Des zomers deden zjj oefeningen op den grooten vjjver met de meest ruwe booten, die zjj zelf gebouwd hadden onder anderen met een vissehers- vaartuig van biezen met leder overtrokken een (coracle) waarschjjnlijk niet zoo afgewerkt als die der oude Britten, met een cano, die er uitzag als een overbljjfsel van een voorhistorisch geslachij Zjj kantelden met opzet nu en dan midden in den vjjver om en zwommen naar den oover. Bjj warm weder leefden zjj als amphibieën, zwommen da gelijks in hunne kleêren en wat nog bespotteljjker stond, lieten de paarden overzwemmen en volgden hen achterna terwjjl ze zich aan de staarten vast-) hielden. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1