N» 170. 127® Jaargang. 1884. Maandag 21 Juli. Rjjks-belastingen. Middelburg 19 Juli. Advertentiën* 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Brieven uit de Hofstad. DELBURGSCHE COURANT. Arenten voor clil blad zijn te Vlissingen: P. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Niettwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is ver zonden het door den provincialen inspecteur der- directe belastingen enz. te Middelburg, den 15en Juli 1884, invorderbaar verklaarde kohier der per- soneele belasting N° 3 voor het dienstjaar 1884/85, met nitnoodiging aan ieder, wien zulks aangaat, om, na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend; terwijl bij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een' perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van den 9en April 1869 (Stbl. n®. 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 18en Juli 1884* De burgemeester voornoemd, F. ERMERINS, L. B. 18 Juli 1884. De droeve plechtigheid is volbracht. Be laatste Oranjezoon is bjjgezet bij het stoffelijk overschot zijner vele beroemde voorvaders, en thans wendt het Nederlandsche volk de oogen weder af van den killen grafkelder te Delft, om den blik op de toekomst te richten. Zoo gaarne zou het daar een lichtstraal van hoop zien blinken, en zonder treurige gebeurtenissen, zooals er reeds een paar malen na de geboorte van prinses Wilhelmine hebben plaats gehad, kan werkelijk de vreugde volle mare binnen kort door Nederland weerklin ken een kroonprins is geborenDe blijde ver wachting daaromtrent schijnt inderdaad in de naaste omgeving onzer beminde koningin met grond te worden gekoesterd, en het voornemen zou reeds bestaan om, na verloop van nog slechts weinig tijd, de blijde boodschap aan de volksver tegenwoordiging mede te deelen. Moge H. M. thans het geluk worden geschonken ten tweede male moeder te worden en mocht die geboorte van een nieuwe Oranjespruit den volke een dub bele vreugde brengen, door een mannelijken troon opvolger te schenken 1 Dan zeker zon de sombere voorspelling, indertijd door de bekende Napoleon tische waarzegster Madme La Normand gedaan, dat vóór het jaar 1885 het huis van Oranje-Nassau zou zijn uitgestorven, weder kunnen bijdragen om het geloof aan dergelijke profetiën te doen tanen, een geloof dat .anders helaas, in de laatste jaren wel voldoende voedsel vond in het snel opvol gend overlijden van vele leden van ons koninklijk huis. Maar zelfs al mocht die gelukkige gebeur tenis niet plaats grijpen, dan toch mag men met reden twijfelen aan de verwezenlijking der voor zegging in haar geheel, daar Nederland toch zich met de vorstelijke ouders mag verheugen in het bezit van eene jeugdige, veelbelovende prinses, wier blakende gezondheid alle sombere denkbeelden aan haren spoedigen dood schijnt weg te vagen. Èn bovendien, wj hebben ook Goddank onzen koning nog, wel niet een volmaakte gezondheid genietende het tegendeel is Z. M. duidelijk aan te zien in zijn bleek gelaat en onvasten tred maar toch bestaat er geen reden tot onmid- delijke bezorgdheid. De ondergane badkuur heeft den koning veel goed gedaan en hem althans tijdelijke genezing geschonken van de ernstige kwaal, waaraan Z. M. lijdt. De begrafenis had op de gewone vooraf vast gestelde wijze plaats. Het plechtige werd daarbij wel eenigzins weggenomen door de houding van schutterij en grenadiers en jagers, die deel uitmaak ten van den stoet. In officiëele militaire taal heet die wellicht flink," doch gezien met leeken-oogen als de mijne moet zij schandelijk worden genoemd. In cirkelbogen bewogen de gelederen zich voor waarts; van loopen in de pas was geen sprake, van afstand houden evenmin, terwijl zelfs sommige militairen zóo lusteloos en soezend erbj liepen, dat zij geen acht gaven op de kommando's. Het was in een woord treurig om aan te zien, en men moest zich schamen voor de vreemde vorsten en vertegenwoordigers van buitenlandsche mogend heden, die wellicht eens een blik op onze troepen liebben geworpen. Zij zullen van de geoefendheid en discipline van ons leger zeker geen grooten dunk krijgen. De kleeding en wapens zagen er netjes uit, zoodat onze militairen den vorigen dag met een beteren geest bezield schijnen te zijn geweest. Misschien is het lange wachten alvorens te vertrekken oorzaak van het treurige marcheeren, een verontschuldiging is het echter nietindien het staan op de plaats rust gedurende een paar# uren reeds zooveel vermoeidheid baart, hoe zal dan in oorlogstijd de houding zijn, zoodra enkele uren van den dag verloopen zijn Nog een andere omstandigheid, in verband met de begrafenis, heeft de aandacht getrokken, Zooals gewoonlijk reed Z. M. na den afloop uit Delft terug in een gewoon hofrijtuig. Ditmaal echter reed een politieagent te paard vooruit, terwijl het koninklijk rijtuig zelf door drie bereden militairen werd begeleid. Waarvoor die bewaking diende is niet recht duidelijkzij behoort meer te huis bij een keizer van Rusland dan bij onzen geëer- biedigden koning, die van zijn volk toch waarlijk niets te vreezen heeft. Geenerlei ongewenschte demonstratie is dan ook voorgekomen, maar door «dergelijke overbodige voorzorgen zou er allicht eene kunnen worden uitgelokt. Thans zullen weldra alle openbars vermakelijk heden weer een aanvang nemen, zoodat de Hagenaars niet langer met hun zomeravonden verlegen zullen behoeven-'te zitten. Totnutoe was de badplaats Scheveningen het eenige oord, waar muziekuitvoe ringen en dergelijke werden gegeven, gedurende den tijd dat prins Alexander nog niet begraven was, terwijl in het andere deel der gemeente Den Haag, de eigenlijke stad, niets van dat alles mocht plaats hebben. Deze bevoorrechting van éene afdeeling der gemeente boven de andere had intusschen wel haar reden van verschooning in de aanwezigheid van de vele badgasten, die uit den vreemde herwaarts komen en veel geld te Scheveningen verteeren, maar dan ook wel recht hebben op eenige uitspanning. Het gemis van muziekuitvoeringen in de tent in bet bosch en in den dierentuin was voor hen reeds groot genoeg. Erger is dan ook in mijn oog de bevoorrechting van orgeldraaiers boven het muziekkorps, bijv. van de grenadiers en jagers. Terwijl het laatste geene uitvoeringen mocht geven met het oog op het nationaal verlies,werden die straatmuzikanten overal toegelaten, zoodat deze zelfs voor het paleis, waarin het lijk van den vorstelijken doode ter neder lag, lustig erop los draaiden en de vroolijkste en opgewektste deuntjes ten gehoore brachten. Dit is wel wat vreemd, vooral als men in aanmerking neemt, dat orgeldraaiers niet uit liefde tot de schoone kunst hun beroep hebben gekozen, maar de meesten alleen uit luiheid liever met een orgelwagentje rondrijden dan een flink ambacht uitoefenen. Intusschen is de reden, waarom zulk een premie op luiheid is gesteld, wel na te gaan. Voor straatmuziek behoeft men alleen de toestemming van de plaatselijke overheid, terwijl de grenadiers en jagers door een andere macht belet werden te spelen. Z. M. had zeker uit medelijden met de belangrijke nadeelen, uit den gedwongen stilstand van muziekuitvoeringen voortvloeiende, naar aanleiding van een desbetref fende vraag van iemand uit zijne naaste omgeving, vergunning verleend dat de gewone tent- en die rentuinavonden weder voortgang zouden hebben, doch de minister van oorlog kon het zoo spoedig hervatten der publieke vermakelijkheden niet wel overeenbrengen met den ernst van het oogenblik en weigerde beslist den grenadiers weder te spelen. Deze handelwijze sehjjnt dan ook volkomen ge rechtvaardigd en mij dunkt dat het gemeentebestuur beter had gedaan dezelfde gedragslijn te volgen. Waar de koning van België het muziekkorps der Guides verbood in Nederland op te treden, zoolang de kroonprins boveD aarde stond, zou het ook weinig passend geweest zijn, indien de muziek van ons eigen keurkorps weer zoo spoedig het stilzwijgen had verbroken. Ter wille van de uiterlijke vormen van welvoegelijkheid zal ieder zich gaarne eenige weken zonder muziek hebben getroost. Wat afleiding is anders in dezen tijd niet kwaad, nu een geduchte vijand zich reeds in het zuiden van Frankrijk heeft genesteld en vandaar ook ons vaderland belaagt. In de vrees vindt, zegt men, de cholera een trouw bondgenoot, en om die vrees voor de ^gevaarlijke ziekte te verdrijven is wat ontspanning zeer aan te bevelen. Gelooft echter niet dat de Hagenaars alleen in ontspanning een middel tot bestrijding zien. Allerminst is dat het geval. Het gemeentebestuur heeft deze week een bijeenkomst gehouden met verschillende genees kundigen, om maatregelen te beramen tot wering der cholera en bij eventueele ziektegevallen omtrent de dan te volgen gedragslijn. In het stedelijk gasthuis is reeds eene afzonderlijke afdeeling in gereedheid gebracht om lijders op te nemen, en, zooveel mogelijk zal worden aangedrongen op vervoer van aangetasten derwaarts. Voorts zijn verschillende bepalingen gemaakt in bet belang van openbare reinheid en volksgezondheid, die ten deele nu reeds, ten deele eerst bij onverhoopte verschijning der ziekte zullen worden in acht ge nomen. Zoo zullen zooveel mogelijk alle ophoopin gen van mest en vuil worden weggeruimd, terwijl op het drinkwater een nauwkeurig toezicht zal worden gehouden; en zelfs is het plan vastgesteld, om bij het eerste ziektegeval alle stadspompen, die niet volkomen zuiver en gezond water levereD, voor het gebruik te sluiten. Verder zal ten stadhuize, ook des nachts, eene geneeskundige wacht van twee dokters worden ingesteld om zoo spoedig mogelijk hulp te verleenen waar die mocht noodig zijn. De taak der geneeskundigen wordt hierdoor wel zeer verzwaard, maar toch hebben reeds velen zich ter beschikking gesteld om telkens gedurende^ twee uren op het raadhuis te vertoeven. De be volking mag hun wel dankbaar zijn voor die opoffering, evenals het bestuur der gemeente voor zijne waakzaamheid en voor de beraamde middelen tot afwending der gevreesde ziekte en, mocht dit niet gelukken tot beperking. Mogen intusschen de genomen voorzorgen onnoodig blijken. Op politiek terrein is het nu natuurlijk vrij rustig. Alleen de aanstaande oplossing der Nisero- quaestie houdt de gemoederen bezig en het is de vraag, of onder de genomen gedragslijn onzer regeering het prestige van Nederland niet lijden zal. De mededeelingen in het Engelsche lagerhuis omtrent een gemeenschappelijk optreden van Enge land met Nederland tegen den onwilligen radjah van Tenom en de beloften betreffende de openstelling zijner havens zijn toch, naar men verzekert, in hoofdzaak waar. Spoedig zal ook onze regeering de plannen openbaar maken. Natuurlijk moest de natie die weer het eerst van de overzijde van het kanaal vernemen. Terwijl deze zaak het hoofdpunt van vele ge sprekken uitmaakt en, althans voor korten tijd, de noodzakelijkheid eener spoedige Grondwetsherzie ning op den achtergrond dringt, wordt toch aan deze laatste aangelegenheid druk gewerkt. De ontwerpen zijn in den ministerraad reeds definitief vastgesteld en thans wordt aan ieder departement gearbeid aan de verdere gereedmaking der voor stellen met toelichting voor den raad van state. Inderdaad kan dus de indiening in de staten- generaal nog dit jaar worden verwacht, maar hoe zal het dan gaan? Yeel hoop op het tot stand komen der herziening bestaat er niet. In een vroeger schrijven meldde ik dat de advocaat-generaal bjj het hof alhier, mr Gregory, was aangezocht voor het hoógleeraarsambt in het strafrecht te Groningen. Ook hjj heeft thans voor die eer bedankt en evenzoo de derde candidaat, die op de voordracht van curatoren voorkwam. Nu is men in onderhandeling met den substituut officier van justitie Noyon te Rotterdam. Van een hoogleeraar in het strafrecht kom ik zonder te grooten sprong tot de kweekelingen der uni versiteit, die de »fiere balie" vormen, tot de advocaten. Gelukkig wordt hier door een schurftig schaap nog niet de geheele kudde besmet. Het zou er anders met de Haagsche balie maar treurig uitzien. Een lid daarvan is onlangs, na herhaalde schorsing in zijn ambt, ontzet van zijn advocaat- en procureurschap, terwijl een ander, jonger advo caat voor enkele weken op zeer geheimzinnige wijze is verdwenen, met achterlating van datgene, waaraan zijn schuldeischers weinig of niets meer hebben nu hij zelf gevlogen is. Daarentegen heeft hij een Haagsche schoone als juffrouw van gezel schap met zich genomen, benevens een aardig geldsommetje. Volgens ingekomen berichten zou hij reeds ver op weg zijn naar Australië. Of de jeugdige rechtsgeleerde, wiens mam in de juridi sche wereld, zij het dan ook meer door achtens waardige familiebetrekkingen dan door hem zei ven, een goeden klank heeft, geweten heeft dat met Australië geen uitleveringstractaat bestaat, dan wel of hij in geen geval vrees voor uitlevering behoeft te koesteren, moet men vooralsnog in het midden laten. Zoolang de strafrechter zich niet met de zaak heeft bemoeid moet men het laatste aannemen, in weerwil van geruchten, die het tegendeel verkondigen. Gisteren deelde de Britsche regeering aan het lagerhuis nog mee dat het tegenwoordige, in ons vorig nomrner gemelde, voorstel tot bevrijding van de bemanning der Nisero zich van het vroegere daarin onderscheidt, dat, ingeval van weigering om de schepelingen in vrijheid te stellen, Neder land en Engeland gemeenschappelijk gewapender hand zullen optreden. Indien de rujah van Tenom het voorstel aanneemtdan zullen de havens geopend blijven zoolang hij niet vijande lijk tegen Nederland optreedt. Aan gezien het Britsche kabinet de oprechtheid der Nederlandsche regeering niet in twijfel trekt, is het onnoodig voorgekomen van haar waarborgen daarvoor te verlangen. De schriftelijke gedach- tenwisseling zal aanstaanden Maandag in het lagerhuis overgelegd worden. Onze Haagsche briefschrijver meldt dat ook onze regeering spoedig omtrent deze quaestie mededeelingen doen zal. Om de juiste beteekenis van de aangegane overeenkomst te kunnen nagaan, en te beoordeelen in hoever de regeering later teruggekomen is op haar eenmaal aangenomen Jjgï§ houding, diTtoën~~ algemeen werd goedgekeurd, zal eerst na die mededeelipg-'de tijd zijn aangebroken. Tot-KÓolang dieneD wij te wachten. St. James Gazette vindt dat het nu aangegeven middel wel wat eerder had kunnen toegepast zijn; dan had men den dood van eenige schepelingen en het minder aangenaam lot der andere voor komen. De beide kamers der staten-generaal zullen reeds Maandag 28 dezer weder bijeenkomen, ter behan deling in vereenigde zitting van het wetsontwerp op het regentschap, waarover de raad van state reeds een gunstig advies heeft uitgebracht. Bij circulaire van ged. Btaten zijn de besturen der waterkeeringen in onze provincie uitgenoodigd te bevorderen dat vóór 8 Aug. e. k. door de dijk- raden deskundigen benoemd worden voor de schat ting der gronden, gelegen in de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland. Deze schatting zal in den loop des dienstjaars plaats hebben door drie personen, waarvan er een gekozen wordt door ged. staten een door de arrondissements rechtbank en een door eiken dijkraad. Ged. staten hebben verder ook eene circu laire uitgevaardigd aan de besturen der water keeringen en polders of waterschappen, belast met het beheer van waterkeerende werken, over het toezicht op de uitvoering van het reglement omtrent het baggeren, graven enz. in rivieren en stroomen langs de zeekusten. Volgens den inhoud van dat stuk kunnen on der de ambtenaren van den waterstaat ook ver staan worden de waterbouwkundige ambtenaren, dijksopzichters, alle overige technische ambtenaren van de vrije polders aan zee gelegen. Deze uitbreiding verdient alleszins toejuiching. Bedoelde ambtenaren toch leven als 't ware aan den zeedijk, zoodat zij in de eerste plaats het best kunnen waken tegen overtreding der voor schriften. Maandag namiddag zal eene inspectie worden gehouden over de dienstdoende schutterjj alhier, bij welke gelegenheid de nieuwbenoemde en de bevorderde offieieren, de heeren Verhagen, Goetzee, Van Berlekom en Dronkers, zullen worden ge ïnstalleerd. Daarna bieden de offleieren der schutterjj hun kommandant in de sociëteit St Joris een diner aan, waarbij ook de 1° luit.-adj. Breeman, alhier in garnizoen, is uitgenoodigd. Vlissingen, 18 Juli. Door het Nederlandsch loodspersoneel alhier werd heden aan den heer J. Spanjaard, inspecteur over het loodswezen in het Ge district, een fraaie notenhouten cylinder schrjjf- bureau aangeboden, als blijk van waardeering van hetgeen door liem bij het tot stand brengen eener loodsensocieteit in hun belang gedaan is. Aan de binnenzijde draagt dit sierljjk bureauatuk een zilveren plaat met de volgende inscriptie Herinnering aan het openen der sociëteit Neder landsch Loodswezen, aangeboden door alle leden aan hunnen geachten Eere-President J. Spanjaard, Vlissingen Juli 1884. Vlissingen, 19 Juli. HH. KK. HH. de kroonprins en de kroonprinses van Duitschland, vergezeld van hunne dochters Victoria, Sophia en Margaretha, en hun gevolg, zullen den 23en dezer van Berlijn vertrekken, om een bezoek te brengen aan H. M. de koningin van Engeland. Het vorstelijk gezelschap zal over Vlissingen reizen en den overtocht maken met het kon. jacht Osbornedat eerstdaags hier wordt verwacht Z. K. H. de kroonprins moet voornemens zijn medio Augustus a. s. naar Duitschland terug te keeren, ten einde deel te nemen aan de aldaar te kouden militaire manoeuvres. Vlissingen 19 Juli. Naar wij vernemen zal het comité, dat onlangs den zoo uitstekend bevallen pleiziertocht per ss. Stephanie van hier naar Osteude organiseerde, binnen kort andermaal

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1