N° 168. 127e Jaargang. 1884. Zaterdag 12 Juli. De jonggehuwden Middelburg 11 Juli. 3 FEUILLETON. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers [zijn [verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Wordt vervolgd) HIDUHJN \m illE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niküwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie génerale de Pubücité étrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones, opvolger Bij de plechtigheid te Delft ter gedachtenis viering van 10 Juli 1584 schijnt het hoofdco- rnité, leden van het gemeentebestuur, zich verre /an hoffelijk gedragen te hebben tegenover de .prtegenwoordigers der pers. De verslaggevers van het I.land., de N. Rott. Ct. en de Amst. beklagen zich zeer over de weinige medewerking of liever over de tegenwerking die zij ondervonden. Allerzonderlingst was de opvatting van Delfts burgervader. Een afdruk van de feestrede had elk aanwezige, behalve de verslaggevers. Eene aanvrage aan den voorzitter van het hoofdcomité om de rede hij tijds te mogen ontvangen werd met eene weige ring beantwoord. Toen zoo meldt de Amst. de vertegen woordigers der dagbladen mondeling aandrongen en den burgemeester de gedrukte redevoering vroegen, luidde een der antwoorden van dezen waardigheidsbekleeder, „dat nu eens het Nederland sche publiek en niet »die eeuwige pers" de primeur zou hebben". Bij de plechtigheid in de kerk was de plaats der verslaggevers zoodanig, dat zij van betrekkelijk grooten afstand den rug des redenaars konden aanschouwen. Zelfs het heldere stemgeluid van den Leidschen hoogleeraar was tegen zulk eene proef niet opgewassen. Voor de ontvangst des morgens, den gasten door het Delftsche gemeentebestuur bereid, was aan de pers geene uitnoodiging gericht. Wat daar gezegd werd, was niet voor profane ooren bestemd. Terecht laat men zich over dit alles zeer scherp uit. De pers schijnt door den burgemeester van Delft beschouwd te worden als een lastig personaadje. Over zichzelven te spreken is altijd moeilijk; gelukkig dat in het buitenland men toont andere gevoelens te koesteren omtrent de wijze waarop men de pers moet bejegenen. Wij zeiven deden ook nog een kleine ervaring op van de weinige voorkomendheid van het comité. Ter vevgemakkeling voor onzen correspondent vroegen wij per telegraaf aan den secretaris van Delft beleefd toezending van een programma. Ook dit verzoek scheen niet ingewilligd te kun nen wordenwij hoorden ten minste niets. In menig opzicht zijn wij toch in ons klein land nog erg klein. Trouwens de burgemeester van Delft staat niet geheel alleen. Velen, ook in onze omgeving, beschouwen de pers slechts als een goede hnlp, wanneer zij daarvan diensten in hun eigen belang bunnen hebben; in andere gevallen duldt men haar slechts en in het allerlaatste geval waardeert men haar. ewnvFT i mr ^rwi.wii .ifimwAiinua iiiei DOOK K. A. MA IJ ER. »Die legende zou geen kwade stof voor uw pen zijn, Edrnond", zeide Hébemaar hij wees het onder werp als al te realistisch van de hand, waarop Hébe het fijn besneden hoofdje boog en op een allerliefste toon: Adieu" zei. Daarna daalden de twee Berlijnsche kinderen want als zoodanig had ik hen terstond aan hun spraak herkend langs den overdekten weg naai de stad. Ik volgde langzaam en telde de twee honderd achttien treden. In de nauwe straten van Thun verloor ik hunne slanke, vlugge ge stalten spoedig uit het oog; maar gelijk het meestal gaat op reis, als men dezelfde plannen heeft, ontmoette ik hen weder in den tuin van het hotel Bellevue waar wij, zonder van elkaar af te weten, beiden gelogeerd hadden. Zij zaten in een eenigszins afgezonderd prieeltje op de stoomboot te wachten. Ik nam op eenigen af stand plaats met mijn trouw, veelgebruikt, hand koffertje naast mij. Die boot, welke eerst passagiers uit de stad moest opnemen, kwam bijzonder laat, 't geen des te Onaangenamer was, omdat iedereen op een pretti- gen tocht naar Interlaken gerekend had en zich Niet bijzonder groot was het aantal van hen die zich gisteren in het kerkgebouw der Luthersche gemeente alhier vereenigd hadden ter herdenking van den sterfdag van Willem den Zwijger. Dit wekt wel eenigszins verwondering, wijl de toe gangsprijs laag was en het programma, als wij 't zoo eens noemen mogen, voor velen uitlokkend kon heeten. De heer Heinecken, predikant bij de Ned. herv. gemeente alhier, opende de samenkomst met gebed en noodigde daarop de aanwezigen uit Psalm 66 vs 4 en 6 aan te heffen. Nadat hieraan voldaan was schetste spreker in een kort woord de beteekenis, die het optreden van den door en met God grooten Willem van Oranje voor het Nederlandsche volk in de dagen van tyrannie en geloofsonderdrukking heeft gehad, en hoe Oranje in Gods hand het middel werd om ons vaderland van de Spaansche onderdrukking en den pauselijken dwang vrij te maken. Het betreurende dat van sommige zijden aan de herdenking van den dag, waarop voor 300 jaren de groote Zwijger voor land en volk het leven liet, zekere partijkleur is gegeven, meende de heer Heinecken dat op die wijze veel wordt bedorven. Het doel van deze samenkomst was dan ook niet om Willem van Oranje als een protestantsch heilige te doen figureeren of als een vervolger der Roomsch-katholieken voor te stellen, verre van dien, alleen om door bet schetsen van 's prinsen leven en streven in herinnering te brengen welke groote dingen God door Willem den Ien aan ons land en ons volk heeft gedaan. Nadat de Chr. zangvereeniging Looft den Heer een nommer had ten gehoore gebracht, schetste de heer J. H. Yan Linschoten, hoofd der Chr. school alhier, in groote trekken het leven en de lotge vallen van vader Willem en de toestand waarin de Nederlanden voor en tijdens zijn optreden ver keerden. Wij achten het overbodig, na al hetgeen dezer dagen ten deze in herinnering gebracht is, nu nog den korten inhoud van de rede van den heer Yan Linschoten te herhalen en meenen te kunnen volstaan met te vermelden dat sprekers' duidelijk en helder verhaal met onverdeelde aandacht werd gehoord. Ter afwisseling bracht de zangvereeniging, onder leiding van den heer Termijn, een paar toepasse lijke liederen ten gehoore en eindelijk sloot de heer Heinecken, nadat de aanwezigen het laatste vers van den 72en Psalm hadden gezongen, de bij eenkomst met een gebed, waarin hij, de beste wenschen voor ons, in de laatste dagen zoo diep getroffen, Oranjehuis uitsprekende, ook den wensch onder woorden bracht dat het Gode moge behagen onzen koning nog lang te sparen en hem nog een zoon te schenken, opdat de aloude Oranje stam in nieuwe loten nieuwe krachten krijgen moge. Onder de tonen van het Wilhelmus verlieten de hoorders daarna het kerkgebouw. nu een zware, donkere onweêrslucht begon saam te pakken, die niets goeds beloofde. Op een klein tafeltje voor mij lag een versleten vaak doorbladerd vreemdelingenboek. Een blik daarin was voldoende om mij op de hoogte te brengen wie het jonge paar was. „Dr. Edrnond Hermes en vrouw uit Berlijn" dat moesten zij zijn. De voornaam Edrnond, de onmiskenbaar Berlijnsche tongval alles kwam uit. Onder de rubriek beroep was „letterkundige" ge schreven. Dus een jeugdig auteur was een gevolg trekking, die voor de hand lag. De dokter, die nog allerlei te doen had met de bagage en de rekening, liep bedrijvig heen en weder en liet ons een poosje alleen. Intusscben keek mevrouw naar de boot uit en neuriede met halve stem allerlei brokstukken van aria's door elkander. Bij de eerste maten verried zich reeds de talentvolle, goed geoefende zangeres, met een helder, frisch geluid, dat zich het best laat verge lijken bij een mooie oud-Italiaansche viool. Zij zette die stem als een zilverdraadje uit en hoe hooger zjj zong des te schitterender klonk het Eens trof zij de hooge d met de grootste zekerheid zoo zuiver als glas en lachte ongedwongen en dartel als zij was *-tegen mij als wilde zij zeggen Dat kunstje is gelukt, nietwaar Ik klapte heel zachtjes in de handen en beloonde haar met een brava bravissima\ Wat mij het meeste aantrok bij haar zingen, was dat het zulk een echt Duitschen stempel droeg en haar voordracht een innigheid bezat twelke de Italiaanschen zangeressen zich Middelburg is in 1885 aangewezen als plaats van samenkomst voor de 36e alg. vergadering van de Ned. maatschappij tot Bevordering der Genees kunst. Uit verschillende gemeenten in onze provincie ontvingen wij mededeelingen dat sommige inge zetenen den 10en Juli 1584 herdachten door het uitsteken van hunne vlaggen haffstoks. In Hoe- dekenskerke prijkte boven de deur der woning van den predikant, den heer W. Te Gempt, een borstbeeld van den prins, omhangen met een oranjelint, waaraan een Geuzenpenning met het bekende fidele au roi etc.. Om het beeld hing een krans van witte rozen en dit alles was omgeven door een guirlande van de Nederlandsche vlag. "Vlissingen, 10 Juli. Heden avond werd in de Doopsgezinde kerk alhier eene openbare ver gadering gehouden van de vereeDiging Eerlijk en ijverig Dienstbetoongedurende tien jaren. Daarin werden, na een toespraak, door den heer dr. Joh. Dyserink geschenken uitgereikt, bestaande uit eene nette klok en een keurig gebonden bijbel, aan Wilhelmina Naerebout en Neeltje Vader, beiden 10 jaren in dienst bij mevrouw de wedc Vader alhier. Deze vereeniging bestaat gedurende 4 jaren en was in dien tijd vier malen in de gelegenheid om belooningen uit te reiken zij bezit op dit oogen- blik eene kas groot ƒ110.97. Verschillende belangstellenden, waaronder acht vroegere begiftigden, woonden deze vergadering bij. Ter zake van hun betoond beleid bij den gepleeg- den diefstal ten huize van den heer J. A. A. Fransen van de Putte te Goes in den nacht van 9 op 10 Juni jl. zijn door den minister van justitie in het Algemeen Politieblad eervol vermeld de brigadier- majoor titulair der rijksveldwacht P. Verdouw te Heinkenszand, de rijksveldwachter A. Pover te 's Heer Arendskerke, de rijksveldwachter J. Van der Meere te Heinkenszand, de agenten van politie te Goes M. Slimmens en H. Ilengstmangers en de onbezoldigde rijksveldwachter P. Buteijn te 's-Heer Arendskerke en is bovendien aan eerstgenoemden eene geldelijke belooning toegekend van 50 gulden. Kïerikzee, 10 Juli. Onze groote kerk was van avond te klein voor de schare, van hier en elders saamgevloeid om in gedachten een krans te leggen op het graf van den „prince van Oraengiën" of hulde te brengen aan zijn nage dachtenis. Aan den ingang van het gebouw prijkte zijn beeld op een zwart veld, bezaaid met witte rozen, en toen daar binnen de laatste tonen van Handels Hallelujah waren weggestorven, schetste de heer W. Bax deze drie vragen beantwoor dende wie en wat was Willem van Oranje en wat heeft hij ons te zeggen? den Zwijger in korte en sprekende trekken als den grondlegger der vrijheid, als den vader des vaderlands. Deze warme toespraak werd afgewisseld door het zingen van eenige verzen uit Gezang 16, het nooit eigen kunnen maken. Daarbij overwon zij, als een behendig jongleur, die schijnbaar spelend zijne hallen door elkaar werpt, met het grootste gemak alle mogelijke moeielijkheden. De trillers rolden als pareltjes uit haar keek Slechts eens, in een aria uit Figarozweefde de toon een greintje te laag. Ik verooroorloofde mij om kaar met mijn krakerige stem die passage voor te zingen. »0mijnheer de kapelmeester!" riep zij guitig en herhaalde onmiddelijk de phrase zoo zuiver, dat men den toon op een goudschaaltje had kunnen wegen. Uit hare woorden begreep ik dat zij, als een echte dochter Eva's, ook naar mij in het vreemde lingen boek gekeken had, evenals ik naar haar. Zij noemde mij echter niet alleen bjj mijn naam en mijn titel maar tot mjjn grootste blijdschap, vernam ik dat ik haar ook uit mijne werken be kend was, daar zij een der hoofdrollen in eene door mij geschreven opera te Berlijn gezongen had. »Het is eigenlijk zonde", zei ik, „dat zulk een goed ontwikkeld jeugdig muzikaal talent thans voor de kunst verloren is. Waarom zijt gij ge trouwd en hebt gij het tooneel verlaten „•Jenny Lind is oud en nu er in u een tweede Jenny Lind, met grootere stemroiddelen toegerust, aan de wereld geschonken is, nu gaat gij trou wen Zij lachte hartelijk. En die lach was reeds een muzikaal genot. sWaarom ik getrouwd ben?! Omdat ik zesde vers van het Wilhelmus en besloten met het vierde en achtste van het Wien Neerlandsch bloed. Sommige dezer zangen werden öf alleen door de mannenzangvereeniging of door deze en al de aanwezigen aangeheven, terwijl het aange haalde gedeelte uit het onvergankelijk geuzenlied bovendien begeleid werd, behalve door het orgel, door eenige instrumenten van Kunst en Eer. Het geheel maakte een treffenden indruk en is waard als hulde aan een der grootste Nederlanders met erkentelijkheid geboekt te worden. Comme si de rien fètait bevat De Standaard van beden een gedicht en eene hulde in onge bonden stijl aan Willem den Zwijger. Wij maken haar daarvan volstrekt geen verwijt: ook bij* haar gaat blijkbaar de natuur boven de leer. Maar De Standaard heeft nu zelf bewezen, dat de herdenking van den 10 Juli 1584 toch ook wel in andere beweegredenen haar grond kan vinden dan in de lakenswaardige bedoelingen, die zij toedichtte aan hen, van wie het plan tot die herinnering is uitgegaan. Aan het blad is indertijd de bede aangeraden »Heer, zet een wacht voor mijne lippen!" Het gebeurde bewijst opnieuw hoe noodig die wacht is. Wij stippen echter aan, dat hij, van wie in zonderheid De Standaard het orgaan is, zich thans buitenslands bevindt. ArnhCt.) Aan den Hoek van Holland zal eene barak worden ingericht voor de verpleging, zoo noodig, van cholera-zieken aan boord van binnenkomende schepen. Door het loodswezen worden schepen, van Tou lon of Marseille komende, onder de besmette ge rangschikt, zoodat zij verplicht zijn de gele vlag te vertoonen. De administratie der invoerrechten en accijnzen heeft bepaald, dat die schepen te Maassluis moeten worden ingeklaard. Van anti-revolutionaire zijde is in het district Haarlem nu candidaat gesteld de heer L. Linde boom, hoogleeraar aan de theol. school te Kampen. De heer Van Stralen heeft voor de candidatuur bedankt. De krans, die gisteren op het praalgraf van prins Willem I van wege de Nederlandsche vrij metselarij is neergelegd, en door nu wijlen Z. K. H. den prins van Oranje was ontworpen, is vol gens het Dagblad vervaardigd in dé kon. Neder landsche fabriek van gouden en zilveren werken der heeren J. M. Van Kempen en Zonen, to Voorschoten. Deze krans bestaat uit sierlijk eikenloof, smaak vol doorweven met bloemstengels van rozen, vergeet-mij-nieten en fuchsias, verbonden door een breeden strik van gedreven zilver, waarop in fraaie rouwletters de inscriptie Hulde van de Nederlandsche Vrijmetselarij aan de nagedachtenis van Prins Willem den Zwijger, 158410 Juli1884 is gegraveerd. Het ontwerp is op uitdrukkelijk verlangen eil naar de bijzondere aanwijzingen van wijlen Z. K, H. vervaardigd en in zilver uitgevoerd. De bloemen zijn geheel uit de hand met groote zorg en nauwkeurigheid naar de natuur kunstig hem zoo onbeschrijfelijk lief heb, mijn Éclmondi Denkt gij dan dat hij niet evenzeer pleiziér in mijn zingen heeft En wie belet mij om concert- en oratorium zangeres te blijven Owij zijn zoo gelukkigAl wat ik aan kunst bezit moet hem in de eerste plaats gewijd worden. Niemand ver heugt er zich meer over dan hij. Vóór gjj kwaamt had ik hem daar boven op het kerkhof Goethe's Ganymed, door Schubert gecomponeerd, voorgezon gen. Met dat lied kan ik alles van hem gedaan krijgen. »Weet gij wel, mijnheer de kapelmeester, dat ik doodarm was De muziek alleen heeft mijn oude moeder en mij in het leven gehouden. Daar kwam hij als een engel uit den hemel en bood juij zijn hand aanbij, de rijke bankierszoon, aan het arme onbekende meisje, dat niets bezit als een weinig stem en eenige muzikale opleiding. Hij heeft eerst kortelings zijne studies aan de academie voltooid. Of hij er veel geleerd heeft kan ik niet beoordeelen; maar hij maakt verruk kelijke gedichten. Ér is in Berlijn een treurspel van hem opgevoerd, dat veel bijval vond en gun stig gerecenseerd is. Verbeeld u: een twee eil twintig jarige dichterWant hij is juist vier jaar ouder dan ik

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1