N° 162. 11 Juli. Y rijdag De jonggehuwden 127® Jaargang. Middelburg 10 Juli. 1 FEUILLETON. Dit blacl verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers [zijn [verkrijgbaar a 5 Cent. A[d vertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. K. A. MAIJER. fripipi MIDDELBUKGSCHE COERANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der,Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Je. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie génerale de Puhlieité dtrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger Heden is het programma verschenen voor de Begrafenis van den kroonprins op Donderdag 17 Juli te 9 uren. Daarbij wordt bepaald dat de slippen van bet lijkkleed bij bet verlaten van het paleis gedragen zullen worden door jhr Hooft, kolonel Hojelmajoor Beijerman en kapitein Grovestins, de eerste en de laatstgenoemde adju danten des konings, de beide anderen adjudanten van wijlen den prins. De lijkstoet is naar volg orde vastgesteld als bij de begrafenis van den vorigen kroonprins. De koets van den koning wordt begeleid door de adjudanten Verspijck en Van Bellde stoet gaat van den Kneuterdijk langs de Plaats, Hoogstraat, Yeenestraat, Wagen straat en Hujjgenstraat naar den Rijswijkschen weg. Te Delft zal als gewoonlijk de beer Van Koetsveld, hofprediker, de lijkrede houden. Ove rigens is bet geheel als bij vorige gelegenheden. Namen van vreemde vorsten worden niet genoemd. De Loge La Compagnie Durable alhier herdenkt heden avond in haren in rouw gehulden en met groen en bloemen getooiden tempel op ernstige en plechtige wijze den dag, waarop vóór 300 jaren, de Vader des Vaderlands het leven verloor. Zij brengt prins Willem den eerste die hulde, omdat de denkbeelden van den grondlegger van Neerland's onafhankelijkheid, den strijder voor vrijheid in nauw verband staan met het doel en het streven van de orde der vrijmetselaren. Deze dag, die voor alle Nederlandsche vrijmet selaren een dag van eerbiedige en ook van dank bare herinnering is, wordt ook door de loge voor een deel gewijd, aan de nagedachtenis van den te vroeg ontslapen grootmeester nationaal, Alexander, prins der Nederlanden. Aan hem van wien de vrijmetselaarsbond voor de toekomst zooveel ver wachtte 1 Aan hem die op zoo jeugdigen leeftijd niet alleen aan de orde, maar ook zijn vaderland werd ontruktAan hem, die na ODzen koning als laatste telg van Oranje, weldra zal ten grave worden geleid As. Zaterdag zal op het badhuis te Vlissingen weder een concert door het muziekkorps der Mid- delburgsche schutterij worden gegeven. Dit concert zal te 7.30 aanvangen om te 10 uren te eindigen, waarna een extra-barge gelegenheid zal aanbieden om nog naar Middelburg terug te keeren. Nadat de commissaris des konings gisteren ten huize van den burgemeester van Goes eenige ver- verscbingen gebruikt had vertrok hij naar Kloetinge en Kattendijke en keerde over Wilhelminadorp weder naar Goes terug. door Ik kan niet slapen. De nacht omringt mij, als door, met een flauw licht beschenen golven. Sluier op sluier daalt neder, totdat ik eindelijk een grijs aard ontwaar, die met den rug naar mij toege keerd, aan een weefgetouw, zoo hoog als een huis, zit en met kracht zijn spoel heen en weder werpt Thans staakt hij met een diepe zucht zijn ge- druisch makend werk; terwijl hij zijn ruig hoofd haar mij toekeert en mjj aanziet, met groote oogen, wier wit als metaal glinstert, strjjkt hij met zijn ruwe hand door zjjn zilveren baard, die hem tot ver over de borst hangt. »Wie zijt gij Die vraag komt met heel veel moeite over mijne lippen. »Ik ben het noodlot", antwoordt hij met een daverende stem", ik zit aan bet weefgetouw van den tijd en weet de lotgevallen der menschen. Met het spoeltje dat ik heen en weer werp, be werk ik de eeuwigdurende verwisseling der dingen. Nu stroopt hij de afgezakten hemdsmouw over zijn gespierden, mageren, bruinen, harigen arm op en begint op nieuw zóó ijvrig en woest te wer den, dat de balken van het weefgetouw schudden ^n kraken. Een lied, aan het gerommel vati den Het navolgend manifest ontvingen wij ter opname. 's Gravenhage, 10 Juli 1884. Aan het Nederlandsche volk. Het is voor u een plechtige dag. Heden is het drie eeuwen geleden dat Willem van Oranje zijn leven liet op het altaar des vaderlands. Die weemoedige herinnering doet het Neder landsche hart trillen. De orde van vrijmetselaren in Nederland heeft behoefte, en rekent het tot haren plicht u op dezen dag een warm woord toe te spreken. Het is geen geheim, en hier worde het openlijk bevestigd, dat de orde het heil des menschdoms bedoelt. Zij wil daartoe den mensch, van welken rang, stand, landaard of godsdienstige richting hij ook zij, wjjzen op zichzelven, op zijne behoefte aan ontwikkeling van verstand en veredeling van gemoed. Verdraagzaamheid jegens andersdenkenden is haar een heilige plicht, algekeele toewijding aan het streven naar waarheid en recht haar onvoor waardelijk opgelegd. Daartoe steunt en bevordert de orde alles wat dienen kan een ieder de zegeningen van degelijk onderwjjs te doen genieten, een onderwijs dat tevens opvoedend werkt en den geheelen mensch vormt en verheft. Zoo wil zij krachtig medewerken om ware vrijheid te bevorderen, die alleen tieren kan op een vrijen bodem waar zelfvertrouwen onzelfstan digheid karakters vormt en helden voortbrengt. Is het dan wonder dat de Nederlandsche vrij metselarij met diepen eerbied staart op het beeld van den Grooten Zwijger, den Vader des Vader lands, den Vrijheidsheld bij uitnemendheid; dat ze terugblikt naar hem, die zijn eigen belang en rust niet achtte waar het geluk van het volk, dat hij lief had, op het spel stond, die goed en bloed veil bood voor de rechten en zijn leven gaf voor de vrijheden van dat volk. Oranje, vol vertrouwen op de rechtvaardigheid zijner zaak, vroom van zin en vast van moed, vijand van geloofsdwang, voorstander van ontwik keling en persoonlijke vrijheid, staat daar voor ons als een der idealen, die de vrijmetselaar zich vormt. Daarom vereeren de Nederlandsche vrijmetselaren prins Willem, daarom zien ze in hem een broeder, al was hij niet door eene plechtige gelofte in de reien der orde opgenomen, daarom herdenken zij door het gansche land, in Oost en West, in hunne tempels of daar buiten, met innigen weemoed den dag waarop hij viel als het slachtoffer zijner beginselen, en daarom klopt hun hart hoog van dankbaarheid en bewondering voor zooveel verhevens en schoons als zijn beeld te aanschouwen geeft. Van die gevoelens willen wij op dezen dag het Nederlandsche volk, Hat daar staat te treuren en te peinzen bij de lijkbaar van den kroonprins, deelgenoot maken. Met ernst en vertrouwen roepen wij onze mede standers in en buiten de orde op tot voortdurende waakzaamheid en werkzaamheid, opdat een ieder donder gelijk, ontrolt zijn keel en te midden van dat lied verneem ik allerlei jonge en oude men- schenstemmen, lachen en weenen, juichen en klagen, vreugde en wanhoopskreten, gebeden en goddelooze vloeken. Van lieverlede verwijderen die stemmen zich en, ik haal ruimer adem. De grijsaard met zijn reusachtig weefgetouw verzinkt in de opkomende golvende golven verdwijnen en een hemel van het zachtste groen spreidt zich als het liefelijkste gewelf over alles uit. Thans klinkt heel in de verte de toon eener fluit of hoboe en komt al nader en nadereen diepe ontroering grijpt mij aan en vult mijne oogen met tranen. En ziet als op die trillende tonen gedragen zweeft een bevallig jong paar over den lichten grondeen jongeling, die zijn arm om de schouders van een meisje geslagen heeft. Haar goud blond haar golft weelderig over hals en ruger vallen zware droppels uit, die als paarlen langs haar kleed rollen. Zijt gij het Hébe Ach ja, gij zijt het. Ik ken u wel Dat is de ouverture; want ik ben een oude kapelmeester en het handwerk straalt in mijne woorden door. De opera, waarmede ik mij den heel en zomer bezig gebonden had, was af. Ik bad baar verzonden en wilde nu, vermoeid van het werken, eenige ontspanning in de Zwitsersche lucht zoeken. Op een traaien herfstmorgen had ik de overdekte trappen naar de kerk van Thun be klommen en zat op bet oude kerkhof op een houten bank in een der vele nissen, geheel verdiept in zijnen kring krachtig medewerke om de be ginselen van den Grooten Zwijger steeds dieper wortel te doen schieten, waartoe geen moeite te groot, geen opoffering te zwaar zal zijn als de geest van Willem van Oranje ook ons bezielt. Om zijn geest schare zich het gansche volk als éen man. Zijn roemrijk voorbeeld wekke u op om pal te staan in den strijd voor volkomen gewetensvrij heid. Van zijne nagedachtenis ga kracht uit in u om met moed, volharding en vertrouwen voort te werken op de hechte grondslagen door hem gelegd. Dan zal de herdenking van zijn sterfdag u be zielen en versterken en kan bet beeld van den stichter onzer onafhankelijkheid nog na drie hon derd jaren het vaderland tot een rijken zegen zijn. Zoo zij het. Namens de orde van vrijmetselaren onder het Groot-Oosten der Nederlanden, Het college van groot-officieren, P. J. G. Vast Diggelen, Gedeputeerd Grootmeester-Nationaal. Kromhout, Groot-Secretaris. Eene deputatie uit het groot Oosten der vrijmet selaarsorde heeft heden een prachtig masiet zilve ren krans, aangeboden door wijlen prins Alexander, namens de orde gehecht aan het monument van prins Willem I. Die krans, geheel dof afgewerkt, is samengesteld uit lauwer-, roze-en eikenbladeren en vermengd met verdere zinrijke ornamenten. Onze koning vermijdt te Wildbad Kreuth al wat naar rouw gelijkt en draagt doorgaans een licht bruin pak, met grijzen of zwarten hoed. De toestand van Z. M. is bevredigend. Beiden, de koning en de koningin, onder den naam van graaf en gravin Van Buren, bewegen zich zonder eenigen dwang onder de andere bad gasten. Z. M. doet geregeld te 7 uren een mor genwandeling en koningin Emma beklimt met veel ijver de bergen. Dikwijls ziet men ook bet koninklijke echtpaar samen wandelen met de kleine prinses Wilhelmina, die daar ook al de lieveling is van iedereen. Te Assen is Maandag de 107e algemeene verga dering der Maatschappij tot bevordering van nijver heid gehouden. Volgens bet daarop uitgebracht verslag telde de maatschappij op 1 Juli 1884 1256 leden in de departementen, 129 donateurs, 44 leden bij den secretaris en 56 honoraire leden, te zamen dus 1485 leden. Er werd eene bijdrage van 500 toegestaan aan de maatschappij tot bet bekostigen van 10 gouden medailles ten behoeve der internationale tentoonstelling te Amsterdam. Er is weinig of niets belangrijks besloten. Het koloniaal museum zal worden uitgebreid, ten einde jongelieden, die aan een nuttigen werk- in de aanschouwing der stad met de hooge torens aan mijne voeten en de grootsche Alpenwereld over het meer. Wel is waar zijn hier de Jung- frau, de Möneh, de Eiger, de Schreckhorn en de Wetterhorn aan het oog onttrokkenmaar het onafzienbare sneeuwveld van den Blumlis-Alp met de kroon met drie tanden strekt zich hier in al zijn pracht voor u uit. Scherp was bij de heldere verlichting de omtrek van een bergtop op de glinsterende vlakte afgeteekend was het de gespleten Hom of de Wilde Frau Terwijl ik zoo mijne oogen liet rond dwalen, boorde ik plotseling achter mij een vroolijken, helderen lach, die alleen uit den mond van een zeer jong meisje kon komen. Ik zag om en ont waarde in een nis achter mij een jong paartje, dat ongetwijfeld ook naar boven gekomen was om het beroemde uitzicht te genietendoch naar het scheen hun genoegen dichterbij gevonden hadden en, in de meening van alleen te zijn, elkaar har telijk liefkoosden. Het was een zonderlinge tegen stelling dat frissche, bloeiende leven hierboven op dien doodenakker, waar de moede aardsehe pelgrims uit Thun zich nimmer kunnen verhengen over het paradijs waarin zij ter ru3te gelegd worden. Als Znid-Dnitscher heb ik Zwitserland heel vaak in het mooie jaargetijde bezocht en heb er tallooze jonge paartjes ontmoet, want het Alpenland is een lievelingsplekje van pasgehuwden; maar nog nooit had ik mijn oog vergast aan zulk een bekoorlijk en vooral zulk een jeugdig paartje als die twee daar achter mjj op het Thuner kerkhof. Oogen kring in onze overzeesehe bezittingen geholpen worden, in de gelegenheid te stellen, vóór hun vertrek uit Nederland daar eenige algemeene kennis van land, volk, bodem en voortbrengselen te verkrijgen. De heer H. J. E. Gerlach te Middelburg werd bekroond met de tweede gouden medaille en ƒ100 voor zijn antwoord op een prijsvraag betreffende eene landhuishoudkundige beschrijving van Wal cheren e. a. Den heer F. W. Van Eeden, secretaris dei- maatschappij, is Donderdag bij de sluiting van de algemeene vergadering en het 27e concours, ter gelegenheid van zijn 25jarig secretariaat, namens de departementen een kostbaar zilveren theeservies als blijk van hulde aangeboden. Door de krachtige geldelijke ondersteuning van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden en de ijverige bemoeiingen van den beer L. J. Lefèbre te 's Gravenhage werd in den loop van verschei dene jaren bijeengebracht eene hoogst belangrijke verzameling van geluid-, gehoor-, optische en acoustische signaalkundige werktuigen, verder telefonische en electrische apparaten, modellen, teekeningen enz. Na den dood van den prins is die verzameling het eigendom geworden van den heer Lefèbre, die ze onder den naam van Museum Prins Hendrik voor het publiek toegankelijk stelde. De heer Lefèbre behoeft voor de instandhouding van dat museum geldelijke medewerking en heeft aan eene voorloopige commissie, waartoe o. a. behooren de heeren J. P. I. Buteux, lid van gede puteerde staten van Zeeland te Middelburg, en C. L. Van Woelderen, directeur der maatschappij Zeeland, kon. Nederl. postvaart, te Vlissingen, het voorstel gedaan den algeheelen inventaris, tot die verzameling en inrichting behoorende, vrij willig en belangloos af te staan aan een te creè'eren stichting Museum Prins Hendrik, die door een commissie uit de personen, die tot verwezenlijking van dat denkbeeld zouden willen bijdragen, zou worden beheerd. Die commissie is bereid tot het in het leven roepen van zoodanige stichting mede te werken, wanneer meerderen geneigd zijn, door geldelijken steun de instandhouding van het museum te ver zekeren en dit als een nationaal monument aan de nagedachtenis van den overleden vorst te doen wijden. Wij vertrouwen dat dit beroep niet te vergeefs zal zijn waar het geldt een monument te stichten voor een vorst, die zonder onderscheid van stand of rang, en in alle gemeenten des lands bewijzen zijner liefde voor volk en land met milde hand achtergelaten heeft. In de te Leeuwarden gehouden algemeene tel'» gadering der Nederlandsche maatschappij ter bevor dering der geneeskunst is o. a. besloten dat het hoofdbestuur zich tot de regeering zal wenden toet bet verzoek om een spoedige Wijziging der wet op de besmettelijke ziekten in dien zin, dat schijnlijk waren zij niet ouder dan achttien en zestien jaar en bet kinderlijk loshangende, blonde haar, dat haar over den rug hing, verhoogde nog het jeugdige, ik zou bijna zeggen het feëachtige van haar verschijning. Als met een ivoren katti streek hij met de hand door bare gouden lokken en drukte nu en dan een kus op hare roode lippen. Eensklaps sprong zij vlug als eene hinde op, met den uitroep»Mijn hoedDe wind had haar Bierlijk strooien hoedje, dat naast haar op de bank lag, afgewaaid en het rolde nu als een rad het kiezelpad af. Natuurlijk nam ik mijne zestigjarige beenen op en volgde het rad. Hij, zij en ik, wij zetten met ons drieën den vluchte ling achterna. De twee jonge lieden, die samen nog lang zoo oud niet waren als ik alleen, zonden den wedloop natuurlijk gewonnen hebben, maar volgens de wetten van het evenwicht viel de hoed weldra op de zijde der witte strnisveêren, die hem versierden. Ik greep hem en was zoo ge lukkig den dank te oogsten van een bevallig ge bogen hoofdje met twee vriendelijke blanwe oogen en een paar allerliefste lippen, waartussehen spier witte tanden blonken. Door het snelle loopen was de klem- harer wangen verhoogdwellicht ook paarde zich aan den blos der gezondheid die der verlegenheid, dat ik getuige van hun minne- koozen was geweest. Met de hand op de borst stond zij voor mij als een slanke Hébe, als dé godin der jeugd en der lieftalligheid. Zoo als bet gewoonlijk met reizigers gaat die door de nieuwe wereld, waarin zjj zich be vinders

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1