127* Jaargang. 1884. W oensdag N° 160, 9 Juli. De rijke erfgename Middelburg 8 Juli. FEUILLETON. Dit bLad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 [Cent. A[d vertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant beboeren drie BIJVOEGSELS. De Tooneelschool. DELHI GRANT. Agenten zijn te ViissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou, te Tholen: W. A. van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité ét.rangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger Uit het voorloopig verslag der eerste kamer over de Indische begrooting blijkt dat vrij alge meen het beleid van den nieuwen minister een gunstigen indruk maakte. Gaarne wilde men de uitvoering van zijn plannen afwachten. Benige leden hechten aan het lager tekort op zichzelf thans geen te groote beteekenis. Mindere centralisatie werd aanbevoleneenige leden uitten de hoop, dat de uitbreiding van ons direct gezag zooveel mogelijk wordt ingekrompen. Men beval zorg aan voor het instandhouden van de boaschen. Roekelooze ontblooting van de bergen kan tot rampen leiden. Het resultaat der meerdere zorg voor den aankoop werd ten hoogste geroemd. Ook ten aanzien der spoorwegen werden zegt het verslag de licht- en schaduwzijden der onderscheidene stelsels op de bekende gronden verdedigd. Viissingen, 9 Juli. Woensdag, des namid dags te 2 uren, zal de gemeenteraad zitting houden tot benoeming van een hoofd aan school F. Verder zullen behandeld worden een verzoek om grond in koop aan den Vlissingschen rijwegeen verzoek van J. F. Aspeslagh om tegemoetkoming in de kosten voor het leggen van een trottoir; een voorstel tot het in eigen beheer uitvoeren van het riool in de Slijkstraateen betrekkelijk bet toepassen van boete voor de te late oplevering van het huis voor besmettelijke ziekteneen verzoek van A. Monjé om grond in koop aan het Betje lVo(2/-pleineen voorstel tot goedkeuring der rekening en verantwoording van het algemeen armbestuur; een om op den Viissingen—Koude- kerkschen straatweg de tolhuizen door de ge meenten ieder afzonderlijk te doen verzekeren tegen brandschadeeen tot het verleenen van vergunning voor het hebben eener vaste losplaats aan de Houtkade aan de Zeeuwsche Stoombootm en aan P. D. De Vries, gezagvoerder en reeder van de stoomboot Zeelandbenevens een voorstel tot overbrenging van een gedeelte van bet batig saldo 1882 naar de gemeente-begrooting voor 1884. Viissingen, 8 Juli. In tegenwoordigheid van de betrokken autoriteiten en vele belang stellenden, verlichtten gisterenavond voor 't eerst een viertal monsterlampen met GoebeVs Gasbrenner het verhoogde perron van het havenstation alhier, waarlangs te 9 en 10 uren de beide Boottreinen aankomen. Het effect was werkelijk verrassend, en 't bljjkt een goed denkbeeld van 's rijks waterstaat tezjjn geweest, om, door deze schitterende verlichting DOOR „Indien gij u aan de kunst wilt wijden, mjjn Vriend, moet gij u getroosten om, eer gij eenig Bucces behaalt, een ware Via Dolorosa te door wandelen, vooral als gj er van leven moet. Ik heb dat alles doorgemaakt en weet er van mee te praten." Zoo sprak mijn vriend Ted Ochre en ik heb ondervonden dat zijne woorden waarheid bevatten, ofschoon ik nog minder reden tot klagen heb dan een menigte mijner kameraden, omdat een gelukig toeval mij en mijn vrouw de middelen Verschafte om van te leven totdat ik naam ge maakt had. Voor dien tijd deed ik echter eenige Eeer droeve ervaringen op. Toen ik met mijn studies wat vooruit was gekomen en een klein spaarpotje bad gemaakt, Besloot ik een paar weken naar buiten te gaan om al werkende toch ook iets voor mjjn gezond heid te doen. Ik was van plan om zoo goedkoop mogelijk te leven en al dien tijd hard te werken, maar toch stapte ik vol aangename vooruitzichten in een waggon derde klasse in de Liverpoolstraat en be reikte na een reis van drie uren het stille kleine Ration van W, Nadat ik van een der conduc- het steeds zoo drukke personenvervoer tusseben het vasteland en Engeland, via Viissingen—Queen- boro, noch aanmerkelijk te willen verbeteren. Op eene plaats, waar zich op genoemde oogenblikken zoo veel passagiers bewegen en zooveel werkvolk bezig is om, binnen den kortst mogeljken tijd, al de bagage en de brievenmalen van den trein naar de mailboot over te brengen, is goed licht een eerste vereisohte, en deze verlichting van het perron, gevoegd bj de niet minder uitmuntende verlichting van hal, ponton en brug door de beide electrische booglampen, die aan de masten der mailbooten van de maats" Zeeland zijn aangebracht, laat niets te wenschen over. Wat GoebeVs Gasbrenner van al de andere be kende branders onderscheidt ia 1° dat de lucht- verwarming daarbij circuleert van onderen naar boven, en van boven in den brander naar on deren 2° dat bij geen schaduw geeft en er ook geen gevaar bestaat voor verstopping door walm; 3° dat hij per uur 3 a 400 liter gas minder verbruikt dan alle andere tot dusverre bekende constructiënen 4° dat hij reeds bij 15 m/M druk op halfduims aanvoerbuizen volop brandt, waardoor hij zonder verandering van aanleg noodig te maken, geschikt is om dienst te doen in kerken, scholen en andere groote lokalen of pleinen, die in den regel slechts nauwe aanvoer buizen hebben. Als men Goebel's Brenner ziet met zijn groote menigte dicht aaneengesloten gasvlammen, die uit een grooten cirkelvormigen brander 10§ cM. in doorsnede, rond een wijde buis van boven naar beneden stralen, ontwaart men als 't ware slechts een groote, langwerpige vuurbol, die, zonder eenige eigen schaduw te maken, binnen een groote heldere glazen stolp brandt. Het licht, dat een vermogen van 400—600 kaarsen heeft wordt door reusachtige ovale reflectors over de geheele opper vlakte van het terrein verspreid, zoodat men daarbij op 25 a 30 meter afstand lezen kan. Het verlicht tevens den geheelen trein. Wij wijzen met te méér ingenomenheid op dit veel verbeterd systeem van gasverlichting, omdat de eer dezer uitvinding toekomt aan een onzer stadgenooten, den heer Goebel, directeur der gas fabriek alhier, die er reeds voor moet gezorgd hebben zich een octrooi daarvoor in het buiten land te verzekeren. Woensdag a. zal Jhr. W. M. De Branw, de nieuwe commissaris des konings, een bezoek brengen aan Goes. Konnemaire, 7 Juli. Alhier heerscht nog steeds de typhus in ernstigen graad. Opmerkelijk is het, dat de ziekte zich bijna uitsluitend onder de bewoners van een deel van het dorp vertoont. De vorige week bezweek daaraan de heer C. Bosse- laar, onderwijzer aan de O. school, wiens stoffelijk overschot Zondag, onder veel bewijzen van deel neming, grafwaarts werd gedragen. Daarbij bleek het hoe de overledene door allen bemind en geacht was en hoe men zijn verscheiden diep betreurt. teurs vernomen had dat er in het dorpslogement goede kamers te krijgen waren, liep ik het perron over naar den uitgang, toen eensklaps mijn aan dacht getrokken werd door het geweldig hard neerlaten van een raampje in een der waggons eerste klasse. -- sTIeila! conducteur! Waar zitten zij alte- maal?" riep een driftige stem, toebehoorende aan een ouden heer, die met gezwollen, jichtige vin gers te vergeefs poogde de kruk van het portier om te draaien. Het gelukte mij na eenige moeite om het voor hem te openen, doch eerst toen de stationchef juist het sein tot vertrek gaf. De conducteur, die mij een portier zag openen terwijl de trein zich reeds in beweging zette, gilde Achteruiten liep naar mij toe maar de drif tige oude heer duwde het portier open, dat de conduc teur bijna weer dichtgegooid had en sprong er uit doch viel met dén eenen voet tusschen het perron en den trein. Ik ving hem op, terwijl de con ducteur tegelijkertijd het sein gaf om te stoppen en het gelukte mij om den 'ongelukkigen passagier uit zijn gevaarlijke positie te bevrjjden. »Is het mijnheer Browne Ik hoop dat gij u niet bezeerd hebt, mjnheer riep de stati#nchef toeschietende. Bezeerd!" riep deze stotterende van drift, »ik zal u altemaal aanklagen. Als die heer er niet geweest was „Hij weet dat het mijn schuld niet was", zei de conducteur beschaamd, »gjj wild et den trein verlaten toen hij al in beweging was." Als onderwijzer, als directeur van het muziek- .gezelschap en van de zangvereeniging en als oprichter van een volkszangschool maakte hij zich dan ook hoogst verdienstelijk. De begrafenis van bet lijk van den kroonprins zal zooals wij gisteren meldden Donderdag 17 Juli plaats hebben. Zij zal geschieden met het zelfde ceremonieel als voor de begrafenis van prins Willem van Oranje in 1879 was vastgesteld, met deze afwijking evenwel, dat de trein zich des OGhtends'te 9 uren reeds in beweging zal stellen naar den koninklijken grafkelder te Delft. Den 15den vertrekt Z. M. uit Creuth naar Frank fort om den volgenden dag, 16 Juli, te 's Graven- hage te komen en Zaterdag daarop naar Hel Loo te gaan. De Jav. Ct bevat, zegt het Indisch Dagbl, weder een rapport uit Atjeh. Deze rapporten heeten soms apolitiek verslag" en soms verslag van de krijgsverrichtingen." In de eerste komen de ge vechten even goed voor als in de tweede, doch vergezeld van eenige ongunstige berichten omtrent de gezindheid der hoofden, altoos aan den Zuid oostkant van ons terrein, de plaats waar wjj bij vervoer van transporten enz. telkens gewonden bekomen, en waar de met ons nog in betrekking staande hoofden nu vragen om naar elders te mogen verhuizen. Een vraag, die vrij naief voor komt, daar wij aan bevriende hoofden buiten hun afdeelingen zeker nog minder hebben, dan daar binnen. Even zonderling komt bet verzoek voor van een eerst naar den vijand overgegaan hoofd, dat nu vraagt, of wij niet in den hoek waar de slagen vallen, in de XXII Moekims een dag of acht de soldaten thuis konden houden, daar het dan misschien gelukken zou, de benden naar een anderen hoek te verplaatsen, zoodat de bevolking in de XXII Moekims wat rust kreeg, en weer zou ophouden met den vijand mee te doen. Zulke verzoeken worden zeker meer in 't belang van den vijand dan van ons gedaan. Men schijnt er ook geen gehoor aan gegeven te hebben, want den 17eï ging er weer een transport en werd luit. Bergsma gewond, gelijk den 5en kapit. Van Wijne gewond was, en den 23en, volgens bekend gemaakt telegram, de off. van gez. Van Haeften gewond is- Bij die gelegenheid heeft er een bepaald gevecht plaats gehad en de vijand twee en twintig dooden achter gelaten. Den 17e" waren wij ook slaags geweest, doch werd van geen door den vijand achtergelaten dooden melding gemaakt. Voorts is er weer sprake van kleine rooverbenden dichter bij Kotta Radja. Als de bevolking niet medewerkt is het onmogelijk daartegen te waken. De cholera is epidemisch verklaard te Kotta Radja, maar heerschte daar gelukkig bij de afzen ding van het rapport niet hevig. Veel nieuws, zoo ziet men, brengen de Indische bladen ons niet omtrent den toestand op Atjeh Omtrent de Nisero wordt slechts in een telegram den 20 Mei en door den gouverneur van Atjeh en »In dat geval", begon de chef eerbiedig, »indien Jones gelijk heeft „GelijkDie schurkik ik „De man heeft in zekeren zin gelijk", viel ik in, „maar er was niemand bjj den wagen om het portier te openen en op het laatste oogenblik kreeg ik het met heel veel moeite open." s Groote nalatigheid! O! een kreet van pijn, »en zoo waar ah ik directeur ben O »Ik vrees dat gij u ernstig bezeerd hebt", zei ik, „laat ik u naar de wachtkamer brengen". »Neen, neen, dadelijk naar huis, mijn rijtuig wacht," antwoordde de oude heer, vatte mij bij den arm en antwoordde slechts met eenig gebrom op de verontschuldigingen van den conducteur, terwijl hjj naar zijn rijtuig hinkte. Toen ik hem erin geholpen had, kwam de stationchef aanloopen en riep „Ik vertrouw dat gij u niet ernstig bezeerd hebt, mijnheer. Ik „BezeerdIk geloof dat ik mijn been ge broken hebmaar dat is niets niets van belang »Ziet ge, mijnheer Browne, het is niet uw gewone trein; mag ik u den dokter zenden?" »Neen brulde de oude man. »Dat zou toch geloof ik het beste zijn", voegde ik er bij, „want ofschoon ik geloof, dat het niet anders is dan een erge verstuiking Lieve hemelmijnheer wat weet gij daar van? Ik zeg u dat ik heel veel lijd. Nu, wat staat gj daar nog?" vervolgde hjj tegen den chef, die onderhoorigheclen iets gezegd. Dit telegram luidt als volgt Den 17en opvoer van levensmiddelen van Anaga- loeng naar Gle-Kambing. Daarbjj met vijand slaags; gewond luitenant, Bergsma, drie minderen, een officiersbediende en drie dwangarbeiders, Pegasus terug van Tenomlevensmiddelen te Baeboen afgegevenRadjah Tenom even hals starrig bevonden als vroeger. Overigens zjjn er weder als gewoonlijk transporten aangevallen, vijanden gesneuveld, veel kogels ge wisseld en klewanghouwen uitgedeeld. Alles te zamen de geschiedenis van den dag te Atjeh. Vrijdag en Zaterdag jl. zjjn aan de Tooneelschool in de Marnixstraat te Amsterdam de jaarlijksche eind- en overgangsexamens afgenomen. De eerste dag was gewijd aan de vakken van gewoon on derwijs (waaronder lezen, aardrjjkskunde, geschie denis, rekenen), en aan de voordracht in de drie moderne vreemde talen. Den tweeden dag legden de leerlingen proeven af van voordracht in het Nederlandsch en in spel op het tooneel. Wij waren in de gelegenheid dezen tweeden dag in het flink en sierlijk gebouw tegenwoordig te zijn, waar al de toewijding en de zorg van het Nederlandsch Tooneelverbond zich concentreeren immers men weet, dat de school is de liefste en de bloeiendste plant van die welke, het Verbond ia de laatste jaren met eigen hand kweekte. Dat de school werkelijk in bloeienden staat verkeert men kan 't niet beter ervaren dan op een dag als Zaterdag jl. Bijna alle leerlingen legden proe ven af, de kleinere van de kunst om verzen te zeggen met den juisten klemtoon en de goede uitspraak, de grootere van hun studie in het voordragen, in het spelen alleen zoowel als geza menlijk. Bij allen was het duidelijk, dat de beste onderwijskrachten aan de school zjjn verbonden die den kinderen gedurende minstens drie jaren degeljjk onderrichten in alle vakken, welke met bet tooneel in betrekking staan. Men zag 't, dat hier de grondslag wordt gelegd van beschaving en algemeene ontwikkeling, beide zoo noodig in den waarachtigen kunstenaar. Behalve verscheidene gedichten hoorden wij twee fragmenten uit Von- del's Gijsbreght van Aemstel en het eerste bedri'f van Lucifer, verder het tweede bedrijf van q leerde Vrouwen (naar Molière), Nichtjes Rnm?,'n (van Paul Ferrier, bewerkt door mr. I N V HaU), een fragment uit Haar hart is ontwaakt bet blijspel Kom hier! Wij kunnen hier niet alle leerlingen noemen die blijk gaven van vatbaarheid voor de edele kunst welke zij late- zullen moeten boog houden, noch mogen wii in bijzonderheden treden over hun spel Maa,- dit bekennen wj gaarne, dat het een genot was in deze jeugdige personen, van liefde voor hunne roeping vervuld, de kiemen te aanschouwen der goed gevormde, degehjke kunstenaars die later zjne bevelen stond af te wachten en toen weef tot m j „stap in, stap inKunt gij niet instappen »Dank u, maar ik moet naar het logement'1 zei ik vrij stijf, want zijn toon beviel mj niet. ^„Malligheid Ziet gij niét dat ik verga vat! de pjn Denkt gj dat ik u naar een ellendige dorpsherberg laat gaan want meer is bet niet; nadat gij mij bet leven gered hebt Ziende dat de driftige doch goedhartige'mail zich mijne weigering aantrok, gaf ik aan z jn wensch gehoor en was na een half uur als logeergast ifi zijn weelderig ingerichte woning geïnstalleerd. Hij drong er op aan dat ik gedurende mijn ver^ büjf te W. daar mijne tenten zou opslaan Elk bezwaar, dat ik opperde, werd met zulk een vol. harding van de hand gewezen dat ik wel moes4" toegeven. Het was zeer aangenaam te Dalhorst. Al wat weelde kon opleveren was er te vinden want de eigenaar was zeer rijk en gaf zjne dochter Geno- ve™ carte blanche om haar fijnen, beschaafde smaak bot te vieren. Zijn dochterAch hoe zal ik die beschrijven? Schoon, geestig, bevallig en bezield voor de kunstWas het wonder dat ik verliefd was eer ik bet wist Toen ik het ontdekte maar ik moet spreken van de geluk kige dagen, welke aan die noodlottige ontdekking voorafgingen. Zooals ik gedacht had bleek de kwetsuur van mijnheer Brown niet meer te zijn dan een ver stuiking, maar hj moest er eenige dagen inee e huis zitten en daar ik alt jd tot etenstjjd buiten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1