N® 159.
127® Jaargang.
1884.
Dinsdag
8 Juli.
KENNISGEVING.
FEUILLETON.
De minnaars van lagdalena
Middelburg 7 Juli.
Dit blacl verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestd a_g e n.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar V SJ'Cent.
A"d v e r t e n t ilë n20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Opening jacht op waterwild.
C. DESPARD.
-i.;
MIDDËLBIIRGSGHE COI ISAM.
Agenten zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de PuWicité étrangère G. L. Daube en Cie., John P. Jones, opvolger
De commissaris des konings in Zeeland,
gezien het besluit van gedeputeerde staten van
3 Juli jongstleden, no 100;
gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
Staatsblad no 87)
maakt bekend dat de opening der jacht op
waterwild, zijnde eenden, duikers, waterhoenders,
watersnippen, schrieken, kemphanen, strandloopers,
wulpen en plevieren, in deze provincie door ge
deputeerde staten is bepaald op Maandag 21 Juli
aanstaande.
Middelburg, 5 Juli 1884.
De commissaris des konings voornoemd,
W. M. DE BJRAÜW.
Prof. Pierson komt in het Vad. op tegen het
bericht, ook door ons gemeld, dat reeds op 16
April 11. door Amsterdamsche bankiers de gebeele
som van ƒ15.000.000, die voor den Zuid-Afrikaan-
schen spoorweg wordt gevraagd, beschikbaar is
Hij stelt er prijs op met eenigen nadruk te
verklaren, dat van dit alles geen woord waar is.
De aandeelen worden onmiddellijk, zonder eenige
tnsschenkomst of garantie van bankiers, in welken
vorm ook, uitgegeven. En is de deelneming van
het publiek niet voldoende, zoo komt de Zuid-
Afrikaansche spoorweg niet tot stand.
Wie dus sympathie gevoeH voor Transvaal, de
regeering van dat land helpen wil aan betgeen
zij daarvoor eene levensquaestie noemt, kelpe de
leening volteekenen.
De verleden week door den heer Van Houten, bij de
behandeling der wet tot verhooging van den accijns
op het gedistilleerd, voorgestelde en door de kamer
verworpen motie luidde
„De kamer, van oordeel dat de belasting op bet
gedistilleerd niet verhoogd behoort te worden dan
in verband met andere belastingen, teneinde allen,
in verhouding tot bun draagvermogen, tot de ver
meerdering der staats-inkomsten te doen bijdragen,
gaat over tot de orde van den dag."
De thans goedgekeurde lezing der wet is als volgt
Art. 1. De accijns per hectoliter gedistilleerd,
ad 50 pet. sterkte, bij de wet van 6 April 1877
{Sibl. n°. 70) bepaald op 57, wordt verhoogd met
ƒ3.
Art. 2. Deze wet komt in werking op 1 Aug.
1884 en blijft van kracht tot 1 Januari 1887.
Aan het bureau voor scheikundige onderzoekin
gen alhier werden gedurende het 2e kwartaal
onderzocht 34 monsters regenwater, waarvan 23
volkomen zuiver bevonden werden, 1 onrein en
10 loodhoudendvan 8 monsters welwater waren
DOOR
Toen Lena weer in het dorp verscheen met die
twee kleine jongetjes, die volgens haar verklaring
de kinderen van Mary Seymour waren (niemand
kon den vreemden naam van den echtgenoot van
Mary uitspreken) werden er natuurlijk vele aan
merkingen gemaakt. Ongelukkig geleken zij op
hnn vreemden vader en niet op hun Engelscbe
moeder. Mijnheer Seymour zelf kon bijna geen
trek van zijn dochter op hunne gezichten terug
vinden en mevrouw twijfelde of het wel hare
kinderen waren. Maar zij werden toch in huis
genomen, waarschijnlijk omdat er niets anders op
zat en er werden allerlei nasporingen gedaan om
den vader te ontdekken ot zijn dood te constateeren.
Dit alles deerde de kinderen weinig. Zij hadden
buitenlucht, een groote speelkamer, de tuinen, de
akkers, maar bovenal hadden zij Magdalena
hun Magdalena die met hen speelde, hen lief
koosde en hun verhaaltjes vertelde en wat behoef
den zjj meer?
Voor Magdalena begon een nieuw leven. Met
hare beide minnaars zoo noemde zij ons
bij zich, hield zij het hoofd omhoog en ging blij
moedig door het leven. Zoolang haar Lucius en
Ambrosius haar aanbaden kon zij geen zonderling
^ezen zjjn,
5 zuiver, 3 onreinl monster roodewijn was
kunstmatig gekleurd, overigens onvervalscht
3 monsters Hongaarsche wijn (Tokayer) voldeden
aan alle eischen. Van 10 monsters cretonne
waren 2 arseenhoudend, 8 onschadelijk, 2 mon
sters behangsel, damast en tapijtstof waren arseen-
vrij, 2 monsters geconserveerde groenten en tar
webrood bevatten evenmin schadelijke bestand-
deelen.
Vlissingen, 7 Juli. Gisterenmorgen is van
hier een pleiziertrein georganiseerd naar Ostende,
die uitstekend geslaagd is. De stoomboot Stephanie
van de firma Maas té Antwerpen, agent de heer
B. Stofkoper alhier, vertrok des morgens te 5
uren uit de nieuwe haven, met omstreeks 100 rei
zigers. Het muziekgezelschap Ons genoegen maakte
den tocht, die door prachtig weder begunstigd werd,
mede.
De Stephanie, eene kleine stoomboot, kliefde met
snelheid door het water om de opgewekte reizigers)
naar Ostende te dragen, alwaar zij ten half negen
uur in de haven gemeerd lag. De ontvangst was
allerhartelijkst, zooals men dat van onze buren
gewoon is. Bij het binnenloopen van de haven
werd door het muziekgezelschap de Brabangonne ge
speeld, hetwelk beantwoord werd door het hijschen
der Nederlandsche kleuren van het casino, die
daar den ganschen dag bleven wapperen. Met de
meeste voorkomenheid werd al de passagiers van
de Stephanie de gelegenheid verschaft, om van al
wat de lieielijke badplaats aangenaams aanbiedt te
genieten. Dat van die welwillendheid ruimschoots
gebruik werd gemaakt is lichtelijk te begrijpen.
Dit pleiziertochtje beantwoordde dan ook volkomen
aan zijn naam. Door bet muziekgezelschap werden
des namiddags te 3 uren in de kurssaal eenige stukken
uitgevoerd, waartegen ook van wege het bestuur
dier inrichting te half zeven uren eene muziek
uitvoering gegeven werd, waartoe alle passagiers
der Stephanie vrijen toegang hadden, terwijl aan Ons
genoegen eene herinnerings medaille vereerd werd.
Aan de eene zijde vertoonde de medaille de buste
van koning Leopold, aan de andere zijde het wapen
der stad met het randschrift „Souvenir d'Ostende".
Deze medaille wordt heden avond met muziek bij
den heer W. L. Winkelman afgehaald. Na den
geheelen dag op de aangenaamste wijze te Ostende
vertoefd te hebben, vertrok de boot des avonds
te 9 uren weder naar Vlissingen, alwaar zij hare
reizigers ten half één ure des nacht in de beste
orde, in de nieuwe haven terugbracht.
De kosten van den overtocht bedroegen slechts
ƒ1.50 per hoofdterwijl de Stephanie getoond
heeft voor dergelijke diensten uitstekend geschikt
te zijp.
Men schrijft ons
De gemeente Nisse heeft in de afgeloopen week
eene verordening op den veldarbeid van kinderen
gearresteerd.
Art. 1 daarvan zegtHet is verboden veldarbeid
te doen verrichten door kinderen beneden de 12 jaren.
Art. 2 beperkt dit onbepaalde verbod echter, door
Nu kom ik aan den tijd toen onze beproevingen
begonnen. Grootpapa was plotseling gestorven en
bad alles wat bij bezat aan zijn vrouw nagelaten
indien zjj zijn dochter overleefde. Indien zijn
dochter zonder kinderen overleed, moest de. be
zitting in handen van een verren bloedverwant
overgaan. In het testament zelf werd geen gewag
gemaakt van Magdalena, maar in een codicil, dat
wel geteekend, doch niet geregistreerd was, werd
aan mevrouw Seymour opgedragen om behoorlijk
voor hun aangenomen dochter te zorgen.
De dood van grootvader bracht groote veran
dering voor ons teweeg. Mevrouw Seymour, die
eigenlijk nooit geloofd had dat wij kinderen van
haar dochter waren, kwam nu openlijk vóórhaar
gevoelen uit. Wij werden uit de zitkamers ver
jaagd en onze speelkamer werd ons ontnomen.
Als Magdalena er niet geweest was zou men ons
naar keuken en stal verbannen hebben. Maar
het zou nog veel erger worden. De bloedver
want, die in het testament genoemd werd en die
erfgenaam had moeten worden indien Mary kin
derloos gestorven ware, kwam bij ons logeeren,
en verkreeg grooten invloed op onze grootmoeder.
Hij bevestigde haar in haar vermoeden dat wij
geen familie van haar waren en ried haar aan
om ons naar ons land terug te zenden, om groot
gebracht te worden in den minderen stand waar
toe hjj vond dat wij ongetwijfeld behoorden.
Ik herinner mij de bittere smart van Lena>
toen zjj hoorde welk kwaad er tegen ons gesmeed
Tverd en zag Roe machteloos zij was om het af
kinderen van 10 en 11 jaren vergunning te schen
ken veldarbeid te verrichten van 1 Maart tot
1 Nov., mits zij van 1 Nov. tot 1 Maart de school
bezoeken en beneden de 25 schooltijden wille
keurig verzuimd hebben.
Dit is een beginen schoon art. 2 veel ont
neemt aan de waarde van art. 1, 't ware toob te
wenschen dat de gemeenten, waar veldarbeid het
hoofdmiddel van bestaan uitmaakt, Nisse na
volgden.
Een hoofdbron van schoolverzuim thuis blijven
om op broertjes en zusjes te passen, daar moeder
>naar 't veld" is, zal zonder leerplicht wel nimmer
door den wetgever te bereiken zijn.
Algemeen erkende men in de afd. der tweede
kamer, dat de omvang der werkzaamheden ver
meerdering van bet personeel der rechtbank te
Amsterdam voldoende wettigt, al werd dan ook
de toestand zoo. ongunstig mogelijk voorgesteld,
zoodat enkele leden meenden te moeten vragen
of de behoefte wel werkelijk zoo dringend is.
Bij verscheiden leden rees echter twijfel of het
tijdstip goed gekozen is, met het oog op het
strafwetboek hetgeen door vele leden werd
weersproken.
Verschillende leden achtten het beter, de recht
bank te Haarlem op te heffen en haar personeel
naar Amsterdam over te brengendie te Haarlem
kon goed gemist worden en zou bovendien binnen
kort een nieuw rechtsgebouw, ad 120,000, be
hoeven. Terwijl de bezwaren daartegen niet
ontbraken, werd anderzijds aanbevolen een ver
mindering van personeel bjj de rechtbanken le kl.
(HaarlemZwolleMiddelburg) welker getal
rechters bv. op 4 kon worden gebracht; terwijl
men den vice-president facultatief kon stellen.
Men vraagde of de minister spoedig een voorstel
zal indienen tot herstel van de aanbeveling der
hoven voor de benoeming tot lid dier colleges.
Volgens het Vad. zullen onze koning en onze
koningin 15 Juli Kreuth verlaten, dan een kort
bezoek brengen aan bet hof van Waldeck-Pyrmont
en den 17en Juli Arolsen zoo vroegtijdig verlaten,
dat zij nog dien dag in de residentie kunnen
terugkeeren. De begrafenis van den kroonprins
zou dan misschien den 19en Juli plaats hebben
Het Leidsche studentencorps heeft een prach
tige krans van levende bloemen gelegd op de
lijkbaar van den prins van Oranje, vroeger lid
van het corps.
Ook de Zaanstreek is bjj het stellen van een
candidaat voor de tweede kamer verdeeld. De
kiesvereeniging te Wormerveer koos met algemeene
(28) stemmen den heer mr. J Kappeyne, de vrij
zinnige kiesvereeniging te Koog a/d. Zaan daaren
tegen den heer Jac. Dujjvis. Te Beverwijk werd
de heer Galandat Huet candidaat gesteld.
Zaandam stelde nog geen candidaat. De heeren
Van Houten en Lieftinck zouden daar komen
te wenden want de grondslag waarop onze vijand
bouwde was haar ongeschiktheid om als een
verstandig mensch te handelen. Zjj had niet be
doeld, zeide hij, om mijnheer en mevrouw Seymour
te bedriegenmaar zij bad zich zelf laten mis
leiden, Het was niet Mary geweest die baar
naar Italië had laten komen, maar een van haar
eigen Italiaansche bloedverwanten, die van haar
goede vooruitzichten gehoord had en door haar
een rijke erfenis voor hare kinderen had willen
bemachtigen. Zij was in een opgewonden stem
ming naar Italië gegaan en had alles geloofd wat
men haar verteld had. Dit was ten minste de
slotsom waartoe mevrouw Seymour kwam. Zij
liet Lena bij zich komen en verzocht haar ern
stig om een kens te doen. De twee jongens, als
zijnde geen bloedverwanten der Seymours, moesten
naar bun land terug; zij kon blijven waar zjj was
en genieten van het legaat dat haar weldoener
haar toegedacht haddoch in dat geval moest
zij van eiken omgang met die twee vreemde kin
deren afzien. Magdalena had niet lang tijd noodig
om te kiezen. Haar kleine minnaars verlaten
Dat zou zij voor geen geld ter wereld. Als zij
weg moesten zou zij ook heen gaan.
Die zelfde week verlieten wij te zamen En
geland en begaven ons naar Florence. Lena had
eenig contant geld en wij ook en daar leefden
wij een poos van. Op raad van den eenigen
vriend dien zij op de wereld bezat, den Floren-
tijnschen dokter die onze moeder in haar laatste
ziekte behandeld had, schreef Lena aan een
spreken om de candidatuur van den heer Kappeyne
aan te bevelen.
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van
Algemeen heeft in handen van commissarissen
van het Nederlandsch Werklieden fonds gesteld de
brochure van dr Mounier ter bestrijding van dat
fonds, welke door dezen niet in den handel werd
gebracht en niet toegezonden is aan iemand der
personen, die zich met de oprichting van dat fonds
sinds geruimen tjjd onledig houden.
Commissarissen, de heeren jhr mr G. De Bosch
Kemper, prof. H. B. Greven, dr J. Th Mouton
en de heer D. W. Stork, hebben in een uitvoerig
schrijven aan het hoofdbestuur van bet Nut doen
uitkomen, dat dr Mouniers critiek grootendeels
betrekking heeft op de toelichting, door prof. Yan
Geer gegeven op de tarieven, welke twee jaren
geleden werden voorgesteld, en dat daarbij door
den schrijver alle wijzigingen over het hoofd zijn
gezien, die in de laatste twee jaren in de grond
slagen van het fonds zijn aangebracht. Terwjjl zjj
ten opzichte van de wetenschappelijke grondslagen
verwijzen naar de ophelderingen, door prof. Yan
Pesch in het Handelsblad van 21 en van 27 Juni
gegeven, toonen zij aan, dat de bezwaren door
dr Mounier blijkbaar uiterst overdreven worden,
en eindigen met een woord van dank aan bet
hoofdbestuur van het Nut, dat hen in de gelegen
heid stelde op te komen tegen de strekking van
een geschrift, blijkbaar uitsluitend verspreid om
door eenzijdige beschouwing de kansen van opkomst
en bloei eener nieuwe levensverzekering te ver
minderen, om een gevreesde, dus te vreezen
concurrentie in de geboorte te smoren.
Het Vad. voegt hierbij dat met de oprichting
van het waarborgfonds reeds wordt voortgegaan
en reeds voor 6000 daarvoor is ingeschreven,
hoewel nog slechts op zeer enkele kleine plaatsen
daarvoor definitieve pogingen zijn aangewend.
Tot leden van bet dageljjksch bestuur van het
waarborgfonds zjjn benoemd de heeren A. baron
Schimmelpenninck van der Ojje van Njjenbeek
administrateur van het kroondomein en lid van de
tweede kamer; jhr mr J. F. Van Humalda van
Eijsinga, lid van den raad van state en jhr mr
L. P. M. H. Micbiels van Verduijnen, lid van den
gemeenteraad van 's Gravenhage, die zich deze
benoeming lieten welgevallen. Zoodra in elke
provincie des rijks een bestuurder van het waar
borgfonds zal zijn benoemd, neemt dit bestuur het
beheer van het fonds over, dat door het hoofd
bestuur der Nederlandsche Pensioenvereeniging is
toevertrouwd aan de commissarissen van het
Nederlandsch Werkliedenfonds, wier namen hier-»
voren zijn genoemd.
Eigen Haard van deze week bevat o. a. het
begin van een nieuw verhaal van Justus Van
Maurik jr., getiteld Kratis, een levensbeeld j 10
July 1584 door W. J. Hofdijk, de portretten van
Willem den Zivijger door David Van der Keilen jr.
en een gedicht van Ant. L. De Rop over 10 Juli
1584—1884.
Engelschen advocaat en vroeg hem raad aangaande
ons. Hij antwoordde haar dat wjj tegenover me
vrouw Seymour niet de minste rechten hadden;
na haar dood konden wjj onze aanspraken op de
nalatenschap doen gelden, indien wij konden be
wijzen dat wij de personen waren, waarvoor wjj
ons uitgaven. Lena liet zich niet uit het veld
slaan en toog moedig aan het werk. Zjj kuste,
haar kleine minnaars, die zich in het minst niet
ongerust maakten over heden en toekomst, zei
dat zjj goedsmoeds moesten zijn want al liet ..dé
heele wereld hen in den steek, zjj zon hen nooit
verlaten, en begon te bedenken hoe zij den kost
voor hen kon verdienen.
Lena had van haar moeder een mooie steni
geërfd en mijnheer Seymour, die veel van muziek
hield, had haar goed onderwjjs laten geven. Met
een weinig meer leiding, welke haar gewillig;
kosteloos door een Italiaanschen meester gegeven
werd, die haar om haar flink karakter bewonderde,,
werd zij een volleerde zangeres en kon gedurende
eenigen tijd in haar onderhoud voorzien en op$'
opvoeden door in concerten en particuliere salons
te zingen. Intusschen was haar vruchtbaar brein,
dat nooit kon rusten, op een andere manier bezig
- »Gjj zijt Engelsche jongens," zei zij tot ons, sen
als ik het bekostigen kan, zal ik u beiden naar
eene goede Engelsche school zenden maar nu kan
het nog niet",
Zjj was inderdaad bezig om zich voor een andere
loopbaan voor te bereiden. Wij wisten toen niet
wat zjj voor ons was en deed. Wanneer de men*.