N° 14f>
127® Jaargang.
1884.
23 J uni.
YaierlaMsMe in let BimenM
Maandag
Middelburg 21 Juni.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en F e e s t d a g e n.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nornmers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Heden middag te 5 uren 5
minuten ontvingen wij de ver
pletterende tijding dat onze kroon
prins overleden is.
Aan de gegronde hoop, die ons
overbleef, nu het ernstigste der
ziekte was geweken, is op eens
de bodem ingeslagen.
Z K. H. prins Alexander is niet
meer en daarmee verliest ons
vorstenhuis zijn laatsten manne-
lijken telg; onze koning zijn
eenjgen zoon ons land zijn troon
opvolger.
Het is ons niet mogelijk om
op dit oogenblik met meer woor
den weer te geven de gevoe
lens die ons en zeker allen in
Nederland bestormen nu deze
slag ons dubbel zwaar trelt om
dat hij zoo onverwacht kwam
tevens.
Z. K. H. is den 25 Augustus
1851 geboren.
IBDDGL
Agenten zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruisingen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou, te Tholeu: .W. A. van Nieüwehucuzbn, en te Ter Neuzen A. van der Peul Ji
HooMigen'en voor Bot Rni'en'and te P»r«« en i.nnii™ «te «'orrinao-oie tfifl^rqle -to oohlioitz -tran"^re r 1 a^rire en Cie., John F. Jones, opi-oiw
Het heeft deze week in onze tweede kamer
niet ontbroken aan verzekeringen van vader
landsliefde en aan opwekkingen om van die
liefde getuigenis af te leggen.
Men begon daarmee in de zitting van Maan
dag, bij de aanbieding door de regeering van een
nieuwen post op de Indische begrooting, groot
1,500.000, voor tijdelijke versterking van de
maritieme middelen in de wateren van Atjeh
en daarmede in verband staande uitgaven.
Vooraf was bet eene hoogst kalme zitting;
een toeval maakte ons daarvan toeschouwer.
De minister van koloniën gaf inlichting op
vroeger gedane vragen. Hij deed dit uiterst
bedaarden al mist hij redenaarstalent, bij
sprak toch met overtuiging en met kennis
van zaken.
In eene vorige zitting had de heer Sprenger
van Eyk een beroep gedaan op de welwillend
heid der kamer.} waar hij soms bij de beant
woording iets mocht hebben vergeten dit ver
zocht hij de vertegenwoordiging te wijten aan
zijne ongewoonte om in het publiek te spreken
en aan zijn totaal gemis aan parlementaire
ervaring.
Dit bleek dan ook voldoende in de zitting
van Dinsdag, toen de minister tot in de
kleinste bijzonderheden vroegere sprekers be
antwoordde eene nauwgezetheid waarmee
een ander minister, die meermalen achter de
groene tafel een zetel innam, het niet zoo
nauw neemt.
Belangrijk mogen de mededeelingen van
den heer Sprenger van Eyk geweest zijn
veel aandacht schonken do aanwezige leden
haar niet, terwijl de afwezigheid van een der
tigtal niet pleitte voor het groote belang dat
men algemeen aan de behandeling van de
^egrooting van Nederlandseh Indie hechtte.
De eenige opgewektheid in het debat
werd gebracht door den heer Verniers van
der Loeff, toen hij de JA/AAm-quaestie aan
voerde.
Daarbij reeds kwam de vaderlandsliefde in
woorden te voorschijnde weg, dien de minister
bewandelde om deze zaak tot een goed einde
te brengen, was volgens den Rotterdamschen
afgevaardigde een zeer lange, „aan het einde
waarvan wellicht zal zijn te vinden eene rijzing
van de actiën van de JAWfrtw-maatschappij,
maar geene behartiging van het publiek
belang"
De heer Van der Loeff spreekt met vuur en
gaf met eene veeren pen in de hand kracht
en klem aan zijne woorden, wij weten niet
of dit steeds zijn gewoonte is, maar daar
door juist maakte de kalmte van den minister
meer indruk op ons. De heer Van Eyk
verzekerde dat er eene nieuwe-ontwerp-ver-
ordening op de ontginning van mijnen in
Indië in behandeling isalles is en wordt zijner
zijds gedaan om de zaak te bespoedigen en
uit zijne verzekeringen bleek duidelijk dat ook
bij de UittöoH-maatscbappij zelve niet de be
doeling heeft bestaan, zooals He heer Van der
Loeff meende, om de oplossing der quaestie
tegen te houden. Integendeel drong ook zij
op spoed aanen wanneer nu na 4 of 5
maanden de Rotterdamsche afgevaardigde op
deze zaak terugkomt, willen wij hopen dat hij
voldoende gerust zal kunnen zijn over de wijze
waarop deze minister van koloniën in die
netelige quaestie 's lands belangen heeft be
hartigd.
In het ruime sop dei vaderlandsliefde
stuurde ons de heer Van Wassenaer Oatwijck,
die het aangevraagde krediet voor Atjeh zonder
discussie met algemeens stemmen gaarne aan
genomen had gezien.
Hetwas eenige oogenblikken te voren, toen de
premier de zitting kwam bijwonen en zich naast
zijn collega van koloniën plaatste als om hem
te steunen door zijne meerdere ervaring, wel te
voorzien dat er iets gewichtigs zou plaats
hebben en zonder nu onzerzijds uitspraak te
doen in de quaestie tusschen den heer Rutgers
en den heer Van der Hoeven, van wien de
eerste beweerde dat het een bij verrassing
door de regeering ingediend krediet gold, wat
de laatste onjuist noemde, ligt er toch bij ons
veel waars in de verzekering van den afge
vaardigde nit Breda, dat ieder lid weten kon
dat die verhooging zou komen en daarom
voorbereid kon wezen.
Wij gaan echter verder.
Wanneer bij de behandeling eener begroo
ting voor Ned.-Indië, onze bezittingen waarop
meer dan ooit tegenwoordig de aandacht is
gevestigd, eene begrooting die door een nieuwen
minister wordt verdedigd, waarbij men dus
vooral van de plannen en ideëen van den
nieuwen titularis op de hoogte kan komen
wanneer bij zulke eene gelegenheid de kleinste
helft der kamerleden het niet noodig vindt om
tegenwoordig te zijn, dan komt bij ons de
vraag op of de vaderlandsliefde bij de groote
mannen van het Binnenhof soms meer bestaat
in woorden dan in daden.
Wanhopend klonk bij elke stemming de sche
van den voorzitter door het gebouwvooral
op het belangrijk oogenblik, toen over het
voorstel Rutgers, om de behandeling van het'
aangevraagde krediet een dag uit te stellen, eene
beslissing moest genomen wordeu.
Zij klonk als die eens roependen in de woes
tijn, of liever in een ledige koffiekamer want
zelfs de beide leden, Keuchenius en Lieftinck
die eerst tegenwoordig waren geweest, bleken
voor goed verdwenen te zijn. Trouwens, de
eerste erkende den volgenden dag dat eene
afspraak hem had weerhouden om te blijven,
maar als hij geweten had.
Hoe zou het gegaan zijn wanneer al de leden
dat hadden geweten Als een scherp maar
waar woord klonk nog de verzekering van den
heer Van der Hoeven dat zij allen het hadden
kunnen weten, in ieder geval vermoeden,
j
En dan hadden wij met denzelfden afge
vaardigde een beroep willen doen op de
vaderlandsliefde van allen, teneinde aan de
regeering, zoolang de iWsero-zaak verkeert in
de tegenwoordige phase van diplomatieke on
derhandelingen, geen moeielijkheden in den
weg te leggen.
Wij hadden, dit is gebleken, geklopt aan een
doovenmausdeur. Zelfs na de verzekering van
den heer Heemskerk dat de regeering het
voorstel tot het toestaan van een krediet vroeg
„na overleg met den gouverneur-generaalen
dat bet zeer zeker met de gewone regelen dei-
voorzichtigheid zal strooken, en dus niet zal
worden nagelaten, om den gouverneur-generaal
ampel te hooren, alsvorens eenige verdere
uitvoering aan het voorstel te geven," zelfs na
deze verklaring vonden enkele aanwezigen
discussie nog noodig en verdiepten zij zich
in de algemeene Atjeh-politiek.
Het vertrouwen in den lang gewenschten
man, in den heer Otto Van Rees, had zijn in
vloed moeten doen gelden, maar vooral ook
het bewustzijn dat aller oogen thans op ons
land en zijne vertegenwoordiging zijn gevestigd.
Door eenparig toe te staan wat de regeering
vroeg bad men de waardigheid van ons land
kunnen ophouden en een bewijs gegeven van
echte vaderlandsliefde.
Dit is niet geschied; zelfs de heer Keuchenius,
die weggeloopen was en liever had moeten
zwijgen dan spreken, ook omdat elk woord
dai bij sprak ais een beschuldiging tegen zijn
niet aanwezig zijn hem in de ooren moest
klinken en als eene waarschuwing om bij zulke
gewichtige gelegenheden geene afspraken meer
te makendiezelfde heer kwam den vol
genden dag op de zaak eens terug, alsof hetgeen
den vorigen dag was voorgevallen al niet reeds
voldoende ware geweest. Gelukkig ondervond
hij algemeen, in de zitting van Woensdag,
warme tegenspraak.
Wat hij zeide over hetgeen het Bataviaansck
Handelsblad meldde wat hij sprak over de
Atjeh-politiek in het algemeen moge waar ge
weest zijnop dit oogenblik staan wij op een
gevaarlijk standpunt in dezen uoodlottigeu oor
log. Bij het verschil van meening, dat in dezen
bestaat over de aanleiding en over het beleid van
zoovele mannen van gezag, is het thans geen
zaak in allerlei recriminaties te vervallen en
zou het juist eene waardige oppositie mogen
heeten die op zulke oogenblikken weet te
zwijgen.
Dat schijnt de heer Keuchenius niet te be
grijpen, en vooral toonde hij dat door na te
pleiten op een pas genomen beslissing.
De vaderlandsliefde, waarmee bij deze gele
genheid vooral zoo zeer is geschermdvond
zijn weerklank bij de algemeene beraadslaging
over de klassenbelasting.
Ook daarbij deed de heer Gratama een be
roep op aller liefde voor bet land, welks
belangen de vertegenwoordigers moeten be
hartigen.
Maar of dit woord hierbij weerklank zal
vinden
Ge aanstaande week zal het leeren.
Tegen de klassenbelasting is eene oppositie
qvand-méme, eene oppositie, die niet het minst
voortkomt uit eigen belang, waarop het ver
standig woord van deu heer Yan Heeckeren
wel moet afstuiten, toen deze opmerkte dat,
waar het geldt eene zoo gewichtige zaak, elk
wat dient op te offeren van zijn eigen bezwaren.
Maar bij de liberale kamerleden moet dit
woord ingang vinden, zoowel als bij allen die
overtuigd zijn dat het onvaderlandslievend is
den tegenwoordigen, ongezonden financieelen
toestand van ons land langer te laten voortduren.
Wij dringen nogmaals daarop aan, opdat de
a. week ons weer niet het bewijs levere dat
het een wanhopend werk wordt, zelfs met het
liberale element van onze vertegenwoordiging,
iets goeds tot stand te brengen op het gebied
van ons belastingstelsel. Een vaderlandsliefde
die zich uit in woorden heeft voor ons geen
waarde 5 een enkele daad van toewijding aan
het algemeen, waaraan op dit oogenblik zooveel
behoefte bestaat, éen schrede op den goeden
weg, die algemeen gewenscht wordt, is honderd
maal welsprekender.
Heden had in het polderhuis in de Abdy alhier
de opening plaats van de stembriefjes, ingeleverd
ter verkiezing van 7 commissarissen van den
polder Walcheren.
Voor de vervulling der door periodieke aftreding
ontstaande vacatures waren ingeleverd 203 biljetten,
waarvan twee van onwaarde verklaard werden;
het getal geldig uitgebrachte stemmen bedroeg
alzoo 201, de volstrekte meerderheid 101.
Al de aftredende commissarissen werden her
kozen nl. de heeren P. Loeff met 196, M.Volkrijk
Liebert met 194, W. Cevaal met 187, L. Cysouw
met 184, W. A. graaf van Lijnden met 178 en
J. H. Snijders met 163 stemmen.
Voorts waren uitgebracht op P. Maljaars te
Oostkapelle en Jacobus Wisse te Aagtekerke ieder
12, Joost Koenen te Biggekerke 8 en op 19
anderen 5 stemmen of minder.
Ter voorziening in de vacature Chr. Volkers
waren 204 biljetten ingeleverd, waarvan 5 van
onwaarde verklaard werden. Het aantal geldige
stemmen bedroeg mitsdien 199 de volstrekte meer
derheid 100 stemmen. Die 100 stemmen verkreeg
de heer Joost Koene te Biggekerke, die alzoo
gekozen is.
Voorts waren uitgebracht op Jacobus Wisse te
Aagtekerke 49 en P. Maljaars te Oostkapelle 44
en op 5 anderen 2 stemmen of minder.
Door den burgemeester alhier is met 1 Juli a. de
agent van politie der le klasse (hoofdagent) C. F.
f L. Vink, op daartoe gedaan verzoek, eervol uit
den dienst der gemeente ontslagen en als zoo
danig aangesteld de agent van politie der 2' klasse
A. Tellier en tot agent van politie 2e klasse G,
Simons.
De stoomvaart maatschappij Zeeland mag zich
in voortdurenden bloei verhengen.
Uit het voor aandeelhouders ter inzage liggend
verslag, de balans, winst- en verliesrekening bljjkt,
dat over het afgeloopen jaar is ontvangen aan op
brengsten wegens vervoer 1.160.852.67^, terwijl
de exploitatie-kosten hebben bedragen/759.419.60§,
gevende dus eene winst van ƒ401.433,07.
Na aftrek van het saldo der interest-rekening,
ad ƒ45.523.07, afschrijving op de stoomschepen,
ad ƒ144.525.691, voor ketelfonds ad 36.000; en
het restant der koopsom, der bewijzen van deel»
gerechtigdheid, ad ƒ41.836, wordt aan aandeel
houders uitgekeerd 6%, of 30 per geheel, en
ƒ15 per half aandeel.
Met inbegrip van het laatstgebouwde stoomschip
Willem Prins van Oranjewaarvan de kosten van
aanbouw 706.643.45 j hebben bedragen, komen
de vijf stoomschepen, met de kantoorgebouwen,
werkplaats, enz. thans op de balans voor met
ƒ3.059.353.11,
Vlissingen. A. Woensdag morgen, 2§
Juni, worden alhier per ss. Prinses Marie van de
stoomvaartmaatschappij Zeeland uit Engeland terug
verwacht de prins en de prinses Von Wied met
familie en gevolg, te zamen 17 personen
De hooge reizigers zullen de reis naar Duitsch-
land per aansluitenden boottrein, te 7.20 voort
zetten, waarvoor een salonrijtuig in dien trein ter
hunner beschikking zal worden gesteld.
De AYsero-quaestie is Donderdag in het Engelscli
lagerhuis opnieuw ter sprake gebracht. Naai-aan
leiding van door eenige leden gedane vragen deelde
lord E. Fitzmaurice mee dat hij gèene latere
berichten over de gevangen gehouden bemanning
der Nisero had ontvangen, dan die vervat in het
telegram van den bevelhebber der Pegasus op
20 Mei, Hij gewaagde verder van het buitengewoon
krediet, door onze tweede kamer toegestaan tot
versterking der marine in de wateren van Atjeh;
De Nedevlandsche regeering zou beslissen over de
te nemen maatregelen, doeh de Engelsche regeering
houdt de Nederlandsche in elk geval verantwoor
delijk, iets waartegen bij ons zeker geen bezwaar
zal bestaan. Lord E. Fitzmaurice zeide verder,
dat de radjah van Tenom stellig op geheime wijze
bericht ontvangt van alles wat nopens de Nisero'
zaak in Europa gebeurt, doch de Engelsche regee»
ring kan dit niet verhinderen. Met betrekking
tot een militaire expeditie naar Tenom blqft het
EDgelsehe kabinet van meening, dat zij slechts als
laatste redmiddel mag gebezigd worden, omdat
het leven der bemanning daardoor stellig in gevaaj
ou gebracht worden.