N° 138.
127® Jaargang.
1884.
Vrijdag
13 Juni.
Gemeente-Politie.
Schutterij.
Middelburg 12 Juni.
OUDERLOOS.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cents
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Schouwing van rij- en voertuigen.
Loting van het jaar 1884.
"FEUILLETON.
Wordt vervolgd*
MIDDELBURGS» COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdash, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholeii: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien art. 105 der verordening van algemeene
plaatseljjke politie, maken bekend
dat de schouwing der rij- en voertuigen of sleden
en daartoe behoorende paardentuigen, ten overstaan
van den commissaris van politie, zal plaats hebben
in de eerste dagen der maand Juli a., terwijl voor
zooveel noodig de herkeuring veertien dagen later
zal geschieden.
Middelburg, den llden Juni 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd
P I C K
De Secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op artikel 11 van Z. M. besluit van den
21 Maart 1828, maken bekend
1° dat de alphabetische naamlijst van al de
personen, die aan de loting van dit jaar moeten
deelnemen, ter inzage van een ieder zal liggen
op het raadhuis dezer gemeente, van heden tot
en met den 24eD dezer, des Zondags uitgezonderd,
des voormiddags van tien tot twaalf uren;
2° dat de voorgeschreven loting zal plaats heb
ben op Woensdag 25 Juni a. s. des voormiddags
te 10 uren op het raadhuis dezer gemeente
3° dat mede bij de loting zullen moeten tegen
woordig zijn, teneinde tot eene naloting te worden
toegelaten, alle personen vallende in de termen
van schutterplichtigheid, welke uit andere gemeen
ten sedert de laatste inschrijving in deze gemeente
zijn komen inwonen en tot dusver buiten oproeping
zijn gebleven
4° dat niemand tot de loting zal worden toe
gelaten dan de ingeschrevenen zeiven of hunne
gevolmachtigden en dat ten blijke daarvan zal
moeten worden vertoond een oproepingsbiljet, dat
aan iederen ingeschrevene van wege het gemeente
bestuur zal worden tehuis bezorgd.
Middelburg, den 11 Juni 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd)
PICKÉ.
De Secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Gisteren, gedurende den dag, rnstte de kroon
prins veel en gevoelde hij zich, ofschoon zeer zwak,
beter dan den vorigen dag; de temperatuur was
te 6| uur 39.25.
Z. K. H. gebruikte eenige versterkende middelen
en wordt voortdurend met stukjes ruw ijs gelaafd.
In den voornacht was de kroonprins door
veelvuldig hoesten onrustig. Zijn bewustzijn was
nu en dan een weinig gestoord.
Heden seint men ons te 11 uren 57 min.
Ook in den nanacht belette aanhoudend hoesten
Roman van Detlef Stern.
NEGENDE HOOFDSTUK.
«O, een tooneel uit Nathanzei Eduardo
«dat is van Lessing, als ik mij niet vergis. Ik
betreur het zeer dat ik uw taal niet versta,
signorina, hoe gaarne zou ik anders uw dichters
bestudeeren".
„Weet gij iets van onze dichters af, dat
verrast mjj", zei Clementine.
»Hoe, zou ik daar niets van afweten? Mijn
vriend Carlino die lang in Duitschland geweest
is, heeft heele tooneelen uit Goethe's Faust en
uit Schiller's Raüber en Braut von Messina voor
mij vertaald".
«Zoo!" zei Clementine koel, nam mij onder
den arm en zei: «wat ben ik toch onoplettend;
ik vergeet u aan de hoofdpersonen van het ge
zelschap te presenteeren, kom gauwdat geldt
ook voor u, mijnheer Perera" voegde zjj er bij,
ziende dat hp aarzelend bleef Btaan.
Nu begonnen de kennismakingen en ik kon
al de deftige dames van nabij bewonderen. Ter
wijl ik met de eene sprak, hoorde ik mevrouw
Grillo, die zeker dacht dat ik geen Italiaansch
verstond, tot haar zoon fluisteren
«Dat is iets voor u, Francesco die oom zal
Jiaar zeker adopteeren".
den Prins eenige rust te nemen. Dit gebrek aan
rust maakte hem dof.
De ingewandsverschijnselen blijven bevredigend.
De prins is zeer zwak.
Gisteren en heden werd hier weder 4 dames
het examen als apothekersbediende afgenomen.
Een ervan trok zich terug en drie slaagden, nl.
mejn. J. P. E. Molenkamp, geb. te Amsterdam
E. Goedbloed, geb. te Apeldoorn en C. W.H. Snel,
geb. te Den Helder.
Met den 16™ dezer worden eenige veranderingen
gemaakt aan de oeverlichten, van Borsseleden
Nieuwe Neuzen polder en van de Magere Merrie
(Walsoorden).
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de Ned.
Staatscourant van heden.
'Vlissingen, 12 Juni. Gisteravond kwam
graaf Herbert Von Bismarck per boottrein van
Berlijn alhier aan, om de reis naar Londen voort
te zetten per mailboot Prinses Marie, gezag. Stasse,
van de stoomvaart maatschappij Zeeland.
De zomervergadering der Vereeniging van Bur
gemeesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-
Beveland zal gehouden worden in het «Paviljoen"
bij P. Walraven, aan den steiger te Hoedekens-
kerke, op Woensdag den 18 Juni e. k., des voor
middags te elf uren.
In die vergadering zal a. Ballotage plaats
hebben van den heer P. J. Visser Jz. te Hansweert
b. Mededeeling gedaan worden van verzonden
stukken; c. Inlichting verstrekt worden omtrent
het examen voor aspirant-secretarissen en ambte
naren ter secretarie; d. Gelegenheid zijn tot vol
doening der contributie over 1884; e. Besproken
worden de circulaire omtrent de drankwet (prov
blad n° 50 van 1884f. Behandeld worden de
eventueel in den bus geworpen vragen en g. Ge
legenheid zijn tot bespreking van voorkomende
zaken.
Tevens zal ter sprake worden gebracht het on
langs door de tweede kamer aangenomen ontwerp
tot wijziging van de wet op het lager onderwijs.
Na afloop der vergadering wordt zoo mogelijk
een rijtoer georganiseerd naar 's-Heer Abtskerke
om terug te keeren naar Hoedekenskerke. (G. Ct.)
Stoppeldijk, 11 Juni. De werken tot het
maken van een steenen wachtsluis te Campen, in het
belang der afwatering van de polders Stoppeldijk
c. a., beginnen goed te vorderen. Nadat reeds heel
wat metselwerk werd uitgevoerd, is heden onder
het houden van toespraken de traditioneele eerste
steen gelegd.
Men denkt over een zestal weken met dit voor
onze polders zoo belangrijke werk geheel gereed
te zijn.
Gisteren is te Utrecht tot arts bevorderd de heer
H. K. J. Dominions van den Bussche, cand.-arts.
Het Wageningsch Weekblad bestrijdt op ernstige
en krachtige wijze de artikelen in de Standaard
Ook Eduardo had het verstaan hij wierp mjj
een veelbeteekenenden blik toe en beet zich op
de onderlip.
Onderwijl was het eerste tableau gereed en
vol verwachting begaven wij ons achter in de
zaal. Eduardo bleef naast mij en fluisterde
«Ik heb u twee dagen te vergeefs gewacht,
Paula, wat beduidt dat en waartoe dient deze
uitnoodiging Ik zou niet gekomen zijn als ik
u niet had moeten spreken en als Carlino mij
niet uit de verlegenheid geholpen had".
«Hoe zoo
«Denkt gij dat een arme jongen, zooals ik,
kleeren heeft hangen, zooals deze?"
Daar had ik niet aan gedacht. Arme, goede
Eduardohij was zoo openhartigen moest ik
hem nu bedroeven en zeggen dat ik niet meer
naar den koepel ging Maar het moest. Cle
mentine had gelijk en hoe eerder het gezegd
werd, hoe beter. Ik vatte dus moed en zei
«Ik kan niet meer voor de les naar buiten
komen Eduardo; ik heb steeds gevoeld dat ik
tegenover oom verkeerd handelde en nu Clemen
tine het ook zegt
>0! weet juffrouw Lindbof het? Dat is
niet kwaadHebt gij ons geheim verraden,
Paula
«Dat heb ik", antwoordde ik aarzelend,
ziende hoe alles aan hem trilde.
«Hebt gij het ook aan den pater gebiecht?"
zei hij schamper, doch eensklaps herkreeg hij
zjjn zelfbeheersching, bedwong zijn stem, zette een
over Tyrannenmoord maar vooral dat waarin ge
schreven werd tegen de uitnoodiging van de
synodale commissie aan de kerkeraden om 10 Juli
den sterfdag en het leven van "Willem I te
gedenken. De redactie van het Wageningsche
orgaan meent dat wel degelijk zulk een herdenking
in de kerken mag plaats hebben.
In langen tijd heeft zij dan ook niets zoo fataals
bijna zeide zij niets zoo satanisch gelezen als
het stuk van de StandaardEen Roomsche
Encycliek van een hervormde Synode.
De geschiedenis van den moord kan, volgens
haar, bij de herdenking veilig op den achtergrond
treden. Ook wanneer de prins zijn natuurlijken
dood gestorven was, zouden wij zijn 300jarigen
sterfdag met dezelfde piëteit herdacht hebben als
we dit thans wenschen te doen.
Zij gelooft dan ook, evenals wij, dat 't eenig
resultaat van dat artikel denkelijk dit zal zijn,
dat schier alle predikanten met te grooter en
thousiasme in Juli e. k. aan den onvergetelijken
doode hulde zullen brengen. «Eu laat," zoo
schrijft zij, „dr. Kuyper ons dan schelden voor
««valsche profeten, die geen stot voor hunne holle
predikatiën hebben en daarom zich de handen
verkneuken, als ze eens een tijdpreek kunnen
doen,"" zijn blaam zal ónze eere zijn. Niet
dr. Kuyper zal eens op den richterstoel zitten, maar
Christus de Heer, die gezegd heeft: ««mijn oor
deel is rechtvaardig.""
Terecht wordt door de redactie boven haar
artikel gezet: «dat een diepe kloof meer en
meer gaapt tusschen de Standaard- en Heraut-
partij en een groote menigte Chriltenen, die van
haar drijven, verketteren en verdoemen een aversie
krijgen."
Dat zij zelve hevig gebelgd is door hetgeen de
Standaard schreef blijkt wel uit het volgende, dat
zij laat volgen op eene aanhaling uit dat geschre
vene
„En nu laten we 't aan onze lezers over te be-
oordeelen, of ons bloed zonder oorzaak aan 't gisten
is gegaan na 't lezen van dit Standaar ^-artikel
We schamen ons er over, dat zoo iets te lezen
staat in 't hoofdorgaan der antirevolutionaire
partij, waarom wij 't dan ook openlijk uitspreken,
dat we alle verantwoordelijkheid daarvoor verre
van ons werpen, niet alleen, maar 't ook zoo sterk
mogelijk veroordeelen. Wij zijn de beleedigingen
en hatelijkheden van Standaard en Heraut o zoo
moede, en we willen niets meer te doen hebben
met bladen, wier redacteur het er op schijnt toe
te leggen om uit alles venijn te zuigen, de heele
wereld tegen zich in 't harnas te jagen. Moesten
wij niet als journalist van alles nota nemen, we
zeiden terstond ons abonnement op die bladen
op. Ze te lezen is ons vaak een kwelling des
geestes."
Wat is het streven der antirevolutionaire partij
„Het vaandel der constitutioneele eer, dat door
kabinet en kamer thans in het slijk der practische
onafwendbaarheid vertreden ligt, poogt onze partij
effen gezicht en met de hand vooruit wijzende
zeide hij
„Het scherm gaat op, zie eens welk een schoon
tafereel
Het was inderdaad een schoone groep, herders
en herderinnen uit den tijd van Lodewijk XIV, op
groene perken tusschen boschjes met schalmeien
en herdersstafjes, waartusschen ik mijnheer Jacobi
en de beide mooie nichtjes Jogow herkende. Onder
de luide bijvalsbetuigingen, die hierop volgden,
naderde de jonge Grillo mij met de opmerking
dat er na de voorstelling gedanst zou worden
en verzocht mij om een wals. Ik zag geen reden
om te weigeren maar het gelaat van Eduardo
verried dat het hem niet aanstond.
Zoodra de ander weg was vroeg ik
«Welken dans zal ik voor u openhouden
«Allen of geen een", was het korte antwoord-
«Wees niet dwaas, Eduardo, gjj weet heel
goed dat ik niet met u alleen kan dansen, al
wilde ikdaar zou immers dadelijk over gepraat
worden."
«Gij hebt gelijkdan den tweeden" zei hij
en verliet mij.
Na het tweede tableau, waarin de jeugdige groot
moeder koningin Elisabeth voorstelde, volgde dat
van Eduardo. Een algemeen O ontsnapte aan
ieders mond, toen zich de bevallige Clementine en
de prachtige figuur van Eduardo, in een schitte
rend Turksch costuum, aan het schaakbord gezeten,
vertoonden.
«Verrukkelijkriep Jacobi, die weer naast
weer op te rapen," antwoordt in alle bescheiden
heid De Standaard.
En als die verheven taak, waarvan zij zich zeker
bij de onderwijswet op uitnemende wijze gekweten
heeft, haar niet gehikt, weet De Standaard u al
te zeggen, waar het hem hapert.
«Een volk kan te ver weg zijn."
De 1' Juli nadert met rassche schreden en daar
mede het stervensuur onzer staatsloterij.
Immers slechts tot dien datum zijn op de staats-
begrooting gelden uitgetrokken voor de bezoldiging
der directiedocb de reorganisatie, waartoe men
op die wijze den minister meende te bewegen,
bljjft uit.
Toch moet reeds weken lang een ontwerp aan
het departement gereed liggen. Waarom aarzelt
de minister voortgang te maken met dezen arbeid
Daar hij de forraeele belofte heeft afgelegd de
reorganisatie niet anders dan bij wet totstand te
brengen, wordt het hoog tijd het ontwerp in te
dienen.
Vreest de minister voor het lot van zijn ontwerp
Maar zijn ondervinding bij de suikerwet moet hem
toch wel wat stoutmoediger hebben gemaakt. En
zijn collega Heemskerk kan hem wel eens inlichten,
hoe men zijn ontwerpen coüte qui coüte erdoor
kan sleepenVad.)
De regeering heeft de senaten der universiteiten
geraadpleegd over 't geen er gedaan zou kunnen
en moeten worden om de Transvaalsche jongeling
schap, van welke er thans 120 te Edinburg
studeeren, aan onze academiën op te nemen.
De hoofdvraag was, of daartoe wijziging van
de wet op het H. O., ten behoeve ran hen die
alleen in Zuid-Afrika van hun doctorstitel gebruik
zouden willen maken, mogelijk en wenschelijk was.
Het antwoord is bij de drie rijksuniversiteiten
vrij wel in denzelfden geest gegeven men wil de
komst der Transvalers niet bemoeilijken, maar te
hunnen behoeve eene wetsverandering in het leven
te roepen scheen minder gewenseht. Ook zijn
de eischen, die in Zuid-Afrika voor de toelating
tot de academie gesteld worden, zóo gering (be
ginselen van Grieksch en Latijn, en éene nieuwere
taal), dat wie met niet meer dan die kennis
toegerust onze universiteiten kwam bezoeken, het
onderwjjs onmogeljjk zou kunnen volgen, tenware
de hoogleeraren, om den min ontwikkelde te
helpen, het peil van hun onderricht aanmerkelijk
gingen verlagen.
Bij zeer sterk uitgesproken bereidwilligheid om
de studenten uit Zuid-Afrika de komst herwaarts
zoo gemakkelijk mogelijk te maken, meenden de
betrokken hoogleeraren aan al de genoemde uni
versiteiten, in 't belang van de Nederlandsche
studenten, eene uitzonderingswet ten behoeve der
Transvalers te moeten ontraden.
In verband met den twijfel die bij sommigen
gerezen was, dat de Nisero contrabande aan boord
zou hebben gehad, deelt de firma M. P. Pels en
cie. te Amsterdam, vertegenwoordigende de inla-
mij stond, „ik neem al mijn woorden terugzulk
een Saladin hadden wij onder onze Duitsche ge
zichten toch nooit gevonden Perera ziet er uit
alsof hij met een tulband geboren ware."
Ik lachte en wilde zeggen dat hij er ook uit zag,
alsof hij in zijn Watteau costume geheel thuis was;
maar ik vond het geen groot compliment en zweeg
dus.
Nu kwam de Leonores met 7asso. Wat waren
zij schoon. Het was geen wonder dat de knielende
dichter met verrukking tot haar opzag.
„Watstaat gij daar nog te soezen, zoodat
gij niets hoort of ziet, maak toch voort; nu is het
uw beurt!" klonk opeens de stem van Clementine
naast mij.
«Wachtvoegde zij, er zich bezinnend bij,
«ik ga met u mee," en mij bij den arm nemende
trok zij mij mede.
«Hoor eens, uw ridder is gevaarlijkToen
hij daar tegenover mij zat, zag hij mij met zijne
zwarte oogen doorborend aan en siste tusschen
de tanden
„De koningin schaak Ik antwoordde niets
doch toen wij opstonden zei ik«Sultan ik reken
op uw vierden dans, dan kunt gij mij schaak geven."
Hij boog zondér iets te zeggen en ik ben zeer
benieuwd wat het geven zal. Hjj is geen gewoon
mensch".
„Denkt gij dan dat ik mij voot een gewoon
mensch zou interesseeren