jtf° 133 127e Jaargang. 1884. V rijdag 6 Juni. Middelburg 5 Juni. Dit b!ad verschijnt dagelijks> met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentien- 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van -7 regels!,iü iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. "FEUILLETON. OUD ERLO O S. sswraweisssb?*»? UIDDËLBURGSCHE C 01R ANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruidingen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie,, John F. Jones, opvolger De prins van Oranje blijft gedurende zijn ziekte bijzonder helder, wat vooral om den aard zijner ongesteldheid wel de aandacht verdiend. Z. K. H., die reeds vóór een paar dagen zelf de verwachting had uitgesproken dat zijne ziekte wel in typhus zou ontaarden, vroeg Woensdag naar het bulletin der geneesheeren, dat hem dan ook werd medegedeeld en waarvan bij met groote kalmte kennis nam. In spoedvereischende zaken geeft hij zelf' nog hevelen en Woensdag gaf hij persoonlijk last om namens hem een bouquet te doen aanbieden aan zijn adjudant, den luit.-kol. Hojel, die toen zijn verjaardag vierde. Omtrent zjjn toestand wordt ons heden geseind Volgens het bulletin der geneesheeren te twaalf uren is er in den toestand van den prins geen verandering ten goede gekomen de geneesheeren zijn niet zonder zorg, vooral met het oog op de krachten van den zieke. Een later telegram meldt De toestand van den prins blijft zorgwekkend maar is voor het oogenblik niet gevaarlijk. Bij de herstemming voor een lid der provinciale staten van Zeeland in het kiesdistrict Hulst zijn Woensdag 663 stemmen uitgebracht; 4 ervan waren zooals heden bij de opening bleek, van onwaarde en 10 in blanco, zoodat het getal geldige stemmen 649 bedroeg. Gekozen werd de heer P. Moes, landbouwer te Ter Neuzen, met 346 stemmen. Op den heer mr. A. C. B. Thomaes, advocaat en notaris te Hontenisse, werden 303 stemmen uitgebracht. In Februari jl. hebben wij melding gemaakt, dat de minister van oorlog aan den garnizoens- kommandant te Middelburg had opgedragen om met het gemeentebestuur aldaar op nieuw onder handelingen te openen, tot het aanleggen van schietbanen, in de oude Middelburgsche haven ten noorden van Kleverskerke. Thans vernemen wij dat de minister, naar aan leiding van het daaromtrent uitgebracht rapport, heeft besloten om, met het oog op de vele daaraan verbonden bezwaren, geen uitvoering te geven aan het plan om de bewuste schietbanen te doen inrichten. Gelegenheid tot oefening in het schieten bestaat er bovendien ruimschoots in het reduit te Vlis singen en aan het strand bij Dishoek. Zooals men weet is verder van gemeentewege het exercitieterrein op het Molenwater aanmerke lijk uitgebreid. Heden werden aan het polderhuis inde Abdij alhier door het polderbestuur van Walcheren de inschrij vingsbiljetten geopend voor de derde serie der Roman van Detlef Stern. ZESDE HOOFDSTUK. Ik wist niet anders te doen te doen dan mij tegenover Eduardo zooveel mogeljjk in den mantel mijner beleedigde waardigheid te hullen en vroeg: BWat wilt gij? Hoe komt gij onaangediend hier Was er geen van de bedienden Eduardo lachte en er was iets in dien lach, dat mij mishaagde, iets spottends, dat scheen te vragen „hoe heb ik het met u? Ben ik niet dikwijls genoeg onaangediend bij u gekomen? Waartoe dienen nu nog plichtplegingen?" Maar de lach verdween en zijn nooit verlegen mond wist spoedig een verontschuldiging te uiten. JP jk TOnd alleen Leo; hjj dacht niet dat gij hier waart en liet mij binnen om den sleutel op de piano te steken; vergeef mij, signorina, indien ik tl stoor." Nu moest ik lachen. Die eerbiedige onderdanige toon klonk al te grappig. Ik heb u niets te vergeven, mjjnheer Perera", antwoordde ik even deftig „en ik dank u voor die heerlijke roos, die ik van een fee afkomstig waande, zij is immers van u »Ik vraag ook voor dit waagstuk vergiffenis, gignorina; ik zal in het vervolg nooit meer ver geten dat ik de jongste klerk van het huis Werner 4 pets. geldleening van f 200,000, groot 80.000. Er was ingeschreven als volgt door de heeren J. Boasson en Zonen voor 10 aand. van 1000 ad f 950Van den Broecke, Luteijn en Schouten 5 aand. ad 980F. G. Sprenger 8 aand. ad 1000 en 4 a 980 Van der Leijé Coinp. 6 aand. ad 1000 en J. A. Tak en Co. 10 aand. ad 965. Te zamen is alzoo voor slechts 43 aandeelen of 43.000 ingezchreven. SloeiSeltens'iea-lie, 5 Juni. De hoofdelijke omslag alhier, die dit jaar voor het eerst naar den maatstaf van het inkomen, percentsgewijze en progressief geheven wordt, bedraagt f 1975.03§, verdeeld over 136 personen, en wel in de le kl. 42 pers. a f 1.94£, 2e kl. 21 pers. a ƒ3.361, 3C kl. 21 pers. a 5.38J, 4e kl. 18 pers. a 8.60, 5e kl. 16 pers. a 13.91, 6e kl. 2 pers. a 21.46J, 7* kl. 4 pers. a 30.52, 8C kl. 3 pers. a 42.41, 9e kl. 2 pers. a 57.59j, 10e kl. 2 pers. a 75.69|, 1 le kl. 1 pers. a 98.73J, 12e kl. 1 pers. a 136.131 en 13e kl. 3 pers. a 179.51 J. In de 14e kl. (boven de f 4000 inkomen) is geen aangeslagene. De stationschef te 's-Heer Arendskerke, de heer Dubber, zal met 15 Juni a. van standplaats ver wisselen met den heer Framjois, thans te Langeweg (N.-Brabant). Het bericht omtrent een verbod van den minis ter van financien betrekkelijk het gelijktijdig bekleeden van nog andere betrekkingen door ambtenaren der directe belastingen, door het Dag blad als ODjuist gequalificeerd, blijkt nu toch juist te zijn, zegt de G. Crt. De heer W. Jansen te Goes, die de betrekking vervulde van schatter der localiteiten voor de uit oefening van den kleinhandel in sterkedrank, te Goes heeft van den controleur te Hansweert een schrijven ontvangen, dat de vroeger verleende vergunning daartoe is ingetrokken en vervallen verklaard. De heer Jansen heeft dientengevolge van burg. en weth. een eervol ontslag verkregen. Er blijft echter, naar onze meening, nog ruimte voor de vraag of de controleur de juiste bedoeling van den minister van financien wel begrepen heeft. Ook de Amsterdammer laat eens een hartig woordje hooren aan het adres der liberalen in de tweede kamer over de houding die zij tegenover de klassenbelasting van den minister Grobbée moeten aannemen. Allerminst zoo schrjjft het blad bestaat er voor de liberale partij op dit oogenblik reden» nu er ernstig sprake is van het invoeren eener inkomstenbelasiing, politiek te gaan drijven. „Had zij den heer Grobbée verontwaardigd naar huis gezonden, toen hij met zijn samenraapsel van middelen om het tekort van 1884 te dekken op trad, zij zou in haar recht zijn geweest. Nu echter die partij, het, naar het schijnt, gewild heeft, dat dezelfde minister met een inkomstenbelasting ben en geen recht heb om ongevraagd in de ver trekken der nicht van mijn patroon te dringen, laat staan de vrijheid te nemen om haar een bloem aan te bieden." „Gij ziet toch dat ik haar een eereplaats gegeven heb; wat verlangt gij meer?" »Dat deedt gij met het feëngeschenk maar nu gij weet „Laat ik haar op dezelfde plaatsGij zijt geraakt Eduardo, was ik zoo onvriendelijk Ik stak hem de hand toe, welke hij eerbiedig kuste. „O Paola I" riep hij eensklaps uit, daar in den tuin waart ge veel schooner, in dat eenvou dige japonnetje deze schitterende omgeving doet mij veel meer den afstand tusschen ons gevoelen. Daar zag ik het eenvoudige, naïve Duitsche meisje, bier zie ik de statige, trotsche nieht van Paolo Werner, en ik, wat ben ik?" „Een dwaas", zei ik lachend. >Wat maakt dat verschil in stand uit? Yan middag trek ik mjjn grijs kleedje weer aan en kom om vier uur in den koepel". -- »0 Paola, wilt gjj dat?" »Ja ik zal van de vergunning van oom gebruik maken en 's middags mijn wandeling naar het gewone plaatsje maken. Maar ga nu heen, ik moet dadelijk aan het leeren, opdat ik van middag mijn les voor mijn strengen meester kenne". Hjj verwijderde zich en zag mij zonder te spreken aan totdat de deur achter hem dicht viel. Ik ontdeed uijj snel van mjjn tooisel, wat voor haar zou verschijnen, voegt het haar niet zich thans aan te stellen als gevoelde zij een weerzin van zijn voordracht. Te minder, daar de gedragingen van het ministerie tot waarborg strekken, dat elk amendement door den heer Grobbée zal worden toegelaten. Wil de liberale partij zich in de oogen der burgers niet nogmaals belachelijk maken, dan smale zij niet al te zeer op den heer Grobbée en den heer Heemskerk, wanneer die haar een inkom stenbelasting aanbieden, welke zij zelve nog niet tot stand heeft kunnen brengen. De liberale partij buiten de kamer sprak te duidelijk haar meening ten opzichte van de invoering zulk eener belasting uit dan dat zij niet bij de behandeling van het ontwerp-Grobbé op de eendracht harer vertegen woordigers zou rekenen." Yooral ter wille van onzen Rotterdam schen corres pondent, die destijds hard gevallen werd om het geen hij meedeelde over de houding van en het gebeurde met den heer Lion Cachet bij de aan komst der Transvaalsche deputatie te Rotterdam melden wij het volgende, door een oog- en oorgetuige, in het Kaapsch Volksblad meegedeeld, als protest tegen een door den heer Lion Cachet zei ven in de Zuid-Afrikaan gegeven verhaal van het gebeurde. Die schijver meldt «Het gehengeo, of iets anders van den heer Cachet is zeer gebrekkig. De waarheid is deze. De heer Ca chet kwam aan boord van de Batavier te Maassluis. Toen hij eenige oude bekenden de hand geschud had en geïntroduceerd was hij eenige nieuwe kennissen, ging hij naar den heer Visser, directeur van de Nederland- sche Stoomvaart Compagnie, die in Londen de depu tatie aan boord ontvangen had. De heer Cachet bedankte hem voor zijne vriendelijke uitnoodiging om de deputatie af te halen en te vergezellen. De verbaasde lieer Visser vertelde aan anderen aan boord dat hij van zulk eene uitnoodiging niets wist. Als de heer Cachet die paar uren, aan boord doorgebracht, //genoegelijk'' noemt, dan moet hij wel de ongelukkigste persoon in de wereld zijn, Terstond na de aankomst van den heer Cachet aan boord ging het gezelschap aan het ontbijt, en weinige oogen- blikken later opende generaal Smit zijn vuur op dezen heer en wij verbeelden ons dat hij het even «ongenoege- lijk" maakte voor deu heer Cachet, als pijnlijk voor het gezelschap. Den heer Cachet werd ronduit gevraagd door den generaal hoe het, kwrm dat hij thans voorgaf zulk een goede vriend van het Transvaalsche volk te zijn, terwijl gedurende zijn loopbaan als predikant in de Trans vaal hij in die hoedanigheid volstrekt niet geschitterd had, dat, integendeel, hij conferenties had gehad met Sir Bartle Frere en hem advies gegeven had en het Trans vaalsche volk had aangeraden zich aan de Britsche over- heersehing te onderwerpen, enz., enz. De heer Cachet ontkende dit alles, maar wij waren er niet op voorbereid om hem later den tijd, aldus doorgebracht, te hooren be schrijven als een «genoegelijke". Wat aangaat dat men ^overeenkwam" dat hij de deputatie naar den Haag zou vergezellen, behoeven wij alleen dit op te merken, dar de heer Cachet zelf dit voorstelde, en de leden der deputatie wilden hem misschien niet zeggen dat zij niets in de zaak te zeggen hadden en anderen wilden het niet nog minder genoegelijk" voor hem maken door hem te vertellen dat zou oom wel gezegd hebben, als hij mij zoo ge vonden had en begon druk te studeeren. Zevende Hoofdstuk. „Waar hebt gij haar verstopt, papa Werner, waar is uw blonde prinses hoorde ik eenige dagen later door een vrolijke stem roepen, ter wijl ik bezig was met bloemen te schikken op het portaal, en vernam naast den zwaren stap van oom, die naar boven kwam om te ontbijten, een vlug, luchtig stapje. Wat oom antwoordde kon ik niet verstaan maar des te duidelijker klonk de andere stem weder»Denkt gij dat ik wacht totdat het den leeraar eindelijk zal believen om zijn goed bewaakten schat te vertoonen Ik waag mij niet op hooge burcht, rhaar in zijn stadshol durf ik wel doordringen om mijn nieuws gierigheid te bevredigen, want ik moet u zeggen, papa Werner ik ben nieuwsgierig als als „Nu ja als een jonge dame" viel oom in. »Neen dat is te algemeen, zeg liever als een Italiaan sche". Oom lachte zooals ik hem nog niet had hooren lachen en zei »Wie heeft u zoo nieuwsgierig gemaakt Clementine „Wie? Wel uw waarde heer procuratiehouder Jacobihij dweept met zijn blonde landgenoot, die hij een paar dagen geleden voor het eerst heeft mogen aanschouwen." Zij waren nu boven gekomen en betraden ter stond de eetkamer, zonder de onwillekeurige luis* zijne afwezigheid hun over 't geheel aangenamer zou zijn dan zijn gezelschap. Dat de heer Cache*toen ht) op hut ■punt stond in den salonwagen te stappen, door den spoor weg-directeur gelast werd er uit te blijven, is een feit, waarover zelfs de heer Cachet niet heen kan en hij is verplicht het te erkennen. De eerw. Du Toit, die, mee- nen wij, een vriend is van den heer Cachet, verzocht daarop den heer Kruger om een goed woord voor hein te doen. De heer Kruger deed het, maar hij drong niet langer er op aan toen de burgemeester en anderen hem zeiden dat de tegenwoordigheid van den heer Cachet in den salonwagen hun geen goed zon doen. De beer Cache wp.rd daarop op den achtergrond gedrongen en eindelijk moest hij hetzelfde doen wat gewone mensehen gewoon zijn te doen als zij met den spoortreinvnllen reizen. Deza beleediging werd den heer Cachet aangedaan in dezelfde 9tad waar hij predikant is en in het land waar hij zich uitgeeft als de groote vriend van de Transvaal. Als wij er bijvoegen dat, na door den generaal te zijn aangevallen, de heer Cachet de hand die hem geslagen had likte, en zich in zijne correspondentie er op toelegt den generaal te prijzen en te vleien, dan zullen onze lezers den heer Cachet, evenzeer als wij, bewonderen om zijne vergevens gezindheid en om zijne stipte nauwkeurigheid in het navertellen van hetgeen voorgevallen is." N. te Utrecht schrijft ons Er is wel eens gezegd, dat het vrij wat meer inspanning kost om gewone, dicht bij ons gelegen dingen op te merken, dan zelden voorkomende of ver verwijderde zaken. Die stelling kwam mij voor den geest, toen ik dezer dagen eene instelling bezocht, waarvan ik thans een en ander wil mee- deelen. In onzen zoo drukken en voortvarenden tijd zijn vele vrouwen, uit verschillende kringen der maatschappij, door allerlei omstandigheden verplicht om alleen te reizen, en onbeschermd in hotel», logementen of herbergen nachtverbljjf te houden. Wat in vroeger dagen eene zeldzame uitzondering mocht heeten, is tegenwoordig zoo alledaagsch, dat niemand er meer op let; bijna door ieder, behalve door haar die ze ondervindt, worden dan ook de moeilijkheden vergeten, aan het buitenshuis logeeren van alleen reizende, weinig vermogende vrouwen verbonden. In het praktische Amerika heeft men die bezwaren reeds voor lang ingezien, en men weet, hoe in de Ver- eenigde Staten de alleen reizende vrouw met eenei men zou haast zeggen, overdreven kieschheid en onderscheiding behandeld wordt. De helaas! noodig geworden dames-compartimenten in de spoortreinen zijn eene schrede in goede richting. Ik zou eene bijna ongeloofelijke, maar toch ware geschiedenis kunnen meedeelen der gevaren en bezwaren, waar mede eene eenvoudige, jeugdige vrouw uit de volks klasse, verplicht om alleen op reis te gaan en in eene onzer groote steden nachtverblijf te houden, in een haar aangewezen herberg te worstelen had. Ieder weet ook, hoe menige strik gelegd wordt om jonge meisjes, gelokt door het uitzicht op voordeelige betrekkingen, te vangen, en hoe niet weinigen, daarin verward, gevallen zijn, en al dieper en dieper zinkende, onherstelbaar verloren gingen. De Vereeniging tot bescherming van jonge meisjes tervink bespeurd te hebben. Ik snelde naar mjjn kamer, maakte mijn toilet wat in orde en ging naar binnen. Oom kwam mij met de jonge dame te gemoet en zei. Kindlief, dit is de dochter van mijn vriend Lindhof, juffrouw Clementine, en het zal mij aan-» genaam zijn als gij vriendinnen wordt." Ik zag een kleine, bevallige gedaante voor mij, die mij de hand toestak, welke ik gaarne vatte ik voelde mij terstond tot haar aangetrokken. Onder het ontbijt had ik alle gelegenheid om haaf op te nemen. Zij is zeer klein, doch goed gepro- portionneerdzij draagt haar donker blond haaf in dikke rollen met een kam opgestoken en een lange krul achter een oor hare bruine oogen heb-5 ben noch den Italiaanscben gloed, noch de Duit* sche zachtheid, maar zijn groot en helder alsof zij iemand in de ziel kunnen lezen. Overigens is haar gezicht echt Duitschzij spreekt levendig en verstandig en oom luistert blijkbaar gaarne naar haar. »Weet gij wel", zei zjj eensklaps tot mij, sdat gij mij nog altijd de groeten schuldig zijt van mijn neef, uit Pompeji. Die goede jongen heeft mij acht dagen geleden een langen brief geschre* ven, waarin hij die ontmoeting uitvoerig beschrijft. Gij zijt daar heel alleen geweest, hoor ik. Dat is een couragestuk Ik werd verlegen en kleurde, terwijl oom zei »Ja, het is een ondernemend gastje, gjj moet haar onder uw hoede nemen, Clementine, en haar de landsgebruiken leeren, opdat zjj er niet tegeü

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1