127" Jaargang.
1884.
N° 130.
Woensdag
4 Juni.
Middelburg 3 Juni.
OUDERLOOS.
Dit blad verschijnt dagelijks^
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Advertentiën- 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Het woordenboek der Neder-
landsclie taal.
"FEUILLETON.
KiDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te ViissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niedwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
(Van onzen Schouieen-Duivelandschencorrespondent.)
{Slot).
Het Ontwerp der spelling, vanwege de redactie
bewerkt door Te Winkel, in 1863 verschenen en
toen als 't ware in hooger beroep onderzocht en
gewijzigd, werd in 1865 herzien en vermeerderd
uitgegeven als vrucht van haar gemeenschap
pelijk overleg en als Regeling der spelling voor het
Woordenboek der Nederlandsehe taalonder den
titel Grondbeginselen der Nederlandsehe spelling.
Om hunne toepassing, in ieder voorkomend
geval, te leeren kennen, volgde een praktisch hulp
middel, de nu algemeen bekende Woordenlijst,
voorafgegaan door een beknopt overzicht der
spelregels.
De nieuwe regeling heeft tot grondslag de in
Noord-Nederland aangenomen spelling, naar den
stand der wetenschap gewijzigd. De beschaafde
uitspraak is haar hoofd- en hoeksteen. Deze regel
en de Woordenlijst maken dat de praktijk aan de
vraag van den heer De Vries op het congres te
Brugge zal onze schrijfwijze eenmaal strekken
om aan al het weifelen en dobberen in het schrijven
onzer taal een einde te maken zoo boven ver*
wachting beantwoord heeft.
België nam dadelijk de nieuwe spelregels aan;
wij volgden langzaam, maar niet zoo langzaam
of we kunnen thans zeggenIn beide landen
heerschen zij officieel en kent het jongere geslacht
geen andere spelling meer dan die van het Woor
denboek, al zou menigeen wel doen hare regels
nog eens na te lezen.
De Grondbeginselen beleven reeds een vierden druk
en zij hebben dit is hun schoonste triomf
de eenheid der Nederlandsehe taal, die te lang
in Vlaamsch en Hollandsch verdeeld scheen, door
gelijkheid van spelling duurzaam gevestigd.
Middelerwijl was in September '64 de
eerste aflevering van het Woordenboek verschenen
en in Noord en Zuid met een sympathie begroet,
die beantwoordde aan het vereerend ongeduld
waarmee de natie haar wachtte. Zij, die de ver
schijning beleefd hebben, weten dat het niet
alleen de lange lijst van inteekenaren is die daarvan
getuigenis kan geven.
Op het Rotterdamsch congres verklaarde de
redactie dan ook met zelfvoldoeningDe wind
waait in het zeil, het weerglas staat gunstig, de
schippers zijn welgemoed.
En daar waren redenen voor: alle bijkomende
en afmattende werkzaamheden, die het Woorden
boek noodzakelijk vereischte, voor goed geëindigd
de derde aflevering voltooidhet Middel-Neder-
landsch Woordenboek verschenen.
Het laatste, door jaren van vlijt en volharding
Roman van Detlef Stern.
TWEEDE DEEL.
Op reis.
Zesde Hoofdstuk.
Ik had niet gedacht dat het mij zoo moeielijk
zou vallen om op oom's vraag te antwoorden
maar het moest nu eenmaal, en ik zeide niet
zonder aarzeling en blozend
„Oom, ik wenschte u wat te vragen voor
het jonge mensch, dat mij van de boot gehaald
heeft en dat van daag de piano heeft laten
transporteeren
-- Perera Wat is daarmee?"
>Die moet drie jaar als soldaat dienen, oom,
als niemand hem aan de middelen heeft om het in
éenjaar af te doen is dat niet treurig voor zulk
een beschaafd jongmensch
.Volstrekt niet, het is integendeel zeer
nuttig om hem eens op zijn plaats te zetten. Hoe
komt hij er toe om u over zijne aangelegen
heden te praten? Hij moet doen wat ik hem
zeg, meer niet".
»Hjj spreekt zoo goed Franseh, en ik praatte
gaarne met hem toen ik van de boot kwam;
yAn daag heeft hjj voor mg gespeeld als een
voorbereid, werd door den hoogleeraar De Vries
alleen bewerkt en uitgegeven.
Maar 't zou verkeeren.
De tegenspoeden volgden zelfs elkaar als bloed-
parels uit een versehe wonde, en naast slechts
twee lichten Verwijs en Cosijn, op het verdere
pad der redactie, staat deze rij donkere stippen
Misnoegen van het publiek. Staking van het
Middelnederlandsch Woordenboek. Dood van
twee redacteuren. Staking van het werk door
Cosijn. Ontzegging van 's rijks steun.
Ik zal ze niet alle bespreken, die tegenspoeden;
maar verwezenlijk, in uw geest, den geschetsten
arbeid of monster de voltooide artikelen neen
lees slechts de beschrijving der A of die van Aan
en Afvijftig kolommen brevierdrukherinner
u dat de eerste redacteur tevens hoogleeraar is in
de Nederlandsehe taal en ons tegelijk een ander
woordenboek aanbooden 't zal u niet verwonderen
dat de afleveringen vruchten door weken en
maanden van studie en ijver gerijpt niet zoo
snel en geregeld verschenen als die van een mode
journaal, maar zeldzaam als kostbare paarlen, te
zeldzamer om de groote meerderheid te bevredigen.
Zij, onbekend met de langzame ontwikkeling van
een kunstwerk, verloor bij de trage ontvangst
haar geduld en haar belangstelling. Misnoegen
vulde de plaats van haar vroegere sympathie en
dunde op onrustbarende wijze de lijst der intee
kenaren.
Bij het beoordeelen dezer treurmaren mogen we
echter niet vergeten, dat de Woordenlijst en het
later uitgegeven woordenboek van Van Dale, te
zamen en zelfs ieder afzonderlijk voor veler
behoeften voldoende, het verlangen naar het
Woordenboek verdrongen.
Maar hoe dit zij, oneindig erger dan het verlies
van volksgunst en inteekenaren was de dood van
Te Winkel. Hij overleed den 24e,i April 1868,
eer nog Verwijs als medewerker te Leiden was
aangekomen. Het laatste wat hij schreef was een
onvoltooide schets van het artikel Af spinnen. Zij
brak af met de figuurlijke zegswijze Zijn tevens-
draad is afgesponnenzijn einde is daar, hij gaat
sterven.
Te Winkel heeft acht-jaren lang zijn kennis en
ervaring aan het Woordenboek gewijd en zich
daarin een blijvend gedenkteeken gesticht. Degeen,
die eraan mocht twijfelen, leze de artikelen A tot
Afhalen, door hem en De Vries gezamenlijk be
werkt en voltooid.
Nagenoeg veertien jaren was deze geleerde dood,
toen De Vries het eerste deel en daarover alleen
spreek ik van het Woordenboek de A-Ajuin
afsloot en den oorsprong, de lotgevallen, den
aard en de strekking van het werk in een gere
geld overzicht ontvouwde. Dit, Inleiding van het
geheel, in drieën gedeeld geschiedenis, inhoud en
inrichting, doel en bestemming; late niemand
ongelezen want die lezing, bovendien noodig tot
vestiging van een juist oordeel, zal hem ongemerkt
brengen en daar zijn genot verhoogen— in dat rijke
geestesgebouw, dat met recht tot opschrift heef
De taal is de ziel der natie, zij is de natie zelve.
echte pianist; het was een genot om hem te
hooren",
„Waarlijk Hij schijnt dadelijk al zijne
kunsten voor u vertoond te hebbenen heeft hij
u daarna verzocht om bij mij ëen goed woord
je voor hem te doen
„Volstrekt niet; dat doe ik uit eigen be
weging, omdat ik belang in hem stel".
»Zoo, stelt gij belang in hem Ik zal u
wat zeggen kind, stel liever in iets anders belang
dan in dien pocher, die alles kan, behalve dege
lijk en ijverig werken".
»Oom" zei ik driftig „hij werkt toch al van
zijn veertiende jaar af".
»Ei? Heeft hij u dat ook al verteld? Nu
dat was geen heel zwaar werkeen Duitsebe
jongen, die op dien leeftijd nog schoolgaat, moet
tweemaal zoo hard werken. Maar hier te lande
is men zoo weinig aan degeljjken arbeid gewoon,
dat ieder, die maar iets uitvoert, al een hoogen
dunk van zich zelf heeft. Daar hebt gij drie
zoons van mijn buurman Guarnera, die loopen
alle drie werkeloos rond en de oudste is al dertig
jaar. De vader is wel rijk, maar als hij sterft iB
geen van zijne zoons in staat om voor zich zelf
te zorgen; en het fortuin is te klein om, als het
verdeeld vrordt, van éen portie te kunnen leven.
»Maar' dat rookt, slaapt, eet macaroni en slen
tert onbezorgd voort. Perera is door den nood
gedwongen om te werken, want hoe weinig be
hoefte die menschen ook hebben, zij moeten toch
leven, al is het ook maar van gedroogde boonen,
Op twee punten slechts aanvang en volgorde
wijkt dit gebouw af van het bestek.
Het aanvangspunt, in 't eerst gesteld op of
omstreeks 1637 het jaar waarin de eerste Sta
tenbijbel het licht zag werd gaandeweg tot in
het laatste kwart der zestiende eeuw verschoven
en voor de bepaalde etymologische volgorde de
alphabetische gekozenwijzigingen die zeker nie
mand zal betreuren.
Van dat nieuwe uitgangspunt tot op onze dagen
spreidt het woordenboek de onmetelijke schatten
onzer taal ten toon is het een afspiegeling van
al de kleuren en tinten, die de taal in duizenderlei
schakeeringen uitstraalt.
Dus ingericht is het bestemd om geraadpleegd
en gelezen te worden. De schrijvers ze zeggen
het met nadruk - rekenen op beide, en niemand
minder dan mr. C. Vosmaer schreef in den Spec
tator van Mei '67 „Welkom is de vijfde aflevering
van het woordenboek, die ons weer allerinteres
santste monographieën levert, die ons onwillekeurig
aan het lezen houden, hoe ongehoord het ook zij
een woordenboek te lezen."
Wilt gij, na dezen kunstrechter gevolgd te hebben,
u vermeien in de vorderingen die de lexicographie
in drie eeuwen of, als de sprong te groot is, in
onze eeuw gemaakt heeft en, zonder dat ik het
voorzeg, noemen
Wat in raadselen was gebuid
Is ontsluierd wij verstaan het
vergelijk dan het werk van de heeeren De Vries
en Te Winkel met Kiliaan's Etymologicum of met
Weiland's woordenboek.
Naar de mode des tijds zou het nu hier de
plaats zijn om mijn oordeel met eenige, liefst lange
citaten te staven. Ik doe dit echter niet. De
keuze zou wel niet moeielijk zijn, maar slechts
éen. citaat, zelts het kleinste, waarin het geheele
woordenboeksplan zijne toepassing vindt, zou een
nog te ruime plaats behoeven. Hoor waarom. Bij
ieder woord en ze vallen in dichte drommen
op u aan is o. a. alles opgegeven wat tot het
spraakkunstig gebruik betrekking heeft; zijn de
verschillende beteekenissen gerangschikt in die
orde, waarin zij zich hebben ontwikkeld is elke
beteekenis omschreven, en, zoo noodig, opgehelderd
en als het ware aanschouwelijk gemaakt door de
vermelding van die spreekwijzen waarin zij ge
woonlijk voorkomt, verklappen theorie en praktijk
haar geheimen; verschijnen etymologie en synony
miek; worden de verschillende beteekenissen in al
haar speelruimte weergegeven door voorbeelden uit
schrijvers, vertegenwoordigende het gansche tjjd-
vak onzer letterkunde van den Byencorf tot aan
de Snikken en Grimlachjes.
Aanhebben in den eigenlijken zin van iets aan
zich hebben, iets zóo hebben of dragen, dat bet
zich aan de uitwendige oppervlakte bevindt, heeft
vleesch noch been zou men zeggen maar 't be-
,gint eensklaps voor u te leven als gij Tollens
boort zingen
En, heeft de roos ook doornen aan,
Het is mij goed op aarde.
Zoo vindt ge, naast Marnix en den bijbel, van
ola en macaroni".
»Maar oom, zijt gij dan niet voldaan over
den jongen Perera
»Hm, niet heelemaal. Als hij wil kan hij
alles, want aan schranderheid ontbreekt het hem
niet, maar hij is onnadenkend en niet nauwgezet.
Zoodra hjj het kantoor ontloopen kan, ontsnapt
hij, en daar hij veel boodschappen te doen heeft,
is hjj niet na te gaan."
»En wilt gjj waarljjk niets voor hem doen
„Ik zal hem terugnemen als zjjn diensttjjd
om ismisschien is hjj dan beter te gebruiken.
Dan heeft hjj orde en tucht aangeleerd en de
ridder-idées, die hem thans bezighouden, naar ik
hoop, afgeleerd".
Ik durfde niets meer zeggen. De menschen
hadden toch geljjk. Oom was hardvochtig en
hoe minachtend sprak hjj over Eduardo. Hjj be
oordeelde hem zeker verkeerd.
De laatste avond buiten verliep vrjj somber. Ik
waB teleurgesteld dat ik niets voor mjjn jongen
vriend kon doen.
Den volgenden morgen ging ik met oom voor
goed naar de stad en toen hjj zag hoe ongaarne
ik de Villa verliet, zei hjj vriendeljjksik heb
er niets tegen dat gjj 's middags eens hierheen
wandeltdan hebt gjj de noodige beweging en
een doeldat heb ik liever dan dat gjj door de
straten loopt."
Dat was keerljjknu kon ik mjjne lessen in den
koepel voortzetten, zoolang het wêer het toeliet.
Ik dankte oom zóó harteljjk voor die vergunning
den Muiderkring tot het Jonge Holland al uwe
vrienden in het Woordenboek weder. Ik noem
maar enkelen Hooft en Vondel, Huygens en Cats,
Justus Van Effen en Elisabeth Wolff, Bilderdjjk
en Da Costa, Van der Palm en Borger, Geel en
Potgieter, Hildebrand en Jonathan, Van Lennep
en Schimmel, Groen en Thorbecke, Tollens en De
Genestet, Busken Huet en Multatuli, mevrouw
Bosboom-Toussaint en Elise Van Calcar, Con
science en Van Duyse zetten met de fijnste en edelste
vruchten van hun geest der dorre woordver
klaring leven en frischheid bjj doen wat geen
omschrijving vermagzjj voltooien het beeld dat
de schrijvers poogden te schilderen.
En wjj zouden, zegt de heer De Vries, herlezende
wat reeds is uitgegeven, niets weten te schrappen
waarbjj niet een trek van dat beeld zou verloren
gaan.
Hiermee zjjn de critici- en daaronder natuurljjk
de tweede kamer- het niet eens. Een hunner, nu
wjjlen dr Johannes Van Vloten, had het geheele
boek wel willen vermalen; en zou dit ook zjjn
omdat, geljjk zjjn beste levensbeschrijver zegt, de
philologen zjjns tjjds hem te machtig waren
»'t Bevat te veel en 't citeert alles maar wie
zulke dingen zeggen toonen klaar dat ze het niet
wetenen ik voor mjj zou liever veroordeeld zjjn.
om er iets bjj dan om er iets af te doen.
Met warm koloriet schildert Ten Kate, naar een
van der menschheid oudste dichters, den Behe
moth, na:
Samengesmeed als gemetselde steenen,
Kleven de klompen zijns vleesches aaneen.
Waar hij zijn schubbige staart heeft doen sleepen,
Is 't of een dorscbslee zich afdrukte in 'tslijk.
Meer huiselijk, maar het hart minder verkwik
kend met een geur van antieke kracht, schrijft
Vader Cats aan de aengename afzetsels van zijn
bloeyende jeucht, zjjn twee getrouwde dochters, dat
indien ze nog in de „Maegdeljjcke vryheyt" wa
ren, zjjn Irou-ring haar had kunnen dienen tot
achterrand in verscheidene voorvallende zaken.
Nochtans zou Utrecht met onze vjjanden kunnen
aanspannen om Holland te ruïneeren. beweert de
schrijver van Hollands Interest, een soort van
primula-veris in de staathuishoudkunde.
En
Ik heb u een woordje te zeggen, lief kind 1
Maar moet u in 't hejmelijk spreken,
Mijn aanzoek waar' mogelijk uw vader verdacht.
dicht op zjjden papier
Omtogen van gondene randen,
jonker van Valkenstein in Bilderdijk's Roosje.
Daarentegen ontsnapt ergens aan de borst van
den gesarden Ijjder dezen kreet
Nn moet ik spreken,
Of 'k zink in 't graf,
Maar, God 1 twee dingen
Bid ik U af.
Maar neen, zegt Sara Burgerhart, laat hjj u
nemen, en laat mij, zonder met Cupido in eenig
verschil te raken, mjjn wegje zoetsappigjes af-
kuieren. Wat verder verklapt de eene vriendin
aan de andere, dat dominee zjjn aspergenbedden
ook al heeft afgespit.
Een goudene keten (een gift voor een vorst
Met parels doorschakeld, hing af van hare horst.
Deze aanhalingen, waarmee de redactie hare
artikelen Aaneenkleven, Aanspannen, Aanzoek,
Achterrand, Afbidden, Afdrukken, Afhangen, en
Afspitten niet tooit, zou ik met vele kunnen rer-
dat hjj mjj verbaasd aanzag en zeiik dacht niet
dat het u hier in de eenzaamheid zoo goed be
vallen wasin de stad zult gjj toch veel meer
afleiding hebben."
„Nu kan ik allebei genieten" zei ik, „dat
zal een heerlijk leventje zjjn."
Oom kon zich bljjkbaar niet begrijpen dat ik
het leven bjj hem heerljjk noemde maar het scheen
hem genoegen te doen, en bij het afscheid streek
hjj mij voor het eerst met de hand over het haar.
Hjj begaf zich naar het kantoor, op de eerste ver-
dieping, en ik ging verder de trap op. Hoe zoil
ik Eduardo laten weten dat ik op het gewone
uur, op de gewone plaats zou zjjn Ik keek over'
de leuning der marmeren trap, of ik hem ook be
neden in het gebouw zag maar hoeveel menscheö
er ook heen en weer liepen, hij verscheen niet.
Rosina die mjj had gezien riep mij om toch binnen
te komen en mjjn kamer te zien.
„Deze heeft mjjnheer voor u bestemd" zei
zjj, terwjjl zjj een deur tegenover de kamer van
oom opende »want hier heeft hjj de piano daten
zetten. Gjj zult hier mooier wonen dan buiten'*
voegde zjj er bij.
Wordt vervolgd.