Nu 125 127° Jaargang. 1884. In liet ipitl® tamp. W oensdag 28 Mei, Middelburg 27 Mei. Benoemingen en besluiten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cents Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJYOBGSEL. MIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe en Cie., John F. Jones, opvolger Nabetrachtingen behooren niet tot de aan genaamste beschouwingen, maar toch hebben zij ook hare hoogst nuttige zijde, vooral wan neer zij ons de gelegenheid aanbieden om in de toekomst daardoor voordeel te behalen. Wanneer wij ditmaal een oogenblik onze aan dacht schenken aan de overwegingen, waartoe de anti-revolutionaire en katholieke organen aanleiding vonden in den uitslag der verkie zingen te Dokkum en te Almelo, dan beschou- we men dit niet als een doelloos napleiten op gehouden nabetrachtingen, want wij zullen aantoonen dat er wel degelijk in dezen veel te leeren valt. Het hooghartig beweren van het hoofdorgaan der strenge calvinisten dat zijne aanhangers zich niet behoefden te storen aan het dreige ment der katholieken van te moeten helpen, op straffe van anders wederkeerige hulp in het vervolg te zullen derven, is ten slotte overgegaan in eeii zachter accoord en omgeslagen tot eene welgevalligverklaring van den katholieken candidaat. Ons verbaasde die ommekeer niet; en wie eenigszins de vroegere gebeurtenissen heeft gadegeslagen heeft reeds te voren gezien dat dit de loop der dingen zijn zou. Wij schreven daarom van eene schijnheilige poli tiek van de Standaardachter groote woorden verborg het blad zijne kleinheid. Eerst heette het: „En wat ook niet verge ten worde, met het oog op de komende grond wetsherziening zijn verreweg de meeste Roomsche kamerleden, art. 194 uitgezonderd, op schier alle gewichtige punten tegen onze wenschen gekant"; later was een nietsbedui- dende verzekering van mr. Van Sonsbeeck, vaag en volstrekt niet de gewichtige punten afdoende behandelende, voldoende om over dat bezwaar heen te stappen. Zou hij soms de uitverkorene onder die leden zijn geworden Voor hen dan dubbel jammer dat hij niet daartoe geroepen is! Men zal beweren dat het centraal comité der anti-revolutionnaire kiesvereenigingen, hetwelk de vragen deed, en de redactie van de Stan daard niet voor elkander aansprakelijk mogen gesteld worden. En daartoe heeft men recht, al wijzen wij er op dat van beide prof. Kuyper ziel en leven is. Wij gaan zelfs verder en vinden in de houding van dat comité niets incorrects, niets dat niet te verdedigen valt. Het had recht om te vragen aan de beide mannen tusschen wie gekozen moest worden; al blijft het onze meening dat dit vragen tot niets anders kon leiden dan tot het thans verkregen resultaat. „Indien", zoo schreef de Standaard na af loop der verkiezing, „Van Sonsbeeck een roomsche conservatief ware gebleken, en Van Laer had, evenals menig ander liberaal, zich voor wijziging van art. 168 en 194 der grond wet verklaard, dan zou zeer stellig de voorkeur niet aan den heer Van Sonsbeeck zijn gegeven maar zeer positief aan zijn tegenstander." Wie acht zulk een geval denkbaar? Wij niet. Wanneer wij de gematigde redactie van het Wageningsch Wt?ekblad uit den grond van haar hart hooren verklaren „Wij haten het liberalisme, en hoe eer hoe beter het in de minderheid komt, des te liever", en op dien grond in twijfelachtige gevallen, zelfs bij een keuze tusschen een man als Oppedijk, dien zij verdenkt van de verderfelijke kerkelijke po litiek van de Heraut te zijn toegedaan, en baron Rengers onthouding aanraadt zou men dan van een meer heftiger zijde niet eerder onthouding verwachten dan stem den op een liberaal candidaat? Wat vroeger is voorgevallen had juist de Standaard aanleiding moeten geven om tegen over de Roomschen niet zuik een hoogen toon aan te slaan voor de redactie, zoo nauw bij het centraal comité betrokken, wist welk be sluit er genomen zou worden. En thansde buit is den strijders, aan wie men ijver en vuur voor den strijd niet mag ontzeg gen, ontgaan. Nog erger zelfs, de anti-revolu tionairen leden bovendien in Dokkum een ern stige nederlaag, het aantal stemmen op hun candidaat uitgebracht was minder dan bij vroegere gelegenheden. Er is dus achteruit gang, maar wij zien daarin nog geen reden van blijdschap voor de liberale partij. Men zal de geleden verliezen trachten te herstellen, en daarin schuilt gevaar. Dat een baron Rengers en mr Van Laer gekozen zijn geeft ons alleen stof tot tevredenheid om het negatieve resul taat dat tegenstanders zijn geweerd. Als het waar is, wat wordt beweerd, dat beide gekoze nen sterk conservatieve neigingen bezitten, dan zullen zij aan de liberale partij in de tweede kamer niet die kracht, dat opwekkend leven schenken, waaraan zoozeer behoefte bestaat. En dat betreuren wij. Maar wij zijn het hierin met de Standaard eens: de personen zijn te weinig bekend, wij kunnen dus alleen af wachten de dingen die komen zullen. Een andere vraag is echterzal het gebeurde in het district Almelo eenige verandering bren gen in de onderlinge samenwerking tusschen de beide, ons liberalen vijandige partijen? Er was een oogenblik grond tot de ver wachting dat zulk een verwijdering zou ontstaan, maar men speelt ook hierbij het gewone spel. Wij meen en dat de keuze van mr Van Laer en de val van mr Van Sonsbeek niet kan toe geschreven worden aan de houding der anti revolutionairen. Een groot deel der partij is, men erkent het zelf, er niet toe te bewegen om een Roomschen candidaat te stemmen; de stem der historie is velen te sterk. De „staart der anti-revolutionaire partij" is, de Tijd zegt het terecht, van ander gehalte dan haar leiders. Maar in Almelo was het clubje anti-revolti- tionairen te klein om invloed uit te oefenen; en bovendien de herstemming bewees dat zij den doorslag niet hebben kunnen geven. Beide candidaten kregen een aanzienlijk aantal stem men meereen aantal dat het bij eerste stem ming door de anti-revolutionairen uitgebrachte getal verre overtrof. Wat andere organen ook beweren moge, He Maasbode heeft gelijk de houding der bond- genooten was correct. Maar wij willen even nog wijzen op hetgeen de Tijd schrijft, omdat daarin juist de grootste les gelegen is die de Almeloschc verkiezings geschiedenis ons geeft. Dit katholieke orgaan noemt het pijnliju en in zekeren zin verne derend te moeten „„meedoen"", altijd met'de anti-revolutionaire partij den candidaat te moe ten steunen van een nietig hoopje kiezers, terwijl men zelf bijna het vereischte getal troepen in 't veld kan brengen, om zonder eenige vreemde hulp te overwinnen, maar - ,en ziedaar het formulier van een haatdragend a n t i-.1 i b e r a a 1 „hoe pijnlijk dit zij, hoe vernederend het menigeen toeschijne, hoe het ook ons tegen de borst stuite, dat de anti-revolutionnaire partij met het groote woord „„isolement"" op de lip pen eigenlijk voortdurend met uitgestrekte hand onze stemmen bedelt en een soort van schooierspolitiek voertwaar haar optreden de martelaresse verkondigt dit alles mag naar onze meening ons niet weer houden van samenwerking ook met de anti revolutionairen, tenzij wij bij eerste stemming genoegzaam zekerheid hebben van de over winning eener katholieke candidatuur, of samen werken met andere anti-scho,olwefgezinden ons de zekerheid biedt van buiten de hulp der anti-revolutionnairen het groote doel van het oogenblik te bereiken," Welk een verheffende moraal wordt hier verkondigd door hen, die steeds den mond vol hebben van de alleen heil aanbrengende be ginselen wetke zij belijden. Laat u veruederen, vertreden en beleedigen door een schooierend bedelaar, dat alles is niets, men zal hem toch helpen als men ten minste geen kans ziet om zichzelven te redden. De Standaard had gelijk: de wederzijdsche hulp is sléchts berekening nit eigen belang. En wanneer in 1885 mr. Van Laer weder moet altreden, dan wij zijn daarvan ver zekerd zullen De Tijd en zijne aanhangers, met verwijzing naar de aangehaalde verklaring, in eens den steun eischen der anti-revolutionairen en dan zal men niet het op eene herstemming doen aankomen. Wat nu had kunnen zijn geschied, zal dan worden beproefd. Fel is de haat tegen de liberalen die tot zulke karakterloosheid, tot zulke berekening leidt. Zij dringe tot dubbele waakzaamheid. Van Almelo is eene overwinning uitgegaan, doch zij kan, zoo men het volgend jaar niet op zijn hoede is, van zeer korten duur slechts zijn. En daarom is het te hopen dat mr. Van Laer de verwachting, die men van hem koestert, niet moge beschamen. En vooral dat de libe rale kamerleden in tijds door eendrachtige samenwerking voor 's lands belangen dit jaar zich ten nutte mogen maken, opdat zij daar door eerbied afdwingen aan de kiezers en dezen zich in 1885 opgewekt mogen gevoelen om met evenveel ijver en lust te strijden als thans in Almelo is geschied. Hunne tegen woordige houding heeft bij velen het heilig vuur der toewijding aan de liberale beginselen verdoofd men zij voorzichtig opdat het sprankje dat nog gloort niet geheel worde uitgebluscht. Aan de verkiezing voor een lid van den gemeente raad van. Middelburg is heden door 370 van de 831 kiezers deelgenomen. BSiervliet, 26 Mei. Een ouderloos meisje, eene idiote, werd dit voorjaar na den dood harer moeder bij eene armlastige verpleegd. Wij noem den destijds dien maatregel een voorloopigen. Dezer dagen is zij namens het diaconie armbestuur bij fatsoenlijke ingezetenen aanbesteed.. Een zeer ziekelijk verschijnsel deed zich daarbij op het gebied van armverzorging vooronze gemeentekas moest bijspringen. Niettegenstaande niemand in deze gemeente meer aanspraak kan maken op verzorging vanwege onze diakonie, dreigde men toch dat ongelukkige meisje, zonder gemeente-subsidie, aan baar lot over te laten. In plaats van op te houden met bedeeling aan minder hulpbehoevenden, of procentsgewijze ver mindering van de bijdragen aan de overige arm lastigen, nam men zijn toevlucht tot zulk een dreigement. Bedoeld college kan beschikken over de op brengst van eene hofstede van 100 gemeten bouwland; en wezenlijke armoede wordt in den"^ regel in onze gemeente niet aangetroffen. Een terugtreden op dezen ingeslagen weg zouden wij daarom hoogst wenschelijk achten. Waar moet het heen, indien dezer dagen weder een dergelijke hulpbehoevende zich aanmeldde? Of als het andere armbestuur, zonder vaste goederen, ook op die wijze ging bandelen? Tot secretaris te Wouw is benoemd de heer W. B. A. Yan Woezik, secretaris te Appeltern, De heer D. M. Massée, sedert meer dan veertig jaren commissaris van politie te Harlingen, heeft wegens vergevorderden leeftijd ontslag uit zjjn betrekking gevraagd. Volgens het Zondag op de algemeene vergade ring van het Nederl. verbond voor algemeen stemrecht uitgebracht verslag is het aantal afdeelingen tot 28 gestegen met een steeds toenemend ledental j de oplage van het orgaan (maandelijks te Gronin gen verschijnende) kon steeds vermeerderd worden, terwijl het Noord-Nederlandsch bond zich heeft ontbonden met aansluiting der atdeeling aan het Alg. bond. Het verslag van den penningmeester bewees een gunstigen toestand der kas. Een voorstel van de atdeeling Rotterdam tot het houden van eene groote meeting te 'a Hage, den dag vóór de opening der staten-generaal, werd met algemeene stemmen aangenomen, eveneens een voorstel om op een dag, in alle plaatsen, waar afdeelingen zijn gevestigd, meetings te beleggen, om zoodoende eene ware nationale manifestatie te organiseeren. Het verbond zal de koninkl. goedkeuring aan vragen. Verder werd eene commissie benoemd tot herziening der statuten, waarvan ook lid is de heer P. C. F. Frowein te Goes. Bij het bericht der benoeming van mr R. Van de Werk, lid der tweede kamer voor Zevenbergen, tot raadsheer van het gerechtshof te Amsterdam, voegden wij de mededeeling dat er in genoemd district eene verkiezing voor een kamerlid zou moeten plaats hebben. Het bedanken van m1 Van de Werk is echter niet verplichtend en ons bericht was daarom niet al te stellig. Wjj meenen dat de werkzaamheden, aan zijn nieuwe betrekking verbonden, den heer Van de Werk het vervullen van het lidmaatschap der kamer moeilijk zullen maken. In hoever hij die meening deelt zal nog moeten blijken. Er zijn echter andere kamerlieden die meenen dat beide betrekkingen zeergeschikt samen kunnen worden waargenomen. Ook de schoolopzieners in de arrondissementen van de provincie Drente hebben aan den minister van binnenlandsche zaken een adres opgezonden, ter ondersteuning van het adres hunner ambtge- nooten in Zuid-Holland, over de intrekking der abonnementen met 1 Juli a. s. De Standaard meldt dat de Transvaalsche depu tatie op hare reis naar het Zuiden niet ongelukkig geslaagd is. Te Brussel en te Parijs is zij met buitengewone voorkomendheid bejegend, en ook te Lissabon liet de koninklijke regeering niets onbeproefd, om haar blijken te geven van waardeering. Ook het groote bezwaar, dat in de concessie voor een spoor van Delagoabaai naar de Trans- vaalsche^grenzen stak, is ontweken door een con cessie voor een tramdienst langs hetzelfde traject. Een tractaat behoefde, zoo zegt het blad verder, met Portugal niet meer gesloten te worden, daar het oude nog voortbestaat, en er in dit bestaande thans slechts een kleine wijziging dient gebracht, en de duur verlengd. Thans is de deputatie voornemens Dinsdag morgen vroeg naar Berlijn te vertrekken. Waarschijnlijk keert zij uit Berlijn Zaterdag ochtend terug, om alsdan nog tot Donderdag der volgende week te Amsterdam te vertoeven, en Vrijdag den 13dea Juni op de Drummond-Castle naar de Kaapstad onder stoom te gaan. Verder wordt ons, in tegenspraak van loopende geiuchten, door het anti-revolutionair orgaan meegedeeld dat het driemanschap te Parijs geen opera bezocht en dus geen opmerkingen heeft kunnen maken over het toilet der balletdanseressen. Door den heer Samuel Chatwood, directeur van de Lancashire Safe and Lockworks te Bolton, is aan de Nederlandsche regeering ten geschenke aangeboden eene brandkast voor de bewaring van deB Nederlandschen standaardmeter, van kopieën van den meter, thermometers en andere hulptoe- stelien, welke bij de verificatie van maten en gewichten te pas komen. Vernomen hebbende de benoeming der commissie aan welke bij koninklijk besluit van 21 Februari 1883 de vervaardiging van kopiën van den platina- iridium-meter is opgedragen, heeft de heer Chat wood, volgens de aanwijzingen van den voorzitter dier commissie d' J. Bosscha te Delft, dit kost baar en voortreffelijk werkstuk doen vervaardigen, hetwelk door de Nederlandsche regeering aanvaard en in de atdeeling „meten en wegen" van de polytechnische school geplaatst is, ter bewaring van den standaardmeter en de daarbjj behoorende stukken. Voor deze schenking is den heer Chatwood namens de Nederlandsche regeering dank betuigd. (St. Ct.) rechterlijke macht. Benoemd tot president' van het gerechtshof te Amsterdam, m' J. F. T.- Van Valkenburg, thans vice-president van dat gerechtshof; tot vice-president, m' P. S. Noijon, thans raadsheer te Amsterdam en tot raadsheer, mr R. Van de Werk, thans substb-off. van justitie bij de arr.-rechtbank te Rotterdam. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arr.: Arnhem, ter standplaats Njjmegen, C. A. E,- Courbois, candidaat-notaris aldaar; tot notaris binnen het arr. Amsterdam, teï'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1