Dinsdag
6 Mei
Middelburg 5 Mei.
OUDERLOOS.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Marine en Leger.
N° 107.
127® Jaargang.
1884.
Dit blad verschijnt, dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent:
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Verbruiksbelastingen te Vlissingen.
"FEUILLETON.
Benoemingen en besluiten.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
Ons bericht in ons nomnier van 26 April be
treffende het wetontwerp, dat aan Vlissingen de
heffing van verbruiksbelastingen na 31 Dec. '84
mogeljjk moet maken, was niet geheel juist. Nu
wij in het bezit zijn van den volledigen tekst van
ontwerp en memorie van toelichting laten wij
die hieronder volgen.
Het eenig artikel van het wetsontwerp luidt
als volgt:
«Ten behoeve der gemeente Vlissingen kan, be
houdens onze goedkeuring, van 1 Januari 1885
zoo noodig tot 31 December 1889, belasting op het
gemaal, voor zooveel de tarwe betreft, tot een
bedrag van ten hoogste éen gulden per honderd
kilogram, en op het gedistilleerd tot een bedrag
van ten hoogste twintig gulden per hectoliter, ad
vijftig percent sterkte, worden geheven."
De memorie van toelichting is van den volgenden
irhoud
«De wet van 6 December 1881 {Staatsblad n° 197)
geeft aan de gemeente Vlissingen de bevoegdheid,
behoudens 's konings goedkeuring, tot 31 December
1884, met afwijking der regels der gemeentewet
omtrent plaatselijke belastingen, belastingen op
het gemaal en gedistilleerd te heffen tot het daar
bij aangegeven bedrag en, bij vermindering dér
gemaalbelasting, die op het gedistilleerd te ver
dubbelen.
«Het bestuur der gemeente acht haar in staat,
na dat tijdstip, een gedeelte van de opbrengst dier
verbruiksbelastingen te missen. Maar het geheel
afschaffen daarvan gaat de krachten der gemeente
verre te hoven. Het gemeentebestuur acht de
afschaffing van de belasting op de spelt en de
rogge en de vermindering van die op de tarwe tot
op éen derde, ot 1 per 100 K. G. mogelijk, indien
de belasting op het gedistilleerd kan worden opge
voerd van 10 tot 20 per H. L. overeenkomstig
het 2e lid van het eenig artikel der aangehaalde
wet. Het door een en ander ontstaande tekort
van omstreeks f 15,000 zal, volgens het bestuur,
kunnen worden gedekt door verhooging van den
hoofdeljjken omslag van f 22,500 tot f 30,000 en
van de opcenten op het personeel van 20 tot 50.
«Naar het oordeel van gedeputeerde staten van
Zeeland heeft de gemeenteraad eer eene te groote
dan eene te kleine vermindering aangegeven.
«De ondergeteekende voorziet ook dat Vlissingen
niet gemakkelijk in het door de vermindering
ontstaande tekort zal kunnen voorzien. Immers
de directe belastingen, bepaaldelijk de hoofdelijke
omslag, zijn thans reeds tot een voor de bevolking
van Vlissingen zeer hoog bedrag opgevoerd. Er
wonen aldaar zeer weinig vermogende lieden.
Vlissingen zal dus de verbruiksbelastingen nog
niet geheel kunnen missen. In die omstandigheden
Roman van Detlef Stern.
EERSTE DEEL.
Vierde Hoofdstuk;
Reeds wilde ik mjj achter een leugen verichansen
en beweren dat het gesprek zoo zacht gevoerd
Was dat ik niets verstaan kon maar ik be
dacht mjj.
»Wat ik hoorde was van geen aanbelang
voor mij en kwam mij slechts broksgewijze ter
oore, zoodat ik het moeielijk kan vrêergeven".
Vertel het dan maar broksgewijzezoo
goed en zoo kwaad als het gaat", antwoordde de
notaris.
„Dat kan ik niet".
«Kunt gij niet? Zeg liever: ik wil niet!
«Nu jaj ik wil niet! Ik kan het nu een
maal niet over mjj verkrijgen om hetgeen mijnheer
St. Ange te goedertrouw in mijn tegenwoordigheid
gesproken heeft, aan zijn vjjand over te vertellen".
»Zjjn vijand? Ben ik zijn vijand? Wie
heeft u dat gezegd
„Niemand; dat heb ik uit mij zeiven be
grepen".
»Eieigij schijnt voor uw leeftjjd een
Ljjzonder scherp opmerkingsvermogen te bezitten"
schijnt het raadzaam haar zoodanige heffing voor
een volgend tijdvak toe te staan, als welke aan
bevolen werd in de thans nog vigeerende bijzon
dere wet voor die gemeente.
«Bijgaand wetsontwerp strekt derhalve om aan
de gemeente vergunning te verleenen, behoudens
's konings goedkeuring, tot 31 December 1889
verbruiksbelastingen te heffen tot het bovenge
meld bedrag."
Dit staatsstuk is niet zeer helder gesteld, en
het is ons nu zeer verklaarbaar geworden dat
onze Haagsche berichtgever een onjuiste voor
stelling van de zaak heeft geseind..
De tot 31 Dec. '84 vigeerende wet luidt
«Ten behoeve der gemeente Vlissingen kan,
behoudens onze goedkeuring, van 1 Jan. '82, zoo
noodig tot 31 Dec. '84, belasting op het gemaal,
voor zooveel de tarwe betreft tot een bedrag van
ten hoogste 3, voor zooveel de spelt aangaat
tot een bedrag van ten hoogste f 1.60, en- voor
zooveel de rogge aangaat tot een bedrag van ten
hoogste 0.60 per 100 K. en op het gedistilleerd
tot een bedrag van ten hoogste 10 per heet.
ad 50% sterkte worden geheven.
«Bjj vermindering der belasting op het gemaal
kan, behoudens onze goedkeuring, de belasting
op het gedistilleerd worden geheven tot een bedrag
van ten hoogste 20 per heet. ad 5Q.% sterkte."
De gedachtengang, welke de regeering getracht
heeft uit te drukken door haar verwijzing naar
de in de thans vigeerende wet aanbevolen wijze
van heffing zal deze geweest zijn«Vlissingen
vraagt thans in de mogelijkheid gesteld te worden
belasting te heffen, wat het gemaal betreft alleen
op de tarwe en slechts tot 1 in plaats van
zooals vroeger tot f 3 per 100 kilogram, doch
daarentegen belasting op het gedistilleerd te
mogen heffen tot een bedrag van 20 in plaats
van 10 per hectoliter; de gemeente stelt zich
derhalve voor na 31 Dec. '84 te gaan heffen op
een wijze die reeds mogelijk gemaakt was door
de tweede zinsnede der thans vigeerende wet en
welke wijze van heffing natuurlijk aanbeveling
verdient boven de thans gevolgde." Daar die wet
echter niet eene bepaalde wjjze van heffing boven
andere wijzen aanbeveelt, maakt de zinsnede
minstens genomen een vreemden indruk. Evenmin
kan het slot der memorie duidelijk worden ge
noemddaar wordt gesproken van «bovengemeld"
bedragoppervlakkig zou men dit eer in verband
brengen met de onmiddellijk voorafgaande zinsnede,
waar naar de thans vigeerende wet wordt ver
wezen, dan met het bedrag dat in den aanhef
van dit staatsstuk is genoemd. De toelichting
dunkt ons even schraal als zij slecht gesteld is.
De vervolging, tegen den uitgever van Reclit
voor allen ingesteld, omdat hjj „boosaardiglijk en
openbaar zou hebben aangerand de waardigheid
en het gezag van den koning en gesmaad den
persoon des konings", is weer een staaltje van de
dwaze vrees die velen, vooral in Den Haag, be-
heerscht, waar het de sociaal-democraten geldt.
zei Berger spottend, »maar dezen keer kunt gij u
toch wel eens vergissen. Of zou het gesprek van
gisteren u op dat denkbeeld gebracht hebben
»Dat denkbeeld koester ik niet sedert gis
teren
- «Genoeg laat ons daarover niet twisten.
Ik weet dat gij geluisterd hebtik weet ook dat
u zelfs sleutels toevertrouwd zijn; dat gij die in
uw zak liet glijden zijn die wellicht nog in uw
bezit Ik tastte onwillekeurig in mijn zak;
Goddank, de sleutels waren wegik had ze van
morgen ongemerkt weer onder het kussen der
kranke gestopt, om geen wantrouwen te wekken,
door ze langer onder mjj te houden. Maar de
notaris legde die beweging in zijn voordeel uit
«O! hebt gij de sleutels nog, geef ze hier;
ik had niet gedacht dat gij zoo slim zoudt zijn".
„Ik heb ze niet meerzjj liggen weer op
hun plaats".
Een vlugge greep naar mijn zak overtuigde
hem van de waarheid mijner woorden.
„En waar is die plaats
^Dergelijke vragen beantwoord ik niet, mijn
heer; laat mij gaan".
«Welaan! Dit is de laatste maal dat ik
het met u beproefd hebgij wilt niet éen ljjn
met mij trekken, zie dan hoe gij alleen klaar
komt. Gij stoot een rijke, onafhankelijke toekomst
van u af. Ik zal mijn doel ook zonder bereiken;
gij hadt het loon met mij kunnen deelen, want
ik zou u rijk gemaakt hebben; maar gij wijst
alles hardnekkig af het zjj zoo. En toch kunt
Tusschen de jaren 1839—46 schreef Heinrich
Heine een versje, de Wevers getiteld, waarin o. a.
voorkomt de uitdrukking «gevloekt zij de koning
de koning der rjjken."
Dat versje nu werd vertaald opgenomen in n°
6 van het weekblad Recht voor allen-, en een der
dienaren der justitie, uiterst bezorgd voor 's konings
waardigheid en eer, heeft zich gehaast eene ver
volging in te stellen.
De sociaal-democraten kunnen het, dunkt ons,
niet beter wenschenznlke dwaasheden zijn koren
op hun molen.
Helaas, dat de eerbied en de waardigheid der
heilige justitia door zulke treurige belachelijkheden
zooveel ljjden moeten!
Zaterdagavond is de oudste zoon van den prins
van Wales, prins Albert Victor van Engeland, per
mailboot Willem prins van Oranje via Vlissingen
naar Londen vertrokken.
Vlissingen, 5 Mei. De reis der koningin
van Engeland is 24 uren uitgesteld, zoodat H. M.
eerst Woensdagmorgen, te 8.25, per extra trein
hier verwacht wordt. De extra trein komt uit
Darmstadt te 4.16 te Venloo en vertrekt van daar
te 4.26. De trein zal vermoedeljjk bestaan uit
een viertal salonrjjtuigen benevens een gemengd
rijtuig en eenige bagage wagens. H. M. zal zich
onmiddeljjk aan boord van het kon. Engelsche
stoomjacht Osborne begeven, doch het uur van
vertrek van hier naar Engeland is nog onbekend.
Zierikzee, 5 Mei. In de heden (Maandag)
namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad,
die door den heer mr. J. P. N. Ermerins werd
gepresideerd, waren niet tegenwoordig de heeren
Goemans en De Looze.
De: resumtie der notulen van de vorige verga
dering werd aangehouden, terwijl men dadeljjk
in eene besloten zitting de behandeling van het
kohier van den hoofdeljjken omslag voortzette.
Na wederopening der vergadering werd het ko
hier vastgesteld op 21950.60.
De keizerin van Oostenrijk heeft Zondagmorgen
in haar hotel eene godsdienstoefening gehouden,
die geleid werd door den tot haar gevolg behoo
renden prelaat Mayer. Daarna maakte H. M. een
tochtje door Amsterdam's grachten.
De St. Ct. bevat wetten houdende bekrachtiging
van provinciale heffingen in Friesland.
rechterlijke macht. Benoemd tot subst.-officier
van justitie bjj de arr.-rechtbank te Assen mr C.
H. Moens, thans subst.-officier van justitie bjj de
arr.-rechtbank te Heerenveen; tot subst.-officier
van justitie bjj de arr.-rechtbank te Heerenveen
mr J. Ph. Castendjjk, thans ambt. van het O. M.
bjj de kantongerechten in het arr. Zutphen.
geneesk. dienst. Dr S. Doedes Breuning, geneesh.-
dir. van het geneesk. gesticht voor krankzinnigen
te Franeker, is benoemd tot eersten geneesheer in
het rijks krankzinnigengesticht te Medemblik.
gij u nog bedenken als gij wilt".
Waarom viel het dien man zoo moeieljjk om
het denkbeeld op te geven van mjj tot zjjn me
deplichtige te maken Ik weet het niet en wil
het ook niet weten. Ik zei geen woord meer,
doch schudde stilzwijgend het hoofd en sloeg den
weg naar het huis in, zonder achter mjj te zien
en met bewustzjjn dat ik aan een groot gevaar
ontsnapt was.
„Yoor goed?" Ach mjjn huikje dobbert
op de baren in den storm, tusschen vele klippen;
hoe zal ik er doorkomen
Vjjfde Hoofdstuk.
Bewondert gjj mjj Gjj, Marie O, hoe vaak
heb ik dezer dagen aan u gedacht en mij afge
vraagd wat zou zij in uw plaats doen en steeds
was het antwoord «zij zou stellig beter, kalmei
en verstandiger handelen." Al heb ik alles nog
zoo goed overdacht en het oogenblik is daar, dan
houd ik mjj in hoofdzaak wel aan mjjn voornemen
maar verder volg ik blindelings de ingevingen van
het oogenblik en streef mijn doel voorbij. Waarljjk
ik verdien uw bewondering niet. Hoor wat er
verder geschiedde en beklaag mij.
Na zjjn gesprek met mjj hield de notaris er nog
een met madame St. Ange en toen hjj de zieken
kamer verliet en mjj van ter zjjde aanzag, wist
ik dat mjjn vonnis geveld was, doch vermoedde
niet hoe het zou luiden. Ik dacht dat ik wegge
zonden zou worden en peinsde er reeds over waar
belastingen. W. Klaussen, ontv. der dir. bel
enz. te Spanbroek c. a., is benoemd tot ontvanger
derzelfde middelen te Sliedrecht c. a.
consuls. De heer V. Romany Cardona, benoemd
tot vice-consnl der Nederlanden te Denia, is in
die hoedanigheid door de Spaansche regeering
erkend.
Uit Groede schrjjft men on* Het hoofd der
gemeenteschool in de kom dezer gemeente heeft
het noodig geacht bjj circulaire de ouders van
schoolgaande kinderen de verkeerde gewoonte
onder het oog te brengen van schoolverzuim,
waaraan velen zich, vooral des Zaterdagsvoormid-
dags, schuldig maken.
Er bestaat hier ook eene schoolcommissiezij
beantwoordt evenwel volkomen aan de verwachting
die men bjj hare benoeming van haar koesterde
dat men er niet veel van hooren zoude. Op het
gebied van schoolverzuim valt hier, evenals op
vele plaatsen op het platteland, heel wat te ver
beteren zou het toezicht der plaatseljjke
commissie hier vooral niet veel nut kunnen
stichten. Te IJzendjjke o. a. geschiedt het op eene
ferme wjjze.
Het is te hopen dat dit ijverige hoofd onzer
school bjj zjjne pogingen om het schoolverzuim,
dien kanker van degeljjk en geregeld onderwjjs,
te weren, van alle zijden ondersteuning moge
vinden.
De heer J. C. Geelhujjsen, beroepen predikant
bij de Hersteld Evangel. Luthersche gemeente te
Den Helder, hield Zondagavond zjjn afscheidsrede
in de Evangel. Luthersche kerk alhier, naar aan
leiding van 1 Joh". 2 vers 28.
Door de zeer talrijk opgekomen schare, waar
onder vele ambtsbroeders van hier en elders tegen
woordig waren, werd den scheidenden leeraar een
daarvoor door een gemeentelid vervaardigd lied
op de wijze van Gezang 429, staande toegezongen.
De heer H. H. Zaalberg, predikant bjj de
Evang. Luth. gemeente te Zierikzee, heeft voor het
beroep naar Paramaribo bedankt.
De heer J. P. P. Clinge Doorenbos, te Waar
denburg en Neerijnen, herdenkt den 29 Mei a. s.
den dag, waarop hjj vóór 25 jaar het predikambt
in de Hervormde kerk aanvaardde.
De luit. t/z 2de kl. J. H. Calmejjer, jh* H. L.
Wichers en P. D. Holtzapffel, uit Oost-Indië in
Nederland teruggekeerd, zjjn op non-aetiviteit
gesteld.
De luit. t/z 2ie kl. P. W. Sachse, dienende
aan boord van Zr M" schroefstoomschip Bonaire,
en M. W. L. Olivier, dienende aan boord van Z'
M" wachtschip te Willemsoord, zullen onderling
van bodem verwisselen.
Volgens bjj de redactie der Zeepost ontvangen
telegraphisch bericht van Madera, gedagteekend
ik bljjven zou totdat ik eeD andere betrekking
had. Toen ik tegen den avond juffrouw Braun
wilde aflossen, beduidde deze mij dat ik kon heen
gaan; men had mjj niet noodig. Ik zag vragend
naar madame, die nog Ijjkkleuriger dan anders,
rechtop in bed zatzjj wenkte mjj met de hand
om dichterbij te komen.
«Maar madame" weet dat veel spreken na-
deelig voor u is", zei juffrouw Braun op bezorg
den toon, „wil madame het niet aan mjj overlaten
om de juffrouw te zeggen?
«Stil Braun'', snauwde de oude vrouw, «ik
wil spreken".
-- „Laat het dan tot morgen, madame".
„Neen, neen, moet de toorn over dit schepsel
mjj doen stikken Ik wil haar zeggen wat ik
denk en dat ik achter hare streken ben gekomen";
Braun zweeg en wierp mjj een verpletterenden
blik toe. Ik stond kalm, in het besef mjjneï
onschuldik was haast nieuwsgierig om te weten
waarvan ik beschuldigd werd.
«Gjj zjjt een ellendig wezen", bracht de
zieke met horten en stooten uit, «gjj beluistert
mjj; gjj speelt voor spion mjjner «choondóchter}
gij tracht in het bezit mijner sleutels te geïaken
om in mjjne papieren te snuffelen. O ik Weet aileS
maar ik wil u niet meer ziengjj hebt mjjn
kamer voor het laatst betreden en met kerstmis
kunt gij vertrekken. Hebt gjj mij verstaan
(De laatste volzinnen zei zjj in het Franseh).
Ik had haar verstaan en maakte een buigingwat
zou ik tot mjjn verdediging zegden