BUITENLAND. Onderwijs Gemengde Berichten. Belgische hrieven. Ingezonden stukken. Voetpaden-Onderhoud. De vereeniging tot wering van schoolverzuim in Middelburg hield gisterenavond eene algemeene vergadering ter uitbrenging van het verslag en het doen der rekening over 1883. Uit het eerste, dat gedrukt worden zal en waarop wij later meer in het breede terugkomen, bleek dat in het absoluut schoolverzuim weder eenige verbetering ten goede te bespeuren is. Evenals vroeger waren in 1883 de oorzaken het wachten op plaatsing wegens gebrek aan ruimte op de scholen, welke oorzaak thans echter is weg genomenoverigens ziekelijkheid, te vroeg de school verlaten en bij enkele ouders nog het onverstandig verzet tegen de vaccine. Aan de mededeelingen omtrent school A, hoofd de heer De Jager, ontleenen wij dat de resultaten bijzonder gunstig waren, wijl het gemiddelde eindcijfer over 1883 nog beter is dan dat van 1881, het gunstigste jaar der vereeniging. Was de percentage toen slechts 0.979 thans is deze niet meer dan 0.746. Als eene bijzonderheid dient verder nog ver melding dat in de hoogste klasse gedurende het 1" en het 2" kwartaal geen enkel willekeurig schoolverzuim voorkwam. Ofschoon het resultaat dat op school C, hoofd de heer De Man, verkregen werd zeer goed is, is het toch minder gunstig dan in het voorgaande jaar. Was toen de percentage van verzuimen 1 thans is deze 1.32. De poging om de leden op te wekken eenigen meerderen financieelen steun te schenken heeft als gevolg gehad dat de jaarlijksche contributie met 70 is verhoogd, terwijl de subsidie van de ge meente van f 300 op f 400 gebracht is. Het ledental der vereeniging, dat op 1 Jan. 1883: 225 bedroeg, was op 1 Januari 1884 tot 218 terug gegaan. Uit de rekening bleek dat de ontvangsten in 1883 954.90 en de uitgaven 961.82 bedragen hebben en dus de rekening een kwaad slot op levert van 6.92. Dit is eene schrede achteruit vooral als men weet dat onder de ontvangst van 1883 nog een goed slot van 220.66 behoort. De rekening werd goedgekeurd, terwijl het be stuur de toezegging deed zoo veel mogelijk bezui niging te zullen aanbrengen. Verder werden eenige mededeelingen gedaan omtrent de ter gemeente-secretarie ter visie ge legen hebbende lijst van kinderen tusschen 6 en 12 jarigen ouderdom, welke niet op de lijsten der onderwijzers voorkomen en dus niet school gaan. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat van de 195 kinderen, die op bedoelde ljjst voor kwamen, 40 op de bewaarschool gingen en een 30tal in '72 geboren waren, dus iets te vroeg van school werden genomen. De oorzaken dat kinderen niet school gingen, waren velerleiziekelijkheid, vaccinebezwaar, wachten op plaats op een of andere school, huis onderwijs, en enkelen ook dat zjj thuis niet gemist konden worden. Een der leden deed eindeljjk nog de vraag of het geen overweging verdienen zou een onderzoek in te stellen of de leerlingen der school voor onvermogenden wel genoegzaam gevoed en vol doende gekleed zijn om het onderwijs met succes te volgen. Dit onderzoek werd toegezegd, ofschoon men niet van meening was dat de toestand der onver mogenden in onze omgeving van dien aard is dat zjj hunne kinderen hongerig ter schole zouden behoeven te zenden, en men volstrekt niet over tuigd was dat voorziening in voeding en kleeding, zoo het noodig blijken mocht, op den weg zou liggen dezer vereeniging. Op de aanvrage van de gemeente 'sHeeren- hoek om eene rjjks-subaidie van f 2000 in de koeten van het openb. lager onderwijs in die gemeente is door de regeering afwijzend beschikt. Door de gemeente Nisse is zulk eene rijks subsidie van 1200 aangevraagd. Men schrijft ons van het eiland Tholen De keuring eischen, waar wij slechts onzen plicht deden Lieve hemelWees toch niet zoo akelig onbaatzuchtigHet is reeds iets groots, als men zjjn plicht doet. En ik heb behoefte aan lof 1 O als de menschen maar begrepen dat een prijsje op zijn tijd zooveel meer uitricht dan tien welge meende berispingen." „Ja kindje maar dat bedenken de menschen niet. De meesten vinden dat loftuitingen jjJel maken en dat is in vele gevallen ook waarhet is moeielijk om het precies te trefieu. „Behalve gij, heeft zich ook nog nooit ie mand moeite gegeven om het met mjj precies te treffenik zal onbegrepen door het leven moeten gaan." Paula zei dit op zulk een neerslachtigen toon dat Marie onwillekeurig moest lachen. „Hij begrijpt zelf het leren en de menschen nog niet, hoe wilt gij dan dat zjj u begrjjpen zullen? Wordt maar eerst vier en twintig jaar, zooals ik, dan zult gjj er wel anders over denken." »Dus pas over rijf jaar. O 1 Marie wat zal ik in die vijf jaar te lijden hebben »Wees maar niet bang. Niemand wordt meer opgelegd dan hjj dragen kan." »Ja maar wel net zooveel als men verdragen kan en ik verfoei dat verdragen." -- „Paula, Paula!" „Ja, ik verfoei het. Waarvoor ben ik op de wereld? Lijden, verduren, mij latentrappen? Dan ig het nog beter om niet geboren te zijn," Paaschdagen zijn gekomen en gegaan op dezelfde wijze als jaren her. Het Paaschfeest wordt hier gevierd door kerkgaan, herbergbezoekstraat rumoer, touwtjespringen en knikkeren. In elke gemeente hetzelfde programma met geringe variatie. De christelijke feestdagen zijn nu eenmaal voor- het grootste gedeelte uitspanningsdagen en ook hier is men daarvan gansch en al doordrongen. Ongelukkig daarentegen is men in 't vinden van uitspanningen, die in de lijst van onzen tijd een goed figuur makenten achteren gebleven en evenals op ander gebied had men op dat der volksvermakelijkhfcden een afkeer van het nieuwe, In den laatsten tijd echter is te dier zake „nieuw leven" waar te nemen. Elke gemeente heeft thans een vereeniging, die muziek, zang of tooneelspel beoefenttot uitspanning der leden en belangstel lenden op muzikaal terrein zijn hier binnen kort drie vereenigingen in het leven geroepen, die bij het opkomende geslacht veel sympathie vinden. Notabele ingezetenen hebben den noodigen finan cieelen en moreelen steun geschonken en de jon gelingschap legt zich met blijkbare ingenomenheid toe op de beoefening der instrumentale muziek. De »ouden" van dagen, afkeerig van de nieuwe levensrichting, schudden bedenkelijk het hoofd uit meewarigheid en ergernis over den muzikalen geest, die in het hart der anderen gevaren is. En geen wonder. Afgaande op hun eigen herin neringen uit het jonge leven, is muziek in hun oog alleen innig verbonden aan pret, dolle pret. Muziek en keruiisjool zijn zoo wat woorden van éen en dezelfde beteekenis. Een vreeseljjke viool- krasser een dito instrumentblazer verschaften muziek die enkel en alleen diende om het genot van dolzinnige vermaken te verhoogen. Muziek in edelen, in eigenlijken zin kennen ze niet dan alleen wanneer zij wordt voortgebracht door de pijpen van een kerkorgel, en vergezeld gaan van woorden die een zekeren geest ademen. Dat muziek den mensch brengen kan in een aan gename stemming zonder hem te verleiden tot onbetameljjk genot, willen of kunnen die lieden niet aannemen. Gaarne hadden wij verleden Dinsdag die tegenstanders der muziek binnengel id in het schoolgebouw van een onzer gemeenten, waar het muziekgezelschap een uitvoering gaf. Daar hadden zij met eigen oogen en ooren kunnen opmerken, dat ook de muziek een goeden invloed uitoefent. Het betrekkelijk talrijk publiek, dat voor een groot gedeelte tot het jong volkje" uit het volk behoorde, vermaakte zich op een wijze, die in geen enkel opzicht de »goede" zeden kwetste. Er heerschte een vrooljjke stemming zonder uitgela tenheid. Als de oudjes eiken Paasch-Dinsdagavond zoo doorgebracht hebben, danhebben de jongeren, de muzieklievenden niets te zeggen over hun wijze van uitspanning; en wanneer elke avond van een christeljjke feestdag in dergelijke uit spanning werd gesleten, zouden de tafereeltjes, die op straat en binnen de vier muren afgespeeld worden en de ergernis van ieder weldenkend en zedelijk mensch opwekken, niet meer gebeuren. Nieuw leven" is hier op dat gebied zeer ge- wenscht. Brussel, 18 April. Gij hebt wellicht uwe lezers reeds gewezen op de beweging, die er bestaat ten gunste van de oude gilde-corporaties. Die nieuwe reactionaire beweging komt uit Duitschland, dat haar eertijds zag ontstaan naast Klopstock, den zanger van den Messias, en Kant, den wijsgeer der zuivero rede. Ultramontanen en protestanten, absolutisten en feodalen streven allen met heftigheid naar de herstelling der oude corporaties. Zij willen in den Duitschen rijksdag haar de afzonderlijke rechtspraak teruggeven; en zij koesteren de hoop, dat de broederschap met de corporaties onder den banier der godsdienst weder zal geboren worden. >Laat ons van wat anders spreken" Zei Marie bedaard. Gij hebt van daag weer een bui om alles zwart in te zien. Morgen lacht gij er misschien weer over. Ik ken geen mensch die zoo van tegenstrjjdigbeden aan elkaar hangt als gjj." „Gij hebt gelijk, er zijn twee zielen in mjj, de eene bestrijdt de andere. O, ik zal nooit tot rust komen?" Er was een maand na dien dag verloopen en Paula stond weer bij de schrijftafel van mjjnheer Arnolddoch ditmaal in reisgewaad. - »Ga met God! mijD kind", zei de advocaat aangedaan; »ik kan u niet zeggen, hoe hard het mij valt om u te laten vertrekken, maar moge het voor uw geluk zjjn Daarop gaf hjj haar een som gelds, besprak eenige bjjzonderheden harer reis, drukte haar tot afscheid een kus op het voorhoofd en liet haar gaan, doch niet zonder haar een medeljjden blik na te zenden. In de huiskamer wachtten zjjn vrouw en Marie om haar naar het station te brengen. Marie had dikke oogen van het schreien en deed haar voile neer. Mevrouw Arnold keek bijzonder vriendeljjk naar Paula, die zeer bleek zag, doch kalm en vastberaden, geljjk iemand die het met zich zelf eens is geworden. Zonder een woord te spreken gingen zjj de trap af; op straat stak Paula haar arm door dien van Marie en zei zacht »Gjj zorgt dat ik Zondag een brief heb, niet waar De godsdienst was inderdaad de traditioneele basis der corporaties: wat waren zjj anders dan de laatste jjzeren band om den spil van theocratisch en despotisch dualisme waarop de middeleeuwen steunden. De korpsen en ambachten hadden slechts een afzonderljjk bestaan opvoorwaarde.dat zjj een der raderen wilden zjjn in de groote lucht drukmachine, die meer dan duizend jaren den drang naar persoonljjk initiatief heeft uitgedoofd. Om de samenstelling dier corporaties en het ge- meensehappeljjk leven van eertijds te beoordeelen: moet men ze niet afscheiden van de andere kringen, adel en geesteljjkheid, die, boven haar geplaatst, het sociale leven beheerschten en haar in hare ondergeschiktheid machteloos maakten. Zeker, men gaf haar privileges en vrijheden, mits zjj onderdanig bleven aan de kerk en den souverein, en de vrij heden werden nog zeer amper toegemeten. En door de zware drukking van boven drukten zjj wederom op de groote massa, die, volgens het woord van Michelet, slechts twee klokken hoorde die der kerk kleppend altijd"en die van het kasteel kleppend „nooit." Dat de reactionaire partij, niet alleen in Duitsch land, maar ook in Frankrijk de herstelling dei- oude corporaties predikt, is begrjjpeljjk. Maar is het niet vreemd, dat een hoogleeraar in het straf recht aan de vrije universiteit van Brussel, de heer Adolphe Prins, er toe gekomen is om deze zelfde stelling te verkondigen met harstocht, en wel in zjjn werk La démocratie et le régime parle mentaire Zoo ziet men, waarheen de geest van systeemen al niet voeren kan. De heer Prins versmaadt, onder voorwendsel van de oude Euro- peesche vrijheden {sic) te willen bevestigen, de moderne vrijheden hjj wil die althans, evenals het parlementarisme, alleen behouden indien men haar als tegenwicht de maatschappeljjke catego rieën geeft, de indeeling van stad en land met den aankleve van waardigheidsbekleeders, ambte naren, priesters, diploma's, artisten, in éen woord met de onverdrageljjke suprematie der geletterden. De theorie der volkssouvereiniteit, zonder on derscheid van klassen, hoofdtrek van de constitu tie van 1830, meer en meer in Europa doordrin gend, wordt door den heer Prins voor heiligschennis verklaard. De heer Prins verwart, niet zonder han digheid aan den dag te leggen, de burgerljjke en politieke gelijkheid met de sociale gelijkheid, welke laatste door niemand wordt geëischt, evenmin als physieke geljjkheid, behalve door eenige socialisten die de stellingen der collectivisten prediken. Uit afkeer van de geljjkheid gaat de schrijver het individu om hals helpen hij wil de ongelijkheid der burgers wettelijk regelen, de droits de Vhomme van '89 met voeten treden, en groepen vormen, wier stemmen men bij verkiezingen wegen zal in plaats van ze te tellen. Als motto heeft de heer Prins gekozen The time is out of joint-, en ik vraag waarom de hoogleeraar niet het ge- heele vers aangehaald, en met Hamlet uitgeroepen heeft The time is out of joint, O cursed spite That ever I was horn To set it right. Zjjn boek, waarvan ik de uitgave zeer te be treuren acht, bewjjst dat hjj de taak heeft op zich genomen het verleden te herstellen. Heeft onze eeuw daaraan behoefte De strijd tusschen het verleden en het heden is nog niet opgehouden, maar het heden moet toch overwinnen. Ik bemerk, dat ik sprekende over het boek, dat niet met genoeg aandacht in België gelezen is, langer heb geschreven dan mjjn plan was daarom zal ik u over onze politiek in een volgenden schrjj- ven. Tevens kan ik u dan iets mededeelen over de Transvaalsche deputatie, die morgen hier in Brussel komen zal. In de Middelburgsche courant van 17 April 11., »Zeker," antwoordde Marie »maar gjj moet mjj ook beloven dat gjj heel uitvoerig en nauw keurig zult schrijven". >0, mjjn brieven zullen een dagboek worden dat zult gjj zien; gij zult er al mjjne gedachten uit kunnen lezen". Mevrouw Arnold liep zwjjgend naast haar, doch toen zjj het huis van Hitter voorbjj kwamen kon zjj toch niet nalaten van te zeggen „Daar hadt gjj kunnen wonen en in vrede levenals het u later maar niet berouwt Paula zag onwillekeurig op en toen zjj Ritter aan het venster ontwaarde knikte zjj hem vrien deljjk toe. Hij verdween van het raam en stond weldra voor de meisjes, zeggende »Gaat gjj op reis Paula? Wilt gjj werkelijk hier van daan „Ja mijnheer Ritter, ik heb een betrekking als juffrouw van gezelschap aangenomen." Mjjnheer Arnold zei mjj dat gjj daar plan op hadt. Is de zaak te H. in orde gekomen >Ja, van avond ben ik op de plaats mijner bestemming." Mag ik u naar het station begeleiden Paula knikte toestemmend. Marie had niet op gezien. Zjj liet thans den arm harer vriendin los en sloot zich bij haar moeder aan, een attentie, waarvoor Ritter haar in zjjn hart dankbaar was. Hjj bood Paula zijn arm aan; doch zjj sloeg dien af. „Gjj weigert mjj alles Paula. Waarom zjjt gjj zoo weinig vriendeljjk tegen mjj, daar ik toch n° 91, vind ik een vonnis van den kantonrechter in het le kanton vermeld, waardoor, wanneer ik in aanmerking neem dat de meeste voetpaden over privé eigendom loopen, mijns inziens art. 39 van het reglement op de wegen en voetpaden (art. 231 gemeentewet) geheel illusoir wordt ge maakt. De feiten komen hierop neder Een beklaagde had namelijk nagelaten het over zjjn grond loopend voetpad te onderhouden en voerde ter zjjner verdediging aan, dat bjj gemis van wettige verplichting daartoe niet hjj maar de gemeente Vrouwepolder daarin moest voorzien. Het bewijs der wettige verplichting, hetzij door contract, door een bjjzonderen titel of eenigen an deren grond waardoor men in rechten kan worden genoodzaakt, kon niet worden geleverd de kan tonrechter heeft evenwel gemeend dat die ver plichting per se voortvloeide uit algemeene rechts beginselen, speciaal uit de beginselen van het recht van eigendom. De redeneering van het von nis komt in het kort hierop neder: Gjj, beklaagde, zijt eigenaar van den ondergrond en derhalve ook van den bovengrond waarover het voetpad loopt gjj zjjt dus eigenaar van het geheelnu is volgens algemeene rechtsbeginselen de eigenaar belast zjjn eigendom te onderhoudende plicht om het voet pad (uw eigendom) te onderhouden rust dus op u. Met deze argumentatie kan ik mjj nu ten eenen- male niet vereenigen; reeds vooraf verklaar ik gaarne de algemeene rechtsbeginselen niet te ken nen die mjj als eigenaar zouden belasten (verplich ten rujjn eigendom te onderhouden. Volgens mij wel bekende rechtsbeginselen meen ik, behoudens zekere voorwaarden, maar in prin cipe genomen, over mjjn eigendom op de volstrekt - ste wjjze te kunnen beschikken, ja, wanneer mij zulks goeddunkt, het zelfs verwaarloozen. Doch voor een oogenblik eens aangenomen dat ik, omdat ik eigenaar ben, in principe belast (verplicht ben mjjn eigendom niet te verwaar loozen maar te onderhouden, dan zou toch in allen gevalle die verplichting maar alleen betrek king kunnen hebben op hetgeen dan werkelijk mjjn eigendom is; en loopt er nu een openbaar voetpad over mjjn grond, dan zjjn, door dien publiek-rechterljjken last de uitoefening van mjjn eigendomsrecht en dus ook mjjne verplichtingen als eigenaar geschorst? In allen gevalle kan en mag ik mijne verplichting van eigenaar op dat voetpad niet uitoefenen. Naar mjjne meening, trouwens zeer velen denken zoo kan de verplichting tot onderhoud van een openbaren weg of een openbaar voetpad mij alleen door het staatsgezag worden opgelegd, maar vloeit die verplichting, (contractueele verbin tenis enz. daar gelaten), nimmer als het ware als van zelve uit bet burgerlijk recht voort. Bjj gemis aan bewjjs van eenige verplichting tot onderhoud had m. i.in het hierboven vermelde geval eene vrijspraak moeten volgen. Ik ben het overigens geheel met het vonnis eens, dat vroegere politieverordeningen (der vorige eeuw nota bene) de in art. 39 bedoelde verplichting nim mer in het leven kunnen roepenbij het geljjk. luidend art. 231 gemeentewet is dit ook reeds lang door de administratieve jurisprudentie uitgemaakt. Ten slotte het voorschrift, waarbjj in principe het onderhoud der voetpaden aan de gemeenten wordt opgedragen, moge dan niet voordeelig zjjn voor de gemeentefinantiën, het strekt mjjns inziens daar tegenover tot bevordering van orde en regel maat, met éen woord ten voordeele van het pu bliek belang, terwjjl het, (dit vooral aan het adres van sommigen die liever zeiven in dat onderhoud zouden willen voorzien) tevens aan alle chicanes om trent de vraag wat al of niet behoorljjk is onder houden, ten eenenmale den weg afsnjjdt. Mr A. J. YAK EEKELEN. van ganscher harte uw vriend ben en bljjven zal, al vergunt gjj mjj ook niet om meer voor u te zjjn". Paula zag hem in het gelaat. Welk een trouwe, eerljjke oogen keken haar uit dat eigenljjk leeljjke gezicht aan. Ja, als hjj maar niet zulk een on bevallige figuur en zulke groote handen en voeten had, en dan, dat borstelige haar; als hjj maar geen kruidenier was en als zjjn geest maar in staat ware om een hooger vlucht te nemen en een beetje met haar boven de wolken te zweven en als Marie hem maar niet beminde Er waren echter te veel als en deze laatste was overwegend zjjn vrouw kon zjj nooit worden. „Beste mjjnheer Ritter" zei zjj na deze over peinzing, op bjjzonder zachten toon „laten wjj dat vergeten! Ik bén een wildzang en moet door ondervinding wjjs worden, zooals de menschen zeggen. Ik zou nooit een goede koopmansvrouw worden, nooit; maar geloof mjj, ik ben uw vrien din. Gij zjjt altijd lief en goed voor mjj geweest dat zal ik nooit vergeten, want sedert den dood van vader heb ik niet veel liefde ondervonden. Gij en Marie zjjt mjjne eenige vrienden en u beiden zal ik altjjd trouw bljjven. Ik schrijf Marie alles wat mjj bedroeft of verheugt; wend u dus tot haar als gij iets van mjj wilt weten; ik zal nooit nalaten in elke brief een »groet aan u te zenden". „Dank u Paula". »Dat heb ik slim aangelegd" zei zjj bjj zich zelf »zoo komen zjj in alle geval met elkaar in aanraking". Zjj hadden het station bereikt. Ritter zorgde voor haar kaartje en het goed, en dus hadden de vriendinnen nog een oogenblikje om te praten. Wordt vervolgd.) •BDïtXT BIJ DB •BBttOEDEES ABBAHAH» TE MIDDELBURft,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 6