127® Jaars'an
1884.
°92
Vrijdag
18 April.
1 FEUILLETON.
Dit blad verschijnt, dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cents
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,1
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 17 April.
OUDERLOOS,
MUSIC ALIA.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
De Staatscourant bevat een lijst van nog niet
opgeëischte nalatenschappen van schepelingen en
mariniers.
Daaronder komen o. a. voor een groot 54.80
van zekeren Danker Caljouw, marinier le klasse
geboren te Koudekerke en 6 Feb. 1882 in
het hospitaal te Amsterdam overledenzijn
vader heette Pieter Cornelisse Caljouw en zijn
moeder Pieternella Baart; en een van zekeren
Dignum Emaneel, geboren te Graauw, en 2 Febr
1882 op de reede van Bonaire overleden. Het be
drag van die nalatenschap beloopt ƒ58.81.
De Staatscourant van heden, Donderdag 17 April,
bevat de door Z. M. goedgekeurde statuten der
Vereeniging tot oprichting en instandhouding eener
Christelijke bewaar-, naai- en breischool te Amemui-
dén. Leden opzichters der vereeniging zijn E. W.
Heinecken, predikant te Middelburg; A. Boogert,
landbouwer te ArnemuidenM. Hoveyn, land
bouwer te .ArnemuidenH. v. Eenënnaam, bakker
te ArnemuidenA. Odding, winkelier te Arne
muiden P. Kwekkeboom,- boold der Bcheol te
Arnemuiden.
Tevens zijn daarin opgenomen de goedgekeurde,
gewijzigde statuten der Christelijke jongelings-
vereeniging te Goes, onder de zinspreuk Ken den
Heere in al uwe wegen.
Vltssing-en, 16 April. Zooals wij gisteren
nog in een deel der oplaag meldden waren H. M.
koningin Victoria en de prinses hare dochter aan
't dek toen de Osborne de haven binnen en aan
de ponton kwam. De Osborne was, evenals alles
wat tot het hof behoort, in rouw gehuldhet
fraaie beeld dat anders kleurig aan den voorsteven
prijkt en de gouden kabel, die bet vaartuig om
lijst, waren geheel door rouwfloers bedekt.
Het koninklijk jacht werd gevoerd door captain
Holland en de geheele vloot, waartoe ook nog
een derde adviesjacht behoort, Galathea, door captain
Thompson.
Te 10.25 uren begaven zich H. M. en prinses
Beatrice, met talrijk gevolg en begeleid door de
waterstaat- en spoorwegautoriteiten door den
daartoe ingericbten gang, die intusschen met
tapijten belegd was, naar den extra-trein welke zich
op den bepaalden tijd, 10.45, in beweging zette.
Weinig publiek was tegenwoordig, hetgeen voor
een deel zeker aan bet late uur behoort toegeschre
ven te worden, maar ook voor een ander deel hierin
zijne oorzaak vindt dat niemand, tenzij men tot het
hoogst noodige personeel behoorde, tot de bal
of ponfon werd toegelaten en zelfs den vertegen
woordigers der pers de toegang tot beide ontzegd
was.
Door een der ramen van de hal kon men echter
H. M. aanschouwen. Zjj zag er zeer goed uit en
Roman van Het lef Stern.
Eerste deel.
»Nu zjjt gij geheel op de hoogte van uwe
omstandigheden mijn kind; laat ons thans eens
overleggen hoe gij het beste voor uw toekomst
zult kunnen zorgen".
Zoo sprak de advocaat Arnold, voor zijn schrjjf-
tafel gezeten, tot een negentienjarig meisje, dat,
in den zwaren rouw gekleed, voor hem stond.
„De toekomstMoet ik voor mijn toekomst
zorgen vroeg het blonde kind, terwijl zij lang
zaam bet hoofd ophief en haar voogd met hare
groote, donker blauwe oogen aanzag mag ik niet
bij Marie blijven
Mijnheer Arnold kuchte, veegde «enigszins ver
legen zijn brillenglazen af en antwoordde aarzelend:
»Gij weet Paula, hoe gaarne ik u bij mij
zon houden. Gij en Marie zijt als een paar zusters
en het zal mijn dochtertje hard genoeg vallen
om van u te scheidenmaar gij weet ik ben
niet rijk ik
>0! Neem alles wat ik bezit, mijnheer maal
laat mij bij Marie
Alles wat gij bezit, kind? Hebt gij dan
mijne inlichtingen van zoo even in het geheel
piet begrepen? Uw kapitaaltje geeft u slechts
was, evenals prinses Beatrice, in zwaren rouw
gehuld.
In den vroegen ochtend van den 29eB April
wordt de Osborne opnieuw hier verwacht met Z.
K. H. den prins van Wales aan boord, die de
verdere reis naar Darmstadt per gewonen mail-
trein zal vervolgen.
De Osborne zal dan waarschijnlijk te Ylissingen
de terugkomst uit Darmstadt van H. M. de ko
ningin blijven afwachten.
Volgens de N. R. Crt zal de beer Geerling als
minister van marine aftreden. Waarom?
Volgens den Haagscben correspondent der Arnh.
Crt is de regeering erin geslaagd met Frankrijk
een nieuw verdrag van handel en scheepvaart te
sluiten, waarbij aan onzen handel de behandeling
op den voet der meest begunstigde natie wordt
toegezegd.
Prof. Alb. Thijm schrijft in bet D. v. N. over
onderwijs-nentraliteit. Volgens hem is in onze
wetten de uitdrukking neutraal onderwijs onbe
kend, en al wat een wettig optredend onderwijzer
voor waar houdt, mag hij leerenal wat bij voor
recht houdt, mag hij in zijn onderwijs voorstaan
maar hij mag den leerlingen niet inprenten
wat tekort-doèt aan den eerbied, dien men der
godsdienstovertaiging van andersdenkenden" (zoo
als de wet zegt) verschuldigd is.
Als voorbeeld geeft hij bet volgende De onder
wijzer mag niet leererr, dat Luther wèl beeft
gedaan de bekende (noch vermaarde, noch
beruchte te noemen) 95 stellingen aan de
slotkerk van Wittenberg aan te plakken. Maai
de onderwijzer behoeft bet feit niet te verzwijgen
in tegendeelhij behoort het te herhalen, en is
volkomen bevoegd den leerlingen mede te deelen,
hoe over het feit door schrijvers van verschillende
gezindheid geoordeeld wordt.
Verder schrijft hij»Een onderwijzer, die eerbied
voor de wet beeft, zal, bij historische verschijnsels
als dit, niet geven een eigen waardeering van de
prijslijkheid of berispelijkheid der handeling, maar
zal, op zeker punt, gevende geschiedenis van
de geschiedenis. Is een feit-zelf niet algemeen
erkend, ook dan zal bij zeggendezulken
houden het vast, anderen ontkennen het. Bij
duizend zaken kan de onderwijzer een eigen oor
deel en waardeering uitsprekenbij het duizend
en-eerste zal bij zich daarvan onthouden en zich
vergenoegen met te verhalen, hoe er over de zaak
gedacht wordt.
»Ik erken, dat het aangenaam is, wanneer men
voor een persoon of een feit in een edel vuur kan
ontstekenik ben de eerste, om een bezield
onderwijs, waarbij men bewondert of verwerpt,
onontbeerlijk te rekenen maar niet alle waarheid
is geschikt altijd en overal verkondigd te worden,
al staat zij ons nog zoo glansrijk voor den geest.
De onderwijzer zal zich matigen in zijn geestdrilt
voor den »vurigen," den »moedigen" dr Martin
Luther zoowel als voor den ^geleerden," »gevoeli-
een jaarlij ksche rente van drie honderd Marken;
dat is niet veel meer dan gjj voor uwe kleeding
noodig- hebten bedenk dan eens wanneer ik
vroeg of laat kom te sterven ik ben ook niet
jong meer en nooit heel sterk geweest wat
dan
Paula staarde verstrooid voor zich uit en ant
woordde niet.
- »Hebt gjj mjj-verstaan, kind?"
„Ja".
>Kom, ga zitten en laat ons ernstig praten.
Wat meent gij te kunnen doen voor de kost."
»Niets. Volstrekt niets" riep Paula snik
kende uit; „moeder zei altijd dat ik nergens voor
deugde dan om in de boeken te zitten."
»Dat zegt mijn vrouw helaas! ook" dacht
mijnheer Arnoldmaar hij zei op bemoedigenden
toon „Als gij dan zooveel in de boeken gezeten
hebt, moet gij toch ook iets geleerd hebben, of
hebt gij soms alleen romans gelezen?"
- Meestal" antwoordde zij openhartig, „maar
ik bestudeerde ook de classieken en de vreemde
talen."
Talen dus. Dat zou gaan. Fransch en
Engelseh
„Ja. Ik kan beide talen spreken en schrij
ven".
Dat is reeds iets; daarbij een niet onaardig
muzikaal talent en misschien nog wat geschiedenis
en aardrijkskunde
Paula schudde het hoofd. »Ik weet niet genoeg
om les te kunnen geven".
gen" en »schoonen" prof. Johan Tetzel. Hem
staat alleszins vrij te zeggen, hoe er al zoo over
beiden geoordeeld wordt. In onzen tijd, dié er
ten zeerste op uit is aller overtuigingen recht te
doen, te hooren en te wederhooren, is de ge
schiedenis der geschiedenis meer dan ooit op haar
plaats, en kan zij bij uitzondering, in sommige
kiesche stoffen, roet den besten uitslag de plaats
der geschiedenis-zelve innemen."
De Société des Agriculteurs de France heeft aan
het uitvoerend comité der internationale land
bouwtentoonstelling, in Aug. te Amsterdam te
houden, bericht, dat eene commissie door die
maatschappij benoemd, de tentoonstelling zal be
zoeken en belast is daarvan een uitgebreid ver
slag te leveren.
Dit bericht, dat de belangstelling ook van het
buitenland in de eerste internationale landbouw
tentoonstelling in ons vaderland doet kennen, gaat
vergezeld van de belangrijke kennisgeving, dat
die commissie in overleg met de leden van de
jury eere-prijzen aan inzenders zal kunnen toe
kennen, die uit naam der 5000 leden dier maat
schappij, vertegenwoordigende de landbouw van
geheel Frankrijk, worden aangeboden. Ter beschik
king dier commissie zijn daartoe gesteld een
kunstvoorwerp alsmede een zeker aantal gouden
en zilveren medailles.
De voorzitter der maatschappij voegt bij dit
bericht de verzekering, dat de maatschappij zich
gelukkig gevoelt daardoor een bewijs van belang
stelling ook van de gevoelens van vriendschap
die de beide landen vereenigt, te kunnen geven.
Zeker zal dit bericht door allen die in deze
werkelijk zoo nationale zaak belangstellen worden
toegejuicht.
De voordracht voor secretaris der gemeente Am
sterdam, ter voorziening in de vacature ontstaan
door het bedanken van den heer mr J. De Neuf-
ville, bestaat uit twee Amsterdammers, nl. de
beeren mr D. B. Le Jolle, hoofdcommies ter ge
meente-secretarie 2e afd. (financiën), en A. Van
der Eist Az., id. 3e en 6e afd. (armwezen en on
derwijs).
Waar was gisteravond ons muzikaal publiek,
dat in den regel de Concertzaal vult? Was de
naam van professor James Kwast, die eenmaal na
zijn optreden met de beeren Von Königslöw en
Cleuver zulke aangename berinneringen achterliet,
niet voldoende om allen die de muziek liefhebben
naar de Groenmarkt te trekken Ging het lente
zonnetje te schoon onder, of vreesde men
dat twee executanten niet bij machte zouden zijn
de aandacht tot het einde te boeien Ach, wat
hebben zij die wegbleven voorbij laten gaan
De heer Kwast uit Frankfort had met zich
medegebracht eene jeugdige zangeres, eene leerling
van mevrouw Viardot, mejuffrouw Vermehren, die
reeds meermalen in Frankfort met succes was
opgetreden. De kennismaking met deze veelbe
lovende zangeres was ons bjjzonder aangenaam.
»Dan helpt men zich voort met goede leer
boeken", troostte de voogd.
„Maar ik wil geen kleine kinderen onder
wijzen" riep Paula weer snikkende uit »zij zijn
altemaal ondeugend en verbitteren iemand bet
levenik ben nog zoo jong
De advocaat veegde opnieuw zijne brilleglazen
af, zette een hoogst bedenkelijk gezicht en sprak
daarop langzaam, met nadruk op elk woord
„Dan blijft er nog een uitweg voor u over.
De koopman Frederik Ritter, in wiens buis gij
met uwe ouders gewoond hebt, mag u gaarne
lijden. Hij is geneigd om u tot vrouw te nemen
en u aldus van alle zorgen voor de toekomst te
ontheffen. Ik vind wel dat gij voor den bijna
veertigjarigen man wat jong zijt, en heb hem ook
daarop gewezen, maar hij meent daaroverheen te
kunnen stappen en heeft mij verzocht de zaak
met u te bespreken".
Paula zag baar voogd verbaasd aan en van
lieverlede kwam er een ondeugend lachje in de
betraande oogen.
»Wel kind, wat zegt ge? Dat is een blijde
verrassing, niet waar
„Blijde gichelde Paula, „laten wij liever
zeggen grappige. Frederik Ritter, die mjj toen
ik schoolging altijd chocolade en koekjes gaf; die
mijne themas voor mij na keek; die mij altijd in
bescherming nam, als moeder mij verweet dat ik
tot niets in staat was en dat de man, dien ik een
maal zou krijgen, te beklagen was die wil met
mjj trouwen Dat is bepaald kluchtigZij
Zij bezit een zeer schoon altgeluid met een ver-
bazenden omvang, en draagt voor met dramatischen
gloed zij zingt onberispelijk zuiver en weet aan
baar toon een edele reinheid te geven, die treft.
Naar het ons voorkomt heeft mejuffrouw Ver
mehren grooten aanleg voor dramatische partijen,
dit bewees baar aria uit de Romeo en Julia van
den Italiaanscben componist Vaccajhet bleek
ook uit de meeste door haar voorgedragen liederen
J'en mourrai van Pauline Viardot, Nur wer die
Sehnsucht kennt van den Rus Tschaikowsky, Loc-
kung van Dessauer, en Genesung van Robert Franz.
Bij de aria van Handel was eenige schroom niet
te miskennen, al kwam zij ook geheel tot haar
recht. Geen wonder, dat de zangeres na zoovele
proeven van groot talent op harteljjke wijze werd
toegejuicht, zoodat zij nog bet 'Lithauisches Lied
van Chopin ten beste gaf. Geen wonder, dat wij
te dezer plaats bij een woord van erkentelijkheid
den wensch voegen, dat tusschen de eerste ken
nismaking en de tweede een niet al te lange
tusscbenruimte liggen moge 1 Eéne opmerking nog,
doch niet aan baar adres bet was jammer, dat
de tekst der liederen niet op de programma's was
afgedrukt.
Professor Kwast beeft zijn naam van uitnemend
pianist gehandhaafd, zijn naam van componist
verhoogd. Zijn bewonderenswaardige aanslag, de
zekerheid van zijn treffen, zijne merkwaardig
schoone wijze van schakeeren vonden ook nu weder
de meest openhartige erkenning. Hoe heerlijk
werd Cbopin weergegeven, van wien de heer
Kwast het Scherzo in bmoll, de Nocturne in fis-
dur en de Valse in as-dur voordroeg Hoe boeiden
de Rhapsodieën (op 79) van Brahms, al bleven zij
boven veler begrip. Hoe genoten allen bij de
sonate (op. 27 n° 2) van den eenigen Beethoven
Van eigen compositie gaf de beer Kwast een
Capriccio, eene wel wat langdradige maar belang
wekkende Serenata, en eene Valse-Caprice vol
effect. Als toegift speelde hij den bekenden Pol-
nischen National Tanz van Scbarwenka. Dat al
deze nummers met onverdeeld genot van den aan
vang tot bet einde werden aangeboord, ligt voor
een -gedeelte ook aan het uitstekend instrument,
dat de pianist bespeelde en dat voor deze gele
genheid uit Dusseldorp was gezonden bet was
een in alle opzichten schoone concertvleugel uit
de fabriek van Edmund Klems in Dusseldorp.
Het concert van gisteravond was er een gelijk
wij zelden in Middelburg te hooren krijgen.
Het niet talrijk maar zeer welwillend gestemd
publiek kreeg een gebeelen avond te genieten
de grootsten in het rijk der toonkunst werden
vertolkt met den echten schoonheidszin, met de
edele opvatting, die slechts den waarachtigen.
ernstigen kunstenaars eigen is. Verheven poëzie
sprak uit den eenvoud waarmede zich zelf bewuste
talenten met waardigheid optraden. En wanneer
niet alle aanwezigen, met volle teugen genietend,
oogenblikken hebben doorleefd, waarin zij, ontvoerd
aan de alledaagschheid, eene Ahnung kregen van
die hoogere sfeeren, waar niets dan wat schoon is
gezien, niets dan wat welluidt gehoord wordt
droogde hare laatste tranen af en lachte luidkeels-
»Het is volstrekt niet om te lachen" zei
mijnheer Arnold boos »als een braaf man u zijn
bescherming aanbiedt en ik verzoek u die zaak
ernstig te behandelen".
„Goed dan zullen wij haar ernstig behan*
delen. Gij hebt gelijk dat ik te jong en te onte-
dreven ben voor een man van achtendertig jaar.
Ik ben buitendien veel te jong om te trouwen en
wil niemand ongelukkig maken".
Gij zoudt toch een weinig uw best kunneü
doeneen andere man zou u als een vader leiden
en voorthelpen dat zou zeer heilzaam voor it
zijn dan waart gij in een veilige haven, en beschut
voor de stormen, die u zeker zullen omringen
zoodra gij alleen de wijde wereld ingaat. Bedenk
dus goed wat gij doet. Ik zal u tijd laten. Als gjj tot
een besluit gekomen zijt kunt gij bet mij mede-»
deelen". Dit gezegd hebbende greep de advocaat
naar zijn pen en zette zich tot schrijven een
teeken voor Paula dat het onderhoud afgeloopen
was. Zij maakte een kleine buiging en verliet
bet vertrek. Toen zij de deur opende stoof een
lange magere gedaante, die door het sleutelgat
geluisterd hadverschrikt -achteruit. Het was
mevrouw Arnold. Zij kleurde tot aan hare slapen
toen Paula haar met een vragende blik aanzag
en vroeg
„Wat deedt gij zoo lang bij mijn man
Gij hadt een levendig gesprek naar bet schijnt
»Wij spraken over mijn toekomst".
Wordt vervolgd.}