BUITENLAND. Handelsberichten. Emanuel Geibel. OPSTANDING. Graanmarkten, enz. 1.16 Gedrukt bij De Gebroeders Abrahams, te Middelburg. verlicht en haar opbrengst verhoogd. En dan zou bv. nog het gedistilleerd kunnen worden verhoogd. In een der afdeelingen berekende men, dat het tekort op den gewonen dienst voor 1885 zou kun nen teruggebracht worden op hoogstens 3 millioen, ruimschoots te vinden uitverhoogde opbrengst van den suikeraccijns 1$ millioen; gedistilleerd verhooging mede 14 millioen; wijziging van de zegelwet 3 ton opheffing van den vrijdom voor gebouwde eigendommen 50.000. Een groot aantal leden wenschten zich hun oordeel over de verdere flnancieele plannen der regeering geheel voor te behouden. Zij wilden met de oplossing van het belasting vraagstuk, na al het vroeger gebeurde, nu eens een begin ge maakt te zien. Deze klassenbelasting wilden zij aannemen, in het vertrouwen dat de daaraan ver bonden gebreken in de praktijk voldoende zouden blijken en gaandeweg zouden worden weggenomen. Het beginsel van deze belasting achtten zij juist en de jaarlijksche bepaling van het percentage geeft er een gewenschte elasticiteit aan voor het vervolg en zou tevens een prikkel zijn tot zuinig beheer. Verscheidene andere leden waren daarentegen van oordeel, dat deze voordracht en de nog te volgen het noodzakelijk verband tusschen directe en indirecte belastingen geheel zullen verbreken. Veeleer komen - - ook met 't oog vooral op het geen door de provinciën en gemeenten geheven wordt de indirecte belastingen voor uitbreiding in aanmerking. Zoolang deze derhalve niet ver sterkt zijn, was men ongenegen om tot invoering van een nieuwe, moeielijk te innen directe belas ting mee te werken. Sommige dezer leden achtten zelfs het beginsel, waarop de voorgestelde klassen- belasting berust, onjuist, en betoogden dat het bedrag, hetwelk ieder belastingschuldige had op te brengen, veeleer moest worden geregeld naar het genot, dat hij uit den publieken dienst trekt, eerder dan naar zijn inkomen. Deze grondregel kan veel beter worden toege past bij een stelsel van indirecte belastingen, dan bij een zoodanig, waarin de directe belastingen de hoofdrol spelen. Ook werd de wenschelijkheid betoogd van de verhooging van verscheiden in voerrechten, ook in het belang van de nijverheid. In de elasticiteit der klassenbelasting zagen deze leden veeleer een groot gevaar dan een voordeel. Bij een wisselend percentage zou men het belas tingstelsel verder laten rusten en aan de wenschen tot opdrijving van de uitgaven zou maar al te gereedeljjk worden toegegeven. Ook zou door de veranderlijkheid van het bedrag der belasting in het kiezerspersoneel een groote instabiliteit worden gebracht. Zeer ongewenscht vooral aan den voor avond van een grondwetsherziening. Over de bekende vraag, of de grondbelasting als een zakelijke last, op den grondeigendom rustende, dan wel als een belasting op de inkomsten uit het grondbezit moet beschouwd worden, liepen ook nu weder de gevoelens uiteen. Eenerzijds werd aangevoerd, dat de grondbelas ting sedert onheugelijke tijden onafscheidelijk met den grond verbonden is. De belasting rust niet op den persoon van den grondeigenaar. Hier zal niet de eigenaar van den grond als zoodanig, maar de ingezetenen persoonlijk worden getroffen, en de waarde van den grond blijft onaangetast. Zelfs kan men zeggen, dat de invoering van deze belasting in het belang der grondeigenaars zal zijn, in zoover zij zal leiden tot het fixeeren van de grondbelasting. Verhoogt men niet de grond belasting, dan kan, na de herziening van de be lastbare opbrengst, de aanslag der grondeigenaars of kan het u niet schelen dat gij het mijne ver woest hebt sik? Het uwe? Uw leven verwoest? Wat bedoelt gij? O! Flora! Flora!" - vervolgde hjj als ging hem eensklaps een licht opsik heb u slechts liefgehad als een zuster!" Meer hoorde ik niet. Ik liep de kamer uit om boven lucht te geven aan de smart en de schaamte, die mij dreigden te doen stikken. Marie herstelde, dat wil zeggen haar wond genas, maar zij bleef altjjd min of meer ziekelijk. Intusschen liep de oorlog teneinde en ik nam afscheid van de dier bare, oude hoevewaar ik zooveel geluk en zoo veel leed gekend had. Want ik kon er niet langer blijven. Men had mij niet noodig en Tom was blij dat ik heenging. Zou hjj mij ooit vergeven? sVaarwel Tom", was mijn laatste woord. Eenmaal zult gij Marie huwen en dan zult gij misschien leeren zachter over mjj te oordeelen; maar ik kom hier nooit terug, tenzij gjj mij zelf schrijft en mij uitnoodigt". Ik ging naar New-York en werd verpleegster in een der groote hospitalen. Ik vond goede vrienden, deed mijn werk met lust en had na eenigen tijd gedeeltelijk mijn kalmte teruggekregen, Ik vernam dat Tom en Marie gehuwd waren en op de oude hoeve woonden. Daarna hoorde ik jaren lang niets van hen. Zou het woord: ver giffenis" waarnaar ik nog altijd snakte dan nooit komen in de klassenbelasting bjj de regeling van de grond belasting in aanmerking genomen worden. Anderzijds werd ook de meening dat de grond belasting hier te lande wel degelijk op de inkom sten uit het grondbezit drukt en dat die inkomsten daarom in geen geval nogmaals door een klassen belasting behooren te worden getroffen, met klem verdedigd. Het is nauwelijks meer aan twijfel onderhevig, dat de grondbelasting, naar de begin selen onzer belastingwetgeving, als een werkelijke belasting is te beschouwen. Nu reeds wordt geen enkele soort van eigendom hier te lande zoo zwaar belast als het grondbezit. Men komt met de mutatierechten en met de klas senbelasting, van den tienden op den zevenden penning, die van de inkomsten uit het grondbezit zou worden geheven. En dan nog dreigen deze niet te verbergen inkomsten nog zwaarder getroffen te zullen worden dan die uit effecten en uit handel en bedrijf. De prijs der landerijen moge ook vroeger gestegen zijn, thans is hij ge middeld een derde lager dan een tiental jaren geleden. En voor den kleinen landbouwer dient de grond niet voor kapitaal belegging, maar voor zijn bedrijf. Men zou dus voor hem zeker niet de grondbelasting mogen behouden waar voor anderen het patentrecht in de klassenbelasting zou opge lost zijn. Bovendien wordt nu reeds de grondbelasting met verhooging bedreigd na de herziening van de belastbare opbrengst. Er waren echter leden, die voor de inkomsten uit den grond met eenigszins lager percentage van de klassenbelasting tevreden zouden zijn. Daar door zou rekening worden gehouden zoowel met de grondbelasting als met het feit dat het grondbezit slechts zeer matige renten pleegt af te werpen. Het aannemen van een anderen maatstaf van heffing ten aanzien der inkomsten uit den grond eigendom, wordt ook aanbevolen in een afzonder lijke nota van den heer Bastert. Slot volgt.) Het kan niet geloochend worden, dat zeer vele Nederlanders, die zich met vreemde literatuur ophouden, eer naar werken grijpen die de Parij- sche uitgeversnamen Dentu, Charpentier of Lemerre dragen, dan naar de producten onzer Germaansche naburen. Hoe dit verschijnsel te verklaren Is de geest der Fransche letterkunde gedurende de laatste 25 jaren zoo aantrekkelijk, zoo onweer staanbaar, zoo beantwoordend aan onze behoeften en onze idealen? Of moet men 't wijten aan de sfeer van den tijd, waarin wij ons bewegen, dat de stof en de hartstochten, welke bij de Fransche romandich ters op den voorgrond staan, vuriger belangstelling wekken dan de idee, die bij deDuitsche hoofdzaak is? Welk een verschil biedt de vergelijking tusschen beider letterkunde uit de laatste decennia! In Frankrijk, waar in den roman Emile Zola met zijne kleine navolgers den scepter voeren, klaagt men over gebrek aan dichters, al mag men dankbaar wijzen op talentvolle jongeren, maar aan dichters, die de moeilijkste wereldraadselen zich ter oplos sing voorleggen, die de maatschappij hunner fan tasie hervormen naar het ideaal in hun hart, die hun tijd een spiegelbeeld voorhouden, waarin ook de aesthetische dissonanten door eene dichterlijke verbeeldingskracht ter oplossing komen. Zoo vindt men er aan gene zijde van den Rijn te over noem slechts Arndt, die in '13 het eerst de heilige kleuren rood, goud en zwart in gloeiende liederen ver heerlijkte Anastasius Grün, den warmen kampioen voor de constitutioneele vrijheid tegen Metternich; Gützkow, Laube, leden van het jonge Duitschland Eindelijk, toen ik bijna alle hoop had opgegeven, kwam het in den vorm van een telegram »F 10 r a wilt gij tot ons komen. Wij zijn in n 0 0 d. To m". Ik ging natuurljjk en vond zijn vrouw en drie kinderen door roodvonk aangetast. Oom en tante waren sedert eenigen tijd overleden en hp wist niet wat hij beginnen moest. Ik paste hen op en, met uitzondering van de zuigeling, herstelden zij allen. Ik verliet hen niet vóór dat Marie haar gewone plaats beneden weer kon innemen. En nu ga ik elk jaar naar Tom toe. De kin deren noemen mjj tante Flora en Marie zegt dat ik een tooverheks ben; want sedert ik haar opge past heb is zij veel sterker dan vóór dat zij rood vonk kreeg. Yoor Tom ben ik als van ouds azjjn goede zuster". GIXDE. van '30; in het noorden den onnavolgbaren Fritz Reuter, in het zuiden den fieren Hoffmann Von Fallerslebenen eindelijk de beide gunstelingen van het hof te München, den schitterenden novellen- schrijver en den lyrischen dweper, Paul Heyse en Emanuel Geibel. Voor u, lezer, is het immers niet noodig een pleidooi te leveren voor het goed recht der lyri sche poëzie gij zjjt wellicht niet een dier uiter mate praktische lieden onzer dagen, die, aan elk verheven gevoel, aan iedere meer dan alledaagsche gedachte vreemd, een duren haat gezworen hebben aan alle uiting der poëzie. En al waart ge met hart en ziel de overtuiging toegedaan dat in onzen tijd van strenge wetenschap en harden arbeid geen plaats is voor de beminnelijke tokkelaars op de harpe des gevoels, maar alleen voor dichters, zieners, die de resultaten der geschiedenis in zich verwerkend profeteeren van den tijd die komen zal ook dan nog behoeft gij u niet af te wenden van den man, aan wiens stem het gan- sche Duitsche volk het oor leende en zal blijven leenen. Terwijl we dit schrijven wordt Emanuel Geibel naar de laatste rustplaats gebracht, hij die aan een zijner meest bekende gedichten den naam Cita mors ruit gegeven heeftDer schnellste Reiter ist der Tod." Geibel is op 68jarigen leeftijd door dien vwahren Fürst der Welt" onderworpen hij werd geboren in het jaar van Duitschland's be vrijding van het Fransche juk. In die halve eeuw heeft Geibel gearbeid voor het Duitsche volk. Reeds in 1840, na zijn terugkeer uit Athene, waar bij huisleeraar was geweest bij den Russischen gezant, en waar de reine en edele vormen, de klassieke schoonheid op het gemoed van den jon geling onuitwischbare indrukken gemaakt hadden, in dat jaar verscheen zijn eerste Liederbuch. Het maakte grooten opgang, zoo groot als in Duitsch land nog niet was gezien. En het is te begrijpen, dat deze zoo warm gevoelde, in den vorm zoo onberispelijke en welluidende liederen een zeer dankbaren bodem vonden, want in de dagen na de Pruisische troonwisseling, in die dagen van ont spanning, verslagenheid en grootspreken) moest de reine, volle stem van den zanger weldadig werken, en naast het ruwe ongeloof en het radicalisme, op welks hoogten frostige Sonnen leuchten," was de kloekheid en de kinderlijk geloovige zin van Emanuel Geibel verkwikkend. In 1862 werd de dichter, die een niet te ruim jaargeld van den koning genoot om zich aan zijn beroep te kunnen wijden, door koning Maximiliaan naar München geroepen. Hier bleef hij velejarenf gelukkig levend met Paul Heyse, Hermann Lingg en Hans Hopfen, totdat niet alleen door den dood van koning Maximiliaan, wien de dichter een waardige gedenkzuil stichtte, maar ook door het verlies zijner jeugdige gade München alle bekoor lijkheid begon te verliezen. Daarbij kwam, dat de Beieren hem na zijn profetischen groet aan koning Wilhelm, Lübeck binnentrekkend, Und sei's als letzter Wunsch gesprochen, Dasz noch dereinst dein Auge sieht, Wie über's Reich ununterbrochen VomFels zum Meer dein Adler~zieht, het leven zoo moeilijk maakten, dat hij besloot naar zijn vaderstad terug te keeren. Sedert dat oogenblik heeft hij Lübeck niet meer verlaten, dan alleen om nu en dan in den heeten zomer aan de zee verademing te zoekenook in Lübeck heeft hij zijn laatste rustplaats gevonden. Geibel heeft zeer vele gedichten geschreven, die zich uitnemenden eigenden om door de muziek te worden vertolkt, en eveneens zeer vele die ons recht geven hem een lyrischen dweper te noemen. Maar men doet verkeerd, wanneer men hem zich voorstelt als een de wereld ontvliedenden droomer, die zich niet bekommert om de woelende menigte buiten en zich opsluit in zijn bespiegelend dichter leven. Neen, duidelijk heeft hij de golving van den tjjdstroom gehoord en met scherpen blik zijn loop nagegaan. Weinigen hebben als hij het eind doel zoo klaar voor oogen gehad, weinigen met zooveel moed en hardnekkigheid daaraan vast gehouden. Reeds uit zijne eerste liederen spreekt dat machtig verlangen naar de eenheid en de kracht van het Duitsche rijk, en den uitroep van 1844 heeft hij twintig jaren later met even groote hartstocht herhaald Wann doch, wann erscheint der Meister, Der, 0 Deutschland, dich erbaut, Wie die Sehnsucht edler Geister Ahnungsvoll dich langst geschaut O, wann rauschen so verschlungen Eure Farben, Süd und Nord? Harfenspiel der deutschen Zungen, Wann erklingst du im Akkord Den dag, naar welken hij zoo hartstochtelijk verlangde, heeft hij nog beleefd, en van zijne jubelende vreugde getuigen de gedichten Am 3 September, An Deutschland Zur Friedensfeier. Niet alleen warme geestdrift echter en hoop stra len uit zijn gedichten, maar ook heilige veront waardiging en mannelijke toornzoo bij politieke gebeurtenissen als de aanslag, te Kissingen ge pleegd zoo ook waar hij van de roeping des dichters gewaagt en tegen de middelmatigheid strijdt, tegen hen die door den „Preis des markies" zich laten leiden, en van welke hij zegt Kalt sind sie, kalt, und kalt ist ihr Gedicht Sie waren nie vom Hauch des Frühlings trunken, Nie in des Gottes Melodie versunken, Der durch die heil'ge Nacht vernehmbar spricht. Auch füblen sie's, was ihrem Lied gebricht, Und lassen zum Ersatz der Lebensfunken Mit Schmink' und Flattergold die Leiche prunken, Mit eitlem Schimmer, der den Sinn besticht. Zij, die van den dichter verlangen dat hij met de grootste levensvragen zich zal hebben bezigge houden om ze, op zijne wijze opgelost, allen te verkondigen, moeten bij de kennismaking met Emanuel Geibel worden teleurgesteld. Een philo- soof was hij allerminstde vragen, die, steeds on beantwoord blijvend, het hart verkoelen en het gemoed verduisteren, zijn nooit bij hem opgekomen. Daarvoor was zjjn vertrouwen in God te vast, en zijne overtuiging te sterk dat er een Vader wonen moet »überm Sternenzelt." Zijn kinderlijk geloof, dat zich van kerkelijke banden wel had losge maakt, maar tot zijne laatste jaren even vast is gebleven, en dat voor twijfel of ontkenning geen plaats overliet, gloeit in de meeste van Geibel's gedichten. De natuur is voor hem de openbaring van het goddelijke, de liefde een heilig geschenk van boven. En met die geloovigheid en die rein heid vereenigt zich diepe ernst. Voor het grijpen liggen de tallooze liederen die dit bewjjzen. Geibel heeft zich ook aan het drama gewijd, doch zijne König Rodrich, Brunhilde en Sophonibe zijn eer literarische dan dramatische werkenzij bleven dan ook niet lang op de schouwburg pro gramma's. In de eerste plaats is Emanuel Geibel Duitschland's groote lyrische dichter, mannelijk en gevoelvol, de taal beheerschend met ongekende macht, zoowel in de moderne als in de antieke vormen. Hij is dichter, want hij heeft niet alleen op melodischen toon de bewegingen van het men- schelijk hart bezongen, maar gelijkertijd, profe- teerend van het éenig Duitschland, bij zijn volk den drang naar een groot doel gevoed en levendig gehouden. Heden is Geibel begraven. Zijn leven was ar beidzaam, schoon. Lichamelijk ljjden bracht 't hem te over. De scheiding van eene liefhebbende jonge vrouw moet zijn hart voor altijd hebben ge wond »Da schwebst, ein Trostesengel, du herab, Und rührst es sacht, dass es nicht fürder blute Und pflanzest ew'gen Lorbeer auf das Grab." (Naar Emanuel Geibel.) Als iemand sterft, dien g'in uw hart hebt lief gehad Ga met uw smart dan uit naar 't vrije veld In d'eenzaamheid, en wandel onverzeld Aan het strand, in 't bosch langs onbetreden pad. Uw dierbre, om wien gij treurt, die reeds voor goed Begraven werd, komt daar u dan nabjj Als opgestaan uit 't graf, en ademt aan uw zjj, En heilige vrede en troost ontluikt in uw gemoed. Ja, scho oner is hij u dan in zijn vroeger leven, Verheerlijkt door uw smart, een licht straalt voor hem heen. En trouwer ook nooit zal bjj u begeven. 't Wordt Paschen in uw hart verwijderd is de steen Voor eeuwig! en bjj al uw voorwaarts streven Bljjft gjj nu verder met hem éen. Sint Maartensdijk, 11 April. Bjj de heden gehouden voorjaarsmarkt was de aanvoer, evenals de handel, zeer slap. Prijzen werden besteed als volgtvoor slachtvee van 180 tot 200, twee jarige ossen van 140 tot 160, jaarlingen van 80 tot 00biggen werden verkocht tegen 8 it 10. u t h t t f 1 t 1 t 1 V'liastngeii Middelburg Arnemnidea Gom Bergen op Zoom Roosendaal Breda Rotterdam (Beun) (via Zevenbergen) 'j Gravenhage (over Rott. E. IJ, Amsterdam over Rotterdam EIJ. tp.) r Harm.-Br. A'. BS.) v Utrecht Qcrtttrsp.) 'e B ertogenbosch Antwerpen (Stat) Brnssol (Nord) '>riji 'ïlord}. Inin t 1 Dexe trein neemt te Middelburg geen reixiger. Sa'jE. Uj> tfc Keulen Parijs (Nord) Brusiel (Nord) Antwerpen (Etat) 1 Hertogenboscb Amsterdam over Utrecht Ootttrtp. Harm.-Br. [S. 3. 8 0 w Rotterdam Holi. lj.tp Gravenhage (over Rott. H. IJ. 8.) Rotterdam (Benrs) (via Zevenbergen) Breda Roosendaal Bergen op Zoon Goes Amemaidei Middelburg Vlissingon ueteeXent dal op hel daarmede aangeduide gedeelte van het traject alléén rijtxilgee le en te ki, Soepen, die, welke met de boot van Qneenborough sijn aangekomen. a.iHt 641> 1 7,2» 9.80 2,\0 5.10 7 AO Van 5,6S 7. 4 r,ss! 8.40 2 21 5.95 7.3S V 9..41? 2,28 5.88 7.38 8.8 6,98 7,98 10.9 2 50 6. 7.82 8.8 11.6 3 50 7.14 S.lfc 7.54 s.ss 8,40 n.8i 4,12 7.38 fl.Sf 9 8.50 9.12 9.12 19,8 4.53 8.34 10.20 10. - 10. 1.8 6.8 9.27 11.8 4 10.48 10.48 1.50 6.51 10.8 12.7 12.7 3.1 8 5 11.13 11.88 11.87 .4,9? 8.55 12.16 19 14 - 10,22 >0.22 1.47 6 9 9.42 io.sa 10.86 10.36 S 5 45 9,48 i 1. .Sb li .46 1 ,40 16 1.16 9,20 9 20 I! J V 4. --O(v) - 2.6 3.6 fv Het leeren Vlissiugei) alléén 6.— 9.8 1.40 O» 10.45 (n) (n) 7.80 8.22 9.26 (v) 2,33 5.34 6.8 7.85 10.30 4.52 6.42 ».17 1.5 5.23 *7.90 7.93 9.40 5.26 6.16 8.45 3.- 4.45 - 7.30 9.50 3.26 B.20 mm 8.44 11.4 4.43 6 32 5.60 9.30 11 49 5.44 7.13 6.30 10.11 11.8 IS 45 6.89 8.14 7.98 10.51 11.58 2 58 7.90 8.44 7.4» 11.13 19.14 8.97 7.88 8.6S 19.8 1.17 4.48 8J0 9.18 1.40 5.9 9,91 19.38 1.50 5.90 8.50 9.59 9.80 !«7 '.7,— 5,30 9, S UW Van Ter Nenxen 6. 11.45 5.30 Van Gent (Gr. station) 8.34 13.15 j Sas van Gen), 6.25 12.45 6.63 Sekaett 9.16 1.16 I Zelzaete 6.40 1.2' 6.10 Sas van Gent. 9.35 1.40 I Te Gent (Gr. station) 7.25 2.16 6.58 Te Ter Nemen 10. 3 47 6.SO 6.10 6.96 7.- V*n Ter Nemen .11 6.80 Axel 3.48 0 Hnlst 1 7.8 'Pa Bt. Nicolaa» 7.50 MacbeUn 9,26 'I 8.45 10.5 10.90 10.40 11.16 19.97 19.80 19.S0 1.10 1.40 1.40 4.18 4,~ 6.10 6.25 6.43 7.1» 8.30 9.4 Van Antwerpen 0 Mechelen 0 St. Nico'aas J 0 Hnlst 0 Axel 1 v» tm wsini 7.19 10.55 9.6 6.53 10.40 1.47 8.5 11.55 3.90 8.48 12.38 4.80 9.8 1. 4.55 9.96 5.90 T.10 14* 9.11 10.1C 10.15 10.IS 10.» 6.50 6.63 7.80 8.10 8.3 8.80

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 6