Ingezonden stukken.
Scheepvaartberiehten.
Réclames.
Handelsberichten.
Een luchtverschijnsel verklaard.
Ons Gemeentebelang.
De eeösqusestie-
De verjaagde plaaggeest.
Graanmarkten, enz.
Prijzen van Effecten.
was. Daarop zond hetzelfde blad hem in 1870
naar het oorlogsterrein.
Het gelukte Archibald Forbes met den knapzak
op den rug allerwege de eerste te zijn bij Saar-
brücken, bij Sedan, bij Parijs. Maar wat hielp
hem dit? De Morning Advertiser was arm, bezat
niet de middelen voor telegrammen, zoodat de
brieven van Forbes reeds lang door tijdingen der
overige bladen vooraf gegaan waren, wanneer zij
na lange omwegen op het redactiebureau aankwa
men Forbes werd teruggeroepen en ontslagen.
Wanhopig wandelde hij door Fleet Street, niet
wetende hoe hij de belangrijke tijdingen van het
oorlogsterrein zoude verwerken. Ten laatste vatte
hij moed, schreef op een stuk papier zijn naam
en daarbij„verliet drie dagen geleden het Duit-
sche front voor Parijs in het bezit van gewich
tige tijdingen aangaande de belegering," en ging
daarmede naar de bureaux der Times. Aan de
deur werd Forbes door den bediende met een zeer
voornaam lachje ontvangen, en deze kwam weldra
terug met de boodschap, dat hij zijne tijdingen
maar eens moest opschrijven en den hoofdredac
teur ter beoordeeling geven. Afgewezen Was het
blad alwetend en onverschillig voor alle ophelde
ring, of was het bescheid Blechts een uitvlucht,
een afdoener?
Forbes wandelde terug naar Fleet Street om daar
de geluksgodes nog eenmaal, maar voor de laatste
keer, om gunst te vragen. Drie bladen lachten hem
toe: Daily News, Telegraph en Standardhet groot
ste liberale blad, het blad met het ruimst debiet,
en het grootste conservatieve orgaan. Forbes liet het
toeval beslissen, wierp een muntstuk in de lucht,
en stapte naar Daily News. Hij vroeg daar naai
den heer Robinson, den technischen leider van het
blad werd terstond toegelaten, en kreeg op zijn
voorstel het antwoord»Dat klinkt zeker zeer
belangrijkwees zoo goed daarover mij drie ko
lommen te schrijven en vijf guinea's daarvoor per
kolom aan te nemen." Forbes schreef naar hij
zelf verhaalt zoo snel als de wind en verzond
de gevraagde drie kolom binnen drie uren naar
het redactiebureau. Doch zijn voorraad was daar
mede nog niet uitgeput.
Hij vond in het bureau een anderen redacteur
met het nazien van zijn stuk bezig. Die vraagde
hem barsch>Is die schrijverij van u met den
vinger naar de proeven wijzend. »Zoo is het",
antwoordde Forbes. »Goed," ging de redacteur
voort, »wij nemen daarvan zooveel als gij maar
zult kunnen leveren 1"
Kort daarna was Forbes op weg naar Metz als
oorlogs-reporter van Daily News.
Een merkwaardig natuurverschijnsel doet zich in
de laatste jaren voor in Pennsylvania en Porto-Rico.
Twee jaren geleden werd te Philadelphia in het
ZO. een schitterende komeet gezien met een staart
van 2° lengte, die echter even snel verdween als
ze verschenen was. Eenige avonden later was de
komeet echter weer zichtbaardoor den telescoop
gezien bleek ze geen eigenlijke kern 'te bezitten
en verkeerde ze in geen merkbare beweging. Den
volgenden nacht verdween het spook weer en
werd niet meer teruggezien. Zes maanden later
werd in het ZW. weer een zeer schoone komeet
gezien, die, door den telescoop beschouwd, zeer
groote overeenkomst had met bovengenoemde.
Uit de onderzoekingen bleek dat men deze ver
schijnselen niet tot de eigenlijke kometen rekenen,
doch slechts aan atmospherische werkingen toe
schrijven kon.
Gedurende een vol jaar hield men zich met de
Btudie dezer pseudo-kometen bezig en ten slotte
kwam men tot de overtuiging dat slechts ophoo
pingen van zekere gassen, die uit fabrieken op
stijgen, de oorzaak waren van die spookachtige
gedaanten. Uit de, tot 30 en meer voet hooge
stoompijpen, wordt bij zekere werking het gas uit
die pijpen onder hooge drukking weggestooten en
dan verlicht. Het gevolg hiervan is dat er telkens
een komeet ontstaat als het gas uitgespoten wordt,
terwijl de dampkring door haar vochtigheid dit
licht weerkaatst.
Daar deze kometen ook gezien werden ten tijde
dat de horizont zoo heerlijk rood verlicht werd,
welk verschijnsel men terecht in verband bracht
met de vulcanische uitbarsting op Krakatau,
meende men ook genen als een gevolg van deze
te mogen beschouwen, doch ten onrechte, daar
de gassen hier een hoofdrol spelen, zooals ten
duidelijkste bewezen wordt, doordat bij stilstand van
eenige fabrieken het aantal dezer spoken sterk
afneemt.
Als laatste bewijs tegen de echtheid dier kome
ten diene nogdat men deze verschijnselen slechts
op sommige plaatsen der aarde kan waarnemen
en dat geen echte komeet (die zich altjjd buiten
den dampkring beweegt), hoe klein ook, ont
snappen zou aan de waarnemingen van honderden
deskundigen, die slechts de telescopen gereed
houden tot opsporing van nieuwe kometen.
Middelburg, 8 April 1884.
Mijnheer de redacteur.
Dat ik zoo vrjj ben een plaatsje in uw geacht
blad te verzoeken is met eenigen schroom, en met
de meeste bescheidenheid. Want zoo gaarne had
ik gezien dat van meer bevoegde zijde reeds was
uitgesproken wat mij op het hart lag.
Maar dewijl ik toch ook de eer heb tot de
kiezers te behooren is spreken, meen ik, plicht.
Welnu dan, wij hebben, ik geloof wel allen,
het vertrek van onzen geachten stadgenoot, den
heer Nagtglas met leedwezen vernomen. Hij was
een waardig en beminnelijk burger, en een onaf
hankelijk en gemoedelijk gemeenteraadslid. ZEd.
is van ons heengegaan en wij zien op zijn ledigen
zetel. Wie zal dien stoel der eere in onzen raad
bezetten. Wie zal door de liberale kiezers worden
candidaat gesteld
Als wij de weinig liefelijke verhouding van
de leden nagaan, zou men niet zeggenzij be
hooren alle tot éen lichaam.
En wie zal zich in dien toestand een candidatuur
laten welgevallen
De laatste maanden hebben zich in onzen raad
gekenmerkt door een zekeren wrevel, en wij zien
met leedwezen een onderdrukkingzucht van het
burger-element.
Daartegen, meen ik, moet door de kiezers wor
den geprotesteerd.
Ik geloof er is te lang gezwegen.
Iedere slag, onzen vertegenwoordigers
toegebracht, moet, als het wel is, ons pijn doen,
en die slagen, ze komen dan ook werkelijk op
onzen rug, want wij hebben die mannen gekozen,
ze genieten ons vertrouwen, en worden die leden
feitelijk beleedigd, dit kunnen en mogen wij niet
dulden.
Zeer goed gevoelt de burgerij wie het meest
getroffen werd, en voor wie de slagen bestemd zijn.
In een commissie of gemeenteraad mogen geen
standen bestaan; de geheele burgerij, geen stand,
is vertegenwoordigd.
En nu ten slotte de vraagwie zal de plaats
van den waardigen Nagtglas vervullen?
Kiezers, laat ons bij elkander komen, van ge
dachten wisselen opdat een onafhankelijk man
worde gekozen.
Laat ons bij gebrek hoe jammer van een
kiesvereeniging een kiesvergadering beleggen.
Wij slaan dan misschien wel twee vliegen in een slag.
1° Wij stellen een flink onafhankelijk man
candidaaten
2° Wij stichten misschien nog een flinken libe
ralen kieskring.
Dus kiezers V Union fait la force.
F. C. M. Boenders.
Dat wij langzaam vooruitgaan is zeker, wanneer
wij althans vooruitgaan.
Men beweert, dat het aantal, waarover zich de
beschaving uitstrekt, in evenredigheid talrijker is
dan vroeger.
Mogeljjk is het ook, dat ons verlangen naar
vooruitgang te groot is en dat wij daardoor den
vooruitgang miskennen, die werkelijk bestaat.
Gelukkig de philosophen, die, bewust van de
langzaamheid der ontwikkeling, niet trachten het
ontluiken der bloem vóór haar tijd te bewerken.
Door die kunstmatige poging tot bespoediging loopt
toch de bloem gevaar zich niet goed te ontwik
kelen of onrijp af te vallen.
Zou men, door de eedsquaestie nu reeds praktisch
te willen oplossen, niet in strijd handelen met die
verstandige gedragslijn der philosophen
Men weigert een eed af te leggen omdat men
niet gelooft aan het bestaan van een God.
Ik laat nu de schakeringen van een transcendent
(wrekend of niet) of immanent God daar.
Wanneer die eedsweigering niet aan lust om de
attentie te trekken (zoogenaamde aanstellerij) is
toe te schrijven, en dat mogen wij niet vooron
derstellen, welke deugdelijke grond is er dan voor
een dergelijke eedsweigering
Kan iemand, die godloochenaar is, eenig ern
stig bezwaar hebben tegen het afleggen van den
eed, gelijk die bij ons is geformuleerd
De philosoof Yon Holberg, die in de vorige eeuw
leefde, vertelt in zijn onderaardsche reis van Klaas
Klim, waarvan ik slechts de Hollandsche vertaling
bezit, dat gezegde Klaas op de planeet Nazar een
volk ontmoette, dat der Mardaks geheeten, dat in
8 stammen verdeeld was. Een dier stammen, de
«tarn der Nagiri was hierdoor onderscheiden van
de zeven andere stammen, dat zijne leden lang
werpige oogen hadden en dat dientengevolge alle
voorwerpen hun langwerpig voorkwamen.
Doch laat ik Yon Holberg zelf laten spreken:
»Deze stam der Nagiri is de talrijkste en bijge
volg de magtigste.
»Uit dezen stam alleen worden de Staatsregeer-
ders, de Raadsheeren en de Priesters verkooren.
Deeze alleen hebben alle bewind in handen, en
laten niemant nit eenen anderen Stam tot Staats
ambten toe, tenzij hij betuige, dat zekere ronde
schijf, der Zon toegewijd, en op eene verheven
plaats des Tempels gestelt, hem ook langwerpig
voorkomt, en dat hjj die belijdenisse met eede
bevestige.
Deze gewijdde schijf is het voornaamste voor
werp van den Mardakaanschen Godsdienst. Hier
van daan is 't, dat de eerlijkste onderdanen, die
zig niet willen besmetten met de misdaad van
meineedigheid, van alle staatsbedieningen ge weert,
en voor gedurige spotternijen en vervolgingen
blootgestelt worden en hoe zeer zij betuigen dat
zij gelooven moeten 't geen zij met hunne oogen
zien, worden zij egter aangeklaagten 't geen
een gebrek in de natuur is, wordt hen als
kwaadaartigheid of koppigheid aangetegen.
»Het Formulier van eedzweering, 't welk een
iegelijk die tqt bedieningen of eerampten staat
toegelaten te worden onderteekenen moet, is
by na van den volgenden inhoud
»Kaki Manasca Quihompu Miriac Jacku Mesi-
mbrie Caphani Crukkia Manaskar Quebriac Kru-
sundora.
„Dat is ik zweere dat de gewijdde Zon-schijf,
mij langwerpig voorkomt, belovende in dat'ge
voelen tot mijnen laatsten levenssnik te zullen
volharden.
>Deezen eed afgelegt hebbende, worden zjj
verkieslijk verklaard tot bedieningen, en onder
den stam der Nagiri aangenomen.
„Daags na mijne aankomste, terwijl ik, niets
te verzuimen hebbende, over de markt ging wan
delen, zag ik eenen ouden man wegbrengen om
gegeeselt te worden, verselt zijnde van een grooten
troep Cypressenboomen die hem de huid vol
scholden. Yragende wat er te doen was, wierdt
mij geantwoortdat hij een ketter was, en in
't openbaar geleert hadt, dat de Zonschijf hem
vierkant voorkwamwelk verderfelijk gevoelen
hij, niettegenstaande veelvuldige aanmaningen,
halstarrig was blijven aankleven.
Om deeze reden, eene kans willende wagen, of
ik ook regtzinnige oogen had, en binnen den
Tempel der Zonne getreden zijnde, alwaar mij de
gewjjdde schijf ook vierkant scheen te zijngaf
ik mijnen Huiswaard, die onlangs tot het fabryk-
meesterschap der stad verheven was, zulks open-
hartiglijk te kennen.
»Hij, mijn zeggen met een diep gezugt aanhoo-
rende, betuigde my dat dezelve hem ook vierkant
voorkwamdog dat hij zulks aan niemant hadt
durven ontdekken, teneinde hem de regeerende
Stam geen spel mogte maken, en hem zijne be-
dieninge afnemen."
Tot zoover Yon Holberg. Wil nu echter iemand
in ernst kunnen beweren, dat het afleggen van
den eed voor hem een gemoedsbezwaar oplevert,
dan moet zijn gevoelen in strijd zijn1 met hetgeen
hij bij den eed verklaart.
Een lid van een der overige stammen, die geen
langwerpige oogen had, kon niet, zonder zijne
overtuiging geweld aan te doen, zweren dat de
zonschijf langwerpig was.
Ons eedsformulier bevat geen verklaring van
eenige overtuiging het kan dus ook niet tegen
iemands overtuiging strijden.
Wanneer een beschaafde Europeaan onder de
vuuraanbidders verzeild raakte en het eedsformu
lier daar inhield>zoo waarlijk helpe mij het
alverbrandende vuur", welke reden zou er voor
hem bestaan, om het uitspreken van die woorden
te weigeren
De vuuraanbidders zou hij er niet door bekee-
ren, en door het uitspreken van die woorden zou
hij zijne overtuiging geen geweld aandoen.
In den brief van den heer Massee aan den voor
zitter van den Goeschen gemeenteraad wordt als
grond voor zijne eedsweigering opgegeven eerbied
voor de innerlijke overtuiging van anderen.
»Ik kom", schrijft de heer Massee, „niet tot u
om eenige leerstellige woorden uittespreken, omdat
ik eerbied heb voor de innerlijke overtuiging van
andersdenkenden en ik niet belachelijk wil maken
datgene wat voor anderen heilig schijnt."
Dat is zeer elegant uitgedrukt, maar is het iets
'anders dan eene rhetorische wending
Kunnen wij, wanneer wij op het standpunt staan
van ongeloovigen, zeggen dat wij belachelijk ma
ken, wat voor anderen heilig schijnt, wanneer wjj
belooven onzen plicht te zullen vervullen en
daarbij het voorgeschreven eedsformulier nazeggen
Eerbied voor de overtuiging van anderen
Met dat woord wordt vaak geschermd.
Wanneer iemand uit innige geloofsovertuiging
nalaat zijn kinderen inteënten en dientengevolge
aan de pokken laat sterven, kan ik dan ooit eer
bied voor die overtuiging hebben Mij dunkt
neen hoogstens medelijden.
Als wijmet al wat wij thans weten of niet
weteneens verplaatst werden in de tijden van
het oude Griekenland of Rome, toen de priesters
uit de lillende ingewanden der offerdieren of uit
de vlucht der vogelen de godspraken meenden te
lezen en het volk die overtuiging deelde, zouden
wij dan voor die innige overtuiging eerbied koes
teren of wel er medelijdend de schouders over
ophalen en trachten de menschen van die onzin
nige overtuiging door redeneeringen af te brengen?
Zoo ook in den tegenwoordigen tijd. Ook thans
zie ik rondom mij wichelaars en geloovigen van
allerlei slag. Het gros der tegenwoordige men
schen staat nog niet hooger dan hunne Grieksche
of Romeinsche voorgangers.
Het geloof aan een god en spoken, een hemel
en een hel, een godmensch en voorgevoelens,
tafeldans en mirakelen een leven na dit leven
heeft het geloof aan de gezellige goden der Olymp
aan de godmenschen of halfgoden, aan de onder
wereld met hare vreeseljjkheden, aan waarzeggende
ingewanden en vogelvluchten vervangen.
De vorm is veranderd, maar de zaak blijft pre
cies dezelfde.
Eerst hoogst langzaam wijzigen zich de zeden
en gewoonten der volken.
Godsdienst het product van angst, onwetend
heid en overerving zal eerst over eeuwen algemeen
verdwijnen.
-Het is nog zooveel eeuwen niet geleden, dat
onze voorouders de zon of de maan, een steen of
een stuk hout als goden aanbaden.
En wat beteekent een eeuw bij de eeuwigheid
van het heelal
Het geloof zal dan ook nog geruimen tijd welig
tieren, zoolang het machtigste en invloedrijkste
gedeelte der aardbewoners er belang bij heeft, de
groote massa onder het geloof te houden, en
zoolang het zwakste en talrijkste deel der mensch-
heid genoegzame ontwikkeling ontbeert om door
nadenken tot niet geloof te komen.
Deze ziekelijke toestand is altijd het gevolg van
maag- en leverstoornissen. Neemt slechts eenige
Tawits acrscbhk b*ib.b,b<:^ van RICH.
BRANDT, die gij in alle Apotheken voor 70 centen
kunt krijgen, en deze plaaggeest zal spoedig ver
jaagd zijn. Zegt echter niet dat die kwalen van
zelf wel zullen overgaan, dan zult gij onophoude
lijk ermede geplaagd blijven.
Alhier binnengekomen de schoener Minerva,
gezagv. Hansen.
Alle bewoners van de planeet Nazar hadden
de uiterlijke gedaante van hoornen.
(Prijs der plaatsing SO cent per regel.)
AchAls ik maar eenmaal die hoofdpijn kwijt
ware, dat is niet om nit te houden 1
Middelburg, 10 April. Het grootst gedeelte
van den aanvoer van heden was tarwe, die 15
cent lager langzaam werd gekocht. De handel
was gering en de noteering is: goede Walchereche
tarwe 7.85 a ƒ8,10;-rogge nominaal ƒ6.25;
Walchersche wintergerst f 6.10 a 6.25, dito zo-
mergerst 5.30 a 5.40dito witte boonen
13.75 a 14.25; dito bruine boonen 11 a
12 naar qualiteit, dito tuinboonen 7, dito
paardenboonen 7.25; groene Walchersche erwten,
goed van kook, 9.50. Raapolie 36, patentolie
38, lijnolie 24 per vat op 6/w., contant 1
korting; zachte lijnkoeken ƒ13, harde dito ƒ11
per 104- stuks.
gemiddelde marktprijzen.
Middelburg, 10 April. Versche boter 1.15 a
1.25; eieren per 100 stuks 3.80.
ÉLmafceivIkir,.
0 10
»r&AT8LEK»Iïï9Sa. April. April.
SSTederJaRd. Cert. N. W. Sch. 21/g pot. 66»/g 669/ig
dito dit-o dito 3 i? 787/,g 781/g
dito dito dito 4- 1027/g 10215/j,
dito Obl. 1873 1000. 4 1027/g 103
dito dito 1883 4 101 1007/g
België. Obligatien21/g u 687/g
frankrijk. Origin. Lisch. 3 p
SSoagarije. Obl. Leening 1867
fl. 120973/s
dito Goudleening5 n 831/g 83
dito dito fl. 500 6 t 1007/g 1007/g
ïiaiiê. Cert. Adm. Arasterd. .5 j
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 n 651/g 653/g
dito Febr.-Aug. 5 17 65H/jg 651/,
dito Jan.-Juli5 66;yg 66I/2
dito April-Oct, 5 t 671/jg 671/jg
dito dito Goud4 y
Poleis. Obl. Schatkist 1844 4 8215/jg 83
Portugal. Obl. Btl. 1853/80. S 613/d
dito dito 18815 u 90
fï.sislaad. Obl. Hope Sc C.
1798/1815 5 s 983/, 989/ig
Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 581/g
dito dito 6e 1855. 5 803/, 805/s
Obligatien 1862 5 883/,
dito 1864 10005 971/g 967/g
dito 1864 1005 945/8 9,3/,
dito 1877 dito5 911
dito OosterBche le serie. 5 561/, 565/g
dito dito 2e n 5 y 569/,, 506/g
dito dito 3e ir 5 53
dito 1872 gecon. dito5 893/, 90
dito 1873 gecon. dito5 r 893/, 897/g
dito 1850 le Leening dito 41/2 y 913/,
dito 1860 2e Leening dito 41/3 1? 877/g 873/,
dito 1875 geeons. dito 41/, y 821/g 821',
dito 1880 gecons. dito 4 g 719/jg 7 l®/lf
Cert. Hope Co. 1840 4 g
dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842-44. .4 5
Obligatie-Leening 1867/69 4 g 801/g 801',
dito dito 1859. 3 y -
Cert. van Bank-Assign6 g 381/,
Spatie. Obl. Buit. 1867/75. 11/, y
dito dito 1876 ....2 p -—
dito Perpetneele4 p 577/g 5713/jg
dito Binnenl.1000-5000 11/,
Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865. 5 p 9 91,g
dito'geregistreerde173/8 171/s
dito dito I860 6 111', 113/g
Egypte. Obl. Leening 1876.4 s
dito spoorweg dito 1876. 5
Vereer:. Staten Obl. 1877.4 n
dito dito 187641/g y
fö'rsiiHë. Obl. Londen 1865 5 983/, 985 g
dito Leening 1S75.5
aito 1863 10041/,
INDUSTRIEELS EN FINANCIEELB
ONDES-NEMIN0ESL
'Sederl. Afr. Hand.-Y. aand. pot. 162 164
Ned. Hand.-Maatseh. aand.
rescontre5 y 11011/jg 1109/js
Ned. Ind. Handelb, Aand. p 104 105
Stoomvaartm. Java Oblr -
dito Zeeland Aand0
dito dito Prefer, ditop
dito dito Obl5 n
Ouitschland. Cert. Rijksbank
Adm. Amsterdam.
Oostenrijk. Aand. O. H. B. 118
SPOORWE0LEENINGES.
fffederland. Obl. Maats, tot
Expl. van Staat8-Spw. Aand. c
Ned. Cent. pw. Aand. /25Q. y
dito ge8temp. Obl. 50 s
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned. Rijn.Spw. volgef. Aand. a 1133/, 115
N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp.
1875/801571/4 57
Zuid Ooster sp. Obl5 -j
fïongarije. Theisö. Spaorw.
Aand. fl. 200 .5 1031/2
dto dito Ob!5 s 851/g
isalië. Victor Em. sp. Obl. 3 561/g
Znid-ltal. Spw. Obl3 553/, 553/,
Oostenrijk. F. O. Sp. Obl 3
f olea. Wars.-Brom, Aand. 4
Warschau- Weeneu dito. 681/,
•5-nsiand. Gr. Sp. Maats. Aand. 5 s 1241/, 125
dito Hypotb. Obligatien 41/g t 911/2 915/g
dito dito ditoI
Baltisehe Spoorweg Aand. 3 531/g
Ohars-Azow Oblig. 100. 5 s
lelez-Griasi dito6 88 879/jg
Jelez-Orcl dito f 10005 90l/2
Kursk.-Ch.-At. Obl. 100. .5 r
Losowo-Sewastopol 1000. 5 j 843/g 841/g
Morschansk-Sysran. Aand. 5 586/g
Mosk.-Jarolslaw Obl. 100. ,5 1011/g
Mosk.-Kursk dito dito 6 y
Mosk.-Smol. dito dito 5 y
Orel-Vitebsk Obl. dito 5 y 89I/2 893/,
Poti-Tiflis dito 1000. 5 f 901/2 901/,
Riascbk.-Wiasm. Aand 5 581/g 58
Zuid West Spoorw.-Maats. 5 j 573/, 579/ig
Amerika. Cent. Pac. Obl. 3 g
dito California Oregon dito. 6 1017/g
Chic. N.- W. Cert. Aand. j
dito dito le hyp. Cert/1000 7