BUITEN LINDT Réclames. BEZUINIGING. Handelsberichten. Graanmarkten, enz. Prijzen van Effecten. Algemeen Overzicht. De crisis en hare oorzaken. ff ff ff ff ff ff buitengewone, tijdelijke uitgaven. Zij wezen erop dat, in afwachting van de wet van '78, een ach terstand in den schoolbouw was ontstaan, die daarna moest worden ingehaald, en becijferden dat in 1884 op de gemeente-begrootingen reeds 1.400.000 minder zal staan dan in 1883. Deze leden vonden de oorzaak van den financieelen toestand veeleer in het gemeente-belastingstelsel, en achtten den toestand van rjjk en gemeenten nog niet van dien aard dat niet zou kunnen ge vonden worden wat voor een welingericht onder- derwijs noodig is. Tegenover dit oordeel stond dat van een groot aantal leden, dat zonder schade voor het onderwijs een aanmerkelijke bezuiniging kan worden ver kregen. Onder deze waren er, die de wet van '78 hielpen aannemen maar, ofschoon onverzwakt gehecht aan het beginsel der openbare school, zich ernstig beklaagden over de overdrijving in de uitvoering, waardoor het openbaar onderwijs bij velen in discrediet geraakt en de ijver van vele gemeenten verflauwd was. Zij waren dan ook volgaarne bereid tot een ook h. i. alleszins mogelijke bezuiniging mede te werken. De zoodanige nu achtten vele leden zeer goed mogelijk. Ongerijmd noemde zij art. 45, waar dit het rijk verplicht blindelings tej geven wat de gemeenten voteeren in geen andere wet zou men zulk een bepaling handhaven. Bovendien neemt zij den prikkel tot zuinigheid weg, en absorbeeren daardoor de groote gemeenten de beste onderwijs krachten, ten nadeele van het platteland. III. Omvang der herziening. Verscheidene leden wilden ook andere bepalingen herzien art. 16, leeftijd der kinderen voor toelating en macht van gedep. staten om gemeenschappelijke scholen voor aangrenzende gemeenten tot stand te brengen, herhalingsonderwijs, kostbaar schooltoezicht, waarbij de districts-schoolopzieners konden worden gemist, art. 73, te ver gaande verplichting der schoolhoofden tot het geven van inlichtingen, en in het algemeen de centralisatie, waarbij men meer gemeentelijke autonomie, met het oog op plaatselijke toestanden, verlangde. Vele leden gaven aan het voorstel-Mackay de voorkeur, omdat het preventief toezicht op den schoolbouw daardoor vervalt, kweekelingen ruimer in de school worden toegelaten, en de rjjksbjjdrage beter wordt omschreven dan in het reg. ontwerp. Vrij algemeen vraagde men daarbij het gevoelen der reg. over het voorstel-Mackay. IV. Getal onderwijzers. Vele leden waren niet ongenegen tot wijziging van art. 24, doch mits met groote omzichtigheid en niet alleen ter bezuiniginghet paedagogische belang moet den doorslag geven. Daarbij werd vooropgesteld, dat in deze van de persoonlijkheid der onderwijzers alles afhangt. Men begreep echter niet hoe deze min., die in '77 op 40 kinderen 1 onderwijskracht voorstelde, en destjjds betoogde, dat bij aanneming van het cijfer 50 van het onderwjjs geen goede vruchten te wachten waren, thans, zonder argument, den eisch van art. 24 te hoog kon noemen. Zeer vele leden gaven dan, uit een paedagogisch oogpunt, nog de voorkeur aan het voorstel-M. Maar dan alleen zou men met een beperking genoegen nemen, als bleek dat het vereischt getal onderwijzers niet te verkrijgen wasdoch dit is tot dusver volstrekt niet gebleken. Zeer vele leden hadden dus tegen de beperking over wegende paedagogische redenen. Wel echter meende men dat het schooltoezicht perken dient te stellen aan het streven bjj sommige onderwijzers om hun arbeid te verminderen, en werd ook de wensche- ljjkheid van vrouwelijk personeel betoogd. Een groot aantal leden daarentegen, ook voor standers van het openbaar onderwijs, vonden wel overdrijving in het getal onderwijzersonder op merking dat in 1877 ook kweekelingen meetelden, beriepen zjj zich, ter beperking, op het oordeel van ernstige vakmannen en specialiteiten (Farn- combe Sanders) die tegen 60 leerlingen per on derwijzer geen bezwaar zien. Ook wees men er op, dat de wet slechts maxima noemt, die op verre na niet bereikt worden. Overigens beval men aan, da kinderen in twee groepen te verdee- len, die elk daags 3 uren onderwijs zouden ont vangen, wat men voldoende noemde ten platte- lande. Daarbij, in de eerste jaren zullen er niet genoeg onderwijzers zjjn, en het is niet te berekenen, tot welk bedrag de jaarwedden klimmen zouden. Sommige leden wilden voor het platteland min der hooge eischen stellen. Zeer velen hadden bezwaar tegen het midden- cjjfer der leerlingen over het geheele jaar; men moest h. i. rekenen naar de wintermaanden. Ook achtten vele leden verlenging van den termjjn voor art. 24 tot 1888, ook in het ongun stigste geval, voldoende. V. Art. 45. Zeer vele leden zagen in het reg.-voorstel slechts een verplaatsing van lasten de (zwakkere) gemeenten zouden 2 millioen meer te dragen krijgen; te onrechtvaardiger omdat talrjjke, en juist de minst vermogende, gemeenten op den termjjn vertrouwden. Sommigen, die art. 45 afkeurden, wilden het nu echter eerljjk uit voeren. Verscheiden leden verwachtten bovendien van het voorstel eer verzwaring dan vermindering van lasten voor het rjjk; zjj becijferden, dat de wijzi ging weldra den lande ƒ12.000 'sjaars meer zou kosten. Een aantal andere leden, daarentegen, vond in het voorstel een groot voordeel, omdat het de uitkeering zou doen geschieden voor een vast, goed te controleeren object. Thans zjjn er scholen van u. 1. o. die aan de gemeenten niets kosten. Wordt al 2 millioen slechts verplaatst, ten deele zal dit dan betaald worden door gegoede gemeentenmaar de gemeenten zullen dan boven dien wel weten te bezuinigen. Maar men erkende dat het noodig ware, bjj de wet te bepalen over welk maximum van jaarwedde en welk vast ge tal onderwijzers het rjjk vergoeden zou. Deze leden becijferden verder, dat het voorstel der regeeving 270,000 zou doen besparen. Sommige leden merkten nog op, dat de opdrij ving der jaarwedde geen onvermengd kwaad is, daar deze hoogstens voldoende zjjn in vergelijking met die voor andere betrekkingen die minder voorbereiding eischen. Yoorts betoogde men dat, vóór de vergoeding, de schoolgelden moeten worden afgetrokken. VI. Overgang. Zeer vele leden achtten den overgangstermijn der regeering ten eenenmale onaannemelijk. Men zou daardoor buitengewoon onbillijk worden tegenover vele gemeenten. Mins tens tot 1885 dient art. 45 te werken, sommigen wilden zelfs tot 1886. Anderen, die er op wezen dat elke verandering van toestanden onbillijk is voor sommigen, wezen er daarentegen op, dat bjj zulk een verlenging ook daar zou gebouwd worden waar dit niet volstrekt noodig is. VII. Ten slotte werden eenige gegevens van de regeering gevraagd, ter betere beoordeeling, alsook het advies der inspecteurs ter zake art. 24.- Ten aanzien, speciaal, van het voorstel-Mackay c. s. protesteerden verscheiden leden tegen de uitdrukking nieuwe lasten op het reeds zwaar gedrukte volk". Dit paste beter in den mond van demagogen dan van ernstige staatslieden ons volk wordt, zeide men, voorzeker niet zwaar gedrukt. Verwerping van elk financieel voorstel om de onderwijsuitgaven werd voorts »in hooge mate revolutionair" genoemd, en een methode, die, bij combinatie van zulke minderheden, een schrome lijke verwarring zou stichten, tot bederf onzer in stellingen. De opportuniteit van dit voorstel werd verder verschillend beoordeeld. Leden, die de wet van '78 in beginsel afkeurden, gaven nochtans nu in trekking van dit voorstel in overweging. Het lenteweer schijnt ook in de politiek zijn invloed te doen gevoelen, want er is rust en kalmte in die sfeeren. Een gevolg daarvan is dat de min der gewichtige gebeurtenissen veel breeder worden uitgemeten dan haar in gewichtiger tijden zoude overkomen. De jaardag van Bismarck bijvoorbeeld I op 1 April en de kuchjes van keizer Wilhelm of van Gladstone, die beiden met vele andere men- schen verkouden zijn, maken het onderwerp van beschouwingen uit, wier lengte niet met de be langrijkheid der zaak evenredig is. Tot gerust stelling kunnen wij meedeelen, dat Gladstone en keizer Wilhelm beiden flink op den weg der beterschap zijn, en dat Bismarck zijn jaardag, geljjk hij zelf verzekerde, in de beste gezondheid heeft gevierd. Verder vraagt de droevige reis van den prins van Wales met het lijk zijns broeders onze aandacht. Gisterenmorgen is de prins te Parijs aangekomen in gezelschap van den prins van Coburg, den graaf en de gravin van Parijs hij zal zich naar men weet te Cherbourg inschepen op het jacht Osborne, dat geëscorteerd wordt door de Alberta en de Enchantress. Morgenochtend wor den deze vaartuigen te Portsmouth verwacht, waar het lijk met de verschuldigde eerbewijzen zal worden ontvangen; de Duitsche kroonprins zal daarbij tegenwoordig zijn. Te Windsor wordt de St. George-kapel voor de plechtige bijzetting in ge reedheid gebracht. Bij de begrafenis, die Zaterdag middag zal plaats hebben, verwacht men ook den groothertog van Hessen-Darmstadt, en den graaf van Vlaanderen als vertegenwoordiger van den koning der Belgen. Als de zaken in Soudan in den grond niet zoo ernstig waren, zou men er toe komen schik te hebben in de lachwekkende komedie die thans daar wordt afgespeeld. Engeland zendt den man des vredes om de Soudaneezen met vriendelijke woor den tot bedaren te brengen en de garnizoens te ontruimenmet gejuich door de bevolking begroet begint Gordon zijn tegenstander, den Mahdi, te paaien met schijnbare concessies de slavenhandel wordt tot zekere hoogte goedgekeurd, de Valsche Profeet zelf openlijk tot sultan van Kordofan benoemd. Maar, de stemming der Arabieren begint spoedig te veranderen, zoodra zjj hooren hoe diezelfde Britten in een ander gedeelte van het land huishouden en het is met Gordon's over wicht gedaan. Nu hebben de vijandige stammen hem in Khartoum ingesloten, en wat doet de Mahdi? Hij zendt twee afgevaardigden met het eerekleed, een geschenk van Gordon, en laat ze hem dat teruggevendaarbjj moeten zjj sarcastisch genoeg Gordon voorslaan den Islam te omhelzen en hem een Derwisch-kleed aanbieden! Ook den titel van sultan van Kordofan weigert de Mahdi, 't Is geen wonder, dat de generaal thans tot de conclusie is gekomen, dat het beter is met den profeet kogels te wisselen dan zoete broodjes te bakken, 't Is nu de vraag maar, öf en wanneer de Engelsche regeering troepen te hulp zal zenden: »wjj verwachten dageljjks Britsche troepen" schreef de Tïmes-correspondent te Khar toum, „en kunnen niet gelooven, dat wjj door de regeering zullen worden opgegeven." Osman houdt dapper volhjj is de muren van Soeakim gena derd, en poogt nu de bevriende stammen bjj Han- dub en Tamanieh van het water af te snjjden men verwacht weldra met hem een treffen. De admiraal Hewett is, geljjk een laatste bericht ons gisteren meldde, aan boord van de Euryalus naar Massowah vertrokken om te onderhandelen met koning Johannes van Abyssinië. Het lagerhuis heeft, na de aanneming van het adres van rouwbeklag aan de koninkljjke familie, de beraadslaging over de kieswet voortgezet, doch veel belangrjjks bood zjj niet aan. Toch moet herinnerd worden aan eene redevoering van den heer Forster, die het beginsel van uitbreiding van stemrecht zoowel in Ierland als in de overige deelen van het rjjk op welsprekende wjjze heeft verdedigd. Evenals de conservatieven bracht hjj ech ter bedenkingen in tegen het plan der regeering om het cjjfer van de Iersche afgevaardigden in de toekomstige bill of redistribution onveranderd te behouden. Dit gedeelte der rede van den heer Forster, die het voorbeeld van lord Hartington volgde, vond bij de oppositie natuurlijk veel bjj- val. De beraadslaging over de kieswet zal Maan dag of in elk geval vóór de Paaschvacantie afloopen. Sedert eenigen tjjd heerscht er eene gisting in Oosteljjk-Rumelië en Bulgarije. Er wordt in beide landen eene beweging op touw gezet ten gunste van éen onafhankeljjken Bulgaarschen staat. De volmacht, waarmede Aleko-pacha bekleedt is, ver- strjjkt binnen korten tjjd, en dit is voor de hoofden der nationale partjj en voor Rusland een goede reden om de quaestie van de vereeniging der twee landen weer eens aan de orde- te brengen. In Oosteljjk-Rumelië worden herhaaldeljjk bjjeen- komsten gehoudendezer dagen kwamen te Sofia een 3000 personen samen van alle parfjjen, en daar voerden verschillende politici en geeste- ljjken het woord. Een motie werd aangenomen, bjj welke geprotesteerd werd tegen het artikel van het Berljjnsche tractaat, door hetwelk volken van hetzelfde ras en sprekend dezelfde taal van elkaar gescheiden zjjn, en de hoop werd uitgesproken, dat de mogendheden op hare besluiten zullen terugkomen. Zeker is dit pogen der nationale partjj wel erop berekend, om vorst Alexander van Bulgarije onder Rusland's macht gedwee te maken. De Gaceta van Madrid bevat het decreet tot ontbinding der Cortes; de nieuwe verkiezingen worden voor de afgevaardigden op 27 April, voor de senatoren op 8 Mei bepaald. De bjjeenkomst der wetgevende macht is op 20 Mei gesteld. Er zal slechts eene korte zitting zjjn vóór de zomer- vacantie tot aanneming van het adres en van het budget. De handelsverdragen met Italië, Dene marken, Nederland, Zwitserland, Portugal, de Vereenigde Staten en Engeland komen eerst in de najaarszitting aan de orde. CSlot). Twèe feiten schjjnen aldus zeker te zjjn1° vermindering van het muntslaan en samentrek king van het geld, en 2° verlaging der prjjzen. Tot op welke hoogte kan deze verlaging een ver keerden invloed hebben en een oorzaak van crisis zjjn? Dat zjj verliezen medebrengt is klaarbljj- keljjk. Als handelaar koop ik zekere waar om haar met winst te verkoopenals industrieel koop ik van de eerste stof om haar te fabriceeren als ik dit nu doe in een tijd van prijsverlaging, dan zal ik verliezen in plaats van te winnen. Wat hier beweerd wordt is bevestigd door de be langrijke schets die de heeren Sabatier enPirmez van den toestand der Belgische njj verheid hebben gegeven. In het vorige jaar is meer dan ooit ge produceerd hoe komt het dat de producenten zich beklagen Het antwoord ligt voor de handde prjjzen maken de winst te klein. Men heeft zelfs de productie vermeerderd om in de algemeene kosten eene vermindering te verkrijgen, maar men wint niets. De gemiddelde winst der kolen handelaars is geljjk nul geweestde jjzersmelters waren er niet beter aan toe, getuige de Société générale. Door deze omstandigheid wordt de on dernemingsgeest uitgedoofd, gaan de prjjzen om laag en wordt het gebruik der klinkende munt tegengehouden. Ongetwjjfeld wordt na eene reeks van crisissen het evenwicht weer hersteld, en dan zoude er geen kwaad veroorzaakt zjjn, indien niet de schulden bleven bestaan. Het geeft weinig of mjjne inkom sten op de helft worden verminderd, indien alles wat ik koop in dezelfde verhouding minder kost. Ongelukkig bljjven de schulden op dezelfde hoogte, en zjj drukken te meer wjjl de debiteurs zooveel meer waar moeten verkoopen om tot hetzelfde resultaat te geraken. Een kolenkooper, die jaar- Ijjks 100,000 frank aan zjjn schuldeischers moet betalen, moet, wanneer de kolen 10 frank per ton kosten, 10.000 ton verkoopenmaar zoodra de prjjzen de helft dalen moet hjj er 20.000 kwjjt raken. De verlaging der prjjzen komt dus ten nadeele van de producenten, houdt nieuwe onder nemingen tegen, doet het oeconomisch leven afnemen, en wanneer zjj bljjft voortduren komt men tot het eindresultaat, dat van den arbeid te veel wordt geëischt ten voordeele van het kapitaal. Daarom zal ik met alle krachten de muntpolitiek die ons daarheen voert bestrjjden. Eene crisis, die geljjk is aan de tegenwoordige en door dezelfde oorzaken ontstond, deed zich voor na 1820. Terzelfder tjjd dat Engeland afstand deed van de papieren munt was (volgens Soetbeer) de productie der edele metalen, bedragende 265 millioen frank, in het tijdperk van 18011810 gedaald tot 161 millioen, en in het decennium van 18111820 tot 153 millioen. Sismondi beschrjjft de crisis die na 1820 begon met de volgende woorden: „Een kreet van armoede gaat op uit alle fabriek steden der oude wereld, en vindt in de landerjjen der nieuwe wereld een echo. Overal is de handel door eenzelfde verslapping aangetastoveral ont moet men dezelfde onmogeljjkkeid om te verkoo pen. Vjjf jaren minstens geleden is het ljjden begonnen, en het schijnt meer en meer toe te nemen. De vaderlandsche vereenigingen, die in België, in Duitschland gevormd worden met het doel om de vreemde koopwaren buiten te houden, zjjn eveneens een treurig teeken der algemeene ellende. En deze brengt het beschermend stelsel voort, waarom allen vragen." Na gesproken te hebben van het ljjden der industrie-arbeiders gaat Sismondi voort„Geljjk- tjjdig klagen de pachters en de grondbezitters zjj roepen om beschermende wetten en monopolies, en verklaren de concurrentie met den vreemde niet te kunnen volhouden. Inderdaad, vele pach ters gaan failliet, vele grondeigenaars ontdoen zich vrjj willig van het derde of vierde gedeelte hunner hoeven. Eindelijk wijzen de talrjjke branden in oogstvelden en hofsteden op spanning en gisting onder de daglooners, op den kritieken toestand der gansche maatachappjj." Etudes d'économie politi que II, 226). Is deze beschrjjving van Sismondi ook niet op de verschjjnselen van de tegenwoordige crisis van toepassing? In dezen geest sprak de hoogleeraar Emile de Laveleye op de vergadering der Belgische oecono- misten, waar vele mannen van naam, ook uit Parjjs, tegenwoordig waren. Wjj achtten deze rede be- langrjjk genoeg om onzen lezers er eenig denk beeld van te geven. (Prjjs der plaatsing 3© cent per regel.) Zeer dikwjjls, ja in de meeste gevallen werpen lijders aan verstoppingen, bloedaandrang, lever of galkwalen enz., hun geld voor dure genees middelen het venster uitterwjjl zjj door het ge bruik van de ZWlTiERSGHR PILIjKW van den beroemden apotheker R. BRANDT, op snelle, zekere en goedkoope manier van hunne kwaal hadden kunnen verlost zjjn. Te verkrjjgen tegen 70 centen per doos in de apotheken. Men lette er wel op, dat iedere doos als etiquet drage een wit kruis op een rood veld, met de handteekening van RICH. BRANDT. Middelburg, 3 April. Uit Waleheren waren heden een redeljjke aanvoer van tarwe. Van de overige artikelen was bijna niets ter beurs. Van buiten was weinig aan. De handel was gering en de noteering isPuike Walch. tarwe werd gekocht van 8 tot 8.25rogge 6.25 Walch. wintergerst ƒ0.15 lager, ƒ6.15 a ƒ6.25; dito zomergerst 5.40 a 5.50dito witteboonen 13.75 a 14; dito bruineboonen 11.50 a 12 naar qualiteit; dito platteboonen 7; dito paardenboonen 7.25dito groene kookerwten 9.50. In de prjjzen van olieën en koeken is geen verandering. gemiddelde marktprijzen. Middelburg, 3 April. Versche boter 1.20 a 1.30; eieren per 100 stuks 3.30. Ter veemarkt van heden waren aangevoerd 5 paarden, 2 vette ossen, 3 vette vaarzen, 5 kalf- koeien, 4 varekoeien, 12 stuks jong vee, 2 stieren, 1 schaap, 116 magere varkens. De gemiddelde marktprjjzen waren als volgtpaarden 50 a 200, vette ossen 72 a 76 cent per kilo, vette vaarzen 74 a 78 per kilo, kalfkoeien 160 a 200, varekoeien 80 a 120, jong vee 25 a 100, stieren 70 a 130, schapen 15, magere varkens 8 a 25. Italië. Cert. Oostenrijk. dito dito dito dito bTAATSLEENINGEN. Nederland. Cert. N. W. Sch. 2j pet. dito dito dito 3 dito dito dito 4 dito Obl. 1878 1000. 4 dito dito 1883 4 België. Obligatien21 Frankrijk. Origin. Insch. 3 Hongarije. Obl. Leening 1807 fl. 1205 dito Goudleening5 dito dito fl. 500 6 Adm. Amsterd. Obl. Mei-Nov. Febr.-Aug. Jan.-Juli April-Oct. dito Gond Polen. Obl. Schatkist 1844 Portugal. Obl. Btl. 1853/80. dito dito 1881. Busland. Obl. Hope C. 1798/18155 Cert. Inschr. 5e Serie 1854.-. 5 dito dito 6e i, 1855. 5 Obligatien 1862 5 dito 1804 10005 dito 1864 1005 dito 1877 dito5 dito Oostersche le serie. 5 dito dito 2e 5 dito dito Se 5 dito 1872 gecon. dito6 dito 1873 gecon. dito5 dito 1850 le Leening dito dito 1860 2e Leening dito dito 1875 geoons. dito dito 1880 gecons. dito Cert. Hope Co. 1840 dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842 44. Obligatie-Leening 1807/69 dito dito 1859. Cert. van Bank-Assign. Spanje. Obl. Buit. 1867/75. dito dito 1876 dito Perpetneele dito Binnenl. 1000-5000 Turkije. Obl. Alg. Sell. 1865. 5 dfto geregistreerde, dito dito U/a 41/, 41/, 4 4 4 4 3 6 U/4 2 4 U/4 Am sterdam. 1 2 April. April. 66I/4 661/4 781/g 78 1023/4 1023/4 u)37/g 1031/4 10015/16 1 °07/g 601/, 971/2 - 831/4 833/8 1003/4 655/8 66 655/8 657/8 6613/ia 6011/p, 845/I6 821/, 52 891/, 983/4 531/2 807/g 887/8 973/4 943/4 5611/ig 667/8 567/8 901/, 909/16 887/16 823/a 7U/2 80 66I/2 821/, 521/4 90 933/4 8013^5 977/14 947/s 941/a 565/s 563/4 901,4 901/, 883/g 823/g 719/16 801/a 1869 6 Egypte. Obl. Leening 18764 dito spoorweg dito 1876 5 Vereen. Staten Obl. 18774 w dito dito 1876. 41/, n Brazilië. Obl. Londen 1865 5 dito Leening 1S765 dito 1863 10041/2 581/4 581/a 85/8 SU/M 171/g jU/8 67 671/8 Z 101 983/4 983/4 981/4 INDüSTBIEELE EN FINANCIEELK ONDERNEMINGEN, pot. 5 Kederl. Afr. Hand.*V. aand. Ned. Hand.-Maatseh. aand. rescontre5 Ned. Ind. Handelb. Aand. Stoomvaartm. Java Oblk dito Zeeland Aandr dito dito Prefer, dito dito dito Obl5 duitschland. Cert. Rijksbank Adm. Amsterdam Oostenrijk. Aand. O. H. B. SPOORWEGLEBNING EjN, Nederland. Holl. IJz. Spw. Obl. 1871 dito Maats, tot Exploitatie van etaats-Spw. Aand Ned. Cent. pw. Aand. 7250. dito gestemp. Obl. f 50 Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned. Rijn.Spw. voigef. Aand, N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp. 1875/80 Zuid Ooster sp. Obl Hongarije. Theiss. Spoorw. Aand. fl. 200 dto dito Obl Italië. Victor Em. sp. Obl. Polen. Wars.-Brom. Aand. Warschau-Weenen dito. 1601/2 1099/ib 1095/8 dito Hypoth. Obligatien dito dito dito 9 ll81/2 IO8I/2 491/4 73 9 157 157 n 1081/s 104 it 58 583/g 5 99 5 D I0315/i4 5 It 859/IQ 859/u 3 1 571/4 3 s 547/8 55 4 683/^ 69 5 1243/g 124.9/16 41/2 915/s 4 3 531/2 531/2

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 3