BUITEN LINDT
Réclames.
BEZUINIGING.
Handelsberichten.
Graanmarkten, enz.
Prijzen van Effecten.
Algemeen Overzicht.
De crisis en hare oorzaken.
ff
ff
ff
ff
ff
ff
buitengewone, tijdelijke uitgaven. Zij wezen erop
dat, in afwachting van de wet van '78, een ach
terstand in den schoolbouw was ontstaan, die
daarna moest worden ingehaald, en becijferden dat
in 1884 op de gemeente-begrootingen reeds
1.400.000 minder zal staan dan in 1883. Deze
leden vonden de oorzaak van den financieelen
toestand veeleer in het gemeente-belastingstelsel,
en achtten den toestand van rjjk en gemeenten
nog niet van dien aard dat niet zou kunnen ge
vonden worden wat voor een welingericht onder-
derwijs noodig is.
Tegenover dit oordeel stond dat van een groot
aantal leden, dat zonder schade voor het onderwijs
een aanmerkelijke bezuiniging kan worden ver
kregen. Onder deze waren er, die de wet van
'78 hielpen aannemen maar, ofschoon onverzwakt
gehecht aan het beginsel der openbare school, zich
ernstig beklaagden over de overdrijving in de
uitvoering, waardoor het openbaar onderwijs
bij velen in discrediet geraakt en de ijver van
vele gemeenten verflauwd was. Zij waren dan
ook volgaarne bereid tot een ook h. i. alleszins
mogelijke bezuiniging mede te werken.
De zoodanige nu achtten vele leden zeer goed
mogelijk. Ongerijmd noemde zij art. 45, waar dit
het rijk verplicht blindelings tej geven wat de
gemeenten voteeren in geen andere wet zou men
zulk een bepaling handhaven. Bovendien neemt
zij den prikkel tot zuinigheid weg, en absorbeeren
daardoor de groote gemeenten de beste onderwijs
krachten, ten nadeele van het platteland.
III. Omvang der herziening. Verscheidene
leden wilden ook andere bepalingen herzien art.
16, leeftijd der kinderen voor toelating en macht
van gedep. staten om gemeenschappelijke scholen
voor aangrenzende gemeenten tot stand te brengen,
herhalingsonderwijs, kostbaar schooltoezicht,
waarbij de districts-schoolopzieners konden worden
gemist, art. 73, te ver gaande verplichting der
schoolhoofden tot het geven van inlichtingen,
en in het algemeen de centralisatie, waarbij men
meer gemeentelijke autonomie, met het oog op
plaatselijke toestanden, verlangde.
Vele leden gaven aan het voorstel-Mackay de
voorkeur, omdat het preventief toezicht op den
schoolbouw daardoor vervalt, kweekelingen ruimer
in de school worden toegelaten, en de rjjksbjjdrage
beter wordt omschreven dan in het reg. ontwerp.
Vrij algemeen vraagde men daarbij het gevoelen
der reg. over het voorstel-Mackay.
IV. Getal onderwijzers. Vele leden waren
niet ongenegen tot wijziging van art. 24, doch
mits met groote omzichtigheid en niet alleen ter
bezuiniginghet paedagogische belang moet den
doorslag geven. Daarbij werd vooropgesteld, dat
in deze van de persoonlijkheid der onderwijzers
alles afhangt.
Men begreep echter niet hoe deze min., die in
'77 op 40 kinderen 1 onderwijskracht voorstelde,
en destjjds betoogde, dat bij aanneming van het
cijfer 50 van het onderwjjs geen goede vruchten
te wachten waren, thans, zonder argument, den
eisch van art. 24 te hoog kon noemen. Zeer
vele leden gaven dan, uit een paedagogisch
oogpunt, nog de voorkeur aan het voorstel-M.
Maar dan alleen zou men met een beperking
genoegen nemen, als bleek dat het vereischt
getal onderwijzers niet te verkrijgen wasdoch
dit is tot dusver volstrekt niet gebleken. Zeer
vele leden hadden dus tegen de beperking over
wegende paedagogische redenen. Wel echter meende
men dat het schooltoezicht perken dient te stellen
aan het streven bjj sommige onderwijzers om hun
arbeid te verminderen, en werd ook de wensche-
ljjkheid van vrouwelijk personeel betoogd.
Een groot aantal leden daarentegen, ook voor
standers van het openbaar onderwijs, vonden wel
overdrijving in het getal onderwijzersonder op
merking dat in 1877 ook kweekelingen meetelden,
beriepen zjj zich, ter beperking, op het oordeel
van ernstige vakmannen en specialiteiten (Farn-
combe Sanders) die tegen 60 leerlingen per on
derwijzer geen bezwaar zien. Ook wees men er
op, dat de wet slechts maxima noemt, die op
verre na niet bereikt worden. Overigens beval
men aan, da kinderen in twee groepen te verdee-
len, die elk daags 3 uren onderwijs zouden ont
vangen, wat men voldoende noemde ten platte-
lande.
Daarbij, in de eerste jaren zullen er niet genoeg
onderwijzers zjjn, en het is niet te berekenen, tot
welk bedrag de jaarwedden klimmen zouden.
Sommige leden wilden voor het platteland min
der hooge eischen stellen.
Zeer velen hadden bezwaar tegen het midden-
cjjfer der leerlingen over het geheele jaar; men
moest h. i. rekenen naar de wintermaanden.
Ook achtten vele leden verlenging van den
termjjn voor art. 24 tot 1888, ook in het ongun
stigste geval, voldoende.
V. Art. 45. Zeer vele leden zagen in het
reg.-voorstel slechts een verplaatsing van lasten
de (zwakkere) gemeenten zouden 2 millioen meer
te dragen krijgen; te onrechtvaardiger omdat
talrjjke, en juist de minst vermogende, gemeenten
op den termjjn vertrouwden. Sommigen, die art.
45 afkeurden, wilden het nu echter eerljjk uit
voeren.
Verscheiden leden verwachtten bovendien van
het voorstel eer verzwaring dan vermindering van
lasten voor het rjjk; zjj becijferden, dat de wijzi
ging weldra den lande ƒ12.000 'sjaars meer zou
kosten.
Een aantal andere leden, daarentegen, vond in
het voorstel een groot voordeel, omdat het de
uitkeering zou doen geschieden voor een vast,
goed te controleeren object. Thans zjjn er
scholen van u. 1. o. die aan de gemeenten niets
kosten. Wordt al 2 millioen slechts verplaatst,
ten deele zal dit dan betaald worden door gegoede
gemeentenmaar de gemeenten zullen dan boven
dien wel weten te bezuinigen. Maar men erkende
dat het noodig ware, bjj de wet te bepalen over
welk maximum van jaarwedde en welk vast ge
tal onderwijzers het rjjk vergoeden zou.
Deze leden becijferden verder, dat het voorstel
der regeeving 270,000 zou doen besparen.
Sommige leden merkten nog op, dat de opdrij
ving der jaarwedde geen onvermengd kwaad is,
daar deze hoogstens voldoende zjjn in vergelijking
met die voor andere betrekkingen die minder
voorbereiding eischen.
Yoorts betoogde men dat, vóór de vergoeding,
de schoolgelden moeten worden afgetrokken.
VI. Overgang. Zeer vele leden achtten den
overgangstermijn der regeering ten eenenmale
onaannemelijk. Men zou daardoor buitengewoon
onbillijk worden tegenover vele gemeenten. Mins
tens tot 1885 dient art. 45 te werken, sommigen
wilden zelfs tot 1886.
Anderen, die er op wezen dat elke verandering
van toestanden onbillijk is voor sommigen, wezen
er daarentegen op, dat bjj zulk een verlenging
ook daar zou gebouwd worden waar dit niet
volstrekt noodig is.
VII. Ten slotte werden eenige gegevens van
de regeering gevraagd, ter betere beoordeeling,
alsook het advies der inspecteurs ter zake art. 24.-
Ten aanzien, speciaal, van het voorstel-Mackay
c. s. protesteerden verscheiden leden tegen de
uitdrukking nieuwe lasten op het reeds zwaar
gedrukte volk". Dit paste beter in den mond
van demagogen dan van ernstige staatslieden ons
volk wordt, zeide men, voorzeker niet zwaar gedrukt.
Verwerping van elk financieel voorstel om de
onderwijsuitgaven werd voorts »in hooge mate
revolutionair" genoemd, en een methode, die, bij
combinatie van zulke minderheden, een schrome
lijke verwarring zou stichten, tot bederf onzer in
stellingen.
De opportuniteit van dit voorstel werd verder
verschillend beoordeeld. Leden, die de wet van
'78 in beginsel afkeurden, gaven nochtans nu in
trekking van dit voorstel in overweging.
Het lenteweer schijnt ook in de politiek zijn
invloed te doen gevoelen, want er is rust en kalmte
in die sfeeren. Een gevolg daarvan is dat de min
der gewichtige gebeurtenissen veel breeder worden
uitgemeten dan haar in gewichtiger tijden zoude
overkomen. De jaardag van Bismarck bijvoorbeeld I
op 1 April en de kuchjes van keizer Wilhelm of
van Gladstone, die beiden met vele andere men-
schen verkouden zijn, maken het onderwerp van
beschouwingen uit, wier lengte niet met de be
langrijkheid der zaak evenredig is. Tot gerust
stelling kunnen wij meedeelen, dat Gladstone en
keizer Wilhelm beiden flink op den weg der
beterschap zijn, en dat Bismarck zijn jaardag, geljjk
hij zelf verzekerde, in de beste gezondheid heeft
gevierd. Verder vraagt de droevige reis van
den prins van Wales met het lijk zijns broeders
onze aandacht. Gisterenmorgen is de prins te
Parijs aangekomen in gezelschap van den prins
van Coburg, den graaf en de gravin van Parijs
hij zal zich naar men weet te Cherbourg inschepen
op het jacht Osborne, dat geëscorteerd wordt door
de Alberta en de Enchantress. Morgenochtend wor
den deze vaartuigen te Portsmouth verwacht, waar
het lijk met de verschuldigde eerbewijzen zal worden
ontvangen; de Duitsche kroonprins zal daarbij
tegenwoordig zijn. Te Windsor wordt de St.
George-kapel voor de plechtige bijzetting in ge
reedheid gebracht. Bij de begrafenis, die Zaterdag
middag zal plaats hebben, verwacht men ook den
groothertog van Hessen-Darmstadt, en den graaf
van Vlaanderen als vertegenwoordiger van den
koning der Belgen.
Als de zaken in Soudan in den grond niet zoo
ernstig waren, zou men er toe komen schik te
hebben in de lachwekkende komedie die thans
daar wordt afgespeeld. Engeland zendt den man des
vredes om de Soudaneezen met vriendelijke woor
den tot bedaren te brengen en de garnizoens te
ontruimenmet gejuich door de bevolking begroet
begint Gordon zijn tegenstander, den Mahdi, te
paaien met schijnbare concessies de slavenhandel
wordt tot zekere hoogte goedgekeurd, de Valsche
Profeet zelf openlijk tot sultan van Kordofan
benoemd. Maar, de stemming der Arabieren
begint spoedig te veranderen, zoodra zjj hooren
hoe diezelfde Britten in een ander gedeelte van
het land huishouden en het is met Gordon's over
wicht gedaan. Nu hebben de vijandige stammen
hem in Khartoum ingesloten, en wat doet de
Mahdi? Hij zendt twee afgevaardigden met het
eerekleed, een geschenk van Gordon, en laat
ze hem dat teruggevendaarbjj moeten zjj
sarcastisch genoeg Gordon voorslaan den Islam
te omhelzen en hem een Derwisch-kleed aanbieden!
Ook den titel van sultan van Kordofan weigert
de Mahdi, 't Is geen wonder, dat de generaal
thans tot de conclusie is gekomen, dat het beter
is met den profeet kogels te wisselen dan zoete
broodjes te bakken, 't Is nu de vraag maar, öf
en wanneer de Engelsche regeering troepen te hulp
zal zenden: »wjj verwachten dageljjks Britsche
troepen" schreef de Tïmes-correspondent te Khar
toum, „en kunnen niet gelooven, dat wjj door de
regeering zullen worden opgegeven." Osman houdt
dapper volhjj is de muren van Soeakim gena
derd, en poogt nu de bevriende stammen bjj Han-
dub en Tamanieh van het water af te snjjden
men verwacht weldra met hem een treffen. De
admiraal Hewett is, geljjk een laatste bericht ons
gisteren meldde, aan boord van de Euryalus naar
Massowah vertrokken om te onderhandelen met
koning Johannes van Abyssinië.
Het lagerhuis heeft, na de aanneming van het
adres van rouwbeklag aan de koninkljjke familie,
de beraadslaging over de kieswet voortgezet, doch
veel belangrjjks bood zjj niet aan. Toch moet
herinnerd worden aan eene redevoering van den
heer Forster, die het beginsel van uitbreiding
van stemrecht zoowel in Ierland als in de overige
deelen van het rjjk op welsprekende wjjze heeft
verdedigd. Evenals de conservatieven bracht hjj ech
ter bedenkingen in tegen het plan der regeering om
het cjjfer van de Iersche afgevaardigden in de
toekomstige bill of redistribution onveranderd te
behouden. Dit gedeelte der rede van den heer
Forster, die het voorbeeld van lord Hartington
volgde, vond bij de oppositie natuurlijk veel bjj-
val. De beraadslaging over de kieswet zal Maan
dag of in elk geval vóór de Paaschvacantie afloopen.
Sedert eenigen tjjd heerscht er eene gisting in
Oosteljjk-Rumelië en Bulgarije. Er wordt in beide
landen eene beweging op touw gezet ten gunste
van éen onafhankeljjken Bulgaarschen staat. De
volmacht, waarmede Aleko-pacha bekleedt is, ver-
strjjkt binnen korten tjjd, en dit is voor de hoofden
der nationale partjj en voor Rusland een goede
reden om de quaestie van de vereeniging der twee
landen weer eens aan de orde- te brengen. In
Oosteljjk-Rumelië worden herhaaldeljjk bjjeen-
komsten gehoudendezer dagen kwamen te
Sofia een 3000 personen samen van alle parfjjen,
en daar voerden verschillende politici en geeste-
ljjken het woord. Een motie werd aangenomen,
bjj welke geprotesteerd werd tegen het artikel van
het Berljjnsche tractaat, door hetwelk volken van
hetzelfde ras en sprekend dezelfde taal van elkaar
gescheiden zjjn, en de hoop werd uitgesproken,
dat de mogendheden op hare besluiten zullen
terugkomen. Zeker is dit pogen der nationale
partjj wel erop berekend, om vorst Alexander van
Bulgarije onder Rusland's macht gedwee te maken.
De Gaceta van Madrid bevat het decreet tot
ontbinding der Cortes; de nieuwe verkiezingen
worden voor de afgevaardigden op 27 April, voor
de senatoren op 8 Mei bepaald. De bjjeenkomst
der wetgevende macht is op 20 Mei gesteld. Er
zal slechts eene korte zitting zjjn vóór de zomer-
vacantie tot aanneming van het adres en van het
budget. De handelsverdragen met Italië, Dene
marken, Nederland, Zwitserland, Portugal, de
Vereenigde Staten en Engeland komen eerst in
de najaarszitting aan de orde.
CSlot).
Twèe feiten schjjnen aldus zeker te zjjn1°
vermindering van het muntslaan en samentrek
king van het geld, en 2° verlaging der prjjzen.
Tot op welke hoogte kan deze verlaging een ver
keerden invloed hebben en een oorzaak van crisis
zjjn? Dat zjj verliezen medebrengt is klaarbljj-
keljjk. Als handelaar koop ik zekere waar om
haar met winst te verkoopenals industrieel
koop ik van de eerste stof om haar te fabriceeren
als ik dit nu doe in een tijd van prijsverlaging,
dan zal ik verliezen in plaats van te winnen.
Wat hier beweerd wordt is bevestigd door de be
langrijke schets die de heeren Sabatier enPirmez
van den toestand der Belgische njj verheid hebben
gegeven. In het vorige jaar is meer dan ooit ge
produceerd hoe komt het dat de producenten zich
beklagen Het antwoord ligt voor de handde
prjjzen maken de winst te klein. Men heeft zelfs
de productie vermeerderd om in de algemeene
kosten eene vermindering te verkrijgen, maar
men wint niets. De gemiddelde winst der kolen
handelaars is geljjk nul geweestde jjzersmelters
waren er niet beter aan toe, getuige de Société
générale. Door deze omstandigheid wordt de on
dernemingsgeest uitgedoofd, gaan de prjjzen om
laag en wordt het gebruik der klinkende munt
tegengehouden.
Ongetwjjfeld wordt na eene reeks van crisissen
het evenwicht weer hersteld, en dan zoude er geen
kwaad veroorzaakt zjjn, indien niet de schulden
bleven bestaan. Het geeft weinig of mjjne inkom
sten op de helft worden verminderd, indien alles
wat ik koop in dezelfde verhouding minder kost.
Ongelukkig bljjven de schulden op dezelfde hoogte,
en zjj drukken te meer wjjl de debiteurs zooveel
meer waar moeten verkoopen om tot hetzelfde
resultaat te geraken. Een kolenkooper, die jaar-
Ijjks 100,000 frank aan zjjn schuldeischers moet
betalen, moet, wanneer de kolen 10 frank per ton
kosten, 10.000 ton verkoopenmaar zoodra de
prjjzen de helft dalen moet hjj er 20.000 kwjjt
raken. De verlaging der prjjzen komt dus ten
nadeele van de producenten, houdt nieuwe onder
nemingen tegen, doet het oeconomisch leven
afnemen, en wanneer zjj bljjft voortduren komt
men tot het eindresultaat, dat van den arbeid te
veel wordt geëischt ten voordeele van het kapitaal.
Daarom zal ik met alle krachten de muntpolitiek
die ons daarheen voert bestrjjden.
Eene crisis, die geljjk is aan de tegenwoordige
en door dezelfde oorzaken ontstond, deed zich
voor na 1820. Terzelfder tjjd dat Engeland afstand
deed van de papieren munt was (volgens Soetbeer)
de productie der edele metalen, bedragende 265
millioen frank, in het tijdperk van 18011810
gedaald tot 161 millioen, en in het decennium van
18111820 tot 153 millioen. Sismondi beschrjjft
de crisis die na 1820 begon met de volgende woorden:
„Een kreet van armoede gaat op uit alle fabriek
steden der oude wereld, en vindt in de landerjjen
der nieuwe wereld een echo. Overal is de handel
door eenzelfde verslapping aangetastoveral ont
moet men dezelfde onmogeljjkkeid om te verkoo
pen. Vjjf jaren minstens geleden is het ljjden
begonnen, en het schijnt meer en meer toe te nemen.
De vaderlandsche vereenigingen, die in België, in
Duitschland gevormd worden met het doel om de
vreemde koopwaren buiten te houden, zjjn eveneens
een treurig teeken der algemeene ellende. En
deze brengt het beschermend stelsel voort, waarom
allen vragen."
Na gesproken te hebben van het ljjden der
industrie-arbeiders gaat Sismondi voort„Geljjk-
tjjdig klagen de pachters en de grondbezitters
zjj roepen om beschermende wetten en monopolies,
en verklaren de concurrentie met den vreemde
niet te kunnen volhouden. Inderdaad, vele pach
ters gaan failliet, vele grondeigenaars ontdoen zich
vrjj willig van het derde of vierde gedeelte hunner
hoeven. Eindelijk wijzen de talrjjke branden in
oogstvelden en hofsteden op spanning en gisting
onder de daglooners, op den kritieken toestand der
gansche maatachappjj." Etudes d'économie politi
que II, 226).
Is deze beschrjjving van Sismondi ook niet op
de verschjjnselen van de tegenwoordige crisis van
toepassing?
In dezen geest sprak de hoogleeraar Emile de
Laveleye op de vergadering der Belgische oecono-
misten, waar vele mannen van naam, ook uit Parjjs,
tegenwoordig waren. Wjj achtten deze rede be-
langrjjk genoeg om onzen lezers er eenig denk
beeld van te geven.
(Prjjs der plaatsing 3© cent per regel.)
Zeer dikwjjls, ja in de meeste gevallen werpen
lijders aan verstoppingen, bloedaandrang, lever
of galkwalen enz., hun geld voor dure genees
middelen het venster uitterwjjl zjj door het ge
bruik van de ZWlTiERSGHR PILIjKW
van den beroemden apotheker R. BRANDT, op
snelle, zekere en goedkoope manier van hunne
kwaal hadden kunnen verlost zjjn. Te verkrjjgen
tegen 70 centen per doos in de apotheken.
Men lette er wel op, dat iedere doos als etiquet
drage een wit kruis op een rood veld, met de
handteekening van RICH. BRANDT.
Middelburg, 3 April. Uit Waleheren waren
heden een redeljjke aanvoer van tarwe. Van de
overige artikelen was bijna niets ter beurs. Van
buiten was weinig aan. De handel was gering
en de noteering isPuike Walch. tarwe werd
gekocht van 8 tot 8.25rogge 6.25
Walch. wintergerst ƒ0.15 lager, ƒ6.15 a ƒ6.25;
dito zomergerst 5.40 a 5.50dito witteboonen
13.75 a 14; dito bruineboonen 11.50 a
12 naar qualiteit; dito platteboonen 7; dito
paardenboonen 7.25dito groene kookerwten
9.50. In de prjjzen van olieën en koeken is
geen verandering.
gemiddelde marktprijzen.
Middelburg, 3 April. Versche boter 1.20 a
1.30; eieren per 100 stuks 3.30.
Ter veemarkt van heden waren aangevoerd
5 paarden, 2 vette ossen, 3 vette vaarzen, 5 kalf-
koeien, 4 varekoeien, 12 stuks jong vee, 2 stieren,
1 schaap, 116 magere varkens. De gemiddelde
marktprjjzen waren als volgtpaarden 50 a
200, vette ossen 72 a 76 cent per kilo, vette
vaarzen 74 a 78 per kilo, kalfkoeien 160 a
200, varekoeien 80 a 120, jong vee 25
a 100, stieren 70 a 130, schapen 15,
magere varkens 8 a 25.
Italië. Cert.
Oostenrijk.
dito
dito
dito
dito
bTAATSLEENINGEN.
Nederland. Cert. N. W. Sch. 2j pet.
dito dito dito 3
dito dito dito 4
dito Obl. 1878 1000. 4
dito dito 1883 4
België. Obligatien21
Frankrijk. Origin. Insch. 3
Hongarije. Obl. Leening 1807
fl. 1205
dito Goudleening5
dito dito fl. 500 6
Adm. Amsterd.
Obl. Mei-Nov.
Febr.-Aug.
Jan.-Juli
April-Oct.
dito Gond
Polen. Obl. Schatkist 1844
Portugal. Obl. Btl. 1853/80.
dito dito 1881.
Busland. Obl. Hope C.
1798/18155
Cert. Inschr. 5e Serie 1854.-. 5
dito dito 6e i, 1855. 5
Obligatien 1862 5
dito 1804 10005
dito 1864 1005
dito 1877 dito5
dito Oostersche le serie. 5
dito dito 2e 5
dito dito Se 5
dito 1872 gecon. dito6
dito 1873 gecon. dito5
dito 1850 le Leening dito
dito 1860 2e Leening dito
dito 1875 geoons. dito
dito 1880 gecons. dito
Cert. Hope Co. 1840
dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842 44.
Obligatie-Leening 1807/69
dito dito 1859.
Cert. van Bank-Assign.
Spanje. Obl. Buit. 1867/75.
dito dito 1876
dito Perpetneele
dito Binnenl. 1000-5000
Turkije. Obl. Alg. Sell. 1865. 5
dfto geregistreerde,
dito dito
U/a
41/,
41/,
4
4
4
4
3
6
U/4
2
4
U/4
Am sterdam.
1 2
April. April.
66I/4 661/4
781/g 78
1023/4 1023/4
u)37/g 1031/4
10015/16 1 °07/g
601/,
971/2 -
831/4 833/8
1003/4
655/8
66
655/8
657/8
6613/ia 6011/p,
845/I6
821/,
52
891/,
983/4
531/2
807/g
887/8
973/4
943/4
5611/ig
667/8
567/8
901/,
909/16
887/16
823/a
7U/2
80
66I/2
821/,
521/4
90
933/4
8013^5
977/14
947/s
941/a
565/s
563/4
901,4
901/,
883/g
823/g
719/16
801/a
1869 6
Egypte. Obl. Leening 18764
dito spoorweg dito 1876 5
Vereen. Staten Obl. 18774 w
dito dito 1876. 41/, n
Brazilië. Obl. Londen 1865 5
dito Leening 1S765
dito 1863 10041/2
581/4 581/a
85/8 SU/M
171/g jU/8
67 671/8
Z 101
983/4 983/4
981/4
INDüSTBIEELE EN FINANCIEELK
ONDERNEMINGEN,
pot.
5
Kederl. Afr. Hand.*V. aand.
Ned. Hand.-Maatseh. aand.
rescontre5
Ned. Ind. Handelb. Aand.
Stoomvaartm. Java Oblk
dito Zeeland Aandr
dito dito Prefer, dito
dito dito Obl5
duitschland. Cert. Rijksbank
Adm. Amsterdam
Oostenrijk. Aand. O. H. B.
SPOORWEGLEBNING EjN,
Nederland. Holl. IJz. Spw.
Obl. 1871
dito Maats, tot Exploitatie van
etaats-Spw. Aand
Ned. Cent. pw. Aand. 7250.
dito gestemp. Obl. f 50
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned. Rijn.Spw. voigef. Aand,
N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp.
1875/80
Zuid Ooster sp. Obl
Hongarije. Theiss. Spoorw.
Aand. fl. 200
dto dito Obl
Italië. Victor Em. sp. Obl.
Polen. Wars.-Brom. Aand.
Warschau-Weenen dito.
1601/2
1099/ib 1095/8
dito Hypoth. Obligatien
dito dito dito
9
ll81/2
IO8I/2
491/4
73
9
157
157
n
1081/s
104
it
58
583/g
5
99
5
D
I0315/i4
5
It
859/IQ
859/u
3
1
571/4
3
s
547/8
55
4
683/^
69
5
1243/g
124.9/16
41/2
915/s
4
3
531/2
531/2