•81 12 76 Jaargang. 1884. Vrijdag 4 April. FEUILLETON. Middelburg 3 April. De jongejuffrouw Baardsen. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centï Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Constantius Flood. MIDDËLBURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger De vaccine-quaestie blijft nog steeds aan de orde en zal dit nog langen tijd blijven, vooral wanneer de bestrijders der vaccinatie voortgaan met overdreven en onjuiste voorstellingen deze zoo heilzame zaak te bestrijden. Ook Ons Blad, Weekblad voor Amersfoort en Omstrekenwijst weer op een staaltje van zulk een taktiek. Bij de behandeling in de tweede kamer van bet wetsontwerp, houdende buitengewone voorziening tegen besmettelijke ziekten, vertelde o. a. de heer Fabius dat te Amersfoort door feiten bewezen is, dat door de inenting andere ziekten, kunnen wor den teweeggebracht. Daar ter stede zou een bevoegd arts onlangs kinderen hebben gevacci neerd, die daarna allen ziek zijn geworden, omdat de stof zou zijn genomen van een ziek kalt. Volgens bovengenoemd blad is zoo iets niet onlaügs gebeurd. Het bewuste komt hierop neer, zoo schrijft Ons Blad „Niet onlangs, maar acht jaren geleden, werden te Amersfoort eenige kinderen ingeënt met stof afkomstig van de veeartsenijschool te Utrecht. „Den dag na de inenting kregen kinderen uit drie verschillende gezinnen een roosacbtigen uit slag. Zooals veelal, ging de roos gepaard met koorts. „De toestand der kinderen was echter zeer be vredigend, en na eenige dagen waren ze volkomen hersteld. „De geneesheer, die de inenting had gedaan, koesterde de overtuiging, dat zijn lancet behoorlijk gezuiverd was geweest, en schreef het ontstaan der roos toe aan de stof. Hij raadpleegde daar over den directeur der veeartsenijschool te Utrecht, en deze verschafte hem een rapport van genees- heeren uit verschillende plaatsen van ons land onder welke ook een uit Amersfoort - waaruit bleek, dat de inenting door hen geschied met de stof van hetzelfde kalf, als waarvan de bovenbe doelde geneesheer had ontvangen, met gunstig gevolg had plaats gehad, en zonder ziekte te ver oorzaken. »Het voorgevallene was van zóo geringe betee- kenis, dat zelfs den inspecteur van het geneeskun dig staatstoezicht daarvan niets is gerapporteerd. sEene andere ziekte is niet teweeg gebracht. Goedaardige roos met een weinig koorts zal men toch geen ziekte willen noemen, belangrijk genoeg om daarmede het nu der vaccinatie te bestrijden." Gisteren verliet een geacht ingezetene van Middelburg de gemeente, om zich metterwoon te Utrecht te vestigen. Wjj bedoelen den heer F. Nagtglas, die vroeger als ijker en later als ambte loos burger zich in de algemeene sympathie mocht verheugen en door zijne werkzaamheid en huma- niteit deze ook ten volle verdiende. Iemand die, zooals hij, in velerlei opzichten zich Uit het Noorsch VAN Telkens als er sprake was van een Weenei taart keken de meiden in de keuken elkaar aan en zeiden lachend »Dat wil zeggen dat de jongejuffrouw komt eten". En op de boerderij lachten de knechts, telkens wanneer de luitenant de paarden van den hooi wagen liet afspannen. Dat beteekende betzelfde als Weener taart op het dessert. Of de arbeiders dien dag niet konden werken deed er niets toewant er was niemand die zich over het werk op het veld bekommerde en de maaiers konden gerust op den heuvel achter de kreupel boschjes gaan liggen en toezien hoe de Jonge heeren en dames zich vermaakten met over ile hoopen hooi te springen, hoe de luitenant teijne fraaiste gymnastische toeren ten beste gaf, terwijl de jonge juffrouw Baardsen in de handen klapte en het uitschaterde van pleizier. Want er zat leven in Hilma Baardsen. Tus- schen beiden zag men baar springen en dansen en de armen bewegen, net als een Spaansche, die piet castagnetten danst, of zjj draaide in de jegens onze gemeente verdienstelijk maakte, mogen wij, dunkt ons, niet laten beengaan zonder ons leedwezen te betuigen over zijn vertrek en de verzekering daarbij te voegen dat niets aangena mer ons zal wezen dan te vernemen dat bet bem elders welgaat en hij ook daar teruggevonden heeft wat hij hier achterlietgoede vrienden en een gelukkig leven. Want dit is zeker de heer Nagtglas was aan Middelburg gehecht en het verbreken van banden, gedurende zijn veertigjarig verblijf hier aange knoopt, viel hem moeilijk, dit erkende hij zelf. En wij stelden wederkeerig een eer in het be zit van een burger, die ook buiten Middelburg door zijne geschriften een zeer goeden naam had en die zich met hart en ziel wijdde aan hetgeen hij op zich nam. In onzen gemeenteraad is hem reeds als lid van dat college en als ingezetene welverdiende hulde gebracht Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen verliest in hem een ijverig bestuurder dien het gaarne had behouden. Maar niet alleen voor onze gemeente, ook voor Domburg is zijn vertrek een verlies. De belangen van die badplaats bevorderde bij waar hem dit slechts mogelijk was; en wanneer wij daaraan den ken dan weten wij hem niets beter toe te wenschen dan dat hij nog menig zomer daar hetzij korter of lan ger tijd moge doorbrengen, om nog eens het aan genaam verleden zich te herinneren, goede kennissen en vrienden te ontmoeten en tevens met eigen oogen den bloei te aanschouwen van een plaats, voor welker voorspoed hij de eerste grondslagen legde en in den vooruitgang waarvan hij door woord en daad toonde zoo levendig belang te stellen. Gisteravond zijn op de jaarlijksche vergadering van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen benoemd tot leden de heerenJ. A. Frederiks, bouwkundige, L. K. Yan der Harst, scheikundige en apotheker, en J. L. Yan der Pauwert, letter kundige en hoofdredacteur der Middelburgsche courantte Middelburg, W. J. Van Gorkom, dis- tricts-schoolopziener te Goes, L. M. Baale, leeraar aan de hoogere burgerschool te Amsterdam, A. A. Van Bemmelen, directeur der Rotterdamsche dier gaarde en president der Nederlandsche dierkun dige vereeniging te Rotterdam, Ch. Boissevain, letterkundige te Amsterdam, P. J. H. Cuypers, bouwkundige te Amsterdam, dr Th. Van Doesburg, te Rotterdam, dr R. Horst, conservator aan het rijksmuseum van natuurlijke historie te Leiden, mr C. C. N. Krom, archivaris van het oud-archie'f in Noord-Brabant, te 's Hertogenbosch, m' R. Ma- calester Loup, hoofdredacteur van Het Vaderland, te 's Hage, dr A. Sassen, te Zaandam, en J. R. Plan ten, Nederlandsch consul-generaal, te New-York. Tot leden van het bestuur werden, in plaats van de heeren F. Nagtglas en mr D. A. Berdenis van Berlekoni, gekozen de heeren dr J. C. De Man en M. Fokker. Als bibliothecaris zal voorloopig optreden de heer mr W. Polman Kruseman. rondte met uitgespreide armen, zoodat hare bruine lokken haar in het gelaat sloegen en dan eindigde de dans op eon hooi hoop. Zij had dol veel pleizier bij den burgemeester en kreeg een kleur als een maandroos van genot, telkens wanneer de gastvrouw haar een kus gaf en vroeg of zij gauw terugkwam. En dan kuste zij de twee meisjes en maakte een bevallige buiging voor den broeder, nog altijd blozende over de in vitatie. Hilma Baardsen was allerliefst, zooals zij daar stond zoo bloeiend en frisch. Haar voor hoofd was een weinig te breed en haar neus was noch Grieksch, noch Romeinsch maar hare groote bruine oogen waren lief en de blik, dien zij achter zich wierp als zij de trap afsprong, was zoo gui tig. En dan haar glimlach Er was geen een meisje in het heele dorp, dat zoo kon glimlachenwant dan bewogen hare lippen zich als twee rozenblaadjes en er kwamen kuiltjes in hare wangen. Haar figuur was bevallig en slank als een Hébé en haar gang zoo vlug als die van een kwikstaartje; het was niet mogelijk om de voeten netter te zetten dan zij deed. En bovendien was zij de dochter van Baardsen zjjn eenige dochter en de erfgenaam van zijn groot fortuin Deze laatste eigenschap gaf aan leiding tot de hatelijke opmerking, dat luitenant Blank met haar goed bezorgd zou zijnmaar wat gaf men bij den burgemeester om de aanmerkin gen van boosaardige menschen. Men werd eiken dag meer overtuigd dat het beleg ver genoeg ge- Door tusschenkomst van den burgemeester van Middelburg ontvingen wij voor een weldadig doel van K. te Utrecbt 30 en van de directie van het Vliegend blad te Amsterdam een bij haar ingekomen gift van 10. Overeenkomstig de bedoeling der gevers zullen deze bijdragen worden besteed. Vlissingen, 3 April. Gisteren avond te 10 uren kwam alhier per sneltrein in een Duitsch salonrijtuig aan de kroonprins van Duitschland met een klein gevolg. Z. K. H., die in streng incognito reisde, werd bij aankomst op het perron gecomplimenteerd door den heer Van Woelderen, directeur der stoombootmaatschappij Zeeland, die den hoogen reiziger vergezelde tot op de aan die maatschappij toebehoorende mailstoomboot Willem Prins van Oranje, gezagv. P. Joha, met welk schip de kroonprins te 10.15 uur de haveD verliet om naar Engeland over te steken. Een salon was voor hem gereserveerd. De Goessche Courant schrijft in haar nommer van heden »In ons vorig nommer is door ons een vergissing begaan door de verwarring van den heer Domela Nieuwenhuis, den bekenden'sociaal-democraat, met m1 J. Domela Nieuwenhuijs. De opmerking aan den aanhef van ons bericht in dat nommer nemen wij daarom gaarne terug." Het blijkt dus dat zij bare vergissing, waarop de schrijver van een ingezonden stuk iu ons vo rig nommer wees, heeft ingezien. De eerste kamer is tegen Donderdag 17 April, des avonds te 8 uren, bijeengeroepen. De heeren A. Van Toorenenbergen, A. Brum mei kamp jr en J. H. F. Gangel te Groningen geven thans een plan aan de hand om ook in het belang van het Transvaalsche volk werkzaam te zijn. Zij verdeelen daartoe het Nederlandsche volk in twee deelen. Het eene gedeelte, dat door het bezit van kapitaal in staat is de belangrijke geld- leening van zes millioen gulden te zarnen te brengen, en het andere gedeelte, dat met den besten wil der wereld zulks niet doen kan, maar op andere wijze werkzaam kan wezen. Voor rente van dat kapitaal is noodig 240.000. Welnu zoo schrijven bovengenoemde heeren indien eens met grooten spoed en met alge meene geestdrift in elke stad en op elk dorp, overal op de best geoordeelde wijze, de gelegen heid geopend werd om eene vrijwillige bijdrage te storten, zou het dan zoo onmogelijk zijn om de renten van twee jaren bijeen te brengen, en deze dan aan het Transvaalsche volk ten geschenke te bieden als verzekering voor, naar onze meening, het bedrag van de vijf eerste coupons der leening De ontwerpers geven dit idee ter nadere over weging. Wij voor ons bopen dat de veelheid van plannen, allen met hetzelfde doel om Transvaal te helpen, niet nadeelig moge zijn voor het verkrijgen van het gewenschte resultaat. vorderd was, dat de luitenant zonder gevaar de bestorming kon wagen. Er was bij menschen- beugenis niet zoo'n prettige tijd in het burge meestershuis geweest. De groote man zelf, die er gewoonlijk uitzag alsof hij de boeren, die zich op zijn bureau waag den, wilde verslinden, iedereen afsnauwde, verviel in een zacht gebrom, als een beer die een stukje suiker gekregen heeft, en zjjn vrouw was de beminnelijkheid zelf. Hare dochters vermaakten zich, zoo als zeventien jarige meisjes zich vermaken kunnen, en trachtten alle equilibristische kunsten van Hilma na te bootsen, waarin zij het weldra tot een verbazende hoogte brachten, 't geen nu en dan groote ver woestingen aanrichtte onder de ornamenten op de etagères en het aardewerk in de keuken, om niet van de gescheurde japonnetjes te spreken. Maar in dien gelukkigen tjjd rekende mevrouw dat alles tot de onschuldigste genoegens. Ik zal den luite nant maar niet nader beschrijven. Het was natuurlijk een bagatel voor een cava lier uit Koerlands hoofdstad om een dorpsschoon heid, als de jongejuffrouw Baardsen te veroveren. Hij gedroeg zich dan ook somtijds met een vrijmoedigheid, die de jongejuffrouw niet altijd evenzeer scheen te behagen, en een nauwlettend opmerker had kunnen zien dat die jonge dame tusschen beide een rimpel tusschen de oogen had, dien den jongen man had kunnen leeren, dat zij geen katje was om zonder handschoenen aan te vatten. Volgens de Penang Times is den 16ea Febr. de Pegasus naar Tenom vertrokken, aan boord heb bende den heer Maxwell, die vergezeld is door den zoon van het Atjehsche hoofd Toekoe Tj it. om met den radjab van Tenom te spreken over de loslating van de manschappen der Nisero. De Pegasus zal Oleh-leh aandoen. Deze zending ge schiedt met de volle toestemming van het Neder landsche gouvernement, hetwelk alle mogelijke hulp zal verstrekken ter bereiking van het gestelde doel. De heer Maxwell was door zijne instructie3 gebonden, om enkel te onderhandelènvolmacht voor een ultimatum had hij niet. Als een bewijs, hoe bijzonder treurig het gesteld is met de communicatiemiddelen van Suriname en Nederland, wordt ons het volgende uit een brief van Paramaribo dd. 1 Maart medegedeeld »Door den slechten toestand van onze koloniale vaartuigen en het gemis van een telegraphisehe verbinding met onze naburen zijn wij geruimen tijd verstoken gebleven van Europeesche brieven. Sedert de mailboot wegens den treurigen staat van haar stoomketels buiten dienst is gesteld, worden, de pakketten naar Demerary met een schoener overgebracht en wordt aldaar aan de Fransche mailboot tevens de bezorging opgedragen van de mail, welke de Engelsche mailboot aanbrengt en die anders door onze koloniale boot naar Suriname werd overgebracht. Nu heeft de schoener, als naar gewoonte, onze brieven op den 21ste Februari naar Britscb-Guiana gebracht, maar op haar terugreis slechts de brieven voor Conionie en Nickerie mede genomen en die voor Paramaribo achtergelaten, in de vooronderstelling dat de Fransche mailboot een spoediger reis zou maken. De schoener is reeds eenige dagen térug en nog wacht men te vergeefs op de Fransche boot, zonder te kunnen seinen en dus te weten te komen of de boot averij heeft gekregen dan wel in den nacht naar Cayenne is doorgestoomd, wat wel eens gebeurt." Wat een achterlijken toestand neemt men daar waar En dan praat men van herleving van han delsbetrekkingen tusschen Nederland en Suriname van wederopwekking van de rijke productiekrachten van Suriname, alsof handel en industrie in onze dagen niet boven alles aan snelle en vast geregelde verkeersmiddelen behoefte hadden. Vad Zeer vele leden der kamer waren gunstig gestemd voor het voorstel om het reglement van orde te wijzigen voor de behandeling van de invoerings wetten strafwetboek. Andere leden echter erkenden wel dat de spoed er door bevorderd was, bij het strafwetboek zelf, maar meenden dat de grondig heid der discussie er onder geleden had. Tegen over het gevoelen, dezerzijds, dat veelal de moed tot het voorstellen van amendementen had ont broken, wezen anderen er op, dat een waarborg bestond dat geen wijzigingen zonder rjjp overleg werden aangebracht. Maar er was niemand die den luitenant hierop opmerkzaam maaktezijn moeder en zusters deden niets dan hem bewonderen en al zagen zij mis schien nu en dan eens even dien rimpel tusschen de oogen van Hilma weldra hoorden zij weer haar frisschen, vroolijken lach. In het burgemeestershuis had zij pleizier, de jongejuffrouw Baardsen, terwijl zij thuis nu en dan het hoofdje kon laten hangen en op het balcon kon zitten mijmeren, als een vogeltje dat hang is voor het onweer. Dit overkwam haar ook wel eens een enkele maal bij den burgemeester aan huis, maar dan was het zoo voorbijgaande dat zij er zich gemakkelijk overheen kon zetten eer iemand het bemerkte, of al gebeurde het somtijds dat iemand het zag, dan vond men altijd licht een verklaring voor zoo'n kleinen aanval van ernst. Het was toch ook niet alleen maar voor de aardigheid dat men haar daar zoo vierdeen als zij eens een oogenblik nadacht kwam dat zeker omdat zij begreep dat al die aardigheid op ernst zou uitloopen. Buitendien zijn jonge meisjes altijd eenigszins veranderlijk van humeur in den tijd, waarin haar het hof gemaakt wordt. Haar vader was daarentegen steeds in een on verstoorbaar goeden luim. Het kon natuurlijk niet anders dan aangenaam zijn voor den schipper Baardsen als hij zag hoeveel werk er van zijn dochter gemaakt werd, vooral wanneer hij bedacht hoe haar moeder als kind op bloote voeten achter' de kgeiea had geloopen. Het moest voor Baardeer,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1