0 80,
127e Jaargan
Donderdag
3 April.
FEUILLETON.
Ha ven meest er.
Middelburg 2 April.
De jongejuffrouw Baardsen.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent:
Advertentiën* 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,1
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Constantius Flood.
HIDDELBURGSCHE COIRANI
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester en wethouders van Middelburg
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat,
wegens het overlijden van den heer P. De Vos,
in leven havenmeester, de heer H. J. DOMENIE
tjjdelijk met de waarneming dier betrekking is
bèlust
Middelburg, den 1 April 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PI OKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De toespraak, do«r dr A. Kuijper te Amsterdam
in Patrimonium tegenover de Transvaalscho depu
tatie gehouden, blijft nog steeds het onderwerp
van bespreking in de pers uitmaken, vooral nu
deze in het licht is verschenen, of befer gezegd
nu daarvan door den spreker een gewijzigde lezing
verkrijgbaar is gesteld.
De verslaggevers van verschillende bladen ver
klaren dat de verschenen redevoering niet alles
bevat wat dr Kuyper heeft gezegd, zoodat de pro
fessor volstrekt niet het recht had tot de verze
kering dat men onjuist had weergegeven wat hij
had gesproken.
Dit is trouwens een gewoon verschijnsel, ook in
andere kringen. Bij een improvisatie laat men
zich wel eens het een of ander ontvallen dat men
niet gaarne gedrukt ziet of bij kalme overpeinzing
liever gezwegen zou hebben. Wanneer nu een
reporter het ongeluk heeft gehad om zulke woor
den weer te geven wordt hij beschuldigd van
onjuistheid.
Toch ook het herziene woord van dr A. Kuyper
ondervindt tegenspraak en protest, niet louter van
liberale maar ook van andere zijde.
Het scherpste en meest juiste oordeel spreekt wel
een eter collega's van dr A. Kuyper uit, nl. dr A.
W. Bronsveld, die in de Stemmen voor Waarheid en
Vrede van April het volgende over die redevoe
ring schrijft
„Uit een rhetorisch oogpunt beschouwd, was het
toen gesprokene zeer verdienstelijk; en het heeft
dan ook een levendigen indruk teweeg gebracht.
Maar getoetst aan andere eischen, moet dat op
treden van dr Kuyper zeer gelaakt en betreurd
worden.
Men kan zondigen ook door waarheden te zeg
gen; en men doet het, als men die waarheden
zegt ter plaatse, waar ze niet behooren. Onze
kleinheid in vergelijking met hetgeen wij waren,
is een zaak, waarvan kan getuigd worden, dat
zij vrij algemeen bekend is. Maar indien daarin
iets verootmoedigends is voor ons gevoel, des te
meer reden bestaat er om die kleinheid niet ten
toon te stellen voor vreemden. De deerniswaar
dige toestand van zijn eigen volk (gesteld dat die
Uit het Noorsch
VAN
Er stak een kale rots een eind ver in zee en
aan den voet daarvan lag een strook lands, die
rondom den berg heen liep en vlak aan de zee
met wit zand, doch tegen de helling geheel met
groen bedekt was. Op die strook lands, lagen
een dertigtal huizen onder de beschutting dei-
rots de meesten met bloem en oofttuinen er
voor. Het land dat binnen de bocht lag was
vruchtbaar en schoon.
Wanneer men er des zomers met de stoomboot
voorbij voer had men genoeg te zien
De bocht met haar sterke branding, waarin de
scheren door de zuiging der golven op en neder
doken, als vechtende zeehonden, het witte strand,
de vriendelijke huizen op de groene vlakten onder
aan den kalen berg; het zacht glooiende land-
Schap met zijne hofsteden, zijne akkers zijne
weilanden, zijne boschaadjes en eiken bosschen,
die zich aan den binnenkant over den bergrug,
tot ver achter het landstadje uitstrekte.
Dat was een ongewone aanblik.
Deze kleine zeehaven lag daar als een tegen
stelling met alle andere kleine havens, die men
levendig wordt gevoeld) is een te droevig feit,
om er zich van te bedienen als een rhetorische
figuur.
Dr Kuyper is bovendien onwaar geweest. Het
staat in ons land niet zoo hopeloos geschapen,
a.ls hij, ook volgens de lezing van zijn toespraak
welke hij zelf gaf, het den Transvaalschen broeders
wou doen gelooven. Toen deze mannen kort
daarop in de schitterend verlichte, met groen en
tapijten getooide zalen van den feestredenaar ge
recipieerd werden, er dineerden en een soirée bij
woonden, toen moet de eenvoudige Paul Kruger
bij zich zelf toch wel hebben gedacht, dat hij die
in zulke tenten van Mesech woont, niet terug be
hoeft te verlangen naar de vleeschpotten van
Egypte, en eene bijzondere opvatting heeft van
hetgeen de Schrift noemt„Kruisigen van het
vleesch."
De redenaar uit Plancius houde het ons ten
goede, doch wij achten ons nog steeds gelukkig in
ons dierbaar vaderland, en er zou nog heel wat
gebeuren moeten, eer wij er over gingen denken,
om te verhuizen naar de Transvaalheel wat
meer dan een dagblad-artikel van een man, als
de heer mr Levy. Doch ik zie de Afrikaansche
heeren voor wijs genoeg aan, om onze Europee-
sche rhetorica te kunnen schatten op den rechten
prijs. Ik betwijfel het zelfs of zij dr Kuyper
gaarne zagen overkomen, want met de eendracht
in hun land was het dan spoedig gedaan."
Wat zal de Standaard hiervan zeggen In het
nommer van heden verklaart het blad dat de
bewuste redevoering den liberalen zooveel aanstoot
gaf omdat zij hun schoonste illusie aantastte n. 1.
dat, dank zjj den gezegenden invloed van het libe
ralisme, ons eens zoo diep gezonken Nederland
allengs weer uit den doodslaap is opgestaan, en
thans weer een eereplaats gaat innemen onder de
toonstaten van Europa."
En op die bewering volgt een gansch relaas om
aan te toonen hoe ellendig ons land er aan toe
is, juist door de schuld der liberalen.
Stel dat dit alles waar is dan zijn wij het
met dr Bronsveld eens, dat er wel een andere
gelegenheid te vinden ware geweest om dit be
kend te maken dan juist bij de ontvangst van eene
deputatie die den toestand van ons land toch niet
zoo treurig vindt om, met hoop op succes, finan-
cieele hulp en verderen steun te komen vragen.
Te meer had d* Kuyper dit moeten begrijpen
omdat er van verschillende, ook van liberale zijden
alles in het werk is gesteld om het driemanschap
onze macht en onze kracht in het samenwerken
tot zijn ontvangst te toonen.
De St.-Ct. bevat de gewijzigde statuten der
naamlooze vennootschapMiddelhurgsche Maat
schappij van Stoomvaart, te Middelburg.
Het doel wordt thans als volgt omschreven
het vervoeren van passagiers en goederen met
stoombooten tusschen Middelburg en Rotterdam
en eenige tusschenliggende plaatsen, met verder
vervoer van passagiers en goederen van en naar
Vlissingen en het sleepen van schepen, het ver-
langs de kust vindt en waar enkele huizen over
een kale vlakte verspreid liggen, in een onge
naakbaar oord, door rotsen en heidevelden van
de kom der gemeente gescheiden.
Van Noordhaven ging een effen, gemakkelijke
weg naar het vruchtbare dorp en van daar naar
de stad, langs groote welgestelde hofsteden of
buitenplaatsen, waarvan men de roode daken tus
schen het geboomte zag schitteren.
Over al wat men hier zag lag een stempel van
vruchtbaarheid en welvaart.
Het begon reeds bij de huizen aan de haven.
Er lag er een aan den dorpsweg, dat had zelfs
aan beide verdiepingen een balcon. Maar dat
was ook het huis van Baardsen, en er waren er
geen twee zoo als Baardsen in heel Noordhaven.
In het westen zou men Georg Baardsen een
groot man genoemd hebben, met een zekere hoofd
beweging, waarmede men te kennen gaf, dat dat
zooveel wilde zeggen als een welgesteld man.
Daar in het oosten praatte men van een degeljjk
man als men van Baardsen sprak en men behoefde
zijn huis slechts aan te zien om te begrijpen wat
men daarmede bedoelde.
Zoodra men de haven in het gezicht kreeg ont
waarde men dat huis, met zijne twee balcons,
met het snijwerk rondom de vensters, zijne groote
glazendeuren met gekleurde ruiten en den tuin
met het witte hek er omheen en de nieuwe spa
lieren met halfwassen vruchtboonen. Hetgelieele
huis was een stuk nieuwe geschiedenis; dat zag
men terstond.
voeren van troepen en andere buitengewone vrachten
naar. andere plaatsen.
De dienstregeling is bepaaldgedurende de
maaiiden April, Mei, Juni, Juli, Augustus cn Sep
tember ten minste zesmaal's weeks heen en weder
gedurende de maanden Januari, Februari, Maart,
October, November en December ten minste vier
maal 's weeks heen en wedereen en ander in
zooverre ontstane gebreken en rampen, noodzake
lijke herstellingen aan de bodems of hunne werk
tuigen, mitsgaders stremming der vaart zulks niet
verhinderen.
Het kapitaal der maatschappij wordt bepaald
op een en zestig duizend vijfhonderd gulden, ver
deeld in twee en tachtig aandeelen van zeven
honderd vijftig gulden.
Naar wij vernemen moet Z. M. stoomschip Valk
aanstaanden Vrijdagavond te Queenboro wezen,
om Zaterdag ter beschikking te zijn van H. M.
de koningin, die over Vlissingen naar het vaderland
terugkeert.
12 Mei zal het 35 jaren geleden zijn dat Z. M.
Willem III den troon beklom.
Vlissingen» 2 April. Z. K. H. de kroon
prins van Dnitschland wordt heden avond alhier
verwacht, en zal per mailboot Willem Prins van
Oranjegezagvoerder P. Joha, van de stoomvaart
maatschappij Zeeland, via Queenboro naar Londen
vertrekken, om de begrafenisplechtigheid van den
hertog van Albany bij te wonen.
Men meldt ons dat de zeedijk van den Joanna-
Mariapolder over een lengte van 2300 meters aan
de buitenzijde verzwaard en verhoogd zal worden.
De toegang tot die zijde is nu reeds verboden, tot
groot verdriet van een deel der bevolking, die
juist daar haar voornaamste wandelplaats vindt,
welke zé nu een groot gedeelte van het jaartzal
moeten missen. De ondervinding, opgedaan door
den stormvloed van 12 December, heeft tot die
versterking van den dijk aanleiding gegeven.
Oostliurg» 31 Maart. Heden had alhier
de jaarlijksche vergadering plaats van het Water
schap der Sluis aan de Wielingen, die door 68
afgevaardigden van verschillende polders werd
bijgewoond.
De rekening van 1883 werd vastgesteld in ont
vang op 16086.71 en in uitgaaf op ƒ11318.77,
zoodat er een goed slot is van 4767.94.
De ingediende begrooting voor 1884, tot een
bedrag van 15883.34 in ontvang en uitgaaf,
werd goedgekeurd.
Yan de leening van 1877 werd uitgeloot éene
obligatie, groot 1000, nommer 6, van die van
1878 twee, groot 500, nommers 13 en 18, en
van 1879, twee dito nommers 36 en 15.
De obligatie der geldleening van 1878, groot
1000, n° 8 is nog steeds niet ter betaling aan
geboden, hoewel sints enkele jaren uitgeloot en
thans geen rente meer gevende.
Het volgende was precies het tegenovergestelde.
Het was een rood geschilderd huis, met twee
verdiepingen en een spitsen gevel, die als een kerk
toren omhoog stak. Het lag als een vervallen groot
heid half verscholen achter de oude appelboomen,
die er jaar op jaar hunne takken verder over uit
spreidden, als waren zij het er onder elkaar over
eens, dat het oude huis voor de wereld verborgen
moest worden en zijne verdere dagen in eenzaam
heid en afzondering slijten.
Wanneer men het van meer nabij bezag en lette
op de met houtsnijwerk versierde dubbele deuren,
twee naar elkaar toegekeerde harpen voorstellende,
die vroeger gebronsd geweest waren, op de
ornamenten boven deze deuren, op de steenen
trap met ijzeren leuning en den steenen muur
om den tuin, waarop nog enkele overblijfselen
stonden van een kunstig bewerkt ijzeren hek,
en op den terasgewijzen aanleg achter het huis
tegen den berg aan, dan las men een stuk van de
oude geschiedenis,
Doch wanneer men nog nauwkeuriger toekeek
vertelde het huis wellicht nog beter zijn heden-
daagsche geschiedenis want hoe breed de oude
boomen zich ook maakten om al de gebreken van
het hnis te verbergen, er kwam toch eiken herfst
en winter een bladerlooze tijd, waarin de gebroken
ornamenten, het vervelooze houtwerk, de gebarsten,
afgebrokkelde muren de geschiedenis openbaarden.
Aan de haven sprak men er liever over als een
overblijfsel uit den vroegeren tijd en men dacht
dat Baardsen het wel ter wille van de ligging
Ter vervulling der vacature, te ontstaan door
de periodieke aftreding van het bestuurslid, den
heer J. J. Blindenbach, werd een voordracht aan
den koning opgemaakt, bestaande uit de heeren
J. J. Blindenbach, te Aard en burg, J. Th. Hendrikse,
te IJzendijke en Iz. Risseeuw, te Retranchement.
De volgende algemeene vergadering is bepaald
op den laatsten Maandag in Maart 1885.
Vzemlijlie, 1 April. Hoogstwaarschijnlijk
zal Philippine met Mei a. s. door den telephoon
in verbinding komen met het telegraafkantoor
alhier.
Niet tot de onmogelijkheden behoort het verder
dat daartoe gebruik zal worden gemaakt van de
telegraphische geleiding, die thans over Philippine
loopt, zoodat er voor de telephoon-geleiding geen
tweeden draad behoeft gespannen te worden.
De ijverige bemoeiingen van den directeur van
ons telegraafkantoor, den heer W. W. Pieter,
hebben veel gedaan om de zaak te brengen tot
de hoogte, waarop zij thans staat.
Onlangs herinnerde de heer Gleickman dat over
de voor 2§ jaar ingekomen Indische rekening nog
altijd geen verslag is uitgebracht. Maandag werd
eerst een rapport vastgesteld over het verslag
omtrent het armbestuur over 1880, dat 22 Dec.
1882 in handen eener commissie werd gesteld.
Met spoed behandelt men die zaken niet!
Het wetsontwerp tot wijziging van de militiewet
is in de afdeelingen der tweede kamer met in
stemming ontvangenalgemeen erkende men dat
de moeielijkheden, die zich thans voordoen, de
wijzigingen noodzakelijk maken. Enkele leden
konden niet ontkennen, dat zij meer ingrijpende
veranderingen met grooter voldoening zouden
hebben gezien.
Ter toelichting van de beteekenis der interpella
tie, door den beer Bergsma ingediend, moet
herinnerd worden aan de discussie bij onderart.
172 der begrooting van binnenlandsche zaken,
waarbij een amendement werd aangenomen om
de kosten voor het stichten en inrichten van
nieuwe lokalen en verdere uitgaven voor de plaat
sing van aan den staat behoorende of aan zijne
zorgen toevertrouwde voorwerpen van beeldende
kunst mei 20,000 te verminderen, met de bedoeling
het aanleggen van een tuin bij het rijksmuseum,
waarin eenige beelden zouden geplaatst worden,
dit jaar uit te stellen, omdat men geen volledig
plan had overgelegd, Eene advertentie eener
aanbesteding in de Staatscour ant schijnt aan te
toonen, dat de minister des ondanks een aanvang
gaat maken met het aanleggen van den tuin.
Vad.j
Tot aanleg van een deel van den spoorweg van
Pretoria naar de Delagoabaai hebben de Trans-
vaalsche gezanten met eenige bankiers voorloopig
het plan gevormd eene leening van 6 millioen te
sluiten.
Per telegraaf is bericht ontvangen, dat het
stoomschip Burgemeester den Tex, aan boord heb
bende Z.Exc. den nieuw benoemden gouverneur
voor afbraak zou koopen. Of hij zou hef misschien
laten opknappen voor zijn schoonzoon. Er waren
ten minste al eenige kenteekenen dat Baardsen
binnen kort een schoonzoon zou krijgen.
Want men zag niet voor niemendal zoo dik
wijls de char a bancs van den burgemeester
bij Baardsen stilhouden en juffrouw Hilma,
of de lieve jonge juffrouw Baardsen, zooals
men haar in het burgemeestershuis noemde, uit
rijden gaan met de burgemeestersdochters naast
zich en den luitenant op den bok.
Het was niet moeielijk na te gaan welken weg
dat op moest, ofschoon het vreemd genoeg scheen
in de oogen van hen, die zich herinnerden hoe zjj
de moeder van de jonge juffrouw Baardsen met
een zweep achter 's burgemeesters koeien hadden
zien loopen, toen die nog advocaat was.
Maar het moest toch iets beduiden.
Dat kon iedereen aan de haven wel zien
om niet te spreken van de dienstboden van den
burgemeester, die het voor hunne oogen zagen
gebeuren.
Men behoefde slechts keukenmeid bij den bur
gemeester te zijn om te weten hoe dat zou afloopen.
Op zekeren dag had de jonge juffrouw Baardsen
in de handen geklapt en was opgesprongen van
verrukking over een Weener taart; en meer was
er niet noodig om gedurig een Weener taart op
het dessert bjj den burgemeester te doen verschjjnen.-
{Wordt vervolgd