Laatste Berichten.
Marine en Leger.
Rechtszaken
Gemengde Berichten.
Verkoopingen en aanbestedingen.
in eene naburige gemeente moesten worden aan*
genomen en bevestigd. Nliott. Ct).
Ter vervanging van den officier van gezondheid
2® klasse M. Riedel, die was aangewezen om als
plaatsvervangend lid voor den officier van gezond
heid 1° klasse P. K. J. Pabst op te treden bij het
verleenen van geneeskundigen bijstand bjj de
keuring van militieplichtigen, is door den generaal
majoor inspecteur van den geneeskundigen dienst
der landmacht benoemd de officier van gezondheid
2® klasse A. W. Verhejjden van het 2® bataljon,
3® regiment infanterie.
In het garnizoen Middelburg hebben zich 5
lotelingen der lichting 1884 aangemeld om deel
te mogen nemen aan het examen, bedoeld bij
artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 December
1883 n°. 26, ten einde bjj het korps en garnizoen
hunner keuze te worden ingedeeld.
Bjj het gisteren gehouden examen hebben 4
voldaan, terwjjl 1 werd afgewezen.
Ingevolge machtiging des konings, is Zr Ms
raderstoomschip 1° klasse Valkliggende te Wil-
lemsoord, met 31 daaraanvolgende tijdeljjk in/
dienst gesteld, onder bevel van Zr. Ms. adjudant;
in gewonen dienst, den kapitein ter zee jhr J. Af.
Roëll, en zijn gedetacheerd aan boord van d/at
raderstoomschip de luit. t/z, 1® kl. L. M. L. De
Haan, als 1"® officier; de luit. t/z, 2® kl. W| J.
De Bruyne, G. O. Van Kuyk en G. Fabius jr.de
1® luit. der mar. D. G- Vreedenberg, belast biet
het bevel over het aan boord van dien Ijiodem
ingescheepte detachement mariniersde off. van
gezondh. 1® kl. dr W. Schutte; de off. vacó adm.
1® kl. G. H. C. Van Nuysen de officier-machi
nist 2" kl. J. Buis. j
Blijkens een bij het departement vain marine
ontvangen telegram is Zr Ms schroefs'coomachip
Atjeh, onder bevel van den kapitein ter zee H.
Djjserinck, den 30®° Maart jl. te Kaapstad aan
gekomen. Aan boord was alles wel
Overtreding reglement op de
wegen en v'o e t p a d e n.
Voor den kantonrechter te Middelburg stond
heden terecht J. De K., landbouwer en wethouder
van Vrouwepol.'her, beklaagd van op 30 Aug. 1883
als onderhoudsplichtige van het gedeelte van het
Zanddjjksch voetpad, gelegen aan zjjn land onder
de gemeente Veere, niet te hebben zorggedragen
dat dat voetpad zuiver van zaaddragend onkruid
was gehouden en de zich daarin bevindende
laagten en gaten met bekwame aardsoorten of
deugdelijke materialen waren aangevuld en
zulks nadat hem minstens 8 dagen te voren aan
zegging was gedaan om die gebreken te herstellen.
Uit de verklaring van den burgemeester van
Veere, die als eersten getuige gehoord werd, bleek
dat bij de op 30 Aug. gehouden schouwing was
geconstateerd dat bedoeld voetpad, voor zoover
dat over het land van beklaagde liep, niet vol
deed aan de voorschriften van het reglement en
dat, ofschoon De K. herhaaldelijk officieus gewaar
schuwd was en ten laatste officieel aanzegging
ontvangen had om verbetering aan te brengen, deze
dit had nagelaten. Ook bevestigde deze getuige
de aanwezigheid van zaaddragend onkruid en put
ten en gaten, onder mededeeling dat daarin later
verbetering was gebracht. De verklaring van den
tweeden getuige, een wethouder der gemeente
Veere, stemde hiermede overeen.
De beklaagde voerde tot zjjne verdediging aan
dat het niet verbeteren van den weg geenszins
aan onwil moet toegeschreven worden maar veel
eer aan onmacht. Wat het zwaarste is moet het
zwaarste wegen zeide hjj en toen de bur
gemeester mij ordonneerde aan het pad te werken
was ik in het midden van den oogst en kon dit
dus onmogeljjk doen.
In de tweede plaats beweerde beklaagde dat op
het voetpad geen zaaddragend onkruid aanwezig
kon zijn, op grond dat in de maand Juli de wei
waarover het pad loopt, gemaaid was.
In de derde plaats toonde bekl. aan dat ver
schil bestaat in de verschillende datums, waarop
het hem te laste gelegde feit zou gepleegd zijn,
en ook dat de bewoordingen, waarin dat feit in de
dagvaarding is vermeld, niet zijn die waarop het
proces-verbaal berust, maar deze een geheel andere
overtreding noemen.
Maar vooral en in de eerste plaats beweerde
beklaagde geen onderhoudsplichtige te zjjn. Hij
was van meening dat de oude keuren, waardoor
die plicht aan de landgebruikers wordt opgelegd,
wanneer niet de bepaling van art. 291 der wet
van 29 Juni 1851 (Sibl. n° 85) is nageleefd, ver
vallen zijn. Voorts beriep hjj zich op de duide-
ljjke bewoordingen van art. 179 lett. h dierzelfde
wet, luidende„de zorg, zoover van hen afhangt,
voor de instandhouding, bruikbaarheid, vrjjheid
en veiligheid der publieke wegen, bruggen, veren,
wateren, vaarten, straten, plantsoenen, pleinen en
andere plaatsen, tot gemeenen dienst van allen
bestemd" (dus ook de publieke voetpaden, meent
beklaagde) behoort tot het dag. bestuur der ge
meente. Ook op grond van art. 39 van het regl.
op de wegen en voetpaden in Zeeland is bekl. z. i.
niet-onderhoudsplichtigdaar staat: «behoudens
wettige verplichtingen van anderen, is het onder
houd van de voetpaden en van de kunstwerken
ten laste der gemeente", en van overeenkomsten
of andere wettige verplichtingen is bekl. niets
bekend- Hjj vertrouwde dan ook op grond van
het boven aangevoerde met gerustheid op vrij-
spraak van het hem te laste gelegde te mogen
rekenen.
Het openbaar ministerie begon met beklaagde
toe te geven dat eenig verschil bestaat in de be
woordingen van de dagvaarding en het proces
verbaal, doch dat de bedoeling dezelfde is. Het
staat vast uit de verklaringen van de getuigen
en ook uit de erkentenis van bekl. dat het voet
pad niet voldeed aan de voorschriften van het
reglement. Ook dat beklaagde het later eenigs-
zins in orde heeft gebracht is niet ontkend en
reeds daaruit zou af te leiden zjjn dat deze erkende
wel degeljjk onderhoudsplichtige te zjjnwant
was hjj van zjjn goed recht overtuigd geweest
dan had hjj er niets aan gedaan.
Vooropstellende dat de samenstelling van het
thans vigeerende reglement voor de wegen en voet
paden noodig was, wjjl het oude ongeveer 40 jaren
geleden was vastgesteld en de daarin voorkomend©
strafbepalingen niet in overeenstemming met de
iegenwoordige wetten waren, betwjjfelde het O.
M. toch of het nieuwe reglement overigens beter
was dan het oude. In plaats van 91 artikelen,
zooals vroeger, zjjn en er thans 122, waaronder
vele zoo al niet in strjjd met elkaar, dan toch zeer
onduidelijk moeten /genoemd worden. Bovendien al
is het reglement/'klaar gemaakt, de naweeën zjjn
niet uitgebleven/ In art. 12 van het reglement is
bepaald dat, bjtnnen twaalf maanden na de afkon
diging ervan/' door burg. en weth. een ligger zal
worden opgemaakt en, ofschoon het reglement
met 1 Jan./1882 in werking is getreden, is nu in
April188,4 nog geen enkele ligger klaar, uitge
zonderd ft'en, in de gemeente St. Philipsland.
Het ze/u eenvoudiger geweest zjjn het onderhoud
der weg/en en voetpaden geheel op te dragen aan
de genkeentebeaturen, die daar met veel meer zorg
voor houden gewaakt hebben dan nu veelal de
particulieren. Onder de leden van de provinciale
state/u waren dan ook verscheidene voor die bepaling
doek een ander deel, vooral de burgemeesters van
plattelands gemeenten, was daar tegen, omdat
da'lasten der gemeenten, niet het minst ook
door schoolbouw, reeds zoo bezwaard waren.
f Het O. M. gaf toe dat art. 39 van het reglement
lhet onderhoud van de voetpaden aan de gemeente
/gelast maar, en dit is het zwaartepunt, «behoudens
j wettige verplichtingen van anderen."
Zoodanige wettige verplichting bestaat naar het
oordeel van het O. M. in het onderhavige geval.
In vroeger tjjd is door de regeering van Veere
tusschen 1710 en 1760 eene ordonnantie op de
wegen en voetpaden gemaakt, waaraan ook, zooals
uit verschillende stukken bljjkt, de hand. werd
gehouden. In de laatste jaren vóór 1760 echter
verslapte dit eenigszins, wat aanleiding gaf dat
in genoemd jaar, op den 25 October, eene nieuwe
ordonnantie of liever de vroeger bestaan hebbende
opnieuw werd vastgesteld. Dit geschiedde omtrent
denzelfden tijd in de jurisdictie van Middelburg
en ook in die van Vlissingen.
Bjj deze ordonnantie werd, zooals uit de voor
lezing bleek, de onderhoudsplicht op de landei
genaars of gebruikers gelegd.
Het bljjkt niet dat die ordonnantie ooit is in
getrokken. Bjj het oude reglement van 1838 wordt
dit niet gedaan en bjj art. 122 van het nieuwe
evenmin.
Die ordonnantie is dus nog van kracht en de
beklaagde uit dien hoofde onderhoudsplichtig.
Het O. M. requireerde mitsdien schuldigverkla
ring van De K. aan het hem te laste gelegde en
zjjne veroordeeling tot 2 boeten van 2.50 elk,
subs, een dag gevangenisstraf voor iedere boete.
Beklaagde, hierop in de gelegenheid gesteld
repliek te leveren, wees er op dat hjj door den
weg te verbeteren geenszins heeft erkend onder
houdsplichtige te zjjn, maar eenvoudig een bewjjs
van welwillendheid te hebben gegeven., Hjj bleef
persisteeren bjj zjjn verdediging.
Wjjl het O. M. geen dupliek verlangde te hou
den, werd het onderzoek gesloten en de uitspraak
bepaald op heden over 14 dagen.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Door de rechtbank zjjn heden veroordeeld:
A. v. d. P., 47 j., vrachtrijder te 's Gravenpol
der, wegens beleediging van een beambte in func
tie tot een boete van 3 en een van ƒ8. J.
T., 32 j., W. v. d. B., 34 j., C. Van V., 34 j., J.
L., 50 j., en A. K., 23 j., arbeiders, allen te Krab-
bendijke, wegens diefstal ieder tot f 3 boete.
J. Van D., 18 j., te Ter Neuzen, wegens laster
tot 8 dagen cel. G. A., 40 j., klompenmaker te
Koewacht, wegens hoon tot 8 boete en P. B.
Mz., 21 j., boerenknecht te Ellewoutsdjjk, wegens
mishandeling tot 8 boete.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken werden G. A. De C., 28 j., schipper
te Clinge, beklaagd van openbare schennis der
eerbaarheid en van dronkenschap.
Verder deed de rechtbank uitspraak in de zaak
van P. De Z., 77 j., koopman te Ter Neuzen, in
eersten aanleg beklaagd van openbare dronken
schap en verstoring van de orde in de kerk te
Ter Neuzen. De rechtbank heeft het vonnis van
den kantonrechter aldaar, waarbjj deze zich had
onbevoegd verklaard om van dit feit kennis te
nemen, te niet gedaan, en daarbij de zaak naar
genoemd kantongerecht terug verwezen.
Gisteren hebben de officier van justitie en de
rechter-commissaris bij de rechtbank alhier zich
naar Ter Neuzen begeven, zoo men zegt ter on
derzoek eener zaakwaarbjj vermoed wordt dat
getuigen valsche getuigenis hebben afgelegd.
Eenige jonge lieden uit Vlissingen zullen
waarschjjnljjk een uitstapje, dat zjj gisteren naar
Veere maakten, zeer betreuren. Na het verlaten
van den Kampveerschen Toren togen zjj zingende
en geruchtmakende langs de straten en kwamen
daardoor in aanraking met de politie, zóo zelfs,
dat hun verzet de verwonding van een agent
veroorzaakte en een der baldadigen met ver
scheurde kleederen voor den burgemeester ge
bracht werd.
Onder St. Laurens is heden een otter gevangen
hjj had eene lengte van 1.45 M.
Onder 's Gravenpolder moet jl. Zondag een
aanslag gepleegd zjjn op een jong meisje. Eenige
jongens uit Hoedekenskerke, die reeds des namid
dags te 's-Heer Abtskerke een proces-verbaal wegens
openbare dronkenschap zich op den hals gehaald
hadden, ontmoetten dienzelfden dag des avonds
omstreeks half acht op een eenzaam gelegen djjk
een meisje van 18 jaren, elders dienstbaar.,dat
hare ouders te Hoedekenskerke bezocht had. Vol
gens het verhaal moeten zjj het meisje van den
djjk gesleurd en gemolesteerd hebben, en toen zjj
begon te schreeuwen hebben gepoogd haar een
doek in den mond te wringen. Gelukkig bevond
zich toevallig in de nabjjheid een man, die haar
te hulp echoot.
De aangevallene was Maandag nog ongesteld
van den schrik; maar later is haar toestand
verbeterd.
De zaak is reeds in handen der justitie. De
baldadige personen ondergingen reeds een verhoor
bjj den burgemeester.
Te Bruinisse is een groote zalm gevangen.
Zooals reeds vroeger is medegedeeld heeft
de postbode van St. Maartensdjjk op St. Annaland,
P. Nujjens, zjjn eervol ontslag gevraagd en ver
kregen. Bjjna 20.000 malen deed hjj in ruim 26
jaren den vaak ontjjdigen, moeieljjken en toch
zooveel vertrouwden post om geregeld in den
dienst te voorzien.
Geen wonder dan ook dat de burgerjj van St.
Maartensdjjk den jjverigen ambtenaar eene laatste
hulde wilde brengen. Het muziekgezelschap be
geleidde den bode op zjjn laatsten terugtocht naar
het kantoor en voorts naar zjjne woning.
Men hoopt dat hjj nog tal van jaren eene wel
verdiende rust en, behalve een karig pensioen,
200 's jaars, door welwillende medewerking
eenige meerdere inkomsten moge erlangen.
Gisteren morgen is te Hulst gevankeljjk
binnengebracht R. Van B., als verdacht van
brandstichting op 20 en 21 Maart 11. te Clinge.
Te Utrecht heeft gisteren ochtend een felle
brand gewoed in een winkel waarin kruideniers
waren, petroleum en sterke drank verkocht werden.
Het perceel is geheel uitgebrand.
Te Sassenheim is een tjalkschip uitgebrand,
waarbjj eene oude vrouw, de moeder van den
schi] per, den dood in de vlammen vond. De overige
equipage kon zich redden. Te Eindhoven is
de lak- en vernisstokerjj van de firma F. Smit
verbrand.
Zaterdag is op de tramljjn BussumHuizen
een 13jarig knaapje overreden; het kind was spoe
dig een lijk.
Volgens het U. D. was de Amsterdamsche
Kalverstraat Zaterdagavond geruimen tjjd als
't ware verstopt, tengevolge van een niet alle-
daagsch opstootje. De herauten van het weekblad
Recht voor allen liepen als gewoonljjk met hunne
verlichte, gekleurde lantaars op een langen staak
door de volkrijkste straten, om het „nuttige en
heilzame" weekblad rond te ventén. Reeds sedert
lang walgde het wandelend publiek van de op
roerige taal, welke door die gehuurde lantaarndragers
werd uitgekraamdeindeljjk scheen de maat der
verontwaardiging vol; ten minste eenige mannen
en jongelingen rukten dien avond den huurling
zjjn pak krantjes uit de handen en deelden die
in een oogenblik, onder vrooljjk gejuich, aan de
menigte rond.
Of zjj daarop recht hadden betwjjfelen wij.
Zoolang de venters vrjjheid hebben om een week
blad welk ook te verkoopen, maakt zulk
eene handelwjjze inbreuk op hun eigendomsrecht.
Het is daarom te hopen dat de politie hen, even
als ieder ander, zal beschermen tegen hetgeen wjj
diefstal zouden noemen.
Het geval van vergiftiging te Rotterdam,
waarvan wjj in het kort melding maakten, heeft
zich volgens de N. Rott. Ct. aldus toegedragen.
De vrouw van zekeren W. vroeg, vergezeld van
hare dochter, Zaterdag bjj een drogist, in de Hoofd-
steeg 6 lood Herba Carduï Benedicti (gezegende
distel). De bediende woog voor ieder barer het
kruid af; zjj betaalden en vertrokken elk met
haar zakje. Nu moet zich daarbjj de volgende
noodlottige vergissing hebben voorgedaan. In den
zelfden drogistwinkel was nameljjk door een lijder
aan asthma eene zekere hoeveelheid Herba Datu-
rae Stramonii besteld, die voor hem moest worden
fijn gesneden en dan door hem zou worden afge
haald. Dit kruid wordt den asthma-ljjder voor
geschreven om van tjjd tot tjjd in eene pjjp te
rooken, wat dan verlichting schenkt. Nu moet dat
pakje op de toonbank gereed hebben gelegen om
afgehaald te worden en vrouw W. greep bjj het
heengaan dit pakje en liet het hare, waarin zich
de gezegende distel bevond, liggen, zonder dat
partjjen iets van de verwisseling merkten. Des
avonds vóór het naar bed gaan werd van het
kruid thee gezet; man en vrouw dronken er een
stevigen kop van en kort daarna waren beiden
ten prooi aan de hevigste smarten, hetgeen weinig
verwondering kan baren wanneer men weet dat
de Datura Stramonium bevat Daturine, die iden-
tisch is met Atropine, een der verschrikkeljjkste
vergiften, wanneer het zooals in dit geval als een
sterk aftreksel van Stramonium wordt ingezwolgen.
De asthmaljjder moet werkeljjk het pakje gezegende
distel ontvangen doch zjjnerzjjds de vergissing
ontdekt hebben.
De ongelukkige vrouw is heden ochtend onder
vreeseljjk ljjden overleden. De man leeft nog maar
verkeert mede in zorgwekkenden toestand.
De justitie doet onderzoek. Daaruit zal de ware
toedracht van het gebeurde zeker aan het licht
komen, tegelijk met de redenen die beide vrouwen
bewoog Herba Carduï Benedicti te koopen, wel is
waar slechts een tonisch oplossend middel, doeh
dat men reden heeft te gelooven dat zij zich slechts
op advies van derden hebben aangeschaft.
Omtrent den chef de bureau bjj de firma
P. en Van G., te Helmond, beklaagd van
valschheden, wordt het volgende medegedeeld.
H., zoo heet de verdachte, was reeds viermalen
vervolgd en driemalen veroordeeld wegens valsch
heden en oplichterijen hetgeen voor zjjne patroons
geheim bleef tot eenige dagen vóór zjjn zilveren
bruiloft, die op 3 Maart jl. met grooten luister is
gevierd. Toen ontving een zjjner patroons een
geheel uit couranten geknipte en opgeplakte
woorden en letters samengestelden anoniemen brief,
waarin H.'s verschillende veroordeelingen werden
medegedeeld. Aanvankeljjk werd die brief als
laster beschouwdeen te Leeuwarden ingesteld
onderzoek bracht de waarheid daarvan echter
spoedig aan het licht. Van het feest der zilveren
bruiloft en een daarop gevolgde korte afwezigheid
van H. werd gebruik gemaakt om, zonder argwaan
te wekken, de door hem gehouden boeken te
onderzoeken. Spoedig bleek alsnu dat hjj zjjn
verleden niet had verloochend. De wjjze, waarop
hjj in zjjn valschheden te werk ging, is ongekend
brutaal. Wanneer aan den kassier zjjner patroons
verschillende, aan dien kassier geëndosseerde wis
sels werden verzonden, wist hjj in den begeleiden
den brief, nadat die door zjjn patroons was ge-
teekend, de vermelding van een der wissels langs
scheikundigen weg te doen verdwjjnen. Die
wissel werd dan achter gehouden en het endos
sement aan den kassier op geljjke wjjze in een
endossement aan hem veranderd, waarna de wissel
bjj zjjn eigen kassier te gelde werd gemaakt.
Daar de vervalschingen steeds geschied zjjn,
nadat de brieven waven gecopieerd, is de zaak
gemakkeljjk te bewjjzen. Het juiste bedrag van
het verduisterde is nog niet bekend, daar het
onderzoek nog niet geëindigd is men mag echter
veronderstellen, dat dit bedrag zeer aanzienljjk is.
De gearresteerde bleef bjj zjjn aanhouding uiterst
kalm. Hjj heeft zich op eigen kosten per rjjtuig
naar het station Deurne laten brengen en is daar
op den trein gegaan.
Het provinciaal-comité voor de slachtoffer
van Ischia wil te Pompei een feest geven, dat
drie dagen moet duren. Men wil aan de doode
stad weer leven geven en een rjj van scènes uit
het huiseljjke en openbare leven der oude bewoners
van Pompéi te zien geven, waarbij de kleederdracht
en de gewoonten des tjjds zullen worden gevolgd.
De uitgebreidste telephoonverbinding van
alle Europeesche steden bezit ongetwijfeld Stock
holm. De vreemdeling ziet met verbazing de ont-
zachljjke menigte elkaar kruisende draden, die de
stad als een net schijnen in te sluiten aan onder-
aardsche leidingen is wegens het moeilijke terrein
voorloopig nog niet te denken. Nu kan' daar geen
man van zaken zich meer aan de telephoonver
binding onttrekken. Voor de niet-geabonneerden
zjjn zeer geschikt de openbare vèrspreek-toestellen,
die bjjna in eiken sigarenwinkel, bjj iederen barbier
en dergeljjken zjjn ingerichtde prjjs voor een
gesprek van 5 minuten bedraagt gemiddeld 10
Oere (ongeveer 10 cent). De telephoonverbinding
te Stockholm wordt door twee maatschappijen
geëxploiteerd.
Te Rome is eene maatschappjj voordewjjn-
cultuur in Italië opgericht, en deze heeft aanstonds
stappen gedaan om haar hoogst belangrijk doel te
bereiken. Er zal een blad over het vak verschijnen
er zullen agenten in de grootste handelsplaatsen
worden aangesteld, premiën uitgeloofd, eene per
manente tentoonstelling gehouden, een depositum
voor wijnproeven ingericht worden, en men wil
ook kapitalen verzamelen om ze voor de cultuur
aan te wenden. De maatschappjj wil eindeljjk
nieuwe afvoerwegen zoeken en overal in het land
afdeelingen stichten. Het is hoog tjjd, dat men
in Italië de handen uit de mouw gaat steken. De
druifluis verbreidt zich meer en meer, de Ameri-
kaansche concurentie wordt dreigend, en het wordt
noodzakeljjk den wjjnbouw te verheffen, in de
wjjnbereiding verbetering te brengen en voor den
handel nieuwe bronnen te openen.
De Fransche regeering heeft ter eere van de
koningin van Taïti een gouden medaille laten slaan.
De ook hier bekende concertzangeres frl.
Wally Schauseil uit Dusseldorf was onlangs op een
concerttournée in Hamburg, van waar zjj direct naar
Darmstadt moest reizen om in de Missa solemnis
van Beethoven mede te werken. In Hamburg
kreeg zjj een aanvraag uit Göttingen betreffende
een engagement voor een concert. Om deze vlug
f te doen en wjjl de route Hamburg -Darmstadt
haar Göttingen voorbjj voerde, zond zjj aan den
haar slechts bjj naam bekenden muziekdirecteur
Hüle in Göttingen het volgende telegram: „mu-
sikdir. Hille in Göttingen. Passire half 4 Göttingen,
erioarte Sie Bahnhof. Erkennungszeichen gelbes
Buch." Toen de trein in Göttingen stil hield was
er niemand op het perron. Frl Schauseil gaat uit
den wagen met het geele boek, maar er verschjjnt
niemand. Eindeljjk komt een telegraaf beambte
op haar toe met de vraag: „Hebt u het telegram
uit Hamburg verzonden?" En op het bevestigend
antwoord verklaarde de man, dat het telegram in
zoo 'korten tjjd niet had kunnen worden bezorgd.
Er lagen in G. vier compagnieën musketiers, en
zoo vlug den musketier Hille daaruit te vinden
waB eene onmogeljjkheid geweest.
Aangaande het toenemen van misdaden in
Italië bericht de Fanfulla, die te Rome verschjjnt,
het volgende. Het is nu zoover gekomen, dat het
aantal offers die door het mes bloeden grooter is
dan bet aantal van hen, die door kogels vielen
in den slag bjj Custoza. In de dagbladen is dikwjj Is
het derde gedeelte en meer gevuld met inoord-
tjjdingen, die vaak helaasmet een soort van
humor worden opgesteld. Dit is een treurig teeken
des tjjds. De Italiaansche gevangenissen herbergen
80000 personen 1 Terwjjl de bevolking in vjjf
jaren tjjds omstreeks 15 percent toenam, is het
aantal gevangenisbewoners zoowat 85 percent ge
klommen, gelijk de officieele cjjfers bewjjzen. Het
gevangeniswezen verslindt elk jaar 32 millioen
franken, d. i. twee derde der som, welke het
onderhoud van het staande leger eischt. Men be
raadslaagt over de verbetering der gevangenen, men
past alle mogeljjke opvoedingsmethoden toe, maar
30 percent der vrjjgelatenen komt weer in de
strafinrichtingen terug. In de laatste 13 jaren
steeg het aantal minderjarigen in de gevangenissen
van 807 tot 5240.
Gisteren is te Ellewoutsdjjk door burgemeester
en wethouders aanbesteed het maken van een
gemetselden bekleedingsmuur c. a., langs de kade
aldaar, waarvoor werd ingeschreven door de hm P.
De Zeeuw te Middelburg, voor 8500J. Rjjnberg
te Ellewoutsdjjk, voor 8315 F. Schjjf te Ove-
zand, voor 6900P. Monjé te Vlissingen, voor
6792D. Romjjn te Kattendjjke, voor f 6625
A. Vermorkel te Hontenisse, voor 6500.
De begrooting bedroeg 6200.
In de gisterenavond gehouden raadsvergadering
werd besloten dit werk voorloopig niet te gun
nen te meer daar door de beide laagste
inschrijvers op hunne inschrjjvingsbiljetten eenige
conditiën waren gesteld, waaromtrent burg. en
weth. eerst de al of niet wenscheljjkheid van
aanneming zullen onderzoeken.
Te Coljjnsplaat zijn Maandag, ten overstaan
van den notaris Huvers, eenige landerjjen ten
verkoop aangebodenter gezamenljjke grootte
van 6,4920 hec.
Kooper daarvan werd de heer A. L. Haringman
voor f 433 per 41,68 A, behalve 12J onkosten
en 75 strijkgeld; dit laatste over de geheele
massa.
'sGravenliage. Tweede kamer. In
de heden gehouden zitting bepaalde de kamer
dat vóór het reces nog behandeld zal worden de
zaak der Mallegatsluis en dat het gewjjzigd Marken-
ontwerp nader in de sectiën zal wordeD onderzocht.
Daarna had een langdurig debat plaats over de
ontwerpen betrekkeljjk het Merwedekanaal. Op
de vragen van den heer Seret antwoordde de mi
nister dat hjj de beslissing aan de kamer overliet
en antwoordde de heer Rutgers dat bjj zijn voorstel
geen zweem van politieke bedoeling in het spel
was of onze politieke toestand ook zuiver is
dat zulke verzekeringen noodig zjjn(Red.).
Alleen was zjjn wensch om Amsterdam eenigszins
te bevredigen. Zjjn wetsvoorstel is daarop aange
nomen met 50 tegen 22 stemmen.
Na deze beslissing is aangehouden de onteige
ningswet NigtevechtUtrecht, waarna aangenomen
is de onteigeningswet betrekkeljjk de scheiding
der Vecht en den Vaartschen Rjjn.
De heer Buma heeft zjjn wetsvoorstel betrekke
ljjk de droogmaking van de Zuiderzee ingetrokken»
het vervangende door een motie om een onder
zoek betrekkelijk de Zuiderzee en de Lauwerzee
in te stellen. Nadat de minister om financieele
redenen zich tegen die motie had verklaard, trok
de heer Buma ook deze in. De heer Bergsma zal
later den minister van binnenlandsche zaken inter-
pelleeren over de aanbesteding voor het Museum
te Amsterdam. De heeren De Vos, "W. K. Van'
Dedem, Wybenga, Eysinga, Zeylker en Schepel
zullen denzelfden minister interpelleeren over de
maatregelen tot uitroeiing der longziekte in het
spoelingdistrict.
Amsterdam. De Amsterdamsche Rijtuig-
maatschappij besomde in 1883 ongeveer 230.000