N° 63. 127® Jaargang. 1884. Vrijdag 14 Maart. Kol een stem bij tele anflere. Middelburg 13 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën- 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: MIÖDELBIRGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te YlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. m Moou, te Tholen: W. A. van Nieuwen huijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor liet Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L, Baxtbe en Cie., John F. Jones, opvolger Welluidend klinkt die stem niet en logisch redeneert evenmin hij die, ten voordeele der Maatschappij van Weldadigheid en in het belang der arbeiders, zich gedrongen gevoelde zijn stem te doen hooren, maar zijne beschouwing is karakteristiek omdat zij, op zulke bijzondere gronden, zoo geheel en al overeenstemt met de wenschen om protectie welke zich van ver schillende zijden doen hooren. Het is jammer dat die schrijver van een, te Amsterdam verschenen, brochure zijn naam niet den volke verkondigde, omdat men hem in dat geval zou kunnen dankzeggen voor zijne goede bedoeling en zijne overwegingen dan wellicht meer gewicht in de schaal zouden kunnen leggen. Nu weten wij dat hij zon der nadenken wat vooral voor iemand die, zooals hij, zaken doet, zeer onvoorzichtig is, dweepte met de theoretische beginselen der voorstanders van den vrijen handel, en dat hij bleet dweepen zoolang alles goed ging, maar berouw kreeg toen hij een aantal hoeveel wordt niet gezegd en welk vak of bedrijf de schrijver uitoefent vernemen wij evenmin arbeiders moest ontslaan uit ge brek aan werk, te wijten aan den immer grooteren invoer uit den vreemde. Zulk een berouw van iemand zonder na denken verwondert ons niet, maar voor de schrijver ons opgehelderd heeft waaraan de achteruitgang was te wijten valt het moeilijk na te gaan of er wel grond voor zulk een berouw bestond. Er was, zegt de schrijver zelf, een tijd dat het onder het vrijhandelstelsel ook bij hem in de zaken goed gingom nu te beoordeelen in hoever dat stelsel schuld heeft aan den tegenspoed, die hem noopte zijne werklieden te ontslaan, zijn betere en meerdere gegevens noodig dan de schrij ver ons aan de hand doet. En die ophel deringen had hij, volgens ziju eigen beweren, gemakkelijk kunnen verstrekken, omdat hij bewijzen kan hoe in zijn industrie door den vreemden invoer van het hem bekende artikel jaarlijks voor het volk circa een millioen gulden aan loonen, vrachten, commissiegelden, renten enz. verloren gaat, zonder nog te spreken van de winsten, die thans in den vreemde hun weg vinden. Voor de quaestie zelve is het dubbel te be treuren dat hij die gemakkelijke taak niet vervuldehij zou door juiste mededeelingen een grooten dienst bewezen hebben aan allen die zich met de vraagvrijhandel of protectie bezighouden. Thans staat echter tegenover deze, niet be wezen, verklaring van een onbekende de verze kering van bekende mannen van gezag op handelsgebied, die openlijk partij trekken voor de beginselen van freetrader op grond van de ervaring door henzelven opgedaan. Als wij, zooals in de zitting onzer eerste kamer van 23 Jan., een handelsman als de heer Muller zien opstaan om zijn waarschuwende stem te doen hooren tegen allerlei kunstmid delen om den handel te verlevendigen en hem hooren wijzen op de wrange vruchten die het consignatie-stelsel, de Nederlandsche handel maatschappij, differentieele in- en uitvoerrech ten, preferentie aan de vlag alle protectie- middelen hebben gedragen, dan hechten wij aan zijne woorden meer waarde dan aan die van eene onbekende grootheid die ons de feiten, waarop het juist aankomt, onthoudt. Eu voegen wij dan bij de verzekering van den heer Muller, dat door al die middelen gansche we- relddeelen den Nederiandschen handel niet of nauwlijks kennen, de doorhem verzochte getui genis van twee groote industriëelen uit Twente, de heeren Blijdenstein en Stork, dan zinkt daarbij de bewering van den schrijver in het faelang der arbeiders geheel in het niet. De heer Stork verklaarde dat de industrie van de provincie Overijsel, waar hij woont, zeer gaarne aan haar eigen lot zal worden overgelaten. Men is daar op staatsbemoeiing volstrekt niet gesteld en hoopt niet dat men ooit weer protectie zal krijgen. Sedert de afschaffing van de differentieele rechten is de katoen-industrie in Twente krachtig vooruitge gaan en eene vergelijking met Frankrijk en België maakt het, volgens dien bekenden in dustrieel, volstrekt niet uitlokkend om tot pro tectie over te gaan.. De gronden, die de voorstanders daarvan weten aan te voeren, moeten tegenover het getuigenis van zulke mannen hun waarde ver liezen, en waar nu de pleiter voor het protectie- stelsel, die zich als een stem vit het volk laat hoo ren, het belang der arbeiders vooral op den voor grond stelt, verdient zeker nog wel de aan dacht, dat in het protectionistisch gestem de Tilburg de arbeidsdag buitengewoon lang is, zoodat daaruit blijkt dat de industrie niet kwijnt. Een enkele blik op Amerika, het land van protectie bij uitnemendheid, zal den schrijver en alle voorstanders van protectie wel kunnen overtuigen dat de arbeiders van het beschermend handelstelsel geen voordeel pluk ken en hunne belangen daardoor niet worden bevorderd. Daar loopen in verschillende staten, o. a. Michigan en Ohio, tal van verarmde lieden die geen werk hebben. Bij het begin van den winter zijn zij door gebrek aan werk in de fabrieken ontslagen. De weekloonen waren te klein en de noodzakelijke behoeften te hoog in prijs door de indirecte belastingen die er van bijna alle artikelen van dagelijksch gebruik worden geheven. Tal van personen zijn voor groote en kleine misdrijven opgesloten in voor arrest; en dit alles is een gevolg van het beschermend stelsel. Zoodra de fabrikant maar overproductie krijgt, en hij bang wordt dat de prijs van zijn artikel zal dalen sluit hij de fabriek of werkt met minder volk. Hierdoor kan hij zelf de prijzen staande houden en meer geld verdienen dan door voort te werken en goedkoop te verkoopen. En dit geschiedt in een uitgestrekt land als Amerika, waar een zeer groot terrein te vinden is om de handelsartikelen af te zetten, waarde bevolking steeds toeneemt en men dus meer recht dan in kleine landen zou hebben om door hooger rechten te waken tegen invoer van buiten. Niet in het belang der arbeiders kan het wezen om den weg der protectie op te gaan voor hen zijn andere middelen om hun toestand te verbeterenaaneensluiting, coöperatie en verhuizing daarheen waar arbeidskrachten ge bruikt kunnen worden. En wanneer men dus ons in hun belang vraagt om bescherming, dan betwijfelen wij steeds of hierbij de oprechtheid wel een rol speelt, of niet meer sprake is van eigen belang. Dat industriëelen zeiven voor deel meenen te zien in een stelsel, dat van andere zijde ten zeerste wordt gelaakt, kan nog worden toegeschreven aan de zucht van eiken ondernemer om met zijne nijverheid het meeste voordeel voor zich zeiven te be halen. Maar uit naam van het volk te vragen om protectie is wat al te kras. Juist het vrije onderlinge verkeer kan een gunstigen invloed uitoefenen op de loonen en op de levensbehoef ten die het volk noodig heeft. Of hij op som mige oogenblikken wat meer verdient, baat den werkman niet, wanneer hij zijne dagelijks benoodigde artikelen duurder moet betalen, en ten slotte gevaar loopt van geruimen tijd zonder werk te zijn. De roepstem van dien z. g. strjjder voor de volksbelangen legt dus niet meer gewicht in de schaal dan al de andere stemmen, welke zich tegenwoordig doen hooren, Hier stelt zich een man als de heer Bahlman, lid der tweede kamer, aan het hoofd der be schermers ginds vragen de fabrikanten voor papieren zakken, elders de kleermakers om protectie. In onze landbouwvereenigingen, o. a. in de afdeeling Walcheren der Maatschap pij ter bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, heeft men de vraag gedaan of het niet gewenscht zou zijn de hulp van den staat in te roepen om door protectie-middelen den land bouw in zijn benarden toestand te gemoet te komen Tegen dit laatste verzette zich reeds met enkele woorden de algemeene voorzitter der maatschappij; spoedig zal de quaestie nog eens besproken worden en wij vinden haar belangrijk genoeg, om in een volgend opstel de aandacht ook daaraan eens te schenken en aan al die andere roepstemmen om begunstiging. Uit Rotterdam wordt ons geschreven Men schijnt er hier eenigszins verlegen mede te zijn, wat men de Tranvalers tijdens hun verblijf in onze stad zal laten zien. Op het programma staat een bezoek aan de fabriek op Feijenoord, en daar kunnen de heeren inderdaad veel zien wat hunne belangstelling zal opwekken en wat voor hen nuttig kan zijn. Maar wat nu verder? Ook hier tracht de orthodoxe partij zich van de depu tatie meester te maken. Werd zij niet in bedwang gehouden, de Transvaalsche heeren zouden niets te zien krijgen dan scholen met den bijbel en liefdadige inrichtingen, door de orthodoxen in het leven geroepen, en niets te hooren dan zalvende toespraken van de vertegenwoordigers van orthodoxe vereenigingen. Als het nu waar is, dat de deputatie niet komt „voor vroom mens alleen nie," dan kan zij haren tijd beter besteden dan aan het bezichtigen van scholen en kerken; en wil men haar scholen laten zien, dan zou het voor de hand liggen haar te brengen naar eene onzer hoogere burgerscholen, inrichtingen van on derwijs, die in haar land ontbreken. Doch zooals ik zeide, men is er verlegen meê, wat men haar zou laten zien. In die verlegenheid is er zelf plan gemaakt om haar in het museum Boymans den kostbaren tijd te laten zoek brengen, alsof, wanneer de Transvalers schilderijen wilden zien, daartoe in Den Haag en te Amsterdam niet zooveel beter gelegenheid was, Wat hebben die ménschen aan eene verzameling schilderijen, die met wezenlijke museums niet in vergelijking komt Ook het voorgenomen bezoek aan de diergaarde zal hun weinig belang in boezemen, vooral in dit seizoen en hoe fraai die inrichting in hare soort ook is. Waarom vergenoegt men er zich niet mede, de deputatie alles te laten opmerken wat met onze handelsbeweging in verband staat Dat alleen geeft aan Rotterdam beteekenis en van hetgeen zij op dit gebied hier zien, kunnen de Transvalers profijt trekken. Zeer vreemd is, dat men niets hoort van een bezoek der deputatie aan Zeeland. Onder hen, die eene Nederlandsche kolonie stichtten aan de kaap de Goede Hoop en van wie ook de Trans valers afstammen, waren zeer vele Zeeuwen. Ook het Zeeuwsche bloed behoort tot het bloed, waar over Paul Kruger het in zijne speeches, zoo druk heeft en dat kruipt waar het niet gaan kan. Yoelen de Zeeuwen niets voor de vertegenwoor digers van dat wakkere volk, dat dan toch tijdens zijne worsteling tegen Engeland ook in Zeeland zooveel sympathie vond Hoe komt het anders, dat de Transvalers uit alle oorden des lands uit- noodigingen ontvangen, maar uit Zeeland niet? Er is tusschen eenige bladen een polemiek ge voerd naar aanleiding van het ultimatum, door curatoren van het gymnasium te Amsterdam den heer dr C. Muller, leeraar aan de inrichting en strijder voor het socialisme gesteld. Ons dunkt: men had daarmee kunnen wachten tot dat het gerucht, hetwelk over deze zaak liep, waarheid bleek en de gronden, waarop het besluit van curatoren rust, bekend waren. Dan eerst kan men o. i. over het gebeurde een juist oordeel vellen. De vereenigde sociëteiten der schutterij en infanterie alhier zullen op 25 dezer eene tooneel- voorstelling geven ten voordeele van de vereeni- ging voor gepensioneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger, die niet deelden in de gunstige bepalingen der wet van 1877, waarbij de pensioenen werden verhoogd. Bij die gelegenheid zal worden ten tooneele ge voerd: Het graf onder de Meidoorn, Op het postkantoor en Bergen en dalen, terwijl ook enkele qnartetten van gebroeders Semmel zullen worden uitgevoerd. In verschillende garnizoenen werden door de militairen, voor datzelfde doel, uitvoeringen gegeven die aan de vereeniging voornoemd, een krachtigen geldelijken steun verleenden. Wij vertrouwen dat deze uitslag ook hier het pogen der vereenigde sociëteiten moge bekronen en de lijst die, den ingezetenen zal worden aange boden, getuigen zal dat men ook in Zeelands hoofdstad niet achterblijft waar een beroep wordt gedaan om hen, die hunne beste krachten voor vaderland en koning veil hadden, dankbaarheid te toonen. Want die is men verplicht jegens die brave strijders van veelbewogen tijden, wier bestaan op hun ouden dag zoo hoogst kommervol is en onder wie er op 1 April 1883 meer dan 1000 waren met een pensioen van minder dan ƒ100 'sjaars, en 400, wier pensioen niet hooger is dan 46 of 50 gulden, mannen, die eenmaal hun leven voor den staat veil hadden, van wie velen een of meer ledenmaten ten offer brachten zonder andere be looning te erlangen dan een pensioen van 91 gulden 's jaars en onder wie er niet weinigen té vinden zijn, wier borst met het kruis der Militaire Wil lemsorde versierd is." Naar men ons meldt zullen er van wege het departement van financiën opnemingen worden gedaan betrekkelijk de hoogten der waterkeerende dijken aan de Mosselkreek en de Eendragt. Dat onderzoek zou leiden tot de vraag of het noodig is om, tengevolge van de te verwachten hoogere waterstanden na de afdamming van het Slaak, die dijken te verhoogen. Hoewel men in de omgeving daarvan algemeen van de noodzakelijkheid van zulk een verhooging overtuigd is zal toch eenig meerder licht in deze zaak wenschelijk zijn en een degelijk onderzoek kunnen meewerken om mogelijke rampen te voorkomen. <Soes, 12 Maart. In de schouwburgzaal der sociëteit Van Ongenucliten Vrij werd heden avond ten tooneele gevoerd Is maar een smid", door het Rotterdamsch tooneelgezelschap onder directie van den heer Willem Yan Zuylen. De zaal was vol en ook van buiten was men in grooten getale opgekomen om het stuk van den zoo gevierden acteur, waarvan men te Rot terdam niet genoeg kan krijgen en dat elders zeer gunstig is ontvangen, met eigen oogen te aan schouwen. Wie zijne verwachting zeer hoog gespannen heeft, zal, wat het stuk betreft, wel eenigszinB teleurgesteld zijn. Aardige tooneeltjes als het bezoek van Kees en Jansje bij juffrouw Bolten komen er wel wat te schaars in voor om het oude van het onderwerp, de weinige verwikkeling en het gebrek aan spanning, welke het stuk ken merken, eenigszins te vergoeden. Toch is de to taal indruk bepaald gunstig. Het spel der vertooners verdient over het geheel lof en aan toejuichingen was dan ook geen ge brek. Keurig werd de rol van Kees door den heer Yan Zuylen gespeeld. Men zou van die rol kunnen zeggen dat zij met voorliefde is gecreëerd, maar zij werd in ieder geval uitstekend weerge geven, evenals die van Jansje, de huishoudster, welke mevrouw Bruijn-Sablairolles vertolkte. Men zou verkeerd doen het nette spel van den heer Alex. Faassen als Haverman af te keuren. Toch is de opmerking niet ongegrond, dat hij te weinig parvenu was, waardoor zijne ontmoetingen met den smid voor de ramp, die hem trof, veel, men zon haast zeggen bijna alle effect miste en dit te meer, wijl die smid zeker veel te weinig smid was. In gemoede zou men zelfs wel de vraag kunnen doen, of de speler wel eens met een wezenlijken smidsbaas heeft kennis gemaakt. Het spel van mevrouw De Graef Yerstraete als Marie en van den heer Ruijsbroek als Gunther- man moet wèl voldaan hebben. Minder zal dit het geval geweest zijn met de vertolkers van me vrouiv Haverman en juffrouw Bolten. De dame, die de laatste rol misschien zonder fouten opzeide, zal zeker in een ander soort rollen beter op haar plaats zijn. Na afloop ontving de heer Van Zuylen uit handen van den heer Van Swinderen een fraaien krans. Blijkbaar wel voldaan keerde ieder huiswaarts, zeker erkentelijk aan degenen, die het initiatief tot deze voorstelling hebben genomen. IVisse, 13 Maart. Uit een groot aantal sol licitanten is tot gemeenteveldwachter alhier be noemd Jan Bommeljé te 's Heer Arendskerke, die 15 dezer in functie treden zal. Sint VBnartensilSjli, 12 Maart. Dinsdag avond hield het, alhier in het vorige jaar opge richte, muziekgezelschap Hooger zij ons fJoel zjjn§'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1