127® Jaargang.
1884.
Donderdag
13 Maart.
Graaf Lorenzo.
N° 62.
BRANDWEER.
Middelburg 12 Maart.
Dit biad verschijnt dagelijks^
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cents
Advertentien* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
"FEUILLETON.
f K
ilBDELBURGSCHE C0URA1MT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Boeland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. db Mooij, te Tholen: W. A, van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op de verordening nopens de brandweer
voor deze gemeente,
maken bekend
1° Dat het contingent van het voor dit jaar te
benoemen personeel bij de brandweer zal bestaan
uit 53 personen.
2° Dat de loting voor hen, die dit jaar dienst
plichtig bij de brandweer worden, alsmede de
naloting voor diegenen, welke, vallende in de
termen van dienstplichtigheid bij de brandweer,
sedert de laatste inschrijving van elders in deze
gemeente zijn komen wonen, zal plaats hebben
ten raadhuize Dinsdag den 25en Maart 1884, des
voormiddags te tien uren.
3° Dat niemand tot die lotingen zal worden
toegelaten dan de ingeschrevenen zeiven of hunne
gevolmachtigden, ten welke einde zij voorzien
zullen moeten zijn van het hun vanwege het ge
meentebestuur uit te reiken oproepingsbiljet.
4° Dat voor hen, die bij de loting afwezig blij
ven, door een der leden van het bestuur over de
brandweer een nommer zal worden getrokken.
5° Dat zij, die voor den dienst bij de brand
weer benoemd worden, zich daarvan door plaats
vervanging of afkoop kunnen ontslaan, mits van
dat voornemen alvorens aan het bestuur over de
brandweer kennis gevende, terwijl zij, die vermee-
nen redenen van vrijstelling te hebben, die, binnen
14 dagen na de ontvangst der akte van aanstel
ling, aan burgemeester en wethouders zullen
moeten indienen.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 7ea Maart 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Dr Ahr Kuyper heeft in Patrimoniumte Amster
dam, in zijne rede tot de Transvalere, een land
verhuizing op groote schaal zijn hoorders voorge
spiegeld.
»Als men ons christenen", zoo moet hij ongeveer
de Transvaalsche deputatie toegesproken hebben,
»de vrjjheid onmogelijk maakt, gelijk onlangs in
een dagblad werd gedreigd en geëischt, dan komt
het christenvolk tot u."
Wij kunnen ons voorstellen dat zulk een toos-
terig woord is toegejuicht door allen die de ver
gadering van Patrimonium bijwoonden, al ware
het alleen uit nederigen hoogmoed van zich te
mogen scharen onder dat christenvolk bij uitne
mendheid, met welken naam deprofessor zijne volgelin
gen het liefst bestempelt. Maar of het steek houdt
Welk blad de heer Kuyper op het oog had,
weten wij niet, maar wij geluoven dat er in de
verste verte wel nooit aanleiding zal bestaan om
diens advies op te volgen. De heer Kuyper stelle
zich dus gerust. Als er ooit gevaar dreigt voor
Roman van Ursula v. Manteuffel.
VIER EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Eveline dacht aan haar lieveling, haar verloren
schatJa met den terugkeer der bloemen was ook
het verlangen naar zijn grafje weêr ontwaaktMaar
wenschte zij dat zijn plaats vervuld mocht wor
den Neen dat kon zij niet. Zij was vast over
tuigd dat Thurna meer ontsteld dan verheugd zou
zijn als hij een zoon kreeg. Dat zou slechts een
band te meer zijn, die zijn woeligen geest aan
het .Duitsche familieleven" ketende en hij rukte
reeds ongeduldig genoeg aan zijne boeien. Met
het voorjaar kwam de reislust weer boven hij
was geen huiselijke man, had nooit naar kinde
ren verlangd en het was heter zoo als het
was
Maar vergiste zij zich hierin niet Zou het niet
mogeljjk zijn dat, juist omdat hij er zich nooit
iets van voorgesteld had, dat ongekende geluk
van zijn eerstgeboorne te aanschouwen, een om
mekeer in zijn leven zou teweeg brengen? Daar
aan dacht zij niet; maar zij gaf ook niet lang aan
sombere overpeinzingen toe. Dat mocht nietwant
hoe zou het haar dan ooit gelukken om hem weer
Jot den levenslustigen man van Lacosta te maken
de vrijheid in ons land dan is dat alleen mogeljjk
uit een anderen hoek dan hij bedoelt.
En stelt dat het eens zoo ver komen moest als
hij zijn hoorders voorhield, dan weten wij niet of
wij Transvaal wel geluk zouden kunnen wenschen
met hare nieuwe bewoners en of de vrede en ver
draagzaamheid met de komst van prof. Kuyper's
volgelingen wel zouden winnen.
En of wij hun heengaan zouden betreuren?
Ja, zeker niet om hunnentwil, maar om de
schande, die er voor ons vaderland aan zulk eene
emigratie zou verbonden zijn.
Het is niet mooi van dr Kuyper als Nederlan
der, dat hij zelfs de waarschijnlijkheid durfde
aannemen van zulk eene gebeurtenis tegenover
mannen, voor wie hij zooveel mogelijk de eer van
ons land had moeten ophouden, vooral waar voor
het tegendeel geen aanleiding bestaat.
Er gebeuren wel eens feiten die de vrijheid niet
tot eer verstrekken, maar wij hebben toch nog
reuen genoeg om op dat punt de eer van ons
land niet te verkleinen. Vooral thans, nu er al-
gemeene samenwerking is om de Transvaalsche
deputatie een goeden dunk van ons land te geven,
paste zulk een onwelluidende toon allerminst.
De. Tijd laat een verstandig woordje hooren.
Het blad wijst erop dat de Transvalere hier ge
komen zijn om zaken te doen en niet om van
fijne maaltijden welsprekende redeneeringen
fakkeloptochten van jongelui, ruikers van jonge
dames enz. enz. te genieten.
Waren Kruger en de zijnen niet veel te ernstige
mannen om zich met wufte operetten-literatuur
bezig te houden, het blad gelooft dat zij elkander
hun indrukken in Nederland dikwijls zouden ver
tolken met het bekende Trop de Jieurs, trop de
fleurs, van Calchas. Te veel bloemen, terwijl het
hun om iets meer degelijks en meer blijvends te
doen is. De kapitalisten onder de vrienden en
bewonderaars der Transvaal ten minste zullen
thans wel ter dege hun geldzakken mogen aan
spreken, zal het niet den schijn hebben, dat wij
Nederlanders een vrij schreeuwerige en blufferige i
bovendien een bij elke gelegenheid toostende en
gastreerende natie zijn.
Naar ons idee is het thans aan de kapitalisten
om de eer van ons land in dat opzicht op te
houden.
In de afdeelingen onzer tweede kamer deed
een wetsontwerp tot ruiling van buitengronden
in het Slaak den wensch uitspreken, dat derge
lijke ruilingen niet weder zonder voorafgaande
schatting zullen worden gesloten.
Onder opmerking dat de ten vorige jare geslo
ten leening grootendeels ten bate van Indië is ge
komen, drong men verder aan op het vermijden van
tekorten op den Indischen dienst, en stelde men
tevens, naar aanleiding van het tekort over 1882,
de vraag, welke de voornemens der regeering zijn
omtrent het sluiten van een nieuwe leening.
In hetzelfde college waardeerde men algemeen
het voorstel der regeering om, door nadere bepa
Het was echter niet haar zwaarmoedigheid die
hem ontstemde, juist haar steeds toenemende
kalmte, het gevolg eener innerlijke verandering was
voor hem, den zelfzuchtigen man, een bron van
hevige onrust. Zij vond troost in zich zelf en hij
stond er naast en meende dat hij geen macht
meer over haar had.
Wat was dan toch die geheimzinnige, onzichtbare
kracht, die vrede kon geven en gewonde harten
heel en Hij misgunde het haar niet en uitte geen
enkel sarcastisch woordmaar bij leed thans nog
meer dan in het gewoel der wereldstad. Daar kon
hij althans de hand aan den dolk slaan, hier stond
hij machteloos.
Van lieverlede was de Doornburg, zonder groote
veranderingen, veel bewoonbaarder geworden. Er
waren een paar deuren gemaakt en eenige vensters
dichtgemetseld. Er lagen tapijten en alle ronde
vensters en uitbouwsels waren met bloemen gevuld.
Ook de kerk was inwendig gerestaureerd en, al
bleef zjj oud en bouwvallig, zij zag er toch niet
meer haveloos uit. Eveline kwam veel in de
pastorie. De bruiloft van Hermine stond voor de
deur en men verkeerde in groote spanning of
Keefje zon komen of niet.
VIJF EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Het was ook voor Keetje een groot vraagstuk.
Zou zij gaan, of niet
Reeds sedert twee weken was erover heen en
lingen omtrent den vleeschaccijns, landbouw en
nijverheid te gemoet te komen, onder opmerking
echter dat onze diplomatie werkzaam moet blijven
om de openstelling van de vreemde havens voor
den uitvoer van levend vee te verkrijgen.
Eenige leden verzochten aanwijzing ook van
andere gemeenten dan de landplaatsen alleen als
slachtplaatsen voor uitvoer. Anderen wezen daar
tegenover op de meerdere kosten van toezicht.
Het bedrag van 4 van den accijns, hetwelk
door den aangever zal betaald worden, (art. 4)
kwam sommigen te gering voor. Hiertegen werd
opgemerkt dat een hooger bedrag den uitvoer
wellicht zou belemmeren.
Ook vroeg men verduidelijking van het begrip
„afval."
Op de leening van f 60,000, door het water
schap Hoedekenskerke uitgeschreven moet slechts
voor eene som van 500 ad 4^ pet zijn inge
schreven.
Itrouwersliaveii) 11 Maart. Uit het
verslag over het boekjaar 1883 van de Nuts-
spaarbank alhier blijkt dat het aantal inlagen
118, en het aantal uitbetalingen 82 bedraagt.
Aan het einde des jaars telde de spaarbank 43
deelnemers. Het tegoed der inleggers aan 't begin
van 't jaar was 2546.37J; het bedrag der in
lagen gedurende het jaar 1695.644 en de rente
aan de inleggers toegekend a 3% f 81.08. Uit
betaald werd 527.26het reservefonds bezit
252.47r en het geheele bedrag der waarde van
de bank is 4048.31 J.
Sint Maartensdijk. Zes en twintig en
een half jaar heeft P. Nuijens, postbode van deze
gemeente op Sint Annaland, zijne diensten aan
de posterijen bewezen en thans is hem op zijn
verzoek eercol ontslag, met toekenning van pen
sioen, verleend. Gemakkelijk was zijne taak niet.
Dagelijks moest hij tweemaal van Sint Maartens
dijk naar Sint Apnaland en terug marcheeren
die gemeenten liggen li uur gaans van elkander
- en sedert de invoering van den postpakket-
dienst werd hij niet zelden bezwaard met een
gewicht van 20 a 25 halve kilogr. aan pakketten.
Wie met den toestand der wegen 's winters hier
bekend is, zal dit baantje zeker niet aanlokkelijk
vinden. En om nu verder zijne overige levens
dagen met zijn afgetobt lichaam in ruste te kunnen
doorbrengen, geniet hij een pensioen van 200
's jaars ongeveer.
Sf. iiiüahiiul. 12 Maart. In 1879 richtten
eenige ingezetenen uit deze gemeente een verzoek
tot den gemeenteraad, om hier op de door het
rijk bepaalde voorwaarden een telegraafkantoor
op te richten. Toen bestond in ons eiland alleen
te Tholen een kantoor. De raad, hoezeer de be
langen van de gemeente willende behartigen,
achtte de geldelijke bezwaren te groot en kon aan
het verzoek niet voldoen. Inmiddels, in 1880, was
ook meer in onze nabijheid, te St. Maartensdijk,
weer gepraat en nog wisten zij het niet. Dat wil
zeggen, ieder wist voor zichzelf heel goed wat
hij wilde. Mama was onzijdig, Keetje was et-
voor en papa was er tegenniet als een huis-
tyran; maar met de zachte vermaning: „Als gij
naar mijn raad luistert, ziet gij er van af. Het
is niet wenschelijk dat mijn dochter gravin Thurna
ontmoet."
»Ik zal Eveline mijn levenlang liefhebben
en ik verfoei al die lasterpraatjes van mevrouw
Yon Steinbaeh."
En bij welken familietwist behaalde Keetje niet
de overwinning Toen de dag daar was, stond
het groote rijtuig met de vossen voor de deur.
Anselmus, de koetsier, poetste met den mouw van
zijn jas zijn hoed nog eens op en de kamenier
legde voorzichtig de ingepakte witte japon op de
voorbank. Keetje omhelsde haar moeder, beloofde
papa dat zij verstandig zou zijn en reed weg.
Het was een lange rit; zij geeuwde, viel in
slaap, ontwaakte weer en stak telkens het hoofd
buiten het portier om Anselmus te vragen, of zij
er nog niet haast waren
Maar Anselmus lachte over haar ongeduld en
wees met zijn zweep naar een blauwachtige
heuvel rij, die steeds op denzelfden afstand scheen
te blijven.
Keetje vond het verschrikkelijk om met hare
gedachten alleen te zijn want op zulke oogen-
blikken was zij geneigd om sentimenteel te worden
en zichzelf te beklagen, en dat kon zij niet
uitstaan.
een kantoor geopend en was de telegraaflijn door
het Keeten, van den Margaretha-polder nabij Sta-
venisse, naar den Grooten nol in den Anna-Vos-
dijkpolder onder onze gemeente, verlegd. Daardoor
was de draadgemeenschap gemakkelijker en min
kostbaar geworden en vereenigden zich eenige der
bovenbedoelde adressanten om op eigen kosten
een kantoor in onze gemeente te openen. Een
hunner, de heer L. Theunisse, verzocht den mi
nister van waterstaat enz. daartoe concessie en
vergunning om te St. Maartensdijk aan te sluiten en
gebruik te maken, tot geleiding van den draad,
van 's rijks palen van den Grooten nol tot laatst
genoemde plaats. Een en ander werd toegestaan
en door welwillende hulp, vooral van wijlen den
heer Brieve, lijninspecteur te Roosendaal, werd
het kantoor 1 Januari 1881 geopend. In dat jaar
werden 1017 telegrammen ontvangen en 1080
verzonden. In het volgende jaar was dit getal
minder en op de pas gehouden jaarlijksche ver
gadering der aandeelhouders bleek, dat het aantal
der in 1883 behandelde telegrammen, met inbe
grip der dienstberichten, 1870 bedroeg.
Voor een gemeente van ruim 2200 inwoners,
die alleen door landbouw, veeteelt, scheepvaart en
daaraan verbonden handel bestaan, is dit getal
zoo gering nieten zoo landbouwers, schippers en
handelaars niet zoo hard moesten klagen zou zeker
de opbrengst van 't kantoor grooter zijn. In ieder
geval is het nut van de oprichting voldoende be
wezen.
De Haagsche bladen deelen mee dat veertien
leden van de linkerzijde der tweede kamer in eene
afzonderlijke nota, welke bij het afdeelingsverslag
zal worden gevoegd, hun bezwaren tegen het
ontwerp van wet voor eene klassenbelasting
hebben geformuleerd. Daarin wordt aangedron
gen op eene herziening van de belastingplannen
der regeering in dien zin, dat de regeering
de geheele opbrengst van het personeel voor het
rijk zou terugnemen, en dan eene inkomsten- of
klassenbelasting zou heffen, van welker opbrengst
9/10 aan de gemeenten zou worden uitgekeerd.
De kamer van koophandel te Gorinchem heeft
aan de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor
wegen het verzoek gericht om bij vervoer van vee
het tarief zoodanig in te richten, dat de vracht
geheven zoude worden per stuk vee en men niet
een geheele wagenlading zoude hebben te betalen
voor het vervoer van bijv. een of twee runderen,
hetgeen tot nu toe het geval is en den aanvoer
van vee per spoor bij kleine hoeveelheden niet
weinig belemmert.
Volgens het Dhld. loopen de onderhandelingen
over de sluiting van een handelsverdrag tusschen
Nederland en Frankrijk ten einde. De Fransche
regeering heeft er in toegestemd met Nederland
te contracteeren op den voet der meest begunstigde
natiede in Nederland ingevoerde Fransche pro
ducten zouden datzelfde voorrecht genieten. Deze
grondslagen zijn vastgesteld. Zonder onvoorziene
En waarom moest zij dan zichzelf beklagen
Wat was er dan gebeurd en wat had een einde
aan haar »poppenverloving" gemaakt Eigenlijk
gezegd was er niets voorgevallenmaar dat was
juist zoo wanhopig! »Geen storm had den bloe
sem barer liefde geknakt gelijk zij eens in een
vers gelezen had. Papa en mama hadden er om
gelachen en toen was Edgar ver weg geplaatst en
bij het afscheid had papa hem met een ondeugend
lachje op den schouder geklopt en gezegd »nu,
komt tijd, komt raad! als zich mijnheer de
ritmeester hier aanmeldt en het freuletje is nog
vrij, dan zullen wij er eens over denken. Maar
tot zoolang verzoek ik dat er geen brieven ge
schreven worden." Dat was alles. Een tijdlang
was zij dood ongelukkig geweest. Zij wilde naar
geen enkel bal gaan en zich altijd in het zwart
kleeden. Men liet haar stil begaan. Na een half
jaar begon het haar te vervelen en besloot zij
haar leed in het gewoel der wereld te verstikken
Dat was missschien nog tragischer Zij vond het
zoo verheven om op een feest te komen met een
„lach op de lippen en den dood in het hart."
Zij offerde zich op, zij danste en lachte, zelfs heel
natuurlijkWaarlijk niemand vermoedde bij dit
blijmoedige gelaat »den dood in het hart." Zij
stierf ook niet, maar moest met verbazing
erkennen dat ze heel veel pleizier had. Zij werd
een lieveling aan het hof. De prinsessen over
laadden haar met bonbons en de prinsen met
complimentjes.
Wordt vervolgd.*}