N° 57. Ï27J Jaargang. 1884. Vrijdag 7 Maart. Rijks-belastingen. Graaf Lorenzo. Middelburg 6 Maart. Dit blad verschijnt, dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van i -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: "FEUILLETON. MIDDELBURGSCHE COURANT Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Puhlicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering zijn ver zonden de door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 4den Maart 1884, invorderbaar verklaarde kohieren N° 8, 9 en 10 der pers. belasting voor het dienstjaar 1883,84, met uitnoodiging aan ieder, wien zulks aangaat, om, na hekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden bebooren te worden ingediend; terwijl bij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van den 9en April 1869 (Stbl. n°. 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 5a"> Maart 1884. De burgemeester voornoemd, P I C K In een zeer uitvoerig stuk over de opleiding van de matrozen onzer zeemacht legt de heer C. H. De Goeje, luit. t/z le klasse, directeur van de kweekschool voor de zeevaart, in de N. R. Ct. zijne meening daarover bloot. Vooral is dit stuk zeer belangrijk, omdat het eene aanbeveling bevat van het plan des ministers van marine om de opleidingsschepen naar elders, b. v. Vlissingen, te verplaatsen. Op de vraagwaar zulk een schip moet ge stationeerd zijn antwoordt de beer De Goeje liefst niet in de groote steden. Dit standpunt verdedigt hij op de volgende wijze «Dat de verwijdering der opleidingsschepen uit Amsterdam en Rotterdam den toevloed van jon gens op eene bedenkelijke wijze zoude vermin deren, meen ik op goede gronden zeer in twijfel te moeten trekken, want wel is waar komen er vele jongens uit Amsterdam, doch uit Rotterdam integendeel zeer weinig, en in verhouding van het getal inwoners uit Amsterdam niet meer dan uit andere steden. «'s-Gravenhage bijv. levert betrekkelijk meer jongens op terwijl uit eenige plaatsen van Fries land, b. v. Sneek, waar men nooit iets van de marine ziet, een bijna even groot getal jongens aankomt. Ik geloof dat, waar ook bet opleidings schip geplaatst is, men nooit bevreesd behoeft, te zijn voor gebrek aan jongens, mits men de eischen voor aanneming en wel voornamelijk den leeftijd niet te hoog stelt en voldoende publiciteit aan de zaak geeft. «Wanneer men te Amsterdam of te Rotterdam Roman van Ursula v. Manteuffel. EEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Eveline zag als door een nevel dat Tesselhof zijn handkoffertje open maakte en er een flesch uit nam, hoe goed kende zij die, den beker die er opgeschroefd was vulde en hem haar voorhield. «Drink eens," zei hij, nog altijd zeer verlegen, „er gaat niets boven Benedictijner." Zij gehoorzaamde werktuigelijk; de sterke li queur liep als vuur door hare aderen. Het was Tesselhof duidelijk aan te zien dat hij haar voor stervende hield. «Doet het goed? Gij ziet er miserabel uit!" «Het zal wel overgaan, dank ui" «Line, wat beduidt dat, dat gij hier zijt Waar is uw. Hare krachten begaven haar en luid snikkend zonk zij achterover. Tesselhof hield niet van vrouwentranen, maar /op dit oogenblik kwamen zij hem zeer gepast voor. Zijn goedigheid zegevierde over den wrok, waarmede hij gewoon was aan haar te denken. Hij kreeg medelijden met haar in haar verlaten heid. - ^Hoor eens, Linebegon hij kuchend, «dat in beschaafde kringen van de opleidingsschepen hoort spreken, is het gewone gezegde, dat bet zoo aardig is die gezonde, vroolijke jongens te zien. Dames en heeren uit de eerste standen vinden het aardig de jongens eens aan te spreken als zij hen zien wandelen in Ar tin, Park en op andere publieke plaatsen, waar de directies de beleefdheid hebben hun van tijd tot tijd vrijen toegang te geven. Men vindt het aardig hen soms in ko medie of opera te zien zitten en hoort hen gaarne in de pauze een liedje zingen, maar men bedenkt niet, dat juist al die aardigheid slecht op de jon gens werkt, en hen ontevreden maakt wanneer zij later aan boord komen, waar zij alle genoegens op hun schip moeten zoeken. Als de jongens in dienst komen, hebben de meesten nooit van die genoegens gehoord, en zijn zij reeds gelukkig, fatsoenlijk gevoed en gekleed te worden; waarvoor zou het dan dienen hen gedurende een paar jaar datgene te laten genieten waarvan ze later geheel verstoken zullen zjjn Het kan tot niets leiden dan tot ver meerdering van het gevoel van teleurstelling, dat ze ondervinden bij hunne komst aan boord, bij hunne intrede' in het werkelijke zeemansleven. Laten de jongens zich in hun vrijen tijd vermaken, doch laten zij dit doen op hun schip en zoo min mogelijk daar huiten, dit meen ik, zal veel beter kunnen gebeuren in een kleine plaats, waar men uit den aard der zaak daartoe gedwongen is. «Natuurlijk moet men de jongens van tijd-tot tijd vrijheid geven van boord te gaan om, gelijk men zegt, te passagieren het zon zeer onmensch- kundig zijn hen steeds opgesloten te houden. «In de groote steden zijn zij dan onmiddellijk verdwenen in de vele achterbuurten en holen van ongerechtigheid, en is het onmogelijk eenig toe zicht op hen uit te oefenenterwijl men in eene kleine plaats met behulp der politie zeer goed toezicht op hen kan uitoefenen, zonder dat zij zeiven er iets van bespeuren, dat hunne gangen worden nagegaan. De gezondheid van menigen jongen, die nu dikwijls in huizen van on tucht van de gemeenste soort totaal bedorven wordt, zou door toezicht, dat in eene groote stad onmogelijk is, behouden blijven, zoowel voor zijn eigen heil als ten voordeele van de marine." Volgens den schrijver verdienen de volgende wijzigingen in het opleidingsplan der schepelingen aanbeveling. De cursus aan boord van bet op leidingsschip moet voor ben, die bestemd zijn om later als matroos aan boord der actieve schepen te komen, niet langer dan één jaar duren, doch de opleiding moet voor den tijd van minstens één jaar voortgezet worden in zee, op een daarvoor bestemd oorlogsschip. Door de verandering van den cursus zal één, in plaats van twee opleidings schepen voldoende zijn en het zal dan zeer wen- schelijk zijn om de gelegenheid voor schoolonderwijs, gymnastiek enz. in lokalen aan den wal te vinden. Het dienstdoende personeel moet noodzakelijk verbeterd worden, en het leerplan eenige wijzi gingen ondergaan. Verkieselijk zal het tenslotte zijn, het opleidingsschip in eene kleine zeeplaats te stationeeren en de opleidingen voor jongens, schreien leidt tot niets. Ik zie al hoe de zaken staan en en ik heb met je te doen. Wat gij gedaan hebt het moet er uit was niet mooiIk spreek er nu niet van dat gij mijn verzoek om verzoening afgewezen hebt, maar wel dat gij mij zoo misleid hebt. Dat beeft mij be droefd, Line, zeer bedroefd, want ik had zoo'n onbegrensd vertrouwen in je. Nog tot na de scheiding beb ik geloofd, wat gij zeidet, dat gij mij alleen verlaten hadt omdat ik u te zwaar be- leedigd had en gij niet meer met mij kondt leven, omdat ik te ruw was En van dat alles was geen woord waarmaar Thurna zat er achter Dat was als een donderslag voor mij, Line! Toen ik hoorde dat gij met hem naar Italië waart, vielen mij allerlei dingen in, waarop ik niet gelet had en werd het mij duidelijk dat uw hart mij reeds lang niet meer toebehoorde. Dat had ik niet van je gedacht, LineDat moest ik je zeggen; anders bleef de wrok zitten maar nu is dat alles voorbij en niet meer te veranderen en ik wil maar zeggen: als het je slecht gaat, dan spijt het mij en dan wil ik het vergeten dat gij nu ja ik heb er zeker wel schuld aan gehad ik ben ruw en begrijp de vrouwen nietna, geef mij een hand, Line,wij zullen elkaar geen verwijten doen Terwijl hij sprak was zij langzaam neergegleden, totdat zij aan zijne voeten lag en, zijn hand vat tende, snikte zij «O nu zie ik alles in Leugen en bedrog en valschheid van den beginne afaanop wei zoowel als die voor bootsmansleerlingen, onder één chef te vereenigen, teneinde een aansluiting te krijgen in deze verschillende takken van onderwijs. In de Fort Madison Democrat van 13 Februari 1884 leest men over de emigratie naar Amerika het volgende. Niemand moet naar hier komen, die in zijn eigen land in zijn onderhoud kan voorzien. Nie mand kome herwaarts die niet sterk en gezond is, en willig om hard te werken om in zijn dage- lijksch onderhoud te voorzien, want men moet hier, evenals in Nederland en zeker in alle landen, zeer hard werken om te kunnen leven. Kooplieden, klerken etc. moeten bepaald niet komen. Zij kannen te huis zeker beter slagen of zij moeten bijzonder knap zijn en een groot kapitaal hebben om te beginnen. Er is hier plaats voor zeer knappe werktuig kundigen en landbouwers de laatste vooral kunnen gerust overkomen, als zij maar vol doende middelen hebben om te kun nen beginn en. Daglooners, mijnwerkei's doen beter te huis te blijven, of zij moeten al zeer -sterk en onderne mende menschen zijn. Onder gewone omstandig heden zouden wij zeggen: laat allen komen die genegen zijn om Amerikanen te worden. In de laatste 20 jaren is echter, dank zij deze regeering, alles gedaan om de rijken rijker te maken en het getal armen te vermeerderen; de tijden worden al moeielijker en moeielijker en het geld is hier schaarscher dan ooit te voren. De belasting op alle artikelen maakt de prijzen voor de noodzakelijkste artikelen zeer hoog, terwijl de overgroote toevloed van emigranten meewerkt om, in vereeniging met de kapitalisten, het arbeids loon' zoo laag mogelijk te houden te laag voor iemand om er fatsoenlijk van te kunnen leven. Eenige knappe werktuigkundigen in ons stadje hebben dezen winter zelf brandhout moeten zagen en andere werkzaamheden moeten doen om in hun onderhoud zoo goed mogelijk te voorzien. En zoo is het in het gansche land gesteld. In den tegenwoordigen tijd is er hier zeer wei nig kans om te slagenalleen zij die bepaald landbouwers van beroep zijn kunnen vooruitkomen. Aan de Ztoolsche courant schrijft men Tegenover zooveel klachten over gebrek aan arbeid en de verminderde waarde van den grond eigendom, is het aangenaam op een verblijdend verschijnsel te kunnen wjjzende aanzienlijke aankoopen van dennenhout voor Belgische en Fransche rekening. Nederland heeft, om in eigen behoefte te voor zien, sedert eeuwen grootendeels het hout uit den vreemde moeten betrekken nu gaat het zelf uit voeren, de vreemdeling komt bjj ons ter markt. De waardevermeerdering der dennenbosschen kan gerust op een derde gesteld worden. Veel hout, dat vroeger nagenoeg waardeloos was en hoogstens tot brandhout kon gebruikt worden, ken grondslag heb ik mijn nieuw leven gebouwd Nu zie ik in dat zulk een geluk geen stand kan houden. Gij zijt goed en edel, Theodoor, maar ik wensckte dat gjj harder waart! Terwijl gij het verledene wilt goed maken, verandert gij het in een nooit meer te herroepen onrecht Hij verstond slechts de helft van die gestamelde woorden, maar kreeg nog meer medelijden. «Line, het bedroeft mij n zoo te zien Ik moet u iets vragen. Gij kunt uwen ik meen mij alles toevertrouwen. zijt gij waarlijk met den graaf gehuwd Die vraag van zijne lippen, bracht haar op nieuw in verwarring; oude, lang vergeten bijbel spreuken stonden eensklaps met vurige letters voor de oogende woorden van lady Ashley klonken haar in de ooren en zij fluisterde: «Ik heet thans gravin Thurna gij hebt goed gehoord, maar als ik u aanzie, Theodoor, komt alles mij als een droom voor owie zal mij van dien angst bevrijden «Hoor eens, Line, gij schijnt in een jammer- ljjken toestand te zijn Zeg mij nog ietsis hij mis schien niet goed voor u Weer een moeielijk oogenblik van dit zonderling examen. Zij stond langzaam uit hare knielende houding op zij, gravin Thurna, geknield voor Theodoor Tessel hof Bespottelijk Zij gingen elkaar immers niets aan Zij trachtte zich door die gedachte te sterken en antwoordde „Hij is beter dan ik ooit verdienen zal. Ik; doet in den laatsten tijd tot verschillende doel einden dienst en werpt meer of minder voordeel af. Maar niet het minst is het verschijnsel verblij dend voor den arbeider. Welk een uitkomst voor hem, als er ook in den winter vraag is naar werk kracht Die vraag heeft men thans de opge kochte dennen worden gebruikt tot hoppestaken of gaan, naar men zegt, naar de kolenmijnen voor dit laatste doel moeten ze gekapt, geschild, gezaagd, vervoerd worden een en ander geeft iu menige plattelandsgemeente een bedrijvigheid, waaraan wij niet gewoon waren. Nog altijd bezit Nederland uitgestrekte heide velden, die weinig opleveren en slechts op de hand des menschen wachten om meer productief te worden. Ons vaderland is bekend wegens zijn mildda digheid toch ten slotte de vraag of niet menig een, zonder eenige schade voor zichzelf, zelfs tot eigen voordeel, meer denken kon aan werkver schaffing Volgens het Vad. is het wetsontwerp tot wij ziging van enkele bepalingen der drankwet in bijna alle afdeelingen van de tweede kamer on gunstig ontvangen. De St. Ct bevat de statuten der vereeniging: De Kiezersvereeniging Walcherente Middelburg. Deze stelt zich hoofdzakelijk ten doel de verkie zing van commissarissen voor het polderbestuur van Walcheren, door het aanbevelen van candidaten, te leiden, en wordt tevens dienstbaar gemaakt tot het bespreken van polderbelangen. Zij wordt aangegaan voor den tijd van negen en twintig jaren. Lid der vereeniging kan worden ieder meerder jarig ingelande van den polder, die daarin minstens vjjf hectaren in vollen eigendom, vruchtgebruik of erfpacht bezit. Voor minderjarigen kunnen hunne voogden, voor onder cnrateele gestelden hunne curators, eD voor gehuwde vrouwen hunne eebtgenooten als leden optreden. De vereeniging bestaat uit minstens twintig leden. De contributie bedraagt f 1.50 'sjaars. Vlissingen, 5 Maart. Met de heugelijke tijding, dat onze burgemeester de gemeente voor eerst niet zal verlaten, is de lust tot uitbreiding der stad en tot verderen aanbouw van woonhuizen, vooral in den omtrek der voormalige Dampoort, opnieuw zeer sterk aangewakkerd. Zoo zegt men dat de heer C. Maters niet minder dan acht flinke burgerwoningen, met beneden- en bovenhuizen op eene rij in de nabijheid der voormalige kazerne zal stichten, waardoor aldaar eene geheel nieuwe straat zal gevormd worden. In die straat bevindt zich ook de openbare school A en daarnaast wordt een nieuw kerkgebouw der Christ. Ger. ge meente gezet, waarvan heden de eerste steen werd gelegd. Aan de andere zijde, in de richting naar de remise van den stoomtram, wordt steeds met bou wen doorgegaan en zijn nog verschillende plannen van diverse personen aanhangig, zoodat de Nieuwe Weg ben alleen van alles schuld hij heeft steeds ge handeld als een man van eer Er volgde een lange pauze. De locomotief floot, de bergen zonden den echo terug. Dreunend reed de trein het station de residentie binnen. «Waar reist gij eigenlijk heen?" «Naar den Doornburg „Naar den Doornburg zoo zooNu dan ziet de zaak er toch respectabler uit dan ik eerst vreesde. Haalt Thurna n hier misschien af Dit denkbeeld scheen hem zoo onaangenaam te zijn dat hij, zonder het antwoord af te wachten, het portier opende en zoodra de trein slechts even stil hield uitstapte en in het gedrang verdween. Een paar minuten later verscheen Thurna aan den wagon, hielp er Eveline uit en vroeg bezorgd, „Hebt gij u erg verveeld, lieveling Die Duitsche spoorwegbeambten zijn vreeselijk. Het was waar lijk geen genot om twintig minuten op een koffer in een goederenwagen te zitten." Door de duisternis kon hij niet bemerken hoe zij er uitzag en het geraas overstemde haar antwoord. Eerst toen zij in het huurrijtuig zaten, verborg zij haar gelaat aan zijn borst en vertelde hem alles; doch niet om zich door hem te laten troosten. De illusie, dat hij haar vrede kon geven, was vervlogen haar afgod was een feilbaar menscb geworden en ofschoon zij hem tot haar laatsten ademtocht tegenover anderen zon verdedigd hebben, gevoelde zij dat zij beiden schuld hadden voor God,-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1