N° 52. 127° Jaargang. 1884. Zaterdag 1 Maart. Nationale Militie. Middelburg 23 Februari. Benoemingen en Toesluiten. Onderwijs, Landbouw. Marine en Leger, Kechtszaken. Gemengde Berichten, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën* 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: MDDELBURGSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooii, te Tholen: W. A. van Nieitwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger EERSTE [ZITTING VAN DEN MILITIERAAD. De burgemeester en wethouders van Middelburg, brengen ter kennia van de lotelingen dezer ge meente, behoorende tot de lichting van het jaar 1884, dat de militieraad, op Vrijdag den 14 Maart 1884, des voortniddags te 10 uren, in het gewone lokaal in de Abdij zitting zal houden om uitspraak te doen omtrent de verschenen vrijwilligers voor de militie en de lotelingen, die redenen van vrij stelling hebben ingediend, op grond van de be palingen der wet van den 19 Augustus 1861, Staatsblad n° 72)alsmede omtrent de lotelingen, die, volgens de artt. 55 en 56 der wet, niet tot den dienst dei militie kunnen worden toegelaten en omtrent alle overige lotelingen dat bij art. 54 dier wet is bepaald, dat geene vrijstelling, aangevraagd wegens ziekelijke ge steldheid of gebreken of wegens gemis aan lengte, wordt verleend, wanneer de betrokken lotelmg niet voor den militieraad is verschenen, zijnde dit evenwel niet toepasselijk op den loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten staat is voor den militieraad te verschijnen, daar deze, volgens art. 89 der wet, geneeskundig zal kunnen worden onderzocht op de plaats waar hij zich bevindt weshalve de lotelingen, die om bovengemelde redenen vrijstelling van den dienst der militie ver langen, en zij, die zich als vrijwilligers voor de militie hebben aangeboden, worden aangemaand, om op den bepaalden tijd voor den militieraad te verschijnen en zieh niet te verlaten op het ont vangen van een oproepingsbiljet, daar het niet ontvangen van dit biljet niet ontheft van de ver plichtingen tot het verschijnen voor dien raad. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort, heden den 29 Februari 1884. De burgemeester en wethouders voornoemd; PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPEL AAR. Men schrijft ons uit Rotterdam Dat de Transvaalsche deputatie hier met groote sympathie ontvangen is, heeft de telegraaf u reeds gemeld. Er was eene ontzaglijke volksmenigte op de been, en overal op hunnen weg werden de Zuidafrikaansehe stamverwanten met hartelijkheid toegejuicht. Zij zullen over de ontvangst op den oud-vaderlandschen bodem zeker tevreden zijn. Van de drie hoofdpersonen in het Transvaal sche gezelschap maakt de president Krüger het minst indruk. Hij zou zeker tot zijne hooge betrekking niet geroepen zijn, indien hjj geen zeer achtenswaardig man was, maar den indruk dat men met een superieur man te doen heeft, krijgt men, hem ziende en hoorende, volstrekt niet. Hij im poneert in geen enkel opzicht. Noch in voorkomen, noch in kleeding, noch in zijne taal heett hij iets, dat in hem een staatsopperhoofd zou doen ver moeden. Het eenvoudige, boersche, ik zou haast zeggen plompe type der Transvaalsche Boers is in hem volkomen vertegenwoordigd. Wat hij antwoordde op de toespraken, die tot hem en zijne mede-gedeputeerden werden gericht, was hoogst onbeduidend, en daargelaten nog zijn ac cent, dat hem bijna onverstaanbaar maakt, komt alles er even onbeschaafd en plat uit. Een beteren indruk maakt generaal Smit, die met zijn langen baard er flink en krachtig uitziet, in zijne trekken ook scherpzinnigheid vertoont, en in geheel zijn voorkomen en ook in zijne kleeding meer den man van beschaving en goede manieren weergeeft. Dit laatste geldt ook van den heer Da Toit (wiens Fransche naam door de Trans- valers op zijn Hollandsch wordt uitgesproken). De onderwijs-intendant trouwens vertegenwoordigt in de deputatie het wetenschappelijke element. Hij heeft meer van een Europeaan dan van een Afrikaander. Over de bijzonderheden van de ontvangst zal ik u niet schrijven. Alleen deze bijzonderheid, dat bij het vertrek naar Den Haag eene groote massa volk het station was binnengedrongen en het perron, alsook het terrein waar de treinen zich bewegen, vulde, zoodat de aankomende trein, door politie begeleid, zeer langzaam het station moest binnenrijden. Zóo luid was het gejuich bij bet yertrek der Transvalere, dat men de mu ziek niet hooren kon. Ten slotte nog eene zeer pikante bijzonderheid. De heer Lion Cachet, vroeger predikant in Zuid- Afrika, thans predikant alhier, behoorde niet tot de commissie van ontvangst. Evenwel wilde ook hij aan de deputatie zijne hulde brengen, en daartoe was hij reeds te Maassluis aan boord van {le stoomboot gegaan, voorgevende dat hjj tot de speciale vrienden van generaal Smit en den heer Du Toit behoorde. Naar men zegt, moet hij echter door de „vrienden" niet zeer hartelijk ont vangen zijn zooveel althans is zeker, dat, teen hij ook hier zich opdrong, de Transvaalsche hee- ren verzochten hem niet in hun gezelschap toe te laten. Bij het vertrek naar Den Haag was echter ook de heer Lion Cachet aan het station tegen woordig, en hij was de eerste, die in den salon wagen wilde stappen. Maar dit werd hem belet door een der leden van het bestuur der spoorweg maatschappij, en toen Lion Cachet nogtans bleef aandringen en lastig werd, riep men een paar inspecteurs van politie te hulp, die hem bij den arm namen en met zacht geweld verwijderden. Dit alles belette evenwel niet, dat de heer Lion Cachet, na een plaatskaartje gekocht en in een gewoon spoorwegrijtuig plaats genomen te hebben, zich in Den Haag dadelijk weder in het gezelschap der Transvalers drong. Het concert, gisterenavond ter eere der Trans vaalsche deputatie door de zangvereeniging Ex celsior te 's Gravenhage gegeven, is uitstekend geslaagd. Het driemanschap werd, bij zijn komst in de holloge, door het publiek, staande, met luide welkoms begroet. Na het uitvoeren van eenige muziekstukken hield dr Beynen een zeer schoone improvisatie, waarin hij, volgens de N. R. Crt„ wees op de oorzaken van de belangstelling die de deputatie hier vond. Stamverwante natiën niet alleen waren Transvaal en Nederland, maar heiden hadden denzelfden strijd gevoerd voor de onaf hankelijkheid, voor de vrijheid, die snaar die in de Nederlandsche harten nog altoos weerklank vindt. Hij herinnerde hoe beide natiën dezelfde vlag hadden, terwijl de Transvalers in de bange uren, die zij doorleefd hadden, de banen ervan ver meerderd hadden met eene van groene kleur, de kleur der hope. Dankbaar voor hun komst hoopte hij dat de banden tusschen beide geestverwante volkeren innig zouden worden versterkt. De president Kruger stond nu van zijn zetel op om te spreken, maar de aandoening, gepaard aan eene zware verkoudheid, beletten hem iets anders te zeggen dan: »Ik dank u voor de eer die gij ons bewijst, heeren en dames." Hij verzocht daar om zijn mede-afgevaardigde, den heer Du Toit, het woord te voeren en deze deed het in treffende en welsprekende taal»Kent gij dien staat, nog maar een kind in 's werelds statenlij" luidt eene strophe in het Transvaalsch volkslied. Die vraag was hier niet noodig. Die staat was bekend. Dat getuigden de vlaggen bij hun aankomst te Rot terdam en te 's Hage het wapen dat er prijkt, de kleuren die de hun aangeboden programma's had den, de ontvangst alom. Jeugdigen en grijzen hadden hun welkom geheeten. Dat deed hun goed; daarvoor dankten zij namens hun volk, en als zij in hun land waren teruggekeerd zou die harte lijkheid van het Nederl. volk bij hen naklinken en de vriendschapsbanden doen versterken. Dave rend werden die woorden toegejuicht en nadat het Transvaalsch lied en het Volkslied staande door het publiek waren aangeheven, wuifde Kru ger een weisprekenden groet aan de aanwezigen toe. De voorzitter der tweede kamer, de heer Cremers, zal, ter eere van de Transvaalsche deputatie, eene soiree geven, waarop al de leden der kamer zullen worden genoodigd. BSansiveert, 29 Febr. Met ingang van 1 April a. s. wordt het rijks telegraafkantoor alhier geopend als volgtop werkdagen van 8 uren vóór- tot 9 uren namiddagsop Zon- en feest dagen van 8 tot 9 uren voor- en van 1 tot 3 en 7 tot 9 uren namiddags. Ter Keuzen, 28 Febr. In de heden ge houden zitting van den gemeenteraad zijn burg. en weth. gemachtigd tot sluiting eener overeen komst met het rjjk, tot aankoop van domeingrond bij den Oost-Kanaalarm, ten behoeve der gemeente. Volgens het Vaderland zal de gouv.-generaal Van Rees ongeveer veertien dagen te Atjeh blij ven, om daar persoonlijk den toestand waar te nemen. Van Atjeh zal hij met eene stoomboot van de Nederlandsch-Indische stoomvaart-maat schappij naar Batavia vertrekken. Een bij het dep. van koloniën ontvangen tele gram van den gouv.-gen. van N. I. bevat het bericht, dat de telegraphische gemeenschap van Java met Sumatra, die door de vulkanische wer kingen in Straat Soenda, op 27 Augustus des yorigen jaars, geheel verbroken werd, sedert den 18en dezer weder hersteld is. De nieuwe telegraafkabel, strekkende ter ver vanging van den bij de voormelde ramp verwoes ten, in 1871 uitgelegden kabel van Anjer naar Telok-Betong, loopt thans langs een korter tracé, namelijk van Nieuw-Anjer (Bantam) naar Kalianda (Lampongsche districten). (Zie laatste berichten van gisteren.) Het Alg. Dagblad van Ned. Indië schrijft Deze mail brengt bericht van Tenom. Wij hebben in dat staatje heel wat vernield, de Gedei, den versterkten zetel der regeering, zooals men het zou kunnen noemen, een rivierversterking, dooi de marine onder luitenant Prager genomen, een zwaar versterkte Kampong en eenige andere kam pongs. Ongelukkig is de le luit. Snijder gesneu veld- Het bericht zou in alle opzichten voldoening geven, als het besloten werd met de mededeeling, dat, na al het ondervondene, de radja verzocht had zich te mogen onderwerpen en vrede te sluiten en de gevangenen terug gezonden had. Doch dat slot ontbreekt nog. Er is een regel in het bericht, die verbiedt aan te nemen, dat de radja gevlucht zou zijn en wij daarom nog niet van hem hebben gehoord. Indien dat het geval was, zou het ook wel gemeld zijn. De regel, dien wij bedoelen, is: Simpang Olim werd door de artillerie plat ge schoten". Dit Simpang Olim, niet te verwarren met het staatje van denzelfden naam op de Oost kust, een jaar of wat geleden door de marine onderworpen. Het Tenomsche Simpang Olim is waarschijnlijk de sterkste versterking van den vorst, en wij had den gaarne gewenscht achter het bericht van het platschieten ook dat van het stormenderhand inne men te zien.Wij kunnen niet vergeten, dat de groote versterking in Salamangan Batoe Iliq, onder welks ifcuren wij eenmaal een hachelijk gevecht geleverd hebben,ook later door ons enkel plat geschoten is, maar dat, volgens alle berichten, het woord plat eenigszins overdrachtelijk was gebezigd. Het zou ons niet verwonderen, wanneer iets derge lijks hier ook het geval was. Ons veldgeschut is tegenover de werken der Samalangansche versterking niet zwaar genoeg gebleken. Het zal nu de vraag zijn, welker beant woording zeker veel zal afhangen van hetgeen men óp Tenom gevonden heeft, of men deze tuch tiging voldoende straf zal achten voor de euvel daad van den radja, of dat men later weer een expeditie daarheen zal zenden, om het platgeschoten Simpang Olim te bestormen. Waarschijnlijk zal eerst afgewacht worden, of de radja na het gebeurde niet tot onderwerping te brengen is. Naar wij vernemen, heeft hij zich, eenige jaren geleden, al eens onderworpen. Hij kon het dunnetjes overdoen en te gelijk de gevangenen uitleveren of een boete betalen De arme gevangenen, de mindere schepelin gen, wier schuld het in geen geval geweest is, dat het schip daar is gestrand, zullen, als ze nog in leven zijn, den afloop der expeditie wel niet bevredigend vinden. De benoeming van den heer O. Van Rees tot gouverneur-generaal is (gisteren) hier hekend ge worden. De eerste uitroep was algemeen Dus heett de heer Van Rees het toch eindelijk gehaald. De ambitie om gouverneur-generaal te worden was voor hem, met zijne bekwaamheden, en de loopbaan achter zich, niet meer dan natuurlijk. Ware van een andere betrekking sprake, menzon, zoo een ander benoemd was, kunnen zeggen, dat de heer Van Rees gepasseerd was. Zijn persoon is hier niet populair. Door de belastingen en door het wetsartikel tot staffeloosmaking van werk contractverbreking na genoten voorschot, heeft hij zich het vertrouwen van landbouw en industrie niet verworven. Maar zijn bekwaamheid en zijn energie als bestuurder worden hoog aangeslagen- telegraphie. Benoemd tot directeur van een der rijks telegraafkantoren J. Van der Linden, thans telegrafist 2e kl. Te Ter Neuzen zijn tot onderwijzers aan school A benoemd de heeren N. J. Imandt, te Hulsten J. C. Vroegopj te Verseke; verder zijn van school A naar school B als onderwijzers overgeplaatst de lieeren L. Schiphorst en N. T. M. Van Baker- gem en is op verzoek eervol ontslag verleend, wegens benoeming te Axel, aan den heer M. L. Van Vessem, als onderwijzer aan school 0. Als rijks-subsidie in de kosten van het openb. lager onderwijs is door de gemeente 's Heerenhoek eene toelage gevraagd van f 2000. Weinig werkzaamheden zoo eenvoudig als het melken, denkt menigeen, en toch hangt van de wijze waarop het geschiedt veel meer af dan zelfs menige landbouwer weet. Een Thuringsch land bouwblad zegt hierover Het is zeer goed bekend dat sommige melkers of melksters meer melk en in korteren melktijd van een koe verkrijgen dan anderen. Een hoofdzaak bij het melken is een zachtaardige behandeling der te melken koe, wat deze spoedig opmerkt en waardeert, 't Is ook niet te verwachten dat een koe in een rustigen toe stand, voor het goed laten schieten der melk noodzakelijk, verkeert, wanneer men ruw met haar omgaat en zij de persoon, die haar uier behandelt, vreest. De koe moet als het ware overtuigd worden, dat men haar niet als dief de melk wil ontstelen, maar haar bevrijden van iets, dat het haar lastig maakt, in den kortst moge lijken tijd, op de gemakkelijkste wijze. Van even groot belang is nauwgezette zindelijkheid, ten minste wanneer men melk en boter van puike qualiteit verlangt. Niets is er wat zoo gemak kelijk onzuiverheid, vooral ook reukstoffen, opneemt en vasthoudt als de melk. Het helpt niets wan neer men de melk zeer zorgvuldig zeeft en verder behandelt, wanneer zij bij het melken reeds een onaangenamen reuk of smaak heeft verkregen; daarom is ook vlug uitmelken van de uier, ge paard met vriendelijke behandeling, noodzakelijk. Eindelijk moet dagelijks, ook des Zondags, ge regeld op dezelfde tijden gemolken worden en het is niet alleen wreed maar ook nadeelig, wanneer men b. v. een vol uur zooals wel eens geschiedt de koeien met gevulde uier, het geen haarpijn veroorzaakt, laatwachten. Ner gens is men van een en ander meer overtuigd dan in die streken van Friesland en Zuidholland, waar de beste boter gemaakt wordt, en waar de boer zelf dagelijks bij het melken mede behulp zaam is. De officier van gezondh. le kl. bij de zeemacht dr. H. Van Rhijn, arts, uit Oost-Indië in Neder land teruggekeerd, is op nonactiviteit gesteld. Kantongerecht te Goes. Heden zijn veroordeeld .- J. O. B., 25 j., te Whsekerke, lo. wegens openbare dronkenschap (recidive) tot 3 dagen gev. 2o wegens het bemachtigen van wild op andere dan door de wet geoorloofde wijze tot f 10 boete, snbs. 3 dagen gev. M. De V., te Kattendijke, wegens het jagen zonder akte of vergunning tot 2 boeten van f 10 snbs. 3 dagen gev. voor iedere boete. VV. De K., 18 j., timmer mansknecht, Ca. De P., 17 j., dienstbode, G. De S. Pz. 17 j., schippersknecht, J. v. el. 11. Pd. 18 j .dienstbode C. De P. 17 j., dienstbode allen te CamperlandM. 11., 23 j., P. K., 20 j., boerenknechts, 3. A., 21 j., G. P., 16 j., H. v. W., dienstboden allen te Cortgene J. L., 25 j., boerenknecht te Wissekerke, P. N., 24 j., land bouwerszoon te Cortgene, J. K., 23 j., zonder beroep, J. L. S., 21 j., timmerman, P. M., 19 j., schippersknecht allen te CoÜjnsplaat, A. G., 22 j., arbeider te Colijns- plaat, wegens bet maken van nachtelijk burengerucht, ieder tot f 5.50 boete, subs. 1 dag gev. A. N. 17 j, J. v. W„ 21 j., .T. G., 18 j., C. M., 18 j. en J. S., 18 j., allen arbeiders te Yérsèke, wegens alsvoren ieder tot f 7.50 boete, snbs. 3 dagen gev.P. W., 34 j., arbeider te Waarde, wegens het stellen van een wild strik tot f 20 boete subs. 5 dagen gev. J. v. d. I). Az., 19 j., arbeider te 's Heer Arendskerke wegens als voren tot f 20 boete subs. 3 dagen gev. en A. V., 23 j., arbeider te 's Heerenhoek, wegens 2 maal alsvoren (recidive) tot 2 boeten van f 20 subs. 7 dagen gev. Men meldt dat de zaak derütrechtsche studenten den 24 Maart in hooger beroep voor het hof te Amsterdam zal worden behandeld. Het openb. mi nisterie zal worden waargenomen door m' W. R. Op ten Noort adv. generaal. De advocaten Van Bolhuis, Van Eeden en Scheidius, die de beklaagden voor de rechtbank te Utrecht verdedigden, zullen ook nu voor hen optreden. Er gaan te Vlissingen geruchten omtrent een vermoedelijk gepleegde misdaad. Zekere V., 68 jaar oud, was 4 jaar geleden eigenaar en schipper van een kleine tjalk, die hij toen afstond aan iemand, Van V. geheeten, onder voorwaarde dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1