N°46. 1884. Zaterdag 23 Februari. 127e Jaargang. Graaf Lorenzo. lazelen-epidemie, Middelburg 22 Februari. Ffieuwe Uitgaven, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën' 20 Cent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels lj iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: "FEUILLETON. Beman van Ursula v. Manteuffel. MUSIC ALIA. MIDDELBIA GSCHE COURANT. Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. G. de Mooii, te Tholen: W. A, van Nieüwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie genérale de Publieité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger De burgemeester van Middelburg, gezien een schrijven van den inspecteur van bet geneeskundig staats-toezickt in Zeeland, van den 20 Febr. 11. n° 6469 maakt bekend dat de epidemie van mazelen in deze gemeente heeft opgehouden te heerschen. Middelburg, den 21 Febr. 1884. De burgemeester voornoemd. PIC KÉ. Algemeen verheugt men zich in de liberale bladen over de wijze, waarop de voordracht voor president der tweede kamer is opgemaakt. De eenstemmigheid van de liberale leden dier kamer steekt zeer gunstig af bij de verdeeldheid die bij zoo menig punt in den laatsten tjjd is gebleken; en de stilzwijgendheid, die er omtrent hun plan ten opzichte van die keuze in acht is genomen heeft ook een gunstigen indruk gemaakt. Hij die het eerst den naam van den heer Schimmel- penninck van der Oije als opvolger van den heer Van Rees noemde heeft daarvan zeer weinig succes gehad slechts twee leden stemden getrouw op den Arnhemsche afgevaardigde. De anti-revolutionairen hadden den heer A. E. Maekay als candidaat gekozen. Hetgeen in de laatste dagen gezegd is om trent de plaats waar, teneinde den postamb tenaren den dienst te vergemakkelijken, een postzegel op een brief behoort geplakt te worden, heeft heel wat pennen en nog veel meer lippen in beweging gebracht. In ernstigen betoogtrant en in luimigen conversatietoon is er over gerede neerd en ook geredetwist. En wat blijkt nu als men goed door denkt dat al dat geschrijf, al dat gepraat, al dat getwist schermen tegen een windmolen geweest is. Hetgeen toch het kon. besluit van 12 Nov. 1851 in art. 9 zegt: »de postzegels worden vastgehecht in den bovensten hoek aan dg linker zjjde van het opschrift der brieven" is volkomen juist; en hjj die dit besluit in de wereld zond, heeft de quaestie zeer goed opgevat. Het geldt hier alleen de vraag: welke is die linkerzijde Wel immers die tegenover de rech terhand des schrijversdus juist de plaats, die algemeen bedoeld wordt; daar waar het stempel op de briefkaarten voorkomt en waar ook het postzegel op de vanwege het rijk verkrijgbaar ge stelde gefrankeerde enveloppes geplaatst is. Wie dit nog niet duidelijk is, denke zich in plaats van den brief een persoon en hij zal zien dat ook hier het beaucoup de bruit et peu de be sogne volkomen van toepassing is en dat geen strijd bestaat tusschen het voorschrift in het kon. 2ES EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. »Nu," zoo ging Chevionne met zijn verhaal voort «Fernay heeft dien blik verstaanZij zong als een engelnooit heb ik zoo'n stem meer gehoord 1 Toen zij geëindigd had en men haar daverend toejuichte stond ze als een verschrikte hinde en viel bewusteloos neer. Fernay tilde haar op en droeg haar de zaal uit, waarvoor hare familie hem zeer dankbaar was. Hij bezocht haar dagelijks en vier weken later was zij zijn vrouw- Hare grootouders hebben een onbezorgden ouden dag gehad." »0, wat is dat alles heerlijk om te hooren. Zij was natuurlij k gelukkigHoe zag zij er uit Was zij vroolijk, kinderlijk? Was mijn vader toen gelukkig?" Dit onderwerp was onuitputtelijk en Chevionne haastte zich niet om het af te breken. Hjj was geheel betooverd en toen hij eindelijk opstondzei hij tot Thurna, die zich tamelijk stil gehouden had, dat hij hoopte dat zij hem op zijn schip een tegenbezoek zouden komen brengen. Eveline had er heel veel lust in, vooral toen zij hoorde dat Uorenzo er kennissen zou vinden en dus werd de besluit en de stempeling der briefkaartenen dat naleving van dat voorschrift geen bezwaar oplevert. Deze opmerking werd ons van andere zijde gemaakt en kwam ons zoo juist voor dat wij kaar onder de oogen onzer lezers meenden te moeten brengen, op gevaar af dat deze of gene de garische zaak te nietig vinden zal om daarin belang te stellen. Yrijdag 29 Februari zal in den schouwburg te Middelburg de laatste voorstelling, in dit seizoen, gegeven worden door het Nederlandsch Tooneel en wel door de afdeeling Amsterdam. Bij die gelegenheid zullen worden opgevoerdDe Tooneel- speler des Keizers, drama in 4 bedrijven van Karl Wartenburg, naar het Duitschdoor J. H. Rössing en Praatzieke Vrouwen, blijspel in drie bedrijven van Ph. Dumanoir, door Marie. In het eerste stuk vervult de heer Louis Bouwmeester de hoofdrol, terwijl dien avond verder medewerken de dames De Vries, Van Biene, Poolman en Van Sluyters, benevens de heeren Morin, Spoor, Schulze, Van Schoonhoven, Tourniaire, Van Dommelen enlsing. Tliolent21 Feb. In Januari werd van menigen schipper, die van en naar Bergen op Zoom voer, de nieuwsgierigheid opgewekt door de vele baken, die op de zandplaat langs het Berg- sche Diep waren opgesteld. De meening dat de plaatsing daarvan in verband stond met de oes tercultuur, bleek minder waarschijnlijk, omdat de gronden aldaar voor zulk een doel ten eenenmale ongeschikt zijn. Uit het feit dat de rijksopzichter van den water staat in de maand Januari daar steeds peilingen deed, en die plaats ook eenige malen door den ingenieur van 's rjjks waterstaat te Goes werd bezocht, is bet waarschijnlijk dat de verrichtingen geschied zijn in verband met het ongerief, dat de scheepvaart ondervindt van den hompel, bekend onder den naam van den toren van het verdron ken. dorp Broecke, en die thans midden in het Bergsche Diep gelegen is. Wel is waar is door de directie van het loods wezen een wrakton daarop aangebracht, doch eene opruiming van die hindernis werd nog altijd ge- wenscht, zooals nog onlangs is gebleken op eene vergadering van de vereeniging Schuttevaer. Dezer dagen wordt de zoogenaamde toren door duikers onderzocht, zoodat de schipperjj zich vleit, dat van rijkswege nu ook wel een plan zal ge maakt worden tot opruiming van die voor de scheepvaart zoo hinderljjke en gevaarlijke kunst matige rots. Volgens de N. Rott. Ct., berust het wetsont werp tot invoering eener klassen-belasting, het welk dezer dagen bij de tweede kamer zal inkomen, geheel op aanslag ambtshalve door de colleges van zetters, wier getal voor de vervulling dezer werkzaamheden zou worden uitgebreid. Met uitzondering van tabel IX, rakende de dividenden van naamlooze vennootschappen, zou tegelijk de patentwet worden ingetrokken. uitnoodiging aangenomen. Thurna bracht zijn gast tot onder aan de trap, holde die weer op, liep het salon binnen, wierp zich in een fauteuil en riep «Onuitstaanbaar „En ik dacht juist dat het wel aardig zou wezen als er meer visites kwamen, alleen 'om het prettige gevoel dat mij bekroop toen deze weg ging-" >Hm „Wat een aardige oude man, zoo hartelijk, zoo goedig, zoo levendigJammer dat hij zijn knevel verft." »Dat doet hij om te voorkomen dat mooie dames hem zoo volmondig een ouden heer noemen," antwoordde Thurna, terstond weer goed geluimd. Den volgenden dag pruttelde hij echter weêr over het bezoek op het schip bij die hitte Wat wordt gij lui 1" zei zij plagend toen zij in huis ging om zich te kleeden, 'tgeen van daag bijzonder veel zorg vereisckte, daar haar heer en meester altijd zeer nauwkeurig op haar toilet lette en het nu de eerste maal was dat zij aan vreem den voorgesteld zou worden zij had zoo gaarne dat hij trotsch op haar kon zijn. Suze had het kort afgesneden haar gekruld en met een smallen gouden band vastgebonden. Een blauwachtig groen zijden kleed met gazen overkleed, een bou quet rozen op de borst en een witte kanten sjaal vormden een geheel, waarover Suze zeer voldaan was. Toen Eveline haar mantel zou om slaan kwam Thurna binnen, bekeek haar aan- Volgens de bepalingen der Indische Pensioen- vereeniging zou de nieuwe minister van koloniën, de heer Spreuger van Eijk, geen aanspraak kun nen doen gelden op pensioen als Indisch hoofd ambtenaar en dus alleen een pensioen als minister kunnen^genieten, waarvan echter het hoogere of lagere bedrag bepaald wordt door den duur van het ministerieele leven. Ter voorziening in die leemte moet een kon. besluit tot wijziging der Indische pensioenregeling in bewerking zijn, waarover de raad van state reeds is gehoord. De nieuwe minister van koloniën, de heer Spren- ger Van Eyk, is Donderdagavond te 's Gravenhage aangekomen. Het hoofdbestuur der Ned. Vereeniging tot af schaffing van sterken drank heeft een adres aan de tweede kamer gericht, om zoo stellig mogelijk te protesteeren tegen het wetsontwerp tot wijziging der drankwet. Het hoofdbestuur verzoekt de ver werping van het wetsvoorstel, althans van het laatste lid van art. 2. Volgens het Hbld. bestaat het plan, ter eere van de nagedachtenis van prins Hendrik, te Am sterdam op de prins Hendrikkade een bronzen borstbeeld op voetstuk van graniet' te plaatsen. Een zoo goed als gevulde concertzaal wachtte gisteravond het optreden van een drietal artisten, van welke twee Nederlanders van geboorte zijn, en die allen thans in Berljjn wonen mejuffrouw Martha Pfeiffer en de heeren Arnold Spoel en G. A. Michelsen. Tot deze goede opkomst had zeker de faam bijgedragen, die reeds te voren veel goeds had beloofd van de artisten, welke op hun reis door ons land ook Zeeland een bezoek zouden brengen. Overzien wij het programma, dan waren de Fantasie van Schubert-Liszt en de ballade Ar chibald Douglas van Löwe wel de hoofdstukken. De Fantasie is stellig een der voornaamste werken uit de zoo rijke pianoliteratuurhet is rijk aan verschillende motieven, combinaties en klankef fecten, en bevat tevens zoovele technische moei lijkheden, dat een goed speler hier alle gelegenheid heeft om zijne talenten te toonen, Voor hem, die deze Fantasie zoo iD de vingers heeft als de heer Michelsen, moet men eerbied hebben. Hij toonde door zijn spel een degelijk musicus te zijn, al gelukten hem de verschillende wijzen van aanslaan in de tweede en derde afdeeling niet geheel en al. Met betrekking tot klankschakeering kan daarin meer voortgebracht worden dan wij gisteravond hoorden. Doch het was de schuld van de concertvleugel meer dan van den heer Michelsen het instrument (van Knake in Munster) liet in het piano nog al veel te wenschen over. Wij verwon deren ons eenigermate, dat de keuze van den heer Michelsen juist op dit harde fabrikaat is gevallen de stukken van Chopin, met name de teere dachtig, doch zei niets. Hij bood haar zijn arm aan en bracht haar naar benedenin het kleine voorkamertje bleef hij plotseling staan scheen iets te willen zeggen, bedwong zich evenwel, maar drukte haar zoo onstuimig in de armen dat zij een kreet slaakte en een harer rozen op den grond viel. »0, kind! Zoudt gij er -#el eenig begrip van hebben, hoe zeer it u bemin." Er was iets in zijn stem alsof hjj zich over die uitbarsting schaamde en na een luchtige opmerking voerde hij haar naar buiten. Zij bestudeerde angstig zijn gelaatmaar het had spoedig weêr de gewone uitdrukking aangenomen. Zij werden op het schip, zoowel door den kapitein als door Chevionne allerbeleefdst ontvangen. Lorenzo vond er inderdaad een menigte vrienden, die om de eer verzochten van aan de gravin voorgesteld te worden. Eveline was levendig, spraakzaam en uiterst bekoorlijk. Haar aangeboren vroolijkheid was tot nog toe steeds door de omstandigheden en het verdriet onderdrukt, maar thans door Lorenzo weer aan het licht gebracht. Ohoe genoot zij dat zij de wereld weer een blij gelaat mocht toonen en hoe beminde zij hem, terwijl zjj, om ringd door een zwerm gedienstige officieren, het schip in oogenschouw nam. De kapitein verliet haar zijde geen oogenblik en men behandelde haar als een koningin. Chevionne vond haar even bekoorlijk als gisteren, doch kon haar aandacht niet zoo boeien. Thurna zat met twee kennissen aan een uithoek Nocturne in des-dur, leden daaronder zeer. Uit die Nocturne werd (bij vergissing een gedeelte weggelaten. De heer Arnold Spoel zingt warm en met een zeer levendige dramatische voordracht. Het tim bre zijner stem moge misschien wat te donker zijn, hij heeft haar geheel in zijne macht en zingt somwijlen een zeer schoon piano. De schoone ballade van Löwe maakte een recht goeden indruk; bij hetDa horch vorn Waldrand scholl es her was de begeleiding (of de vleugel) veel te sterk, zoo dat, het scheen alsof Ross und Reiter reeds op de plaats zelve waren gekomen juist wijl het naderen van het hoefgetrappel niet rein genoeg van pp tot ff werd uitgedrukt. Zeer schoon gelukte de plaats »König Jacob" etc., waar de zanger een edele kracht ontwikkelde, ten gevolge waarvan evenwel het „Nur lass mich athmen wieder aufs neu die Duft im Vaterland een weinig onverschillig klonk, wellicht wijl van de krachten te voren zooveel was gevergd. Mejuffrouw Pfeiffer bezit eene schoone, frissche stemhare beide liederen vóór de pauze (van Beethoven en van R. Wagner) behoorden stellig tot het beste wat we gisteravond hebben gehoord. Jammer, dat zij in het Echolied van Eckert niet altijd volkomen zuiver wasdoch dit overkomt goede zangeressen meer, juist wanneer zij stukken voordragen van een genrewaarin zjj zich geheel tehuis gevoelen. Ook hadden wij gaarne de be geleiding van dit lied in handen van den heer Michelsen gezien, al zijn we den heer Spoel dank baar voor zjjn goeden wil. Ten slotte gaven mej. Pfeiffer en de heet Spoel een paar bekende duetjes uit Zauberflöte en Fi garo's Hochzeit, die met genoegen werden gehoord, en die bij ons het verlangen deden opkomen, om van deze beide stemmen ook iets pittigers te hooren. Doch tot welke opmerkingen ook deze concert avond weder aanleiding moge geven, het staat vast, dat de artisten uit Berlijn aan vele Middel burgers een genotvollen avond hebben bereid. Te zelden daalt de muze der kunst neer in onze stad, om niet hare verschijning warm te begroeten en haar kort toeven oprechtelijk te betreuren. Den artisten goede reis 1 Ilortensius, geschiedkundig Verhaat uil den Romeinsclien keizertijd door Dr. R. Schoenerbewerkt door Dr. W. J. Ai Huberts. DordrechtJ. P. Revers 1884J, Aan hem, die het publiek een geschiedkundig verhaal voorlegt, een verhaal, waarin de zeden van een bepaald tijdperk geschilderd worden, mogen hooge eischen gesteld worden. Vooral in onzen tijd, die een Bulwer, een Ebers, een Dahn heeft voortgebracht, verlangt men op 't gebied van het geschiedkundig verhaal oorspronkelijkheid, waar bij die eenheid van vorm niet mag ontbreken; die het werk tot een kunstwerk stempelt. van het schip over wedrennen te praten en zag bijzonder bleek; maar Eveline had gëengelegen heid om te vragen wat hem deerde en zij was er verre van af om het te gissen. Zij was er sedert acht jaar aan gewoön geweest om bewonderd te worden en rekende het tot de plichten, die het maatschappêlijke leven haar oplegde, om zich, daarbij met takt en kalmte te gedragen, zonder op bescherming of hulp te rekenen. Zeer goed wetende dat een algemeene vriendelijkheid vaak kalmeerender werkt dan trotscbheid of ingetogen heid, had zij steeds de kunst verstaan om betoo- verend en beminnelijk te blijven en alle hulde betoon binnen de behoorlijke perken te houden, Tesselhof sprak steeds met trots van de aanbidders zijner vrouw. Maar nooit bestonden er twee meet uiteenloopende wezens dan Tesselhof en zijn opvolger, Tegen den avond keerden zjj naar hun villa terug. Lorenzo had den visschersknaap de riemen afgenomen en roeide stevig door. Eveline lag gemakkeljjk op de kussens uitgestrekt, speelde met haar hand in het water en zei op een toon van innig welbehagen »lk hoop dat gij evenveel pleizier gehad hebt als ik. Het was zeer interssant." «Zeer 1" zei hij spottend. Zij zag hem aan en schrikte van zijn onheilspellend gelaat. Wat was er geschied Had zij iets misdaan Haar schuchtere vraag bleef onbeantwoord. Zwijgend betraden zij het huisje. Eveline ging in haaf kamer en met een kloppend hart legde zjj haar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1884 | | pagina 1