N°43.
127® Jaargang,
1884.
Woensdag
20 Februari.
Graaf Lorenzo.
Middelburg 19 Februari.
Dit. blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centï
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 4,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
"FEUILLETON.
Roman van Ursula v. Manteuffel.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. van deb Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie„ John F. Jones, opvolger
Aan het, op bevel van den minister van justitie
door het openbaar ministerie bij de rechtbank te
Utrecht aangeteekend appèl tegen het bekende, door
dat college gewezen vonnis, wordt door het Nieuws
van den Dag eene opmerking vastgeknoopt, die
niet zonder tegenspraak mag blijven. Dit dagblad
noemt 's ministers bevel „eenigszins willekeurig
schijnend."
Er is echter niets willekeurigs in 's ministers
bevel, noeh in schijn, noch in werkelijkheid. De
ambtenaren van het openbaar ministerie zijn vol
strekt niet onafhankelijk als de rechter. Even
zeer als de aard der zaak medebrengt dat de
rechter de meest mogelijke Vrijheid en onafhanke
lijkheid geniete, evenzeer is een openbaar minis
terie niet denkbaar, indien het geheel aan zich
zelf wordt overgelaten en niet verplicht is de
•instructiën te volgen, welke door de bevoegde
macht gegeven worden. De ambtenaren van het
openhaar ministerie staan derhalve onder de be
velen van den minister van justitie, en deze laatste
kan dus volstrekt niet willekeurig handelen of
daarvan den schijn hebben zooals het Nieuws
van den Dag meent door zijne bevelen te
geven.
Men zou overigens, ten aanzien van het Nieuws
van den Dag in 't bijzonder en van andere groote
bladen in Nederland in 't algemeen, nog eene
andere opmerking kunnen maken en wel deze.
Het is hoogst wenschelijk, ja noodzakelijk dat
de rechterlijke macht even als elke andere in
den constitutioneelen staat door de groote
dagbladpers worde gecontroleerd. Maar dan zou
het ook een dringend vereischte wezen dat die
dagbladen daarbij de pen in handen gaven van
der zake kundige personen. Waar thans zoo
dikwijls de beoordeelingen der dagbladen op dit
gebied de meest curieuse en ongerijmde opvat
tingen behelzen, daar valt natuurlijk elk denkbeeld
aan gezonde controle weg en maakt de pers zich
zelf dikwijls belachelijk. Dit is niet in het be
lang der dagbladen en zeker niet in het algemeen
belang, hetwelk werkelijk zoo bijzonder zou wor
den gebaat door eene strenge, eerlijke, gezonde
contröle der rechterlijke macht en hare uitspraken.
In een vorig nommer gaven wij den raad om, ten
einde den dienst der postambtenaren niet te bemoei
lijken, de postzegels op brieven in den rechter hoven
hoek te plaatsen. Hier te lande heerscht bij velen
de gewoonte om daarvoor den linker bovenhoek
te kiezen. Van geachte zijde merkt men ons op
dat de regeering zelve daartoe aanleiding gaf.
In het besluit van den 12,n November 1851,
waarbij de postzegels werden ingevoerd, wordt
in art. 9 uitdrukkelijk die plaats aangewezen.
Bij de door het rijk verstrekte briefkaarten is
reeds met die bepaling gebrokendaar vindt men
VIEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Drie dagen bleef Lorenzoin het hotel. Waarom
vertrok bij dan niet? Of hij het doodsbericht
hier of in Parijs kreeg, was toch hetzelfde. Drie
dagen lang had Jozef hem dezelfde boodschap
gebracht en Thurna kwam tot de slotsom dat die
dokter een ezel moest zijn. Maar wat kon een
dokter hier nog uitrichten? En toch telegrafeerde
hij onmiddellijk naar een der eerste geneesheeren
te Parijs en werd door iets dat nog sterker
was dan afgrijzen en teleurstelling weder naar
villa Rheineck gedreven. Hij stond lang bij
de zieke, die rustig sliep, en ging met een zware
zucht heen. In het salon vond hij den ouden
dokter, die hem verwonderd aanzag.
„En hebt gij wezenlijk nog hoop?" vroeg
hij spottend.
- sHoop? Wij zijn reeds lang den bergover
Het komt er nu slechts op aan om de krachten
weêr op te wekken."
»Als een herstellende er zoo uitziet, zou ik
wel eens een stervende willen zien
»0, zoo! oordeelt gij naar het uitzicht?"
»En welk een leven zou dat zijn, als dat de
gezondheid is, welke gij haar teruggeeft,"
den postzegel-stempel ook rechts. Intrekking of
wijziging van dat besluit zou dus zeker gewenscht
zijn, vooral in het belang van de ambtenaren bij
de posterijen.
De heer mr S. Van Houten zond n° 6 van zijne
Staatkundige brieven de wereld in.
Wij gaven van het vorig vijftal een uittreksel,
dat nog al uitvoerig was, óm daardoor onze lezers
te doen zien in welken geest die brieven werden
geschreven. Dit vol te houden lag natuurlijk niet
op onzen wegonze plaatruimte zou dit niet toe
laten. Maar bovendien, men kent de ideëen van
den heer Van Houten nu, zooals hij die in zijne
brieven uit. Waar in het vervolg, naar ons idee,
iets belangrijks daarin voorkomt zullen wij er de
aandacht onzer lezers op vestigen.
Ditmaal schrijft de heer Van Houten over de
wijze, waarop de staatsbegrooting is behandeld, en
die hij afkeurt; behandelt het voorstel-Van-Delden,
dat, zooals men weet, ook bij hem geen onder
steuning vindt, terwijl hij zich tevens verklaart tegen
het aangekondigd voorstel der regeering betref
fende de klassen-belasting, indien deze op de leest
der Pruisische Klassensteuer mocht gegrond zijn.
Hij wenscht een dire«te rijksbelasting, welke naar
uiterlijk zichtbare grondslagen de ingezetenen vol
gens hun draagvermogen tracht te treffen. Maar
in een vermeerdering van belastingen stemt hij in
geen geval toe, omdat zij, bij een ander beheer,
niet noodig is.
Aanvankelijk had de heer Van Houten zich,
door de benoeming van den heer Van Rees ge
vleid met de gedachte dat de regeering daardoor
den goeden weg is aangeslagen, maar de verkla
ringen van den heer Heemskerk in de eerste kamer
moeten helaasdoen vreezen dat de heer Van
Rees het kwaad niet in zijn oorsprong zal aan
tasten en den grond voor eene betere toekomst
niet leggen zal. De heer Van Houten hoopt
en wij hopen dit met hem dat hij zich bedriegt
maar vindt alle reden tot bezorgdheid,
De toenadering van den heer Gleichman tot de
regeering keurt hij ten sterkste af. Alles duidt
op een verzoening tusschen de liberale conserva
tieven onder Heemskerk's leiding met de conser
vatieve liberalen, die in 1879 voor grondwetsher
ziening terugschrikten, en die nu met meer of
minder goeden grond hopen, dat Heemskerk's even-
tueele ontwerpen van grondwetsherziening wel het
minimum van concessiën aan de democratische
beginselen zullen inhouden, waarmede de opgewekte
volksgeest zich zal willen laten tevreden stellen.
Niet onaardig geeft het Pluksel in de Spectator
een, in oud-Nederlandsch gezongen, puntdicht op
Utrecht's jongste wederwaardigheden, waarbij
men dient te weten, dat te Amsterdam, waar nu
Brack's Doelen-hötel staat, oudtijds een fort stond,
dat tegen Utrecht gebouwd was, en deswege tot
naam droeg: »Swyght Utrecht."
Op dit „Swyght Utrecht" nu zong de punt
dichter aldus
-Bi Wtrecht lopet die Rijn, heet Krom
Het en gaet er oec niet te rechter om.
»Ik weet niet of mevrouw ooit weêr de
schoonheid, de frisschheid der jeugd geheel terug
zal krijgen zulke ziekten laten vaak groote
zwakte namaar als zij met zorg behandeld
wordt, kan ze tameljjk herstellen. ofschoon
haar gestel teêr is'en de longen.
»Kom dacht Thurna, »nu ga ik naar Pa
rijs. wat doe ik hier nog langer
Het natuurlijke gevolg dezer overpeinzing was
dat hjj Suze verzocht om een logeerkamer voor
hem in gereedheid te brengen. Hij kon niet weg.
Als zij stierf wilde hij erbij zijn. al moest
het nog vier weken duren.
Den volgenden dag zat hij wel twee uur voor
haar bed, zoodat de pleegzuster in de grootste
angst verkeerde dat de zieke zou ontwaken en
van schrik instorten
Zij ontwaaktedoch schrikte niet, daarvoor
was zij veel te zwak. Zjj zag hem met hare
fletsche oogen vorschend aan en zei met een heel
zwakke stem
Hij denkt aan mij; anders zou ik hem
niet zoo duidelijk voor mij zien."
»Arm kind! Ik ben het zelf!" sprak hij
zacht.
»Ja, nu weet ik dat ik spoedig sterven zal,
zoo duidelijk heb ik hem nog nooit gezien
Hij stond op en verliet de kamer, al mompelende
Zij voelt zelf dat zij sterft ik had gelijk:
die dokter is een kwakzalver!"
Met het grootste ongeduld verwachtte hij den
Parijschen dokter en eindelijk kwam mjjnheer
Wel heet die stad verwaer Wtrecht,
Want nn ter ure si gaet wt dat recht.
Hoe syn daer die liede wt 't recht so gheiopon
Om dat men Swychl Wtrecht heeft gaen sloopen.
Die toren, die is oec Dom gênant
Ay, Stichthoe ontsticht ghi al dat Iant
Deze geestige zet op de Kromme Rijn, den Dom
en Ut-t-reclit is niet onverdiend.
Want metterdaad, Utrecht komt in al kwader
reuke.
Eerst de twee studenten-processen, die toonen
in wat verregaande baldadigheid men er uitbreekt.
Toen de nog altoos onverklaarbare blunder van
den bekenden rechterlijken ambtenaar.
En nu weer de ergerlijke speelzaak.
Twee hooggeachte heeren namelijk hebben op
hun sociëteit zoo eens in een ommezientje met
kaartspel een goede tiuintig duizend gulden onder
elkaar verspeeld. Toen kregen ze ruzie. Om die
ruzie over dat verfoeieljjk speelgeld uit te maken
is toen een „raad van eer" (sic) benoemd. In dien
raad van eer hebben nota bene twee leden der
rechtbank, de éen als voorzitter, de andere als
secretaris, zitting genomen. En nu heeft éen lid,
die de conclusie van dezen eereraad onjuist vond,
heel de zaak gepubliceerd.
Altemaal teekenen van een maatschappij, waar
uit een moeraslucht u tegenkomt.
Het is in Utrecht noch frisch noch gezond
(Standaard)
De nieuwbenoemde minister van koloniën, de
heer Sprenger Van Eyk, en de inspecteur van
financiën, de heer Rovers, zijn Zaterdag te Fricoul
(Marseille) aangekomen.
De 67e jaardag van Z. M. den koning werd
heden alhier op de gewone wjjze gevierd. Van
de openbare en vele particuliere gebouwen wap
perde de vlagde schutterij en het garnizoen
inackten op de groote Markt parade, die door den
kap. der inf. Bouwman werd gekommandeerd, en
in de verschillende gestichten werden de verpleeg
den op de gewone wijze onthaald.
De leerlingen der 2de kl. van de R. H. B. S.
boden, even als ten vorigen jare, Z. M. per tele
graaf hun gelukwensch aan.
Door het hier in garnizoen liggend 2de bat. van
het 3do reg. inf. werd in de zeer fraai versierde
groote Schuttershofztiol een militair assaut gegeven,
dat opgeluisterd werd door de uitvoering van
eenige nommers van het muziekkorps der stede-
Ijjke schutterij.
Werd bij het assaut het bewijs gegeven van
vaardigheid in het hanteeren van geweer, degen
en stok, er werd ook getoond dat de lessen in
de gymnastiek en den zang niet te vergeefs wor
den bijgewoond.
De talrijke aanwezigen, waaronder wij den com.
missaris des konings, leden van het gedeputeerd
college, de burgemeester en de leden van het
dagelijksch bestuur, benevens vele andere autori
teiten met hunne dames opmerkten, brachten door
Vernot, een klein heertje, met een schrander
gelaat. Hij liet zich alles vertellen en begaf zich
toen bjj de zieke, waar de oude dokter hem met
een goedhartig knipoogen ontving.
Na verloop van een half uur kwam hjj bjj Thurna
terug, die hem in de grootste spanning tegemoet
liep.
„Ja, dokter Muller heeft u noch te veel,
noch te weinig gezegd. De patient is uiterst zwak,
maar bepaald herstellende. Laat u door haar
uitzicht niet in de war brengen."
Lorenzo stond te hijgen als een knaap, dieniet
weet of hij schreien of lachen moet.
„De uitkomst zal moeten leeren ot kaar
gezondheid niet verwoest, haar schoonheid voor
goed verloren is."
»0, dat is alles niets, als ik haar slechts
behouden mag
Dokter Yernot keerde zich af, want er kwamen
tranen in zijne oogen.
Zjj kenden elkaar reeds sedert lang en hadden
menigen havanah samen gerookt, maar een
handdruk zooals die, waarmede zjj thans afscheid
namen, hadden zjj nog nimmer gewisseld.
Yan dat oogenblik af veranderde die rustelooze
oeschouwer, die uren lang boven in het museum
kon rondloopen, en bijna geen woord sprak, eens
klaps in een despoot in den heer des huizes.
En die waardigheid paste hem uitstekendhjj
wist zoo te bevelen dat niemand hem kon tegen
spreken. Zelfs de dokter onderwierp zich; want
het was duideljjk zichtbaar dat de krachten der
luide toejuichingen den uitvoerders dezer feesteljjk-
heid eene welverdiende hulde.
De afdeeling Middelburg der kunst- en weten,
schap bevorderende maatschappjj V. W. telde bjj
den aanvang van het 65e genootschapsjaar 63
gewone leden, waaronder 10 eere-, 2 correspon-
deerende en 2 buitenleden, met 29 kunstminnende
leden.
In den loop van het jaar verloor de afdeeling
2 gewone leden en een kunstminnend lid.
Tegenover deze verliezen staat de aanwinst van
een buiten- en een kunstminnend lid.
Borssele, 18 Febr. Heden werden door de
vergadering van ingelanden van den calamiteusen
Borsselepolder tot vertegenwoordigers in den
djjkraad voor de waterkeering van het calamitense
waterschap EllewoutsdjjkBorssele benoemd de
heeren J. Rottier Lz. en H. A. Hagen, ter ver
vanging van de heeren A. Polderdjjk en G. Min-
derhoud, die beide in het bestuur der waterkeering
zjjn opgetreden.
In tegenwoordigheid van het djjksbestuur de
Breede watering bewesten Yerseke werd Maandag
middag te Kattendjjke met het nieuw opgerichte
stoomgemaal aan den zeedjjk aldaar een nieuwe
proef genomen.
Nadat ongeveer vier uur gewerkt was, bemerkte
men eene verlaging van 15 centimeters in den
waterstand; de werking slaagde uitmuntend. La
ter zal de proefmaling plaats hebben.
Met 7 Maart a. zullen de rijksveldwachters A.
J. K. Sejjffer van Hoedekenskerke en M. J. Frank
van Ylissingen onderling van standplaats verwis
selen.
_&»r<lenfoiirg', 18 Feb. De heer W. L
Blindenbach, wethouder en ambtenaar van den
burgerlijken stand dezer gemeente, werd heden
door den raad benoemd tot gemeente-ont
vanger alhier, in de plaats van den heer M. E.
Yan den Broecke, onlangs, zooals wjj gemeld heb
ben, op verzoek eervol uit die betrekking ontsla-
Yaendijlte, 18 Febr. Onze gemeenteraads
zittingen leveren in den laatsten tjjd altjjd wat
nieuws op. Heden merkte bjj de voorlezing der
notulen een der leden aan dat hem daarin uit
drukkingen in den mond waren gelegd die hjj niet
had gebezigdhjj verzocht daarom rectificatie.
Zonder echter daarvan notitie te nemen, ging de
voorzitter tot de verdere behandeling der aan de
orde gestelde punten over, waarna het lid in
quaestie verontwaardigd te kennen gaf dat hjj het
daarbjj niet zou laten. De authenticiteit der
notulen staat, dit bljjkt telkens, niet zeer vast.
Les extremes se touchent. Werd onlangs een voor
stel, om het uur van sluiting der tapperjjen op
elf uren, en dus éen uur later dan vroeger, te
bepalen, met algemeene stemmen op éen na ver-
zieke onder zjjn invloed toenamen. Zjj was nog
altjjd te zwak om zich te verwonderenmaar zjj
gewende aan zjjn tegenwoordigheid, evenals het
kind in den wieg zjjne ouders toelacht, zonder te
weten wanneer zjj gekomen zjjn. Hjj verbeeldde
zich zelfs dat het ingevallen gelaat iets van zjjne
scherpe omtrekken verloor. Indien het noodig
geweest ware zou hjj zelf in de keuken gegaan
zjjn om bouillon en allerlei andere versterkende
spijzen te bereiden. Maar wat madera, port of
beefsteak niet vermochten, dat werd door zjjn
binnentreden opgewekt die blik vol zalige rust.
Tegen het einde der maand kon zjj reeds eenige
uren per dag op de canapé liggen, en zelfs ver
dragen dat hjj haar voorlas, totdat zjj erbij insliep;
Weldra begon zjj ook te probeeren om te loopen(
eerst struikelend en waggelend als een kind maar
ook met de bljjdschap van een kind als het goed
ging-
Andere lucht, een andere omgeving zou voor
de zenuwen zeer goed zijn en ook de levensgeesten
meer opwekken," zei de oude dokter,maar ik kan
er niet achter komen wie de familie van de dame
is en waar die zich bevindt."
Hierbjj wierp hjj een vragenden blik op den
graaf, die peinzend voor zich zag.
sLuchtverandering, patuurljjk, maar zou de
reis haar geen kwaad doen
Wordt vervolgd