127° Jaargang.
1884.
Maandag
18 Februari.
Middelburg 16 Februari.
Kerknieuws,
N° 41.
Dit blad verschijnt da gelijk^
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centj
Advertentien* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,J&0
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Bij deze courant behoort e8n BIJVOEGSEL.
Collecte ten belioeve van de Maat
schappij van Weldadigheid.
MUSIC ALIA
Rechtszaken,
MIDDELRIIRGSCHE COI RAM.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhdijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daijbe en Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien het schrijven van het bestuur der alhier
gevestigde afdeeeling der Maatschappij van Wel
dadigheid, waarbij deze kennis geeft van zijn
voornemen oin, krachtens koninklijk besluit van
31 December 1883 n° 5, Woensdag den 20 Febru
ari a. ten behoeve der maatschappij van welda
digheid een collecte te honden aan de huizen der
ingezetenen
Brengen dit ter algemeene kennis en doen tevens
zooveel noodig, een beroep op aller krachtdadige
medewerking, teneinde door ruime geldelijke bij
dragen eene instelling, welke reeds meer dan
zestig jaren getrouw bleef aan hare roeping, om
mede te werken tot verbetering van den toestand
der lagere volksklasse, bij voortduring aan haar
doel te doen beantwoorden.
Middelburg, den 15 Februari 1884.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Als variatie op het bekende gezegdekleine
geschenken onderhouden de vriendschap, zou men,
ten opzichte van den beker van Veere, kunnen be
weren »groote geschenken onderhouden de belang
stelling."
Wat zon Veere zonder beker zijn? En nooit
toont men zich bijzonder belangstellend voor deze
afgelegen en stille gemeentezelden nemen de
bladen van haar eenige notitie, tenzij er van dien
beker sprake is.
Maar dan ook is de belangstelling waarlijk
zeldzaam groot.
Wanneer het zoo voortgaat als tot heden zal
men spoedig kunnen gaan spreken van een beker
crisis, die op bepaalde tijden weerkeert. In 1881
heeft men precies dezelfde geschiedenis beleefd
als in 1883 -1884. De raad besloot dien beker
te verkoopen en de regeering vernietigde het
besluit. De beide beslissingen, die van 9 Sept.
1881 en die^van 1 Febr. 1884, gelijken op elkaar
als twee droppels water.
En thans heeft men over die quaestie alweêr
geschreven en gewreven alsof zij geheel nieuw
was. De giftbrief werd nog eens bekend gemaakt
hoewel hij al dikwijls is gepubliceerd en ieder hem
in de Staatsbladen van 1881 lezen kan. Zelfs uit
Parijs kwam eene beschouwing om voor het
behoud van dien beker een pleidooi te leveren
en gat men eene aandoenljjke voorstelling ten
beste door dien beker te vergelijken bij de por
tretten van vader en moeder, die, al werden zij
een millioen waard, bij de kinderen behooren en
niet bij Rotschild. Zulk een vergelijking komt
ons toch wat al te gezocht voor en gelukkig voor
hen, die daaraan geen groote waarde hechtere
de photographie dat gelegenheid geeft reproduc
ties van zulke portretten te verkrijgen en tevens
de millioenen te verdienen.
Wij' verwachten dat het thans met dien beker
gebeurde nog meer dan eenmaal zal voorkomen.
Veere zal telkens beproeven zich van dat kostbaar
geschenk, te ontdoen, en dit zal zoolang voortduren
totdat de gemeenteraad den moed opgeeft, in het
bezit van dit kostbaar geschenk berust, en zich tevre
den stelt met de luttele voordeelen, welke het bezoek
van enkele vreemdelingen die wel te tellen
zijn de gemeente oplevert; èf totdat een andere
minister van binnenlandsche zaken, die zich alleen
stellen kan op het standpunt van het algemeen
belang, tot de overtuiging komt dat dit belang en
de bewuste beker niets met elkander gemeen heb
ben en dus geen termen vindt om een raadsbesluit
tot verkoop ter vernietiging den koning voor te
dragen.
Dit kan ook voorkomen; het hangt veel af van
den persoon die aan het ministerie van binnenl.
zaken referendaris, chef der afdeeling Kunsten en
Wetenschappen is.
Maar stel dat dit eens gebeurde, dan nog is
'Veere niet ver gevorderd, want hoe gaarne wij
die gemeente de belangrijke som zouden gunnen,
"welke zij voor den beker kan krijgen, en niette
genstaande zij, volgens het doorwrocht advies van
een bekwaam jurist, recht zou hebben dien beker
te verkoopen, blijven wij ons hechten aan de
duidelijke verklaring in den giftbrief: »sonderdie
pt eeniger tijt te mogen vercopenversetten oft be
lasten in wat saken dat de stad zoude mogen 5e-
commert oft belast wezen, nyet uytgestelcen, de ver
beurte van denzeloen kop die in zulken gevcd weder
komen zal aan onze regten Erfgenamen.'"
Het bedoelde geschenk mag dos niet verkocht
worden een verkoop zou voor de gemeente moeie-
lijkheden kunnen opleverenwellicht zou hij aan
leiding kunnen geven tot een proces met een der
echte of vermoedelijke erfgenamen die, tuk op
dit kostbaar stuk, niet tegen eenige uitgaven zou
opzien om een kans te wagen dit in zijn bezit
te krijgen. En ook hij of zij zou wel een rechts
geleerde vinden die, ons dnnkt met meer recht,
ook in een doorwrocht advies, zal kunnen bewijzen
dat de verkoop onwettig was.
Daardoor zou de gemeente zich vele uitgaven
moeten getroosten.
Is er nu niet een middelweg te bewandelen?
De gemeente zou kunnen beginnen, als proef om te
zien of daartegen ook protest zou inkomen, met den
beker te verplaatsen zooals zij dezen zomer reeds
deed toen zij hem in Amsterdam ten toon stelde.
Volgens den letter van den giftbrief heeft zij ook
tot zulk eene verplaatsing niet het recht gehad,
maar geen enkel bezwaar is daartegen ingeko
men, zoodat zij een stap verder zou kunnen gaan.
De regeering vindt het in het algemeen belang
dat de beker behouden blij ve, omdat het een voor
de geschiedenis des vaderlands belangrijk gedenk
stuk is. Zulk een stuk moest de regeering zelve
onder haar toezicht hebben; in het rijksmuseum
behoort het thuis;,dat kan niet anders dan ook
haar wensch en haar gedachte zijn.
Wanneer nu het rijk aan Veere eene in
stelling verschaft, die der gemeente eenig voor
deel aanbrengt - wij hebben bij de ge-
stichtenwet van den heer Modderman gezien dat
dit niet tot de onmogelijkheden behoort dan zou
Veere den beker, onder verband dat zij, zoodra
zulk eene instelling ophield te bestaap, haar weêr
kan opeischen, aan het rijk in bewaring kunnen
afstaan.
Veere was gebaat, en de regeering met den refe
rendaris voor Kunsten en Wetenschappen kon het
algemeen belang dat volgens ben daarmee zoo
zeer gemoeid is, een dienst bewijzen.
Men zou dan, dunkt ons, verder komen dan
door dat aan de eene zijde herhaald pogen om
zich een groot voordeel te verschaffen waaraan
men groote behoefte heeften het aan den ande
ren kant zich verzetten op grond van eene bewering,
die ons en velen met ons belachelijk schijnt.
Ongezocht doet zich wellicht later de gelegen
heid voor om nader een plan ter verwezenlijking
van ons voorstel aan te wijzen.
De opmerking in ons blad gemaakt over de
tegenstrijdigheid, die er in het door de regeering
ingediende wetsvoorstel tot wijziging der schoolwet
bestaat tusscben art. 24, eerste en tweede^ lid,
over het aantal onderwijzers, dat aan elke school
wordt vereischt, gaf de Arnh. courant aanleiding
om uiteen te zettea dat die opmerking niet waar
kan zijn.
Hij. die haar maakte, schrijft ons
De Arnh. Ct. heeft dadelijk gewonnen pleit,
waar het de vraag betreft, wat de bedoeling
is der beide alin. van art. 24. Maar dat neemt
niet weg, dat de formuleering ervan, zooals die
nu luidt, de door het scherpzinnige blad gewraakte
gevolgtrekking toelaat. Als het eerste lid voor
meer dan 140 schoolgaande kinderen, behalve
t hoofd der school, 3 onderwijzers eischt, dan vor
dert dat 4 onderw. op 141 leerlingen. Moest nu
het tweede lid dienen tot restrictie van het eerste,
dan zou het zeer in het belang der duidelijkheid
van die uitdrukking geweest zijn, zoo die bedoe
ling door de punctuatie, een voegwoord o. a.,
ware aangewezen. Volgde er bv. na het eerste
lid: »met dien verstande, dat voer elk 50tal boven
de 140" enz., of ware in het 2* lid het getal 140
vervangen door 190, dan was alle onduidelijkheid
geweerd.
De bedoeling mijner opmerking was dan ook
alleen op de gebrekkige redactie van Heemskerk's
art. 24 te wijzen.
Aanst. week Donderdag 21 Febr. te Middel
burg en Vrijdag 22 Febr. te Goes zal onze pro
vincie bezocht worden door drie jeugdige toonkun
stenaars, n. 1. den heer G. A. Michelsen, pianist,
professor aan het conservatorium van Schwarwenka
mej. Martha Pfeiffer, opera-en concertzangeres, en
den heer Arnold Spoel, opera- en concertzanger,
allen te Berlijn gevestigd.
Wij kennen dit drietal niet maar, afgaande op
eene beoordeeling in andere bladen, moeten hun
spel en hun zang zeer verdienstelijk zijn.
Volgens het Hbld. is onze landgenoot, prol.
Michelsen, in het bezit van verschillende gunstige
eigenschappen. Hij speelt duidelijk, met smaak
en zijne techniek is glansrijk, hetgeen vooral
uitkwam in de C-mol étude van Chopin, dit
proefstuk voor de linkerhand, hetwelk door den
heer Michelsen met veel bravour werd uitgevoerd.
Hoewel mej. Pfeiffer op het te Amsterdam ge
geven concert door ongesteldheid blijkbaar niet
over hare stemmiddelen kon beschikken, waardoor
het geluid in het hooge register waarschijnlijk
wat scherp klonk en zij een enkele maal neiging
toonde tot detoneeren, deed toch de frissche en
sympatieke sopraanstem der zangeres veel genoe
gen. Hare voordracht getuigde van studie en
mnzikalen zin, terwijl hare coloratuur goed ont
wikkeld bleek te zijn.
Het geluid van den heer Spoel moet zeer om
vangrijk en plooibaar, bet timbre van zijn stem
fraai en zijn voordracht gekuisoht zijn.
In Amsterdam werden de verdienstelijke kun
stenaars herhaaldelijk warm toegejuicht en terug
geroepen.
Ook in het N. v. d. D. laat de heer Dan. De
Lange, op gezag van een zijner vrienden, zich
gunstig over dit drietal uit. Hij wenscht hun op
hun tocht door Nederland een goed succes toe.
Naar het Vad. verneemt, bestaat de oommissie
tot voorlichting van de regeering over de naastings-
waavde van den Nederlandschen centraal-spoorweg,
uit de heeren J. G. W. Fijnje, raad-adviseur Dep.
van waterstaat, rar. H. M. A. baron v. d. Goes,
directeur der stoomtram SamarangJoana, mr. J_
Ph. Van Bosse, adm. van 's rijks schatkist, en N.
T. Michaelis, directeur der afd. spoorwegen.
Ook de samenstelling van een concertprogramma
hangt af van allerlei omstandigheden. Dit voor
opstellend mogen wij der zangvereeniging Tot
Oefening en Uitspanning niet al te zwaar verwijt
maken, dat zij voor hare tweede soiree in dezen
winter een programma samenstelde, waarop Che-
rubini's Requiem omringd was door muziekstukken
van den nieuweren tijd niet alleen, maar ook van
een geheel ander karakter. Het Requiem stond
daar als een zwaar gebouw van een niet bij den
eersten blik aantrekkenden, maar diep gedachten
stijl, tusschen eenige allerliefste moderne geveltjes,
die een riant voorkomen hebbenkan men bet
den beschouwer euvel duiden, dat hij het massieve
huis zou willen wegnemen uit de omgeving en
afzonderen op een plaats, waar men niet in de
beschouwing wordt gestoord
Toen wij in de vorige week (n° 32) een en ander
over Cherubini's werk in het midden brachten,
spraken wij de hoop uit, dat het ook met de
krachten, waarover de Middelburgsche zangver
eeniging kan beschikken, een verheven genot
mocht verschaffen. In die hoop zijn wij niet
teleurgesteld, ja wij hebben inderdaad genoten.
Het kost eenige moeite vóór men zich in dit werk
heeft ingedacht, maar dan, wat een kracht, wat
een levendigheid De gedachten zijn zeer scherp
uitgedrukt, doch men moet niet vragen naar een
zoete, weeke melodie, welke het oor aanstonds en
oppervlakkig streelt. Het best ware, de oogen te
sluiten voor het licht eener concertzaal, zelfs voor
de vriendelijke, glinsterende verschoningen om u
heen, en zich te wanen in een kerkgebouw, waar
zware kolommen ten hemel streven en de omge
ving zich in- een half duister verliest. Daar vangt
zij aan, de ,cüep ernstige, biddende inleiding met
het smartvolle „Heer, erbarm daar hoort men
de fluisterende gedachte aan den geduchten dag
des laatsten oordeels, gedragen door de geheim
zinnige vioolfiguren, en gevolgd door de indruk
wekkende Fuga in het Offertoriumdaar rolt statig
het volle Sanctus door den tempelhoe heerlijk
klinkt het fijne Pie Je.su-, en hoe volgt men met
ingehouden adem de schoone orchestratie van het
wegstervend slotDe zangvereeniging heeft
Cherubini's werk met piëteit voorgedragen, ge
steund door de in Middelburg bekende instrumen
tale krachten. De overweging, dat het Requiem
in een ander gebouw en in andere omgeving beter
voldoen zou, neemt niets af van de erkentelijkheid
tegenover hen, die ons in de gelegenheid stelden
ermede kennis te maken.
Het overige gedeelte van het programma was
gansch gewijd aan de muziek van nog levende
componisten en van Volkmann, die, gelijk men
zich herinnert, voor enkele maanden is overleden.
Wij noemen in de eerste plaats een concert in
d-moll voor violoncel van Anton Bouman uit
Utrecht, door den componist zei ven voorgedragen
met piano-accompagnement van den heer Cleuver,
Het eoncert, dat ons bij eene eerste kennisma.ki"ng
niet bevredigen kon al bevat het .een melodieus
Andante, gaf den heer Bouman gelegenheid te
over zijne groote techniek ten toon te spreiden
en aan zijn instrument een zeer schoonen klank
te ontlokken. Onder de violoncellisten heeft de
heer Bouman zeker een goeden naam voor moei
lijkheden van ernstigen aard deinst hij niet terug,
en zijn toon weet hij van het weeke p tot het
aanzwellend breede ff gebeel te bebeerscben. Zeer
schoon klonk na de pauze zijne solo in de Serenade
van Volkmann, een zeer muzikaal stuk vol aan
trekkelijkheid, en door den heer Bouman in vereeni-
ging met het strijkorchest op uitnemende wijze voor
gedragen. Hoe fijn was de balletmuziek
In Robert Volkmann, in October overleden, heeft
de muzikale wereld een der beste musici van den
nieuweren tjjd verloren. Met goeden uitslag be
woog hij zich op meer dan een muzikaal gebied
maar vooral zijne beide Serenades (op. 62 en 68)
en zijne strijkkwartetten werden dadelijk warm
ontvangen. Hoe kan ft anders, waar de oorspron
kelijke gedachten op zoo melodieuse wijzen worden
vertolkt. En hier past een woord van hulde aan
de strijkers, die gisteravond zoo recht genotvolle
oogenblikken hebben geschonken zoowel de Sere
nade als het boeiende Naclitstück van Max Brauer
werden door hen op gelukkige wijze uitgevoerd.
Warmte en teederheid zocht men niet tevergeefs,
en waar kracht vereischt werd, als in de meeslee-
pende gedeelten van Max Brauer's compositie,
kwamen de instrumenten goed tot hun recht.
Ook door het accompagneeren der zangstukken
hebben deze heeren, zoowel als de pianiste, zich
verdienstelijk gemaakt. Behalve het Requiem gaf
de zangvereeniging namelijk het bekende Friih-
■lingsbotschaft van Niels W. Gade, een concertstuk
vol licht en leven, vol zonnig koloriet en har
monie, welke eigenschappen bij den hoorder grooter
belangstelling opwekken dan de muzikale gedachten
die in het stuk verwerkt zijn. Meer dan door zijne
werlren van grooteren omvang (simfoniën en ouver
turen), heelt de verduitschte Deen, schrijvend in
den stijl van Mendelssohn, door zijne kleine schil
derachtige stukken naam gemaakt: Comala, Erl-
Jcontffs Tochter zijn hier niet onbekend meer.
Gade's zangstuk was een goed einde van deze
tweede soiree.
Overzien wij den ganschen avond dan moet
tevredenheid het alles overheerschend gevoel bij
ons zijn. Er is bljjk gegeven van zooveel degelijke
studie onder den wakkeren directeur Oleuver, en
de heer Bouman heeft tot het slagen dezer soivée
zoo krachtig medegewerkt, dat de vlekjes, welke
nooit ontbreken, kleiner schijnen dan ooit. Toch
blijven we het betreuren, dat de indruk vau het
kerkelijk stuk door al de moderne muziek werd
verzwakt, het statig gebouw niet meer vrij waa
gebonden van de lieve geveltjes er om heen.
Frühlingsbotschaft was een goed slot, zeiden we.
Het profeteerde van de Meimaand, waarin bloe
mengeur en vogelenzang bet hart verjongen, en
waarin de zangvereening Tot Oefening en Uitspan
ning in verheffende harmonie haar gouden feest
zal vieren.
Welkom dan, lentetijd
Tegen 1 April a. is aan den heer J. F. L. Abrescif
predikant bij de N. H. gemeente alhier, op zijn
vroeger door ons gemeld verzoek, emeritaat verleend,
Yan Vlissingen zijn Donderdag naar de missie
van Cura9ao vertrokken de paters dominicanen
uit het klooster te Huizen, Constantius Smitz, van
Grave, en Franciscus Helling, van Utrecht.
Met hen verlieten ook het vaderland drie zusters^
Franciscanessen van Rozendaal.
Arrondissements-rechibank te Middelburg
Heden zijn veroordeeld:
A. P., 53 j. schoorsteenveger en scharenslijper te Goes,
wegens openbare dronkenschap hij herhaling tot 10 dagen
gev. en opzending naar eene rijkswerkinrichting gedu
rende 3 maanden C. Van E., 18 j. kleermakersknecht
te Hansweert, wegens diefstal tot een maand cel C.
P. H. C., 18 j. zeeman, laatst te Vlissingen thans gede
tineerd wegens diefstal tot een maand cel; D. K., 53
j. tapster te Middelburg, wegens overtreding der drankwet
tot vier hoeten elk van f5; \V. H. H., 32 j. werk
man te M iddelburg, wegens openbare dronkenschap bij herha
ling tof 10 dagen gev. en 3 maanden opzending naar een
werkinrichting; D. V. 17 j., L, van E. 17 j, en B. M. 17
j visscbers te Arnemniden, wegens mishandeling, de le
en 3e ieder tot f 3 boete en de 2e tot jtivee hoeten elk
van f3; F. Van M. wed. A. L. 41 j., arbeidster te
Koewacht, w-gens diefstal, tot 8 dagen gev.; C, F,