N° 40
I27e Jaargan
1884.
Zaterdag
16 Februari.
Graaf Lorenzo.
Middelburg 15 Februari.
85 F E li I L L E T O N.
Benoemingen en besluiten.
Dit blad verschijnt dagelijks^
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centï
Advertentien* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
(Wordt vervolgd.)
OURAIVT.
Agenten voor dit Wad zijn te VlissingenP. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhüijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peul Jz,
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones, opvolger
Men schrijft ons uit Rotterdam
De uitslag der verkiezing voor de tweede kamer
is een gewichtig feit, ook voor het politieke leven
hier ter stede. Nog eenmaal is het beproefd om,
door de vlag van het protectionisme te hijschen,
verdeeldheid te brengen onder onze liberalen. Die
poging is echter nu, gelijk vroeger, mislukt. En
dat niet alleen, maar zij heeft slechts gestrekt om
verdeeldheid te brengen in den boezem van de
kiesvereeniging, van welke zij uitging. De voor
zitter van Algemeen Belang namelijk, de heer
Dutilh, heeft zijn lidmaatschap neergelegd, en
met hem zijn een drietal andere invloedrijke leden
uit de vereeniging getreden. In de toekomst zal
dat waarschijnlijk niet zonder verdere gevolgen
blijven. Men zal deze kiesvereeniging, die nog
niets anders gedaan heeft dan tweedracht gesticht
onder de liberalen, langzaam zien wegsterven.
Eene andere zoogenaamd liberale kiesvereeni
ging, die in tweedracht stoken hare kracht zocht,
de vereeniging Rotterdam, schijnt reeds het tijde
lijke met het eeuwige verwisseld te hebben. Al
thans zij beeft bij deze verkiezing geen woord van
zich laten hooren. Er bestaat dus alle grond om
te verwachten, dat binnenkort de oude samenwer
king tusschen alle liberale elementen weder zal
hersteld zijn.
Voor het eerst zijn hier bij de verkiezingen de
tappers opgetreden als politieke macht. Hunne
vereeniging Vergunning had zich aangesloten bij
de katholieke kiesvereeniging De Grondzvet, zoo
wel wat de candidatuur voor den gemeenteraad,
als wat die voor de tweede kamer betreft. Dit
zal geen verwondering wekken, als men weet dat
de tappers en drankverkoopers hier voor verreweg
de meesten katholieken zijn. Voor De Grondwet
waren deze hulptroepen dus gemakkelijk te winnen.
Het kan overigens bij niemand een gunstigen in
druk maken, dat de tappers in die qualiteit ee ne
politieke rol gaan spelen.
Over de politieke beteekenis der verkiezing van
den heer Verniers Van der Loeff nog een enkel
woord. Van die verkiezing schijnt men groote
verwachtingen te mogen koesteren voor het herstel
der eendracht in de liberale partij in de tweede
kamer en voor haar actief optreden. Die ver
wachtingen zijn niet weinig versterkt door de
rondborstige verklaringen, welke de heer Van der
LoefF vóór zijne verkiezing openlijk heeft afgelegd,
Wat zijne verhouding tegenover de Kappeijnia-
nen betreft, heeft, naar men verzekert, de heer
Van der Loeff, toen er sprake kwam van zijne
candidatuur, aan zijne vrienden alhier geschreven,
dat hij in de politiek ten onrechte door sommigen
onder de Kappeijnianen werd gerekend, maar dat
van hem niet mocht gevorderd worden dat hij de
veeljarige vriendschapsbanden met Kappeijne zou
verbreken. Daar deze vriendschap wederkeerig is,
Soman van Ursula v. Manteuffel.
TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Suze kon niet langer alles alleen dragen; zij
sloot de deur en deelde mevrouw Van Kendar
alles mee wat zij bijgewoond had hoe haar arme
mevrouw doodmoede boven gekomen was en haar
en Marie om water gezonden had, hoe de baron
toen gekomen was en haar had willen dwingen
om te gaan dansen, enz. enz.
Mevrouw Van Kendar vernam dit alles met
klimmende ontsteltenis. Zoo iets 's morgens om
vijf uur te moeten hooren nadat men den heelen
nacht doorgereisd heeff, zou een Goliath zelf
zenuwachtig maken. Geen wonder dus dat de
goedhartige vrouw handenwringend door de kamer
liep en snikte
„Arme Eveline. Alles is uit! Zij kan nooit
weêr terugkeeren."
Nadat Suze haar hart uitgestort had, snelde zij
heen om voor haar logé te zorgen. Daar de villa
geheel gemeubileerd was, kostte het in orde
brengen eener logeerkamer niet veel moeitede
eetwaren werden uit de stad gehaald en weldra
zat mevrouw Van Kendar met een warme kop
koffie in een gezellig vertrek tegenover een opge-
jnaakt bed.
is Van der Loeff de man, die op Kappeijne in
vloed ten goede, namelijk in het belang van
aaneensluiting en samenwerking, kan uitoefenen.
En wie weetis ook niet de heer Verniers Van
der Loeff geroepen otn eenmaal in de kamer als
leider der liberalen op te treden.
Omtrent de overplaatsing van den hulpprediker
J. N. Wiersma van Ratahan naar Wai, meldt het
D.v.N:
Deze geestelijke schreef in de Indische Gids
over willekeurige daden, die in den loop van '82
onder zijne oogen plaats vonden, en die in naam
van 't Nederlandsch gouvernement geschiedden.
Het eerste feit betreft de benoeming van iemand
die zeer onheusch onder de inlandsche bevolking
huishield tot Hoekoem Besar aan Tonsawang
het tweede de toepassing van rotan-straf op een
man die bij herhaling weigerde heerendienst te
verrichten het derde de verwoesting van rijst-
en djagoengvelden als straf voor het aanleggen
van die velden op een stuk grond, voor koffie
tuinen aangewezen.
Moet nu uit deze overplaatsing de onjuistheid
vau de mededeelingeu der schrijvers blijken? Of
de juistheid en tevens de gevoeligheid der regee
ring over het openbaar maken van dergelijke
feiten vraagt het blad.
Hoewel het nieuwe handelstractaat met Frankrijk
nog niet is onderteekend, moet er toch volkomen
overeenstemming verkregen zijn over de voornaam
ste bepalingen, waartoe in de eerste plaats behoort
de behandeling van Nederland op den voet der
meest begunstigde natie. Het tractaat zal voor
slechts enkele jaren worden aangegaan.
Heden werd op de begraafplaats alhier het stof
felijk overschot ter aarde besteld van een onzer
stadgenooten, die om zijn beminnenswaardig ka
rakter de achting van al zijne medeburgers genoot,
nl. van wjjlen den heer Ckristiaan Joban Damme,
gepensioneerd kapitein ter zee en vroeger gedu
rende eenigen tijd lid van den raad dezer gemeente.
Aan de geopende groeve werd door den heer
H. D. Slegt, gepensioneerd kapitein-luit. ter zee,
een laatsten groet gebracht aan zijn oud-kameraad
en zijn ouden vriend. Daarna sprak de heer
C. L. Van Woelderen, in zijne qualiteit van oud
zeeofficier, naar hij vertrouwde namens de marine,
enkele woorden om het humaan karakter van
wijlen den heer Damme in herinnering te brengen
en om erop te wijzen dat hij in zijne langdurige
militaire loopbaan bij zijne officieren als bekwaam
zeeofficier en bij zijne minderen als welwillend
chef bekend en geacht was.
De heer A. Damme, te Breda, dankte, namens
de familie, voor de eer aan den overledene be
wezen.
Heden nacht overleed alhier een zoowel in
Middelburg als in de gansche provincie goede
bekendede heer J. F. Liesoy, die als musicus
een gunstigen naam had.
Maar zij kon niet aan slapen denken. Toen zij
zich wat opgefrischt had, pakte zij haar koffer
uit en begon een langen brief aan haar man te
schrijven.
Intusschen was het dag geworden en Suze
kwam zeggen dat mevrouw opgestaan was. Zij
bracht mevrouw Van Kendar door eenige koude,
doch rijkgemeubelde vertrekken in een salon met
een warm, dik tapijt, waar een heerlijk vuur aan
den haard brandde. Eveline stond midden in de
kamer, met een smal, wit verband om het hoofd,
een doodsbleek gelaat en breede, zwarte kringen
onder de oogen. Zij beantwoordde de omhelzing
van mevrouw Van Kendar stilzwijgend zonder een
traan te vergieten, ofschoon deze geheel van
streek was.
»0, lieveling! Ik weet alles! Gjj behoeft
mij niets te vertellen."
»Maar gij moet mij zeggen of gij komt met
het voornemen om mij te helpen of om mij
te kwellen."
»Hoe meent gij dat?"
»Ik kan nooit tot hem terugkeeren, die zijn
recht over mij zoo zeer misbruikt heeft."
Natuurlijk Dat kunt gij niet en dat moogt
gij ook niet."
-- „Het zal een zware strijd worden," prevelde
Eveline, „het zal mij veel kosten al mijne
vrienden en bloedverwanten zullen mij afvallen."
»Neen, dat zullen zij nietIk weet er
althans een die uw partij zal nemen en dat is de
erfprins."
Velen danken aan hem het onderricht in de
edele danskunst en hier, zoowel als op vele
andere plaatsen, was hij het die als balletmeester
zoo inenigen avond, aan het genot gewijd, recht
prettig en aangenaam wist te maken, en die zoo
veel bijdroeg tot het slagen van bijna alle rederijkers-
uitvoeringen of andere feestelijkheden.
Op jeugdigen leeftijd vestigde de heer J. F.
Liesoy, vroeger stafmuziekant bij de 6e afd. inf.,
zich hier ter stede en reeds in 1849 werd hij tot
stads-dansmeester benoemd, welke betrekking hij
tot 1862 bekleedde.
Intusschen onderrichtte hij velen in de eerste
gronden der muziekale bennis en bewees hij als
fluitist goede diensten aan het muziekkorps der
schutterij en aan bijzondere muziekgezelschappen.
Den len October 1855 richtte bij, te zamen met
den heer D. Van Druten, het harmonie-gezelschap
Apollo op, om, nadat dit overleden was, in 1867,
in vereeniging met de heeren J. J. Geijp en C.
Van Karssen, het thans nog bestaande harmonie
gezelschap Accellerando te stichten.
Eene langdurige, smartelijke ziekte maakte een
einde aan zijn werkzaam leven.
H-ruiniiig-eu, 13 Feb. Heden avond gaf
bet fanfaren-gezelschap Eendracht maakt Macht
alhier haar 2de winterconcert in de zaal van J.
Blok Hz. De zaal was goed bezet. Na de uit
voering van een viertal nummers werd door eenige
heeren en dames opgevoerd Onze Jongens, blijspel
in drie bedrijven, naar het Engelsch. Het stuk
werd zeer goed afgespeeld. Het geheel werd
besloten met een geanimeerd bal. Wij meenen een
woord van dank te moeten toebrengen aan de
leden, zoowel van het muziekgezelschap als van
de dillettantenclub, die geene moeite en inspanning
ontzien om ons dergelijke genoegelijke avonden te
verschaffen.
De Amst. Ct wil de »ganscli overbodige" com-
missiën van administratie voor de gevangenissen
doen afschaffen en vervangen zien door adjunct
inspecteurs. Door deze verandering zou, meent
zij, het toezicht op die gevangenissen voldoende
gewaarborgd zijn en 's rijks schatkist zou er jaar
lijks ongeveer 12000 baat bij vinden.
Uit Caracas deelt men aan de Amst. Ct mede,
dat de differentieele of additioneele rechten dezer
dagen door den president der Ver. St. van Vene
zuela definitief afgeschaft zullen worden. Hoe
belangrijk dit bericht voor bet eiland Curasao en
den Nederlandschen handel is, springt in het oog,
aangezien door het heffen der 30 pet. rechten de
handel van Cura9ao steeds kwijnende bleef.
De derogatie van het vorige decreet is reeds te
Caracas officieel openbaar gemaakt.
Uit Atjeh schrijft men van 1 Jan: „Gisteren,
den 31en December, ging de overste Van der Eb,
die in naam van den chef van het wapen der
genie hier overal inspectie houdt, vergezeld van
den maj. Staal, van Anag Galoeng naar Panteh
Misschien; hij heeft mij steeds ter zijde
gestaan."
„Maar wat wilt gij nu doen, kindlief Er
moet iets gedaan worden. Gij moet een raadsman
hebben. Gij dient een besluit te nemen. Hier in
dit eenzame huis kunt gij toch niet blijven."
„Het doet er weinig toe waar ik blijfdit
huis is mijn eigendom, het is geheel gemeubeld en
vol met herinneringen aan mijn vader."
»Maar het zal vreeselijk ongezond zijn. Gij
zult hier ziek worden; het is jarenlang onbewoond
geweest;' de lucht is hier muf en vochtig."
Wij zullen stoken. Maak u niet ongerust.'
Eveline nam een brief op en zei
„Ik heb aan Tesselhof geschreven. Dat moest
ik welwant ik moest hem toch in herinnering
brengen dat hij mij zelf zijn huis uitgedreven
heeft. Ik weet niet veel van de wet afmaar
mijn gevoel zegt mij dat hij het recht verloren
heeft om mij terug te roepenVerlang niet dat
ik u alles vertel, wat buitendien reeds tot de
dienstbodenpraatjes zal behooren.
Daarop verzocht zij haar vriendin haar bij het
inrichten van het huis behulpzaam te zijn.
Mevrouw Van Kendar bleef drie dagen bij haar
en er werd over het voorgevallene niet meer ge
sproken. Eveline was stil en vaak zoo moede dat
zij hare bevelen slechts op de canapé liggende
kon geven. Mevrouw Van Kendar behoorde niet
tot de practische vrouwen, zoodat zij, eer zij zich
om een kookkachel of de provisiekamer bekom
merde, een vleugelpiano bestelde, die reeds den
Karang, teneinde laatstgenoemde plaats te inspec-
teeren. Op den teruginarsch werden zij hevig
beschoten, tengevolge waarvan 4 van het 30 man
sterke transport zwaar gewond werden. De oude
jaarsavond is hier, onder de tegenwoordige om
standigheden, die over 't algemeen aan de stemming
iets zeer gedrukts geven, vrij kalm voorbij gegaan.
De toestand der gewonden is bevredigend.
In de Javasche Ct. wordt met betrekking tot
het bij Tenom gestrande Engelsohe stoomschip
Nisero en de in het werk gestelde pogingen om
de uitlevering der door den Radja van dat land
schap aangehouden bemanning te verkrijgen, het
volgende medegedeeld.
„Werd vroeger gemeld dat, overeenkomstig de
met den gouverneur van Atjeh getroffen regeling,
het Engelsche oorlogschip Pegasus ter reede Oleh-
leh zou verblijven en niet meer naar de Westkust
zou gaan, ingevolge eene later ontvangen lastge
ving van het Britsch opperbestuur, kon de kom-
mandant van dien bodem zich niet aan de ge
maakte afspraak houden en moest hij zich weder
naar Tenom begeven, teneinde rechtstreeks bij
den Radja op de uitlevering der schipbreukelingen
aan te dringen.
„Blijkens een den 30en December van Atjeh
verzonden telegram, werd die poging echter niet
met het gewenschte gevolg bekroond en was bij die
gelegenheid de whaleboot van de Pegasus in de
branding verongelukt met verlies van twee man,
die verdronken waren.
»De assistent-resident der afdeeling Westkust
zou daarop nog eene laatste minnelijke poging
doen tot bevrijding der gevangenen. Intusschen
werden door dien ambtenaar Atjehsche prauwen
bijeengebracht voor de landing van eene naar
Tenom te zenden expeditie, waarvoor aangewezen
waren het derde bataljon infanterie, eene sectie
artillerie en genie troepen.
„Deze expeditie, welke door den militairen
kommandant van Atjeh en Onderhoorigheden per
soonlijk wordt geleid, zou den 4en dezer van Oleh-
leh vertrekkenhet particulier stoomschip Devon-
hurst was te dien einde voor veertien dagen
ingehuurd. Den 5es zou men ter reede Tenom
aankomen, waarop den Radja een ultimatum zou
worden gesteld. Voldeed hij daaraan niet binnen
24 uren, dan zou tot de landing worden overge
gaan".
krankzinnigengestichten. Dr. A. H. Van Andel
te Zntphen is, met ingang van 1 Mei a. s., benoemd tot
geneesheer-directeur van het rijksgestïcht voor krankziu.
nigen te Medemblik.
telegraphie. Met ingang van 1 Maart a. s. aan H.
P. Gerritsen, telegrafist 2e kl. hij de rijkstelegraaf, is op
zijn verzoek eervol ontslag verleend.
onderwijs. Bij kon. besluit is, voor het tijdvak van
1 Mei 1884—1885, tot leeraar aan de Rijks H. B. S.
te Leeuwarden benoemd S. P. Sjoliema aldaar.
tweeden dag in het salon gebracht werd. Eve
line verwijderde zich met schrik en had geen moed
om een accoord aan te slaan om haar te pro-
beeren.
Er was nog geen antwoord van Tesselhof en
zij wachtte met spanning de avondpost af. Om
zes uur hoorde zij voetstappen op het grintdat
moest de postbode zijn doch er werd niet ge
scheld. De aangekomene opende de huisdeur
ging de entréekamer door en deed ook zonder
kloppen de deur der zitkamer open. Zij behoefde
niets te vragenzoo komt alleen de heer des
huizes binnen.
Het was reeds vrij donker; maar het vuur aan
den haard verspreidde juist schijnsel genoeg om
de voorwerpen te onderscheiden. Tesselhof sloot
de deur en bleef besluiteloos staan. Eveline stond
middenin het vertrek doch ging langzaam achteruit,
totdat zij met den rug tegen den wand leunde.
Hij haalde zijn zakdoek uit, wischte zich het
voorhoofd af en haalde zwaar adem.
Eveline sprak hij eindelijk met moeite,
»maak een einde aan die comedie; kom hier,
omhels mij en laat alles vergeten zijn."
Geen antwoord. Zij verroerde zich niet.
„Gij waart ongehoorzaam en ik werd driftig
Line, daarmede i3 alles gezegd. Wjj zullen het
vergeten."
Vergeten
»Ja, natuurlijk. Men wikt en weegt toch
niet de woorden van iemand die een glas te veel
gedronken heeft en door zijn vrouw getart is."