39
127" Jaargan
.884.
Y rijdag
15 Februari.
11
Middelburg 14 Februari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
O
COURANT.
Agenten voor dit blad zijn te VlissingenV. G. de Veij Mestdagh, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwenhdijzen, en te Ter Neuzen A. van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité élrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones, opvolger
De Zierikzeesche afgevaardigde ter tweede kamer,
Van Kerkwijk, heeft het eerst de aandacht in
het openbaar gevestigd op den 10en Juli,
den dag, waarop het 300 jaren geleden zal zijn
dat Willem de Zwijger werd vermoord.
Wij schrijvenin het openbaar, omdat wij
weten hoe in de vrijmetselaarsloges het herdenken
van dit feit reeds geruimen tijd geleden een punt
van overweging uitmaakte, daartoe opgewekt als
die loges waren door Silentium te Delft.
Dien dag onopgemerkt laten voorbijgaan zal
zeker een rechtgeaard Nederlander niet wenschen.
Aan de nagedachtenis van hem, die de eigenlijke
grondlegger en stichter van de Unie van Utrecht,
van onze zelfstandigheid, is, moet op zulk een dag
hulde gebracht worden.
Maar die hulde dient eenvoudig en indrukwek
kend te zijn.
Daarbij dient alles vermeden wat aanstoot geven
zou kunnen aan hen, die dat feit met ons niet
gewichtig genoeg vinden om herinnerd te worden.
Maar dan eischen wij ook van die zijde dat zij
niet nu reeds beginne, om zeker daarmee voort
te gaan, -met verkeerde voorstellingen en opvat
tingen.
En dat doet de Tijd op dit oogenblik.
Wij gunnen de katholieke kerk de herdenking
van hare heiligen; zij doe dat ongestoord en zij
is daartoe, gelukkig! in ons vrije Nederland in de
gelegenheid. Maar als de Tijd met een zeker
gewicht ons komt zeggen dat „alleen de sterfda
gen der heiligen als feestdagen gevierd mogen
worden en Willem de Zwijger in de oogen der
redactie zulk een heilige niet is," dan brengt zij
de quaestie op een zeer gevaarlijk terrein.
Aan de heiligen van de Tijd willen wjj de han
den niet slaan zij die hen aanbidden laten wij
gaarne dit ongestoord toe.
Maar wij willen in Willem den Zwijger vol
strekt geen heilige gezien hebbenwij verhengen
ons zelfs erin dat hij dit niet was, want nu zien
wij in hem juist zoo gaarne den machtigen man,
die des te meer eerbied afdwong om zijne deugden,
omdat zij tegenover de enkele zwakke zijden van
zijn karakter des te helderder en beter uitkwa
men. Iu het gezelschap der heiligen van de lijd
zouden wij niet gaarne den stichter onzer onaf
hankelijkheid zien geplaatst, omdat dit geheel tegen
zijn karakter strijden zou en hij tegenover alle
Nederlanders thans staat als banierdrager dei-
vrijheid op elk, dus ook op godsdienstig gebied.
„De prins was," schrijft de heer Yan Kerkwijk,
„in zake van godsdienst veel verdraagzamer, dan
de meesten zijner tijdgenooten toen de staten van
Holland in 1572 te Dordrecht bijeenkwamen,
zond de prins den heer van St. Aldegonde, om hem
te vertegenwoordigen en namens hem te verklaren,
dat" „„de vrijheid van godsdienst onderhouden moest
worden, zoowel der gereformeerde als der ILoom-
sche, en dat een iegelijk in 't zijne in 't openbaar,
in berken of kapellen, gelijk het bij de overheid
op de gevoegelijkste wijze geschikt zou worden,
de vrjje oefening derzelve zou gebruiken, zonder
dat aan iemand eenig belet daartegen gedaan zou
worden alsmede dat de geestelijken in haar staat
vrij en onbekommerd zouden blijven."
Maar, zij het dan ook nog een onbereikbaar
ideaal, bij de gedachtenisviering op 10 Juli zou
den wij alle godsdienstige vraagstukken willen
laten rusten. Wie in de kerken dit feit willen
herdenken, zij laten dit niet na; wie daar niet
op wil wijzen, hij vermijde dit. Maar wij her
denken op dien dag de staatkundige beteekenis
van hetgeen prins Willem heeft gedaan.
Want voornamelijk als strijder voor onze onaf
hankelijkheid tegenover Spanje willen wij zijne
nagedachtenis herdenken, en wij zijn het eens dat
dit niet met eene feestviering kan geschieden.
Een bezoek, aan zjjn graf gebracht, zou, dunkt
ons, al eene welsprekende hulde bunnen zijn, wan
neer zich daarbij aansloot uit elke gemeente
éen vertegenwoordiger, haar burgemeester of een
ander door den raad afgevaardigde.
Zon Keuter soms met zijne tijding omtrent een be
zoek van onzen koning aan Spanje een vingerwijzing
willen geven hoe eigenaardig het wezen zou dat
juist in het jaar, waarin wij den dood van onzen
Willem den Zwijger herdenken, een Oranjevorst
een bezoek bracht aan het land, waartegen wij
eenmaal onze onafhankelijkheid hebben bevochten?
De Heldertche cour. van 13 Febr. schrijft:
JJet stormachtige weer der laatste dagen is voor
de haven van IJmuiden weder niet voordeelig ge
weest, daar men er steeds., door verhinderd word*
te baggeren. Volgens geruchten moet de mailboot
Sumatrajl. Zaterdag van Amsterdam naar Batavia
vertrokken, in het vaarwater hebben gestooten,
terwijl het binnenkomende stoomschip Prins Hen
drik jjvoor de pieren geruimen tijd op hoog water
heeft moeten wachten, alvorens te kunnen in-
stoomen.
Het Amerikaansch fregat Cartene, kapitein Mor
gan, komende met petroleum van New-York en
bestemd naar Amsterdam, kwam Zondag avond
jl. voor IJmuiden aan, doch, daar de diepgang van
het schip 65 d. M. was en in de haven slechts 62
d. M. water stond, was het verplicht weder zee te
kiezen en naar hier koers te zetten. Zondag middag
kwam het dan ook alhier ter reede en gisteren
morgen in de haven.
Vermoedelijk zal een gedeelte der lading moeten
worden gelost om daarna opnieuw den tocht via
IJmuiden naar onze hoofdstad te aanvaarden. Het
N. v. d. D. acht het voor een diepgaand schip
volstrekt niet onmogelijk aldaar binnen te komen,
wanneer 't slechts een loods aan boord heeft, die
met den toestand bekend is, niet des nachts maar
des daagsniet met storm maar met stil water
binnenkomt!!! Waarlijk niet veel eischend!
Wij zonden hierbij willen voegende natuur
lijke havens, zooals Vlissingen c. s., worden gepas
seerd om allerlei kunstwegen te openen, die op den
duur schatten van geld kosten en nog niet aan
het doel beantwoorden. Maar zoolang louter het
eigenbelang de bovenhand heeft, zal men voor
zulke feiten, hoe welsprekend ze ook zijn, de
oogen sluiten.
Het Vaderland bespreekt het onlangs verschenen
koninklijk besluit, waarbij bepaald werd, dat
voortaan bij de korpsen der landmacht en bij de
militaire administratie een aantal militie-onder
officieren benoemd kunnen worden tot militie
luitenant.
Het blad ziet geen heil in die militie-luitenants,
waarmede de minister Weitzel het leger begiftigen
en het officierskorps versterken wil. Wellicht
gelukt het hier en daar enkelen te benoemen, maai
de maatregel in zijn geheel zal, vreest het Vad.,
eer nadeelig dan voordeelig werken.
De bezwaren van het blad zjjn o. a. dat het aan
tal van hen, die voor militie-luitenants geschikt
zijn, zeer verre beneden de verwachting zal blijven,
wat men moet toegeven, als men weet hoe weinigen
het tot militie-sergeant brengen. Verder, zal men
missen wat noodig is, om den militie-luitenant
tegenover het kader het zedelijk overwicht te
geven, dat voor het behoorlijk vervullen zijner
functiën onmisbaar is, nl.een hooge intellectu-
eele, moreele en wetenschappelijke ontwikkeling.
Ook strekt de maatregel niet tot verhoogïng van
het prestige van den officiersstand. Evenmin zal
hij bijdragen tot de oplossing der kaderquaestie
en er allicht toe leiden, dat men zich gaat ver
beelden, dat nu voorzien wordt in het vormen van
officieren van beroep, waardoor de noodzakelijke
verbeteringen in ons officierskorps verschoven of
achterwege gelaten zullen worden.
Al deze bezwaren zouden wegvallen en de maat
regel zou door het Vad. zeer zijn toegejuicht, wan
neer hij genomen ware met den eischafschaffing
der dienst vervanging. Nu echter verwacht het
blad er niets van dan teleurstelling, en het eenige
goede, wat het er in ziet, is dat 's minister's be
toog voor de noodzakelijkheid van reserve-offi
cieren te gelijkertijd een uitstekende pleitrede is
voor de invoering van den persoonlijken dienst.
Volgens een hier te lande ontvangen particulier
bericht, is de heer W. N. Wiersma, hulpprediker
te Ratahan, tengevolge van een door hem geschre
ven artikel in de Indische Gids, bij gouvernements
besluit van 14 Sept. 11., overgeplaatst naar Waai
op Ambon. De heer Wiersma heeft echter verlof
aangevraagd naar Holland.
Zoo meldt de N. R. Crt.
Wjj zijn nieuwsgierig om daaromtrent nadere
bijzonderheden te vernemen.
Volgens hetzelfde blad circuleert te Londen thans
een adres aan den postmeester-generaal van be
langhebbenden bij de draadgemeenschap tussehen
Engeland en Nederland. Daarin wordt aange
drongen op spoedige verhelping van den tegen-
woordigen ellendigen toestand. Reeds vindt
men daarop vele invloedrijke namen van kooplieden,
bankiers enz.
Wellicht dat dit meer succes zal hebben dan
aan de vertoogen onzer regeering te beurt valt.
Het is te hopen, maar tevens dat onze regeering,
is eenmaal de slechte toestand hersteld, maatre
gelen neme om voor het vervolg zich tegenover
Engeland krachtiger te doen gelden en waarborgen
te verkrijgen dat een dergelijke onhoudbare toe
stand niet meer vcorkome.
Door dén minister van wa.tevsta.at enz. is bepaald
dat het in art. 2 der wet van 21 Juni 1881
(Sthl. n° 76), houdende de bepalingen omtrent de
aeevisscherijen bedoelde letterteeken zal zijn als
volgtvoor Arnerauiden ARM, Beugen op Zoom
B Z, Boschkappelle B IC, Breskens B R, Brou
wershaven B H, Bruinisse B R U, Haamstede
H S, Hoofdplaat H P, Middelburg M Gr, Nieuw
Vossemeer N V, Tholen T H, Veere V E,
Vlissingen V L I.
Door den minister van binnenlandsche zaken is
aan heeren inspecteurs van het lager onderwijs
benevens aan de 25 districts-schoolopzieners de
vraag voorgelegd, of er, en zoo ja welke, wijzigingen
dienen gebracht te worden in het koninkl. besluit,
regelende de wijze, waarop de examens voor de
hoofdakte worden afgenomen Onder voorzitter
schap van den heer Moens heeft daartoe Vrijdag
te 's-Gravenhage eene bijeenkomst plaats van de
districts-schoolopzieners uit de tweede inspectie.
De vroeger uitgestelde vergadering, door den keer
Moens te Middelburg te houden, is nu bepaald op
Zaterdag 19 April des morgens te 10 uren.
Naar aanleiding van een misverstand, daarom
trent gerezen, herinnert de heer Moens dat het
zjjne bedoeling is geweest tot de verg. uit te
noodigen wie zich met de opleiding van kweeke-
lingen bezighouden of vroeger daarmede belast
waren en hen, die op dat onderwijs toezicht moeten
houden.
Mocht iemand een ander onderwerp aan de orde
willen stellen, ook daartoe zal hij de gelegenheid
hebben. Hij geve dit den heer Moens vooraf op, en
deze zal het ter kennis brengen Tan hen, die de
vergadering willen bijwonen. In het begin dei-
samenkomst kan dan worden beslist of het al of
niet in behandeling zal worden genomen.
Naar wjj vernemen heeft de burgemeester, voor
zitter der gaseommissie, aan de leden dier com
missie, de weth. en den gemeente-secretaris, de
commissarissen van orde bij de gastentoonstelling
en de commissie voor het decoratief van die
tentoonstelling tegen a. Maandag een dejeuner
aangeboden.
In de gisterenavond door het departement Mid
delburg der Maatschappij tot nut van algemeen
gehouden vergadering werd voorgelezen het
navolgend verslag over 1883 van de Vereeniging
tot het houden van toezicht op het redden van goe
deren in geval van brand.
Sléchts 2 kleine branden kwamen in 1883 ter
kennis van de leden der vereenigingwaarbij
echter hunne hulp onnoodig bleek.
In de vergadering, ingevolge art. 5 van het
reglement gehouden, hebben de leden met aan
drang verklaard, dat zij er veel prijs op stellen
hij eventueelen brand door de politie te worden
gewaarschuwd en hebben zij ons verzocht dit in
het verslag op te nemen.
De leden toch vermeenen dat spoedige aanbie
ding van hunne hulp hoogst gewenscht is en dat
zij daarin dikwijls verhinderd zijn, doordien zij
geen kennis dragen van het bestaan van brand.
Tot leden werden in dit jaar benoemd en namen
de benoeming aan de heeren C. J. W. Nuijs,
W. J. Sprenger, H. L. Gerth Van Wijk en W. N.
Van der Burgktde heer W. J. Sprenger be
dankte echter later omdat hij tot wethouder was
benoemd. Voor de periodieke aftreding van een
commissaris werd de heer Koning herkozen, en
tevens als secretaris herbenoemd. Commissarissen
der vereeniging zijn mr L. J. Bouricius, voorzitter,
L. W. Roelse, vice-voorzitter, P. D. Koning, secre
taris, mr F. N. v. d. Bilt en L. L. Woutersen
Leden P. F. J. Van Burg, J. P. Fokker, P. a!
v. Geelkerken, mr L. P. Snouck Hurgronje, mr
N. C. Lambrechtsen v. Ritthem, W. D. Luteijn,
H. Tak, B. A. Verheij, mr A. J. v. Eekelen, J. J.
v. d. Harst Azn, G. Keyzer, D. J. Mes Gzn, mr
E. P. Schorer, F. D. Sprenger, A. M. Tak, M.
Fokker, C. D. Tielenius ICruithoff, J. Broekema,
J. J. H. Doorenbos, J. D. Noske, mr W. P. Kru-
seman, C. J. W. Nuijs, H. L. Gerth Van Wijk,
W. N. v. d. Burgkt.
Door het bestuur werd meegedeeld dat Woens
dag den 27en Februari de heer Justus Van Maurik jr.
als spreker zal optreden, dat de leden ditmaal
niet het recht hebben een dame mee te brengen
maar wel dames, mannelijke kuisgenooten van
13 tot 18 jaar en vreemdelingen kunnen introdu-
ceeven tegen 0.50 per persoon.
Op die vergadering werd niet aangenomen een
voorstel van het bestuur om aan de directie
der spaarbank het verzoek te doen een renteloos voor
schot van 3000 te geven ten behoeve der inrich
ting voor bewaarsckoolkouderessen, door de maat
schappij in Utrecht op te richten, als monutnent
ter eere van het 100jai-ig bestaan der maatschappij.
Het bestuur zal thans nader overwegen wat
er in het belang der oprichting van zulk eene
instelling, van wege het departement gedaan
kan worden. De departementale kas laat het
verleenen van een bijdrage of het geven van
een renteloos voorschot niet toe. De bij de
behandeling van dit punt gevoerde discussie gaf
een der leden -aanleiding tot het voorstel om een
commissie te benoemen tot onderzoek der juiste
verhouding waarin die spaarbank staat tot heï"
departement. Waar daarover verschil van meening
schijnt te bestaan vond dat lid het voor het
vervolg gewenscht dat die verhouding voor goed
werd vastgesteld.
Dit voorstel stelde hij ter nadere overweging
in handen van het bestuur.
Wlissing-en, 14 Feb. Heden had alhier de
plechtige begrafenis, met militaire honneurs, plaats
van wijlen den heer K. A. Madlener, gepensioneerd
kapitein van het 7e regiment infanterie.
De gewone saluutschoten werden aan de Duin
poort, bij de intrede van het kerkhof en na de ter
aardebestelling op het graf gelost. Door 4 kapiteins
werden de slippen van het rouwkleed gedragen,
terwijl een groot deel van het garnizoen-bij de
plechtigheid tegenwoordig was.
Bij het graf werd het woord gevoerd door den
heer d'Van der Beke Callenfels, die de verdiensten
van den overledene als mensch en als christen
herdacht. Zijne toespraak werd met een woord
van dank beantwoord door den kapitein Otterbein,
als waarnemend garnizoens-kommandant en kom-
manüant van het detachement troepen, dat het
lijk vergezelde.
Vlissingen, 14 Febr. De heer W< J*. Jo-
rissen, hoogleeraar te Amsterdam, vervukie giste
renavond eene spreekbeurt in de bijeenkomst der
IVwta-leden met hunne dames, in het lokaal der
Loge. De spreker deed zijne hoorders kennis maken
met »Maria Louise", het veertiende kind en de
dochter van den landgraaf van Hessen Kassei, die,
hoewel zij het plan had gehad ongehuwd te blijven,
toch hare hand en ook haar hart schonk aan
Johan Willem Friso, stadhouder van Friesland enz.
en door hem, als zijne gemalin te Leeuwarden,
zijne residentie, werd binnengeleid. Uit tal van
brieven en andere documentenliet de heer
Jorissen ons een blik slaan in het leven van deze
eenvoudige vrouw, de feeder liefhebbende gade,
die toch zoo dikwjjls eenzaam haar leven slijten
moest, tengevolge van het oorlogsgewoel, dat
haar echtgenoot steeds van hare zijde wegriep.
De vroegtijdige dood van haren echtgenoot
diehij eene overtocht van den Moerdijk,
verdronk, legde der diep beproefde vrouw andere
en zwaardere plichten en lasten op de schouders".
Hoe zij zich kweet van die plichtenhoe zij de
opvoeding harer kinderen leidde en bevorderde;
hoe zij later aan haren zoon, Willem den Vierde,
de teugels van het bewind overgaf en zich terug
trok in het particulier levenhare huishoudelijke
levenswijze, hare voortdurende innige betrekking
tot haren zoon, hare moeielijke verhouding tot
hare schoondochter die haar niet lijden mocht,
dat alles en nog veel meer uit haar leven werd
den hoorders geschilderd in duidelijke trekken en
schoone taal, zooals de heer Jorissen dit kan.
Algemeen voldeed dan ook deze keurige voor
dracht.
Goes, 14 Febr. De heer C. Risseeuw heeft
gemeend te moeten bedanken voor het lidmaat
schap van het comité tot wering van schoolverzuim.
Met waardeering van de diensten, door andere leden
van dit comité bewezen, moet ieder belangstellende
het besluit van den heer Risseeuw betreurenvan
alle door dit comité georganiseerde schoolfeesten
was hij de ziel, die het niet gemakkelijk zijn zal
te vervangen.
Nog steeds verneemt men niets van de com
missie, die indertijd benoemd is tot het oprichten
eener harmonie hier ter stede. Wel weet de een
te vertellen hoe velen of liever hoe weinigen zich
aangegeven hebben als werkende leden, de ander
hoe men trachten zal te voorzien in de noodza
kelijke behoefte aan een directeur. Dit zijn even
wel slechts on-di(s, die door anderen waarschijnlijk
met evenveel grond kunnen worden weersproken.
Toch zou het wenschelijk zjjn, dat de commissie
althans iets van zich liet hooren, omdat men anders
gevaar zal loopen, dat de belangstelling, die vor<j